Hondje gewond. Bloed spuit in het rond. Ik droom dat ik op weg ben. Ergens naartoe. Maar ik kom nooit aan. Moddersloten doen me wakker schrikken. Heks begrijpt de wereld niet, maar is er wel flauw van…… Ach, teveel alleen zijn is niet gezond. Dat blijkt maar weer…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

VikThor is precies een jaar bij me dit weekend. Een jaar alweer! Mijn ouwe knarretje Ysbrandt is alweer een jaar in de hondenhemel. Gelukkig heeft hij binnen een week zijn kleine broertje op mijn pad gezet. Een schatje! Lijkt sprekend op mijn ouwetje, maar heeft een volstrekt ander karakter.

‘Misschien kun je vragen of hij je wil beschermen,’ suggereert mijn homeopaat onlangs als we bij haar zijn voor een consult. ‘Je kunt gewoon met hem praten toch?’ Ja, inderdaad. Maar dat ga ik niet vragen. Ysbrandt heeft me altijd enorm beschermd, maar deze keer ga ik daar zelf voor zorgen. Laat Vik maar lekker dwarrelen. Ik bescherm hem wel….

‘Toen was het ook hard nodig. Ysbrandt kwam in mijn leven, toen ik zat na te stuiteren van een verkrachting. Gevolgd door een in alle opzichten zware operatie. Gevolgd door gerichte aanvallen van een psychopatische idioot van een buurman, die er bovenop wilde bij Heks. Hij heeft me gemolesteerd en daarna drie auto’s systematisch bewerkt. Er viel dus genoeg te beschermen!’

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Helaas heef die eikel ook mijn hond jarenlang getreiterd. Door hem was Ysbrandt een moeilijke hond. Nu ik VikThor zie opgroeien zie ik pas hoezeer die man mijn hondje te grazen heeft gehad. Twee keer per week in de kerk te vinden maar een ziel zo zwart als de nacht…….

Ik heb veel geleerd van Ysbrandt. Hij had een perfecte neus voor rare types. Loopt VikThor ze gewoon kwispelend tegemoet, Ysbrandt liet direct zijn tanden zien. Met hem was ik overal veilig. Je kwam me niet aan het lijf.

Om te vieren dat mijn hondje al een jaar bij me is neem ik hem mee naar de Coepelduynen voor een lange wandeling. Ze zijn sinds een week weer toegankelijk voor honden. Hoera.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Eerst gaan we naar een klein duinmeertje. Hier ligt de as van Yssie onder een omgevallen berk. Ik laat mijn hondje zwemmen en neem zelf een kopje thee. Oh, wat is het hier heerlijk.

De duinen staan te gloeien met bomen en struiken vol bessen. Overal vrolijke hondjes en hun uitgelaten bazen.  Heks slaat af richting Berkheide. Daar kom je niet zoveel mensen tegen. Geweldig. Wat een rust.

VikThor schiet alle kanten op. Hij rent onder prikkeldraad door alsof het niets is. ‘Dat gaat toch maar altijd goed, Ysbrandt heeft zich in al die jaren nooit opengehaald. Wonderbaarlijk…..’

Ik ga lekker op een bankje in de zon zitten en laat mijn hondje nog eens zwemmen in alweer een duinmeertje. Op de terugweg hoor ik een raar geluid als hij onder prikkeldraad door rent. En ja hoor, de draad hangt op halfzeven en daardoor heeft mijn jochie zich opengehaald! Zijn vacht kleurt in no time knalrood.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Ik schrik me dood en graaf met mijn handen in zijn vacht op zoek neer een lelijke winkelhaak hier of daar. Maar nee, niks te vinden. Mijn handen druipen van het bloed en ik heb lichte kleren aan. Mooie lichte kleren. Gewoon omdat ik niet altijd als een hobbezak rond wil lopen…..

‘Kom, ik laat je eerst nog eens zwemmen, zodat ik kan zien waar het bloed vandaan komt. Op deze manier is het echt niet te doen….’ We lopen terug naar het meertje. Een klein wit hondje, helemaal rood van het bloed. En daarachter een verwilderde volwassen vrouw met bloed aan haar handen.

Terwijl ik achter mijn bloederige handen aanloop komt er een jogger aan. Hij ziet ons ook, want voor hem komt er een hondje met baasje aan. Onder het bloed. Alsof we net een moordaanslag hebben overleefd. In the middle of nowhere!

Snel kijkt de kerel de andere kant op. Doet alsof hij niks ziet. Rent voor zijn leven!

Nou, van de gemiddelde Christelijke Katwijkse jogger moet je het dus ook niet hebben. Ongelofelijk dat hij doorloopt. Kijk, dat zijn nu dingen die ik niet begrijp. Maar gelukkig is het niet erg. Na een kwartiertje zwemmen is het ergste bloeden gestelpt. We kunnen naar huis.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Onderweg kleurt zijn vacht langzaam weer een beetje rood. Thuis stop ik hem onder de douche, op zoek naar de wond. Die vind ik niet. Zelfs een halve dag later is er geen gaatje te ontdekken……..

Die avond praat ik met Don Leo. Hij begrijpt de wereld ook niet. Ook hij doet altijd zijn gloeiende best. Ook hij trekt vaak aan het kortste eind. Krijgt mensen over zich heen. Is gebruikt en afgedankt.

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

Zijn uitspraak: ‘Mensen slaan je met een natte dweil in je gezicht en als je er iets van zegt krijg je te horen dat je niet zo agressief moet reageren’ is een soort lijfspreuk van me geworden.

Heks is juist altijd iemand geweest, die andermans problemen niet schuwde. Heeft iemand het moeilijk? Krijgt een medemens het voor de kiezen? Ik kom langs met soepjes en sapjes. Ik luister en huiver. Ik probeer er te zijn. Ja, ongeveer het tegenovergestelde van zo hard mogelijk doorrennen als je een bebloede vrouw met een rood hondje tegenkomt op een afgelegen plek…….

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

De laatste tijd probeer ik het anders te doen. Niet alles en iedereen maar direct in mijn hart te sluiten. Een zekere reserve inbouwen. Gewoon een gezonde hekel aan bepaalde mensen te hebben. In elk geval veel afstand te bewaren ten opzichte van mensen die over me heen rollen.

Ik voel me echter eenzaam. Ik ben zoveel alleen. Dit hele weekend bijvoorbeeld heb ik niemand gezien. Behalve de fysiotherapeut en die foute jogger in de duinen. Dat is toch wel een beetje weinig voor een mensenmens als Heks.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Maar in mijn oude sociale kringen kan ik niet meer verkeren. Daar ben ik nog steeds het haasje. Die kennen me nog louter als pleaser. De sukkel, die alles goed vindt. Het ei waar je overheen walst. Die domme koe, die haar gloeiende best blijft doen, ook als schijt je haar recht in de bek!

Dan maar een tijdje alleen. Het moet maar.

Gelukkig ben ik lekker op dreef met mediteren. Ik adem en ben. Op mijn kussentje voel ik me verbonden met mijn ademende broeders en zusters. Met mijn non-vriendin in Plumvillage. Met mijn retraite-maatjes Libby en Brigitte in de Verenigde Staten.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

In mijn auto ligt al meer dan een jaar een lief briefje van Brigitte. Elke keer voordat ik wegrijd lees ik het: ‘Bon voyage, ma très chère soeur, à la prochaine…’

Vannacht droom ik van Libby. En moddersloten. En altijd maar onderweg zijn. Van de tijd nemen. Sommigen reisgenoten reizen sneller zie ik. Die zijn al bijna thuis.

Ben ik echt ergens naartoe onderweg? Jawel.  Maar het gaat om de weg.

©TOVERHEKS.COM

Hihihi, Wrafh, Gnehgnehgneh…..©TOVERHEKS.COM

 

Wonderhondje in de hondenhemel gunt zijn droevige Vrouwtje een nieuwe viervoetige vriend om haar gezelschap te houden. Plotseling komt er een pup op mijn pad. Toeval? Ys lijkt daar de poot in te hebben. Varkentje heeft nog steeds een flinke hondenteen in mijn mensenpap!

Vorige week ben ik op zoek naar puppy’s op internet. Onbewust bijna. Ik betrap mezelf er als het ware op. Ik verdiep me in zowel de Engelse Springer Spaniël als de Epagneul Breton ofwel Bretoense Spaniël. Dit omdat Ysbrandt een mix was van deze twee geweldige rassen.

Ik vind van alles, onder andere genetische ellende bij de Springers. Heupdysplasie, progressieve retina atrofie en ga zo maar door. Je kunt voor een habbekrats een pup kopen, maar daar zitten dan geen papieren bij. Je hebt geen idee wat je in huis haalt. Misschien wel een heleboel genetische ellende.

 

Een paar fokkers springen er uit. Eentje heeft pups, die op het punt staan het nest te verlaten. In een opwelling schrijf ik dinsdagavond een mail met de vraag of er nog beestjes te vergeven zijn. Zodra ik de mail heb verstuurd bedenk ik me dat dit waanzin is. Ja, er komt een nieuwe pup, ooit, maar laat ik eerst even bijkomen. Op vakantie gaan bijvoorbeeld….

Ik hoor niets meer terug op de mail en maak plannen om een midweek naar Buitenkunst te gaan. Ik heb al een paar afspraken omgezet, als ik donderdagavond plotseling toch een mailtje zie van de fokker. Ze hebben nog precies 1 reutje, zwart/wit. Lief dapper ventje, overgebleven omdat anderen teefjes wilden, of de bruin/witte variant.

Vlijmscherpe tandjes

Als ik de foto’s zie smelt ik. Hij is precies wat ik zoek! De volgende ochtend bel ik op om een afspraak te maken. Ik wil dit ventje bekijken.

De rest van die vrijdag ben ik bezig met het checken van de fokker, bellen met de Raad van Toezicht, de Nederlandse ‘Engelse Springer Spaniël  Club’ enzovoorts. Kennel van de Hazelberg blijkt een uitstekende naam te hebben. ‘Het zijn gezonde en hele goeie zachte hondjes, die daar vandaan komen. Ik heb ze regelmatig gezien op Springerdagen…..’ vertelt de dame van de Nederlandse Springer vereniging.

Eind van de middag lig ik op tafel bij de fysiotherapeut. Ze haalt me grondig uit de knoop. Hierna prop ik snel een maaltijd naar binnen. Gevolgd door een straffe bak koffie.

En zo rijd ik dan aan het begin van de avond naar het wonderschone Brabant. Een pak geld in mijn tas. Voor het geval dat. Het is bijna anderhalf uur rijden. Gelukkig is de weg zo goed als leeg.

Ik voel me kalm en vastberaden. Ja, er komt een up. En misschien wel deze. Het is razendsnel, dat wel. Maar Ysbrandt is het ermee eens. Sterker nog: Hij wil dit echt graag. Het is voor mijn trouwe kameraad veel gemakkelijker om me los te laten als hij weet dat er weer een hondje in mijn leven is. Niets zo ellendig voor een honden-engel als een treurend baasje.

‘Vier mijn leven met je nieuwe hondje, Vrouw. Loop waar wij liepen, doe wat wij deden, ik ben een engeltje op zijn schouder…..’ hoor ik hem als het ware zeggen.

Tegen achten ben ik ter plaatse. Een prachtige verbouwde boerderij in the middle of nowhere. Ik word hartelijk ontvangen. We gaan direct naar de pup kijken.

VikThor zit in een ren met een nest dashonden van vier weken oud. ‘Wel zo gezellig voor hem,’ lacht de man. Zodra ik het kereltje zie ben ik verkocht. Hij loopt zo parmantig door de tuin te rennen! Ook de ouders van de pup zijn aanwezig. Schitterende honden.

Ysbrandt als pup, precies even oud toen als zijn kleine ‘broertje’ nu……

Paps vlijt zich neer in het gras en laat zich uitgebreid aanhalen. Wat een schat! Ik zou hem zo inlijven! Het ziet er goed uit! Alle dingen waar je op moet letten als je een pup aanschaft zijn hier dik in orde.

‘Wil je een kop koffie?’ We gaan aan de tuintafel zitten. Ik heb een kleine pup op schoot. Goeiig laat hij zich aaien. Even later valt hij in slaap. Daar smelt Heks natuurlijk helemaal van, dat begrijp je.

De fokker vertelt me een heleboel dingen, waarvan ik helaas ook alweer één en ander vergeten ben. Gelukkig kan ik dat altijd navragen. We vullen een formulier in, waarbij de pup van eigenaar wisselt. De koop wordt gesloten.

Ik krijg een pakket voer, een prachtige stamboom en een stapeltje paperassen mee. Het blad van de Engelse Springervereniging zit ook in het pakket. De deal is rond!

‘Ik ga natuurlijk weer jachttraining doen met hem, net zoals met mijn vorige hond,’ vertel ik de man. Ik laat hem een foto zien van Ys. ‘Oh, wat een prachtige hond, maar een kruising Springer/Epagneul? Wat bezielt mensen toch? Dat zijn toch volstrekt tegengestelde karakters? De Epagneul in de verte en de Springer dicht naast je…..’

Goh, zo leer ik postuum nog van alles over mijn geliefde Varkentje! Hij had gewoon een enorme genetisch gedicteerde tegenstrijdigheid in zijn karakter….. Zijn naam was dus inderdaad zeer goed gekozen!

‘Ik ga maar eens terug rijden, het is al over negenen.’ Heks komt overeind. De fokker neemt de pup mee en zo lopen we naar de auto. De moeder van het jong verblikt of verbloost niet. Wat haar betreft zit haar taak er op. Ze heeft geen zin meer in hondjes met scherpe tandjes hangend aan haar tepels. Als VikThor het eerder die avond nog een keertje enthousiast probeert schudt ze hem geïrriteerd af.

Ik heb een kattentas meegenomen en daar past dit piepkleine diertje met gemak in. Enigszins overdonderd zit hij te kijken. Dan rijden we weg.

‘Piep, piep,’ hoor ik naast me. Heks maakt sussende geluidjes. Als ik de snelweg opdraai steek ik mijn hand in de mand. Het kleine hondje gaat er direct op liggen. Zo rijden we het hele stuk saampjes terug. Tegen het eind van de rit poept hij van de stress. Een verschrikkelijke stallucht vult de auto. Gelukkig zijn we bijna thuis.

Als ik de mand binnen zet zitten er direct vijf katten omheen. Met grote ogen bekijken ze het monstertje. VikThor geeft geen krimp. Hij is duidelijk de aanwezigheid van allerlei beesten gewend.

Die nacht heb ik een heel klein hondje in mijn armen. Hij piept en snikt een beetje, maar hij weet al wie de Vrouw is. En dat hij bij haar veilig is. Een paar keer ren ik met hem naar buiten. Dan moet hij eventjes een poepie doen.

Om een uurtje of 2 s’nachts sms’t Frogs dat hij is geland. Ik vertel hem over VikThor. Oh, wat gek voor mijn kikkervriend. Toen hij een paar weken geleden op vakantie ging leefde Ysbrandt nog. ‘Neem maar goed afscheid van hem,’ zei Heks. Ik had een vreemd voorgevoel. En nu woont er alweer een andere viervoetige vriend in Huize Heks!

Frogsie moet nog tot de volgende morgen wachten om ons nieuwe makkertje in zijn armen te sluiten. Tegelijkertijd is er geen Ysbrandt meer bij de voordeur. Geen ‘ogen op stokjes’. Geen klein opgewonden Varkentje superblij dat zijn suikeroom weer in het land is…….

Mijn kleine hondje VikThor verzacht de pijn enorm. Als ik met hem wandel danst Ysbrandt in zijn voetspoor achter ons aan. Als ik hem knuffel geniet mijn engel-hondje mee. Ysbrandt is blij dat zijn Vrouwtje weer een hondje heeft. Ik verdenk hem er zelfs van er de hand in te hebben gehad. Of beter gezegd de poot…..

Het is toch wonderbaarlijk dat er binnen een week weer zo’n heerlijk kereltje hier woont. Heks heeft sterk de indruk dat Ysbrandt hem voor me heeft uitgezocht……..

Varkenswangen met vijgenazijn en whisky. Natuurlijk glutenvrij, lactosevrij, sojavrij. Heerlijk gerecht getoverd uit mijn heksenketel voedt dierbare vrienden. En een nieuwe naam voor een KRASSE dame….

Woensdag sta ik bij de slager. Er liggen varkenswangen in de vitrine. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Ik ben voorstander van gebruik van het hele varken als je zo’n dier slacht. Zoals vroeger bij mijn vader thuis. Ieder najaar werd een knorrende huisvriend geofferd. Alle restanten werden verwerkt tot bloedworsten, kopkaas en balkenbrei. De wangen werden vast ook opgesoupeerd!

Varkens lijken overigens erg op mensen naar het schijnt. En vice versa! Ze zijn bijzonder intelligent en ondanks hun voorkeur voor blubber zie ik geen enkele reden om het dier onrein te noemen. Zo gemeen! In India eten ze geen koeien, maar dat is omdat die dieren HEILIG zijn. Klinkt alweer een stuk beter.

Voor mij is alle leven heilig. Je dient er respectvol mee om te gaan. Ik eet levende wezens. Granen, fruit, groenten, vlees en vis. Ik leef niet op prana. En ik wordt ook gegeten. Door bacteriën, virussen en hele kolonies gistachtigen……

‘Hoe bereid je zoiets?’ De slager ratelt een recept af. ‘Het staat ook op onze website. De clou is om het heel lang in de oven te zetten. Hoe langer, hoe beter.’ Ok. Goeie tip.

Ik koop een kilo en ga thuis aan de slag. Op internet vind ik het recept. Iemand met een kookblog heeft het volgens het boekje klaargemaakt, maar de smaak was toch niet optimaal. Te zoet. Te veel honing. Ze stelt voor de honig te vervangen door sinaasappelsap. Goed idee. Heks gaat het natuurlijk toch weer anders doen. Doe ik altijd. Nog nooit van mijn leven heb ik een recept exact volgens de richtlijnen klaargemaakt. Altijd goochel ik met nieuwe ingrediënten of afwijkende hoeveelheden. Ik kan het niet laten.

Zo ook nu. Ik vervang de olijfolie met boter om de wangen in te braden door cocosvet en een beetje ghee (geklaarde boter). Ik vervang de honing grotendeels door vijgenazijn. Ook zoet, maar niet mierzoet. Bovendien maakt de azijn het vlees zacht. Ik gooi er om die reden ook nog sap van een halve citroen bij en citroenrasp. En een schep pirpirikruiden. En een flinke scheut whisky. En tot slot 6 gehalveerde tenen knoflook.

Verder heb ik het recept van de site gevolgd. Ik heb het echter 4,5 uur in de oven laten garen. Afgedekt met folie, om al die verrukkelijke sappen niet te laten vervliegen. Maar in tegenstelling tot mijn voorbeeld heb ik het zo uit de oven geserveerd: Geen saus door een zeef gedrukt zoals in het originele recept. Een dag laten staan voordat je het opeet is wel een hele goede tip. Dan kunnen al die smaken diep in de wangen dringen……

Ik kook er allebei groenten bij. Broccoli en bloemkool. Herenboontjes in knoflook gebakken. Rode kool met appel en een heel fijn gesnipperd rauw sjalotje. Laatstgenoemde is een bijzonder goede combinatie met dit gerecht. Die houd ik er dan ook in voor een volgende keer.

Donderdagavond bel ik Frogs. Hij komt maar wat graag eten. Hij is bekend met de heerlijkheden, die ik uit mijn heksenketel tover. Tevreden zie ik hem smullen. Goeie hemel, wat heb ik lekker gekookt. Ik maak een paar mooie foto’s van mijn bord, maar helaas heb ik die plaatjes per ongeluk weggegooid.

Ook vrijdag maak ik iemand blij met deze lekkernij. Ras belt. ‘Heb je zin om te komen eten?’ Ja, dat heb ik wel. Maar zal ik dan het eten meenemen?

‘Jeetje Heks, wat is dit lekker. Wat kan jij goed koken! Ongelofelijk!’ zegt mijn vriendin als we samen aan de maaltijd zitten, ‘Ook die groentes, zo speciaal klaargemaakt. En dan die puree van aardappel en koolrabi. Fantastisch. En zelfs een toetje! Ik ben dol op rabarber.’

Het is fijn om elkaar weer te zien. Het was alweer eventjes geleden. Ras zat een maand in Spanje. In the middle of nowhere. Ze laat me foto’s zien van een rauw en verlaten landschap. Prachtig. De wereld kent veel plekken waar nooit iemand komt.

‘Het is een hele goede reis geweest, Heks. En ik heb mijn naam veranderd! Ik vond Ras nooit een fijne naam, maar gelukkig heb ik nog een hele mooie doopnaam en die ga ik eindelijk gebruiken. Ik wilde dat al toen ik twaalf was, maar toen lukte het me niet om het voor elkaar te krijgen: Vanaf nu heet ik Kras.’

Kras. Het past bij mijn vriendin. Ze is ook kras. Ik moet er nog een beetje aan wennen. ‘Raskras, Krasras,’ mompel ik onderweg naar huis. Het vraagt een zekere overgangsperiode. Als ik een woord zoek dat naar mijn vriendin verwijst gebruik ik nog steeds haar oude naam. Maar Kras zit eraan te komen. Het moet nog een beetje inslijten. Over een jaar weet ik niet beter……