Leaving Neverland. Tot mijn verbazing is de documentaire nu al te zien op televisie. De inhoud verbaast me niks, maar ik ben dan ook nooit een fan geweest van Michael Jackson. En ik weet intussen uit ervaring, dat predators met het grootste gemak liegen alsof het gedrukt staat. Ook ben ik me bewust van de werking van het kinderbrein. Alles nemen ze aan voor zoete koek. Sla hen verrot en ze geven zichzelf de schuld! Menig ouder heeft hier al een slaatje uit geslagen. Letterlijk. Hulde aan de maker van de documentaire. Hij heeft een indringende vorm gevonden om in elk geval een fractie van de slachtoffers van de pedofiele’King of Pop’ een stem te geven.

Als piepklein kind dagdroomde ik dat ik ging logeren bij de koningin. Met enige regelmaat. De prinsjes en prinsessen vonden het reuze gezellig als ik kwam. We sliepen met z’n allen in een enorm stapelbed. Het reikte tot in de hemel. Heks sliep als Benjamin in het onderste bed.

Voordat ik ging slapen keken de prinsesjes over de rand van hun slaapplek om naar me te lachen en te zwaaien. Me te vertellen hoe blij ze waren dat ik er weer was. Hoe ze me hadden gemist! Om me te vertellen hoe bijzonder en lief ik was.

De dromen zijn ongetwijfeld gevoed door een aantal koninklijke huwelijken in die tijd. Zowel prinses Beatrix als prinses Margriet traden met veel bombarie in het huwelijk. De kranten stonden er bol van. Op verjaardagen gaf men commentaar op het gebeuren. Bij ons in huis verschenen fotoboeken over de twee trouwerijen.

Met verontwaardigde aandacht voor de rookbommen in geval Beatrix/Claus. Schandalige praktijken van langharig tuig vond men dat.

Het is voor het eerst dat ik hierover spreek. Mijn kleuterfantasieën over een prinsessenbestaan. Het voelt nog steeds gênant, zelfs al kan ik intussen de noodzaak begrijpen om er zulke wauwse dromen op na te houden als klein kind.

Thuis werden er alsmaar baby’s geboren. Mijn plekje als Benjamin was opeens verdwenen. Opgeëist door de ‘tweede leg’ binnen het huwelijk van mijn ouders.

Ook was thuis niet veilig. Ik had toen al te maken met forse lijfstraffen binnen het gezin. Mijn vader kreeg de pik op me. Ik zat op de kleuterschool en herinner me dat nog heel goed. Een ‘pak slaag’ werd dat genoemd. We vonden dat overigens normaal allemaal. Niks vreemds aan.

Alsmede pesterijen binnen de familie. Een iets ouder nichtje, dat een klas boven me zat, trok bijvoorbeeld geholpen door haar buurjongetje de benen achterwaarts onder mijn lijf vandaan. Zodat ik plat op mijn gezicht viel. Heel grappig, behalve als het jouw snoet is.

Hoe hard ik ook vanuit de kleuterschool naar huis probeerde te rennen, ze haalden me altijd in. Ook hier heb ik nooit over gesproken. Kinderen zijn loyaal. Het getreiter sudderde door tot ver in de pubertijd.

En dan waren er nog de achteraf verdachte en grensoverschrijdende logeerpartijen bij een neefje. En oom. Mijn herinneringen daaraan zijn nogal onsamenhangend en verward, maar desalniettemin ontregelend genoeg gebleken op mijn verdere leven..

Kinderen hebben een magische belevingswereld. Alles is mogelijk in die wereld en gebeurtenissen worden nogal eens magisch geduid. Ik zou niet weten wat er zou zijn gebeurd als de koningin me destijds echt had uitgenodigd om te komen logeren.

Of mijn ouders het goed hadden gevonden bijvoorbeeld. Ik denk het wel. Mijn vader was zijn hele leven lang helemaal idolaat van onze toekomstige koningin Beatrix. En hij had doorgaans het laatste woord. Of in elk geval dan de beslissende stem.

Het moge duidelijk zijn, dat mij nooit iets dergelijks is overkomen. Niemand heeft in werkelijkheid gezegd, dat ik ook maar enigszins bijzonder was. Het was ook niet gangbaar om te zeggen hoe blij men met je was.

Ik mocht wel bij mensen logeren, zoals dat neefje bijvoorbeeld. Maar daar wilde ik uiteindelijk niet meer heen.

Mijn oudste zus is wel eens op die manier in de picture gekomen. Als twaalfjarige jongedame sloot ze vriendschap met een meisje uit Frankrijk. Op de camping in Spanje. Het kind was jaren jonger, maar stapeldol op mijn zus. We werden met zijn allen uitgenodigd op het eten bij de ouders. Die vroegen of mijn zus aansluitend op onze vakantie een maand bij hen in Frankrijk mocht komen logeren………

Zo kon het dus gebeuren dat mijn schier adolescente zuster op weg naar huis werd achtergelaten bij deze ons volstrekt wildvreemde mensen en hun zevenjarige extreem drukke dochtertje! Ze vertrouwden die mensen volkomen en terecht zou later blijken. We werden als vorsten onthaald overigens. De rode loper ging uit.

Moeders noemden we direct tante. En de vader werd onze nieuwe oom. Tante kon geweldig koken. Ze toverde een zevengangendiner op tafel alsof het niets was. Heks at die avond zoveel, dat ze er bijna misselijk van werd…….

Ik herinner me hoe gewoontjes ik me voelde, toen mijn zuster werd teruggebracht. Ze sprak vloeiend Frans intussen. Mijn bijdehante grote zus. Ze werd vervolgens jarenlang bedolven onder presentjes. Een prachtige zelfgebreide trui van Tante. Een schitterende gehaakte beddensprei-achtige omslagdoek van de oudste dochter, een Frans theeserviesje en ga zo maar door.

Heks kreeg echt ook wel eens iets. Bijvoorbeeld zo’n zelfgebreide trui, toen ik vele jaren later ook een keer mocht komen logeren. Maar de bijzondere status van mijn zus heb ik bij Oom en Tante nooit bereikt. Ik was zo’n gunkind. Gepokt en gemazeld vanuit mijn positie als tweede kind, tussenkind, afdraagkind, om te gunnen. Niets voor jezelf te vragen, dan kan het ook niet tegenvallen.

Maar stiekempjes had ik natuurlijk ook wel al die positieve aandacht gewild!

Tijdens de jaarlijkse bezoekjes van onze Franse familie waren we plotseling een modelgezin. Ons overvolle chaotische huis was spic en span. Mijn ouders waren enorm aardig voor elkaar en voor ons. We maakten allemaal leuke uitstapjes in eigen land. Er werd niet of nauwelijks onderling gebakkeleid door de kids. Lijfstraffen werden tijdelijk volledig afgeschaft.

Mijn zusters populariteit bij onze verse Franse familie was net in de periode, dat Heksje verslaafd was aan valium. Dat ik helemaal spaak liep in mijn jeugdige leventje.

Het tijdperk, dat ik opdraaide voor alles wat er mis was in ons gezin en dat was nogal wat.  Toen behandelaars van de Jelgesmakliniek, waar ik poliklinisch op veertienjarige leeftijd zat af te kicken van diezelfde valium, tegen mijn vader zeiden, dat hij hoognodig eens iets iets aan zichzelf moest doen.  Dat hij zijn dochter helemaal kapot aan het maken was op deze manier.

Ze zeiden dit niet vanuit het blinde niks, maar nadat ze ons gezin vanachter glas een aantal malen met een heel team grondig hadden zitten observeren.

Die heftige periode in mijn jeugd, dat mijn ouders besloten, dat ik dan maar uit huis moest worden geplaatst. ‘Met mij is niks mis. Dat onmogelijke kind is de reden, dat ons gezin zoveel problemen heeft. Als ze niet opknapt moet ze maar naar een kindertehuis!’ Twintig jaar na dato hoor ik van mijn lievelingsoom, dat dit destijds het ultieme antwoord van mijn vader was op het verzoek zichzelf eens onder goed de loep te nemen.

Door volkomen mijn mond te houden en binnenshuis zoveel mogelijk van de radar te verdwijnen kon ik deze deportatie voorkomen. Met een stevige hersenschudding, zogenaamd van de trap gevallen, verliet ik een paar jaar later op mijn negentiende uiteindelijk opgelucht mijn ouderlijk huis.

Ik kijk naar de documentaire ‘Leaving Neverland’. Over die rare pedofiele popstar en een paar van zijn slachtoffers. Heks is nooit een fan geweest van Michael Jackson. Ik hield me als kind bezig met klassieke muziek. Ik ben dus niet gehinderd door een enorme liefde voor de man en zijn muziek bij het bekijken van dit drama.

Zaterdagavond zit ik op een feestje bij de Wilde Boerenzoon. De documentaire komt ter sprake: Ik heb em dan nog niet gezien. Ik praat met twee mannen over dit onderwerp.

De ene man is geschokt door hetgeen hij heeft gezien. Hij kan het niet geloven. Heks denkt ook nog steeds dat het allemaal vooral raar is geweest, die logeerpartijen van kleine jongetjes met die Michael Jackson. Onverantwoord en grensoverschrijdend, gestoord en verstorend, maar zonder keiharde seks. Een derde gesprekspartner werkt zelf als kleuterleider en schiet direct in de verdediging betreffende zijn beroep.

‘Sinds de zaak Robber M. is mijn beroep opeens verdacht voor een man. Mensen vroegen er altijd al naar uit een soort nieuwsgierigheid, maar tegenwoordig zeggen ze rustig: Waarom ga je niet voor bejaarden zorgen?’ beklaagt hij zich.

Waarna hij voordoet hoe je tegenwoordig een kind op schoot moet houden zonder je allerlei beschuldigingen op de hals te halen. ‘Benen stevig tegen elkaar, zodat een kind niets in de buurt van je kruis per abuis kan aanraken. Daar moet je echt goed op letten…..’

Een vriend van Heks trad op als muzikale clown ten tijde van Oude Pekela. Hij verdiende daar een goeie boterham mee. Zijn beroep is voorgoed besmet geraakt door deze affaire. Na Oude Pekela kreeg hij de meest verschrikkelijke beschuldigingen naar zijn onschuldige kop. Van hele enge mensen vaak. Bovendien werd hij nauwelijks meer geboekt. Zijn dagen als muzikale clown waren opeens geteld……

Gisterenavond kijk ik dan eindelijk naar de gewraakte documentaire. Ik val af en toe in slaap, niet omdat het zo saai is, maar omdat ik de avond ervoor tot vier uur op het feestje bij ‘de Wilde’ ben blijven plakken.

Van Kras had ik al gehoord, dat het zeer aangrijpend is allemaal. En het is zo. Juist het feit, dat ze met zoveel liefde over hun predator praten maakt de documentatie extra schrijnend.  Een jongetje van zeven, dat zich bijzonder voelt door die kwibus. Maar wel bij de piemel wordt gevat. Nou ja, piemeltje. Hetgeen allerlei prettige fysieke gevoelens geeft, waar zo’n kind nog niet aan toe is.

Een volwassen vent, die stiekem trouwt met zijn tienjarige minnaar. Een kleine greep uit hetgeen verteld wordt.

Ouders, die hun zevenjarige kind achterlaten in het bed van een vijfendertig jarige kerel. Hoe ze daartoe worden overgehaald. Verleid…… Hoe ze blindelings vertrouwen op een wereldberoemde idioot. Hoe zijn rijkdom, roem en sterrendom hen totaal blind maakt voor zijn manipulaties……

Heks heeft natuurlijk niet veel nodig om overtuigd te raken. Want waarom zou je in godsnaam met zo’n verhaal op de proppen komen als het niet echt is gebeurd?

Bovendien zijn er intussen wel erg veel identieke verhalen in omloop over de superstar. En zijn er genoeg volwassen mensen, die hebben getuigd ontoelaatbare en grensoverschrijdende dingen te hebben gezien. Chauffeurs van de dader, huishoudelijk personeel. En ga zo maar door…….

Hele volksstammen willen het niet horen, willen er niets van weten. Michael Jackson is voor hen een heilige. Het is allemaal lulkoek, hij zou dat nooit doen. Hij houdt juist zoveel van kinderen……..

De man zelf is niet meer. ‘Rot maar in de hel,’ lispel ik nijdig, als ik de volgende morgen op sta. Van alles spookt er door mijn hoofd. Ik denk bijvoorbeeld aan een schoolgenoot van de lagere school. Hij had dezelfde naam als mijn foute oom notabene.

De moeder van het joch was op zeer jonge leeftijd gaan hemelen. Opeens was hij half wees. Een voor ons volstrekt abstract fenomeen, want wat betekent het als je moeder helemaal uit je leven verdwenen is? Als je aangewezen bent op je meestel afwezige rouwende vader?

Wij hadden gewoon allemaal een moeder. En op 1 jongetje na had ook de gehele school een vader. Het was in de tijd voor de seksuele revolutie, toen alle dames nog bij hun man bleven. Ook al sloeg hij hen hoogstpersoonlijk bont en blauw of deed hij aan de toegestane verkrachting binnen het huwelijk. Als ze hem niet ter wille was. Die goeie ouwe tijd, toen je nog je echtelijke verplichtingen had als vrouw.  Die je diende na te komen.

Onze razend populaire schoolmeester had zich over de jongen ontfermt. Hij kwam of zat bij de man thuis. Ook zat hij weleens bij ons in de klas, terwijl hij een jaar ouder was. En ook toen we een keer thuis bij de meester pannenkoeken gingen eten, was de jongen van de partij. Volstrekt thuis in dat huis.

Hij wees ons de weg en hielp de meester met bakken. Die twee hadden een vreemd pact, zoveel was me wel duidelijk. Het kind was helemaal vergroeid met die volwassen man. Hij baadde in zijn niet aflatende aandacht en liefde.

Ze hadden hun eigen onbegrijpelijke grapjes. Zaten samen in een leunstoel, de jongen op de leuning. Er bestond een jarenlange diepe vriendschap tussen hen. Die ongetrouwde beetje vreemde vogel van een schoolmeester en dit geschonden godverlaten kind…….

 

 

Varkenswangen met vijgenazijn en whisky. Natuurlijk glutenvrij, lactosevrij, sojavrij. Heerlijk gerecht getoverd uit mijn heksenketel voedt dierbare vrienden. En een nieuwe naam voor een KRASSE dame….

Woensdag sta ik bij de slager. Er liggen varkenswangen in de vitrine. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Ik ben voorstander van gebruik van het hele varken als je zo’n dier slacht. Zoals vroeger bij mijn vader thuis. Ieder najaar werd een knorrende huisvriend geofferd. Alle restanten werden verwerkt tot bloedworsten, kopkaas en balkenbrei. De wangen werden vast ook opgesoupeerd!

Varkens lijken overigens erg op mensen naar het schijnt. En vice versa! Ze zijn bijzonder intelligent en ondanks hun voorkeur voor blubber zie ik geen enkele reden om het dier onrein te noemen. Zo gemeen! In India eten ze geen koeien, maar dat is omdat die dieren HEILIG zijn. Klinkt alweer een stuk beter.

Voor mij is alle leven heilig. Je dient er respectvol mee om te gaan. Ik eet levende wezens. Granen, fruit, groenten, vlees en vis. Ik leef niet op prana. En ik wordt ook gegeten. Door bacteriën, virussen en hele kolonies gistachtigen……

‘Hoe bereid je zoiets?’ De slager ratelt een recept af. ‘Het staat ook op onze website. De clou is om het heel lang in de oven te zetten. Hoe langer, hoe beter.’ Ok. Goeie tip.

Ik koop een kilo en ga thuis aan de slag. Op internet vind ik het recept. Iemand met een kookblog heeft het volgens het boekje klaargemaakt, maar de smaak was toch niet optimaal. Te zoet. Te veel honing. Ze stelt voor de honig te vervangen door sinaasappelsap. Goed idee. Heks gaat het natuurlijk toch weer anders doen. Doe ik altijd. Nog nooit van mijn leven heb ik een recept exact volgens de richtlijnen klaargemaakt. Altijd goochel ik met nieuwe ingrediënten of afwijkende hoeveelheden. Ik kan het niet laten.

Zo ook nu. Ik vervang de olijfolie met boter om de wangen in te braden door cocosvet en een beetje ghee (geklaarde boter). Ik vervang de honing grotendeels door vijgenazijn. Ook zoet, maar niet mierzoet. Bovendien maakt de azijn het vlees zacht. Ik gooi er om die reden ook nog sap van een halve citroen bij en citroenrasp. En een schep pirpirikruiden. En een flinke scheut whisky. En tot slot 6 gehalveerde tenen knoflook.

Verder heb ik het recept van de site gevolgd. Ik heb het echter 4,5 uur in de oven laten garen. Afgedekt met folie, om al die verrukkelijke sappen niet te laten vervliegen. Maar in tegenstelling tot mijn voorbeeld heb ik het zo uit de oven geserveerd: Geen saus door een zeef gedrukt zoals in het originele recept. Een dag laten staan voordat je het opeet is wel een hele goede tip. Dan kunnen al die smaken diep in de wangen dringen……

Ik kook er allebei groenten bij. Broccoli en bloemkool. Herenboontjes in knoflook gebakken. Rode kool met appel en een heel fijn gesnipperd rauw sjalotje. Laatstgenoemde is een bijzonder goede combinatie met dit gerecht. Die houd ik er dan ook in voor een volgende keer.

Donderdagavond bel ik Frogs. Hij komt maar wat graag eten. Hij is bekend met de heerlijkheden, die ik uit mijn heksenketel tover. Tevreden zie ik hem smullen. Goeie hemel, wat heb ik lekker gekookt. Ik maak een paar mooie foto’s van mijn bord, maar helaas heb ik die plaatjes per ongeluk weggegooid.

Ook vrijdag maak ik iemand blij met deze lekkernij. Ras belt. ‘Heb je zin om te komen eten?’ Ja, dat heb ik wel. Maar zal ik dan het eten meenemen?

‘Jeetje Heks, wat is dit lekker. Wat kan jij goed koken! Ongelofelijk!’ zegt mijn vriendin als we samen aan de maaltijd zitten, ‘Ook die groentes, zo speciaal klaargemaakt. En dan die puree van aardappel en koolrabi. Fantastisch. En zelfs een toetje! Ik ben dol op rabarber.’

Het is fijn om elkaar weer te zien. Het was alweer eventjes geleden. Ras zat een maand in Spanje. In the middle of nowhere. Ze laat me foto’s zien van een rauw en verlaten landschap. Prachtig. De wereld kent veel plekken waar nooit iemand komt.

‘Het is een hele goede reis geweest, Heks. En ik heb mijn naam veranderd! Ik vond Ras nooit een fijne naam, maar gelukkig heb ik nog een hele mooie doopnaam en die ga ik eindelijk gebruiken. Ik wilde dat al toen ik twaalf was, maar toen lukte het me niet om het voor elkaar te krijgen: Vanaf nu heet ik Kras.’

Kras. Het past bij mijn vriendin. Ze is ook kras. Ik moet er nog een beetje aan wennen. ‘Raskras, Krasras,’ mompel ik onderweg naar huis. Het vraagt een zekere overgangsperiode. Als ik een woord zoek dat naar mijn vriendin verwijst gebruik ik nog steeds haar oude naam. Maar Kras zit eraan te komen. Het moet nog een beetje inslijten. Over een jaar weet ik niet beter……