Heks doet een vastenkuurtje. ‘Lief lichaam,’ zeg ik tegen mijn lijf, ‘De komende dagen krijg je niks te eten, de knop gaat om….’ Het is lang geleden, dat ik dat tegen mijn fysieke verschijning gezegd heb. Geen idee of mijn incarnatie, mijn vleesgeworden zelf, nog zo gemakkelijk die knop om kan zetten. We gaan het zien.
Direct aan het begin van mijn kuur, ik ben net aan 3 uur bezig, gooit iemand een berg shit bij me naar binnen. He getsie, daar zit ik nu echt niet op te wachten.
Ik val in mijn oude groef. Ik begin mezelf te verdedigen, dingen uit te leggen. Ik raak behoorlijk in de war. Goddank lees ik bij toeval een oud blog van mezelf. Eigenlijk omdat ik in mijn statistieken ontdek, dat dat blogje momenteel heel veel gelezen wordt.
Hierin sommeert Peter van de Hurk me om op te houden mezelf te verdedigen. Om niet altijd alles te willen uitleggen. ‘Je kunt niet in iemands hoofd kijken,’ beweert hij. En het is waar. Soms krijg je iets over je heen, dat echt niet van jou is. Verdedigen betekent verdunnen. Uitleggen betekent uitvloeien.
‘Ik geef in zo’n geval iemand gewoon gelijk,’ Peter plakt er nog een mooi voorbeeld aan vast.
Wat een toeval, dat ik dit blog onder ogen krijg. Precies op het goede moment. Want ik ben behoorlijk in de war van de aanvaring. En ook heel boos. Nergens voor nodig. Ik hoef mezelf niet te verdedigen. Ik hoef niks uit te leggen. Wil je iets negatiefs over me denken? Ga je gang. Wil je me van alles kwalijk nemen? Doen! Wil je me dingen verwijten? Mag! Wil je me veroordelen? Knock yourself out!
Het is waar, ik ben een waardeloze kutvriendin geworden. Ik voldoe niet langer aan bepaalde huizenhoge eisen. Ik ben veranderd. Ik wil niet langer eindeloos luisteren en mijn bek houden. Geïrriteerd gesommeerd worden ook om mijn kop te houden. Ik laat me niet meer monddood maken. Ik mag denken wat ik denk en voelen wat ik voel. Net als ieder ander.
Neemt niet weg, dat ik nog steeds luisteren hoog in mijn vaandel heb staan. Maar niet op commando. Niet als iemand met nagels over een schoolbord krast.
Heks is moe. Zo moe. Moe, moe, moe van het is nooit goed. Het mijn best doen. Het geven, geven, geven. Het me in duizend bochten wringen. De koek is op. Opperdepop.
Vandaag ben ik een beetje treurig. Ik kan geen ijzer met handen breken. Ik gooi de handdoek in de ring. Iemand heeft een bom onder onze vriendschap geplaatst. Meermalen. En het is me uiteindelijk niet gelukt om em niet te laten ontploffen.
‘Verwarring schept lijden,’ Thich Nhat Hanh heeft het altijd al gezegd. En het is waar. Heks is behoorlijk in de war geraakt van het gebeuren. En ze voelt zich dientengevolge al dagenlang erg rot.
Nu trekt de mist een beetje op. Ik zie het kaalgeslagen landschap, waar de bom is ontploft. De smeulende resten. Verkoolde herinneringen.
Gaat er iets nieuws groeien op deze grond? Wie zal het zeggen.
Ik vast en laat los. Ik ben zoveel mogelijk in de natuur. En de rest van de tijd lig ik uitgeteld op bed. Dat is alweer een tijd aan de gang. Mijn lijf worstelt met haar ziekte. Deze vastenkuur is de ultieme poging de vinger er weer achter te krijgen.
Maar genoeg gezeurd. Er is veel om dankbaar voor te zijn.
Ik doe online een leuke opleiding met een stelletje heerlijke heksen. Helaas kan ik maar mondjesmaat meedoen, wegens energiegebrek. Maar mondjesmaat smaakt ook heerlijk! Ik leer weer zoveel nieuwe dingen. Ik ben zo dankbaar, dat dit kan!
Gewoon vanuit mijn bed lekker toveren. Magie beoefenen op mijn balkonnetje. Sjamanisme bedrijven op de vierkante millimeter….. Seidr in mijn postzegelbestaan. Jeh!
Oh, wat is het lang geleden, dat ik nog eens iets op dit medium geschreven heb. Echt vele, vele, vele maanden. Ik kreeg het niet meer voor elkaar. Ik had er geen zin meer in. Ik was flauw van mijn eigen schrijfsels. Ik kon niet meer tegen het verwoorden van al die woede.
En dit blogje staat ook alweer een half jaar in de grondverf. Heb ik er lak aan? Of lak ik het eindelijk maar eens af?
Dat een aantal mensen me middels dit blog in de gaten houdt stoort me. Ze lezen mijn gedachtenspinsels niet voor hun plezier, maar om dit heksje te controleren bijvoorbeeld. Wat ik doe, denk en uitvreet. Te confronteren ook. Ik ben afgerekend op wat ik voel en vind. Mijn miezemuizige meningen mogen er blijkbaar niet zijn.
Dit soort lieden meent zich ook te herkennen in mijn fictieve types. Ze denken dat alles altijd over hen persoonlijk gaat. Dat geldt waarschijnlijk ook weer voor dit tekstje…….
Zucht.
Zo gaat de lol er wel een beetje af natuurlijk.
Maar: Heb er vette maling aan! Gewoon weer lekker schrijven gaan. Loop naar de maan met je garnalenbanaan. Of je stoffige flamoes onder je brave braakblouse.
Intussen is het heel belangrijk voor me om te leven met de naakte waarheid. De rauwe werkelijkheid. Niet meer overal een mooi verhaal van maken, zoals voorheen. Niet mensen bij voorbaat vergeven en me opnieuw in het gezicht laten spugen. Of me in elkaar laten meppen door een psychopathische gek met een dramatisch gebrek aan spiegelcellen…… Heks laat zich niet langer kwellen.
Het is zoals het is. Soms doet menselijke interactie extreem veel pijn.
Na een paar weken Plumvillage voel ik me gevoed. Gekoesterd. Ik heb het zo fijn gehad in dat heerlijke oord. Ik zat in zo’n geweldige retraite-familie. Het reisje was de genadeloze aanslag op mijn energie helemaal waard. Ik lig met plezier lekker omver. Maandenlang. De regenboogfamilie: Wat een gebakje!
Ja, Heks wordt In mijn geliefde klooster, in de traditie van mijn dierbare leermeester Thich Nhat Hanh, abusievelijk ingedeeld bij de LH LHBTIQA+-familie.
Ik krijg een warm onthaal. Een aantal leden ken ik van voorgaande retraites. Maar ik zie ook vele nieuwe gezichten. Ik ben blij met deze vergissing. Nou ja, vergissing? Als jongedame ben ik ooit heel verliefd geweest op een vrouw. Het was wederzijds. En ik heb in mijn wilde jaren ontelbare vrouwen gekust. Vrouwen zoenen gewoon veel beter dan mannen. Met hun ongelofelijk zachte lippen. Lekkerder.
Mijn moeder heeft lang gedacht, dat ik nog wel eens uit de kast zou komen. De enige reden, dat ze hoopte van niet, was omdat mensen met een andere geaardheid dan heteroseksueel het vaak behoorlijk voor hun kiezen krijgen in het leven. Daar wist ze alles van. Als jonge vrouw ging ze werken in de verpleging. Het toenmalige Diaconessenhuis was een toevluchtsoord voor de naoorlogse LHBTIQAplussers…….
Tijdens de retraite realiseer ik me weer hoe fijn het was, dat zij deze medemensen nooit veroordeelde. In het bedrijf, waarvan zij directeur was, liepen heel wat LHBTIQA+ mensen rond. Als medewerker. Ze werd er wel op aangesproken door de klanten: ‘Weet u wel dat die man die u heeft aangenomen voor de buitendienst een homo is?’ ‘Ja, en? Kan hij daarom geen planten verkopen?’ sneerde ze dan terug.
Bij haar moest je niet aankomen met gewauwel over dat het een gruwel gods is. Toen een aankomend dominee, dat ooit tegen een verbouwereerde Heks beweerde, we kregen er slaande ruzie over, heeft ze zodra ze dit vernam, de man enorm de oren gewassen.
‘Hoe wil jij jongelui later helpen, als ze met dit soort problematiek bij je komen? Met dit soort onzinnige kletspraat? Homoseksualiteit is niet iets, waar je voor kiest. Het is je geaardheid. Je moet je schamen, dat je dit soort onzin uitkraamt. En je moet nog heel veel leren!’
De dominee kreeg later een lesbische dochter. Ze is intussen getrouwd met een vrouw. De Almachtige God straft misschien niet meteen. Maar je kunt er op wachten.
Thay heeft de LHBTIQA+gemeenschap omarmt. Bij hem is iedereen welkom. ‘Ik weet niet of ik een man of een vrouw ben,’ legde iemand ooit zijn/haar dilemma aan hem voor. ‘Ik vraag me dat ook vaak af over mezelf,’ antwoordde Thay, ‘Soms voel ik me een moeder…..’
Deze uitspraken van Thay worden gekoesterd in LHBTIQA+land. Eindelijk eens geen gezemel en afwijzing. Een verademing in een wereld waar de meeste mensen niet verder kijken dan hun supersaaie heteroneus lang is.
Saaiheid, dat is pas een gruwel gods! Een doodzonde! Onze Grote Goddelijke Moeder heeft daar weinig mee op.
Een goede vriend/in van Heks is non binair. Ze heeft haar paspoort laten aanpassen, zodat er niet meer man of vrouw in staat. Het hele gemeentehuis liep uit, toen ze het document kwam ophalen. Benieuwd wie er aan de balie zou staan? De vrouw met de baard?
De eerste vraag, die de facilitaters van onze mooie regenboogfamilie aan ons stellen bij het kennismakingsrondje is: Hoe je wilt worden aangesproken? Als zij, hij, them, they……. Een Française in de groep vertelt hoe de franse taal daar een prachtig woord voor heeft: ‘Yelle’ Een samensmelting van il en elle………
Een maand geleden alweer kom ik online bijeen met mijn Maudgalyayanafamilie. Gedurende anderhalf uur praten we bij, mediteren we en wisselen we uit. Het is een internationale familie. Met leden uit alle windstreken. Vandaag zijn we samen met met een echtpaar in Israël, een dame in Brazilië, een vrouw in de Verenigde Staten….. En een Hollandse Heks. De tijd vliegt voorbij!
Oh, wat heerlijk om elkaar eventjes te zien! We kennen elkaar uit Plumvillage, waar we 4 jaar geleden onder de bezielende leiding van zuster Orchidee de Maudgalyayanafamilie vormden. Onze zuster, mijn geliefde vriendin, is helaas niet meer onder ons. Maar haar familie is sterker dan ooit.
Pal na de bijeenkomst krijg ik een mailtje van Hopla. ‘Kijk Heks, dit zag ik net op Facebook. Thich Nhat Hanh is zojuist overleden.’
Ik ga direct naar het bericht en ontdek dat mijn leermeester op zaterdag 22 januari is gestorven. ‘Huh,’ denkt Heks glazig, ‘Het is toch pas 21 januari? Wat gaan we nu krijgen?’ Dan dringt het tot mijn versufte hersens door, dat het in Vietnam natuurlijk al zaterdagochtend is. Lekker bijdehand Heks.
Dan volgt een week van rouw. Elke dag zijn er allerlei rituelen rondom de dood van onze leraar. Hele nachten blijft Heks op om alles middels een livestream bij te wonen. Hoe vredig Thay ligt opgebaard. Hoe Thay in zijn kist wordt gestopt. Hoe er eindeloos voor hem gezongen wordt overal ter wereld. En gemediteerd. Hoe hij uiteindelijk met een hartverwarmende 5 uur durende ceremonie wordt gecremeerd in het bijzijn van zijn volgelingen.
Heks heeft veel aan Thay te danken. Ik ben ooit naar hem toe gereisd om hem een vraag te stellen. Ik ben als beeldschone veertigjarige verkracht door een stinkende puistige twintigjarige, nadat het rotjong iets in mijn drankje had gegooid.
Heks kreeg door die drugs een ongeluk, waarbij haar kaak uit de kom geraakte. Die kaak is anderhalve dag later door mijn tandarts weer in de kom terug gezet. Ik ervaar van dat ongeluk nog steeds dagelijks de pijnlijke nasleep.
Ik raakte door de Rohypnol uiteindelijk volledig van de wereld en toen vond die jongen het een goed idee om zich aan me te vergrijpen.
Ik kwam bij, terwijl hij overdwars op me gelegen ingespannen bezig was. Er was geen enkel voorspel voorafgegaan aan zijn armzalige geprik. Gezoend hebben we bijvoorbeeld niet, want dat kon niet met die kaak. Ik was ook buiten bewustzijn natuurlijk. Door de drugs. Er was echt geen enkele reden of aanleiding voor de klootzak om zijn droplul in mij te parkeren.
Maar hij was het wel van plan geweest. Hij had het immers gedegen voorbereid. Met een pilletje in mijn drankje.
Mijn toenmalige sociale omgeving stelde de ellendeling in het gelijk. De veertigjarige Heks zou een oud geil wijf zijn, die wel zin had in een veel jonger lelijk puisterig groen blaadje. De politie vervolgde hem niet, omdat ik geen getuige had van de verkrachting. Hij had wel toegegeven tegen hen, dat hij seks met me had gehad overigens. Zonder mijn toestemming.
Jarenlang kon ik niet slapen van deze geschiedenis. De klootzak vergeven was uitgesloten. Temeer omdat hij me stalkte. Het pestventje had totaal geen spijt van zijn minne actie.
Integendeel. Hij vond het ook maar een ranzige geschiedenis, omdat ik tot zijn grote schrik 40 bleek te zijn. Toch wel een erg oude verovering om over op te scheppen tegen zijn vrienden. Dat hij seks had gehad met een soort omaatje? Daar had hij eventje niet op gerekend.
Tijdens een lezing van Thich Nhat Hanh in Den Haag was er gelegenheid om vragen aan hem te stellen. Heks had wel een vraag. Een brandende…. Helaas kwam ik niet aan de beurt.
Ik reed dus helemaal naar de Dordogne om Thay te vragen hoe ik in godsnaam deze malloot kon vergeven. Zodat ik weer zou kunnen slapen. Zodat er weer wat rust zou komen in mijn getormenteerde kop. Na een paar weken in Plumvillage lukte het me om daadwerkelijk die vraag te stellen tijdens een sessie van ‘Question and Answer’.
Gek genoeg is het niet zijn antwoord op mijn vraag geweest, dat mijn leven heeft veranderd. Dat was zijn antwoord op de vraag van iemand anders…..
‘Ik heb een fijn leven, ik heb lieve ouders, een geweldige baan, fijne vrienden….. Maar ik heb geen man en daarom ben ik erg ongelukkig,’ vertelde een jonge meid uit Nieuw Zeeland aan Thay. Ze leed onder het gemis van een partner. Dat maakte haar hele leven waardeloos……
Maar dat is toch nergens voor nodig! ‘When you can generate love and understanding, everybody is your partner,’ antwoordde Thay haar.
En dat antwoord sloeg een half jaar later bij me in als een bom.
Ik was toen al lang weer thuis en zat in mijn aantekeningen te bladeren. Thay’s advies om zoals Samantabhadra een ‘bodhisattva of great action’ te worden, om te voorkomen dat anderen zou overkomen wat mij was gebeurd, was intussen al uitgedraaid op een debacle.
Mijn poging om een mishandeld nichtje te helpen kwam me te staan op allerlei sancties van familieleden. Het nichtje keerde zich tegen me. Op familiefeesten nam ze me flink te grazen. Ze maakte me ten overstaan van mijn geliefde neefjes en nichtjes uit voor oud geil wijf bijvoorbeeld. Die het met jonge jongetjes aanlegde. Dit meisje van 14! Hoe kwam ze er bij? Heeft iemand haar op dit idee gebracht? Iemand, die op de hoogte was van mijn geschiedenis met de verkrachter? Pijnlijk!
De mishandelde partij was boos, kwaad, nijdig op mij! Heks kreeg de wind van voren. Alsof ik degene was, die zich had misdragen……
Toen kwam ik de woorden van Thay tegen over hoe iedereen je partner is. Als je liefde en begrip kunt genereren. Jarenlang oefende ik dit elke dag. Iedereen, ook de grootst mogelijke idioten, leende ik een luisterend oor. Ik was echt in staat om zo ongeveer van iedereen te houden.
Tot ik een narcistische geliefde kreeg. De zoveelste overigens. Die me alle hoeken van de kamer liet zien met zijn hopeloze gedrag. Die me belazerde tot op het bot. Op de koop toe.
Tot ik daarnaast ongeveer tegelijkertijdinzicht kreeg in allerlei discutabele praktijken van mijn clan, ook rijkelijk gevuld met lieden, die lijden aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Vanaf dat moment lukte het niet meer. Van iedereen houden. Alle mensen als mijn partner zien. Om niemand heen kunnen.
Ach Thay. Jou lukte dat wel. Jij kon alle mensen zien in het licht van je hart. En toch was je geen watje. Geen zacht gekookt ei. Met je gitzwarte gisse oogjes keek je dwars door me heen. Keek je dwars door iedereen heen!
Jij zou zelfs naar zo’n gestoorde gek als Poetin kunnen luisteren. Jij zou in je grote warme hart liefde voor de man kunnen genereren……. Mij lukt dat niet. Ik vind Putain een lul. Een engerd. Een griezelige gevaarlijke gek.
‘Practise, practise, practise….,’ zei je altijd, als mensen naar de bekende weg vroegen. Als we een gemakkelijke instant oplossing wilden voor onze triviale problemen. En het is waar. Oefening baart kunst. Ik zal zitten op mijn kussentje en de aarde aanraken.
De nacht dat Thay overlijdt loop ik naar mijn woonkamer om kaarsen en wierook aan te steken. Thay is nog maar net dood. Zijn laatste adem hangt nog in de lucht. En dan valt hij mijn hart binnen. Overweldigend en overtuigend. Ik sta stokstijf stil midden in de woonkamer. Ik raak in een hele diepe trance. Ik hoor de hartsoetra door me heen scanderen…..
‘Vorm is leegte, leegte is vorm…’ zingt het, terwijl ik in het landschap van mijn hart beland. Daar is het vol. Veel vorm. De Zwarte Madonna, de Yggdrasil, de hut van Freyr, een pyramide, de rivier, de bron……. en wat al niet?
Mijn hart pulseert op het ritme van de soetra. De diepste betekenis openbaart zich aan me. Ik voel Thay’s continuationbody in me landen. Hij is zo levend in me aanwezig. Ik raak vervuld van zo’n diepe vreugde.
Vrede voor jou, Thay, lieve leraar. Waar je ook bent. In mijn hart, in mijn voetafdruk, In de thee, die ik drink……In mijn luisterend oor. In alle harten, in alle voetstappen. In alle thee, die we drinken. In onze luisterende oren.
Generate love and understanding. Iedereen is onze partner. Peace is every step. Dat moeten we heel goed in onze oren knopen in dit explosieve tijdgewricht…….
Avalokiteśvara, diepgaand mediterend met het inzicht dat ons naar de andere oever brengt, ontdekte plotseling dat alle vijf skandhas op gelijke wijze leeg zijn. Door dit inzicht overwon hij al het lijden.
Bel 1x
Luister Śāriputra, dit lichaam is leegte, leegte is dit lichaam. Dit lichaam is niet anders dan leegte. Leegte is niet anders dan dit lichaam. Dit geldt ook voor gevoelens, waarnemingen, mentale formaties en bewustzijn.
Bel 1x
Luister Śāriputra, alle verschijnselen worden gekenmerkt door leegte; hun ware natuur is geen geboorte, geen dood, geen zijn, geen niet-zijn; ze zijn rein, noch onrein, en nemen toe noch af.
Daarom zijn lichaam, gevoelens, waarnemingen, mentale formaties en bewustzijn leeg van een afzonderlijk zelf.
Ook de achttien werelden van verschijnselen:
de zes zintuigen, de zes zintuigobjecten en de zes bewustzijnen zijn leeg van een afzonderlijk zelf.
Ook de twaalf schakels van onderling afhankelijk ontstaan en hun einde zijn leeg van een afzonderlijk zelf.
Lijden, de oorzaken van lijden, het einde van lijden, het pad, inzicht en realisatie zijn leeg van een afzonderlijk zelf. Wie dit kan zien hoeft niets meer te bereiken.
Bodhisattva’s die oefenen met het inzicht dat ons naar de andere oever brengt kennen geen belemmeringen in hun geest. Vrij van belemmeringen kennen zij geen angst, vernietigen zij alle verkeerde waarnemingen
en realiseren volmaakt Nirvāna.
Door de beoefening van het inzicht dat ons naar de andere oever brengt, kunnen alle Boeddha’s in het verleden, heden en de toekomst, authentieke en volmaakte verlichting bereiken.
Bel 1x
Weet daarom Śāriputra, dat het inzicht dat ons naar de andere oever brengt een grootse mantra is, de meest verhelderende mantra, de hoogste mantra, de ongeëvenaarde mantra, de ware wijsheid die in staat is aan alle vormen van lijden een einde te maken.
Laten we daarom het inzicht dat ons naar de andere oever brengt eren en deze mantra verkondigen:
‘Aandacht is als zonneschijn’, schrijft Thay in het gelijknamige boek. Ja, alles wat aandacht krijgt groeit. Wat geen aandacht krijgt verpietert waar je bij staat. Zonder er aandacht aan te besteden natuurlijk. Het valt niemand op, dat verpieteren. Verpieterde zielepieten hoeven dus niet op al te veel aandacht te rekenen.
Die aandacht bewaren we voor de idioten en narcisten onder ons. Meesters in het vragen van aandacht. Opeisen beter gezegd. Kampioenen in het zichzelf in het middelpunt plaatsen. Daar hebben ze een hele lange adem in. En een onwaarschijnlijke vindingrijkheid.
Kijk, nou doe ik het weer. Ik wil iets leuks en opbeurends schrijven en ik zaag direct de poten onder mijn verhaal vandaan. Het kost me steeds meer moeite om ergens een leuk verhaal van te maken blijkt maar weer.
Overleven zonder aandacht is geen doen. Toch doet Heks het al jaren. Natuurlijk vragen mensen echt wel hoe het met me gaat zo nu en dan. Niet dat ze het dan ook echt willen weten.
Dus lieg ik wat positieve kletspraat of wat men maar wil horen bij elkaar en roep vervolgens dat het goed gaat. Om de ander niet voor het hoofd te stoten of in verlegenheid te brengen. Door schade en schande wijs geworden.
Want aandacht vragen komt me gegarandeerd op afwijzing te staan met mijn eeuwige mekker-ziekte. Of ongevraagd advies en bemoeizuchtige opmerkingen. En daar heb ik geen zin meer in. Te pijnlijk.
Maar afgelopen weekend staat Heks in het middelpunt van de belangstelling. Op de heksenschool hebben we een lesdag over voorouders. ’s Middags gaan we een opstelling doen. Hierbij worden representanten van de diverse voorouders in de ruimte geplaatst. En dan maar eens zien wat er gebeurt.
Heks ingebrachte casus dient als voorbeeld. Ik zie hoe iemand een vijandige dierbare van me representeert. Het is ongelofelijk hoe zelfs de gelaatsuitdrukking van mijn klasgenote verandert in die van een familielid van Heks. Alsof die persoon daar werkelijk staat.
Ook Heks zelf wordt door iemand gerepresenteerd. Ook die persoon wordt in het speelvlak gezet. Oh, wat spannend. Wat gaat er gebeuren? Wat is de dynamiek hier?
Er gebeurt helemaal niks. In de ruimte staan twee personen met de rug naar elkaar toe…… Ik krijg een knoop in mijn maag. ‘Ik word misselijk,’ zegt de heksenrepresentant. Herkenbaar. Heb ik ook om de haverklap.
Gelukkig is mijn juf uitermate bedreven in systemisch werk. Onze zielen worden erbij gehaald. En krachtdieren. Krachtige voormoeders vormen een brug tussen deze twee godverlaten mensen. Er komt een ietsiepietsie beweging in het geheel. Minimaal. Nauwelijks waarneembaar voor mijn betraande verschrikte ogen.
Alles wat aandacht krijgt groeit. Het is zo. Sinds de sessie van afgelopen zondag is de boel vanbinnen behoorlijk in beweging gekomen. Ik stuiter alle kanten op. Vlieg op mijn trouwe bezemsteel van wolken kolkende woede vol blinde bliksemschichten middels een regenboog regelrecht een stapel vergevingsgezinde eufore sluierwolken in. En weer terug.
Om spiritueel te groeien moet je ergens in het midden uitkomen. Het gulden midden. Daar waar geen woede is en geen euforie. Du moment dat je niet meer chronisch heen en weer wordt geslingerd tussen deze twee uitersten kun je omhoog gaan groeien. Richting het goddelijke. Een oud spiritueel groeimodel in de vorm van een driehoek. Lang geleden geleerd van een nuchtere Friese genezeres.
Na de sessie komt er een klasgenoot naar me toe. ‘Ik begrijp nu waarom jij al die kwalen en aandoeningen hebt,’ kopt ze een inzicht in mijn klep. ‘Laat de mensen, die een opstelling hebben gehad met rust,’ zei de juf nog. Het is toch zo moeilijk om niet te reageren op de ander, om er alleen maar te zijn voor de ander.
‘Die kwalen komen allemaal uit de andere tak van mijn familie,’ pareer ik het inzicht. Het is nog waar ook. Ik heb bijvoorbeeld geen suikerziekte, zoals een groot deel van de tak van de familie, waar de opstelling over gaat. Ook ben ik mijn verstand niet kwijt. Nog niet.
Als ik ’s avonds thuis in mijn stoel zijg dansen de inzichten voor mijn ogen. Mijn eigen inzichten. Vallende kwartjes. Alsof ik de hoofdprijs heb gewonnen met een fruitmachine….. Ik realiseer me opeens weer waar het om gaat in het leven. Ik zie de grote verbanden weer. Ik voel hoe het contact met mijn ziel zich herstelt……
Dat was verreweg het belangrijkste van het hele gebeuren vandaag. Het contact met de ziel. De ziel, die wil ervaren. Ook dit. Een disfunctionele familie, wantrouwen, onrecht, geweld en grensoverschrijdend gedrag.
Ik zie de draadjes, waaruit ik geweven ben. Draadjes genetisch materiaal. Draadjes incarnatie materiaal. Hoe de ziel zich verhoudt hiertoe. Mijn zielengroep. Verschillende spirituele tradities vloeien in elkaar met ieder hun eigen inzichten. Vingers die naar de maan wijzen. ‘Gooi elk inzicht ook weer overboord,’ zegt Thich Nhat Hanh altijd. Het zijn maar wijzende vingers. En niet de maan.
Vandaag denk ik even helemaal nergens aan. Ik ga naar de markt en flirt gezellig met een oude Griek, die probeert zijn excellente olijfolie aan de man te brengen. Dat lukt hem. Dan koop ik een kilo zalmbuikjes voor mijn beestjes. Vinden ze lekker.
Naast me staat een hele leuke dame. ‘Die haal je zeker door een deegje…’ likkebaardt ze als ik in een impuls een pond calamaris bestel. ‘Ja, bloem, ei, cayennepeper……’ glim ik opgewekt. ‘Ja, zo simpel. Het heeft alleen aandacht nodig om lekker te worden. Dat geldt toch eigenlijk voor al ons eten?’ lacht de vrouw verrukt.
Heks verklapt het recept van haar listige sausje bij dit gerecht. Ook al zo eenvoudig. Een paar cashewnoten en citroenen, die heel lekker worden als ze samen met wat olijfolie in het middelpunt van de belangstelling worden vermorzeld……
Ik neem me wel iets voor. Ik ga me nooit meer verdedigen en verantwoorden. Dat is nogal een dingetje tegenwoordig. Omdat ik niet meer bij voorbaat in de excuus-modus lig te dweilen, als ik niet aan iemands verwachtingen voldoe, krijg ik nogal eens een verwijt naar mijn kop achteraf. Ik word zelfs op het matje geroepen. Ja, je leest het goed.
Als een klein kind!
Heks is natuurlijk zelf debet aan dit soort toestanden. Jarenlang heb ik gezegd en gedaan wat anderen van me wilden. Ik heb eindeloos aandacht gegeven aan mensen, die gaan gapen zodra het even niet over henzelf gaat. Of mensen, die mij met het grootste gemak uitzetten als het niet uitkomt. Alsof er een aan en uit knop op me zit. Ik heb geduldig gewacht tot ze de knop weer aan zetten. Zonder morren.
Maar die knop doet het geloof ik niet meer. Hij is lam of murw.
Nu moet ik nog leren mezelf niet te haten, omdat ik bepaalde dingen niet meer kan of wil. Want daar ben ik ook achter gekomen. De diepe hekel aan de pleaser in mezelf is bijna net zo sterk als de teleurgestelde afkeer van mijn nieuwe assertieve van dik hout zaagt men planken zelf. Uiteindelijk val ik wel weer met mezelf samen. Op een goede dag.
Uit pure verveling is Heks weer actief op een datingsite. Ik moet mezelf er ongeveer toe dwingen, want ik krijg geheid weer de grootst mogelijke idioterie naar mijn kop. De gemiddelde man op datingsites is getrouwd of fout. Leuke mannen kom je er zelden tegen.
Donderdag is Blonde Buur hier om me te helpen met de administratie van mijn miezerig bestaantje. Ik laat hem wat foto’s zien van de diverse aanbidders. ‘Kijk, dit lijkt me wel een aardige vent, hij heeft ook een hond. Zondag gaan we samen op stap.’
‘Dat is meer wat voor jou, Heks,’ grinnikt Buur als hij een wonderlijk kaboutertachtig kereltje ontwaart met zijn bont beschilderde Volkswagenbusje vol knuffels in alle soorten en maten. De man zelf staat opgewekt gitaar te spelen temidden van zijn verzameling pluche vrienden. Grappig mannetje, niet bepaald moeders mooiste.
‘Haha, hij wilde me al per direct op komen halen voor een afspraakje. Ik kon eerlijk gezegd geen touw vastknopen aan de rest van zijn bericht. Ik denk niet dat het wat gaat worden….’
Een dag later gooi ik de kabouter met een reuzenzwaai van mijn account. In zijn tweede bericht schreef hij over zijn geringe lengte. Hetgeen niet gold voor zijn soepstengel. Die heeft echt een geweldige afmeting. Ik geloof het zo, bij zijn lengte oogt zelfs een waxinelichtje als een broodboom.
BROODBOOM!
Een andere kerel stuurt me een bloemetje. Geen tekst, alleen dat lullige muurbloempje. Misschien verwacht hij er van mij een bij bij? Als ik niet per direct een reactie stuur aan de kwibus blokkeert hij me verontwaardigd. Geen man overboord. Het leek me toch al niks, die bloemenman. Wil vast de bloemetjes buiten zetten.
Een uitzondering is de man met de hond. Als ik een maand niks laat horen is hij niet kwaad. Of vertrokken. ‘Zo, ben je daar weer?’
We spreken dus af. Hij is ruim een kwartier te laat. We gaan een geweldig end lopen. Heks gooit een balletje voor haar perfect luisterende hond. Het monster van mijn date luistert voor geen meter. Om de haverklap zijn we hem bijna kwijt. Hij is ook pas een jaar oud natuurlijk. En niet elke hond is gehoorzaam geboren, zoals Vik.
Ruim vijf uur breng ik met de man door. En zal ik je eens iets aparts vertellen? Hij weet na al die uren werkelijk niets van Heks. Hij heeft me gedurende al die uren maar 1 ding echt gevraagd: Of ik kinderen heb, wil hebben of heb gewild. Hij heeft zelf namelijk nog een puber rondlopen.
Ook merk ik bij nauwkeurige observatie, dat hij het vervelend vindt als ik zijn monoloog onderbreek. Gedrag, waar ik een paar jaar geleden mee begonnen ben, omdat ik het zat was om louter naar eindeloos orerende kerels te zitten luisteren. Gevangen in hun never ending story. Als een konijn in een koplamp.
Die gedragsverandering kwam me regelmatig te staan op geïrriteerde uitroepen gepaard gaande met ongeduldig handgezwaai ‘Laat me even uitpraten, Heks,’ van een gesprekspartner, die dan al minstens drie uur voornamelijk aan het woord was.
Ook hoor ik allemaal verhalen over andere dates. ‘Die vrouw kwam te laat, nou, dan ben ik er gelijk al weer helemaal klaar mee,’ mijn date is alweer vergeten, dat hij me zojuist twintig minuten heeft laten wachten.
‘Er was een vrouw, die in een scootmobiel zat, maar ze had het vergeten te zeggen. Nou, daar kan ik niet tegen. Bovendien, wat moet ik met iemand in een scootmobiel? Ik wil dit en dat, zus en zo, sportief….’ Ik vertel hem maar niet, dat er net een aanvraag voor dit vervoermiddel de deur uit is in Huize Heks.
‘Er was ook een vrouw, die haar gebit had gefotoshopt. Kom ik daar, heeft ze echt een geweldig paardengebit, hihihihihiiiii’ lachend lubbert hij met zijn lippen, ‘Nou, ik kwaad natuurlijk. Lijk jij op deze foto? vroeg ik haar, terwijl ik met dat gefotoshopte exemplaar voor haar neus zwaaide……’
Ik kijk hem verbijsterd aan. Hij merkt het niet. Het eerste wat me op viel, toen hij me vrolijk toelachte ter kennismaking was de ruïne in zijn mond. Ontbrekende kiezen, de resterende elementen schots en scheef, aangekoekte tandvleesranden, een kerkhof met zerken van bruingele stompige tanden en dit alles al zeker een jaar of twee niet gepoetst.
Dan zijn er nog de politieke tegenstellingen. ‘Als je rechts weghaalt wordt de rechterkant van links rechts,’ zegt Thay. Jazeker. Maar populisten zijn ongeleide projectielen in de politieke arena. Heks vindt die zonder uitzondering narcistische typjes levensgevaarlijk.
‘Pim Fortuin vond ik een geweldige man. En die Baudet zegt hele zinnige dingen….. Hij heeft echt gelijk met die vluchtelingenproblematiek en vreemdelingenbeleid….’ Een onverkwikkelijk verhaal volgt over het misbuik door allerlei louche lieden van ons immigratiebeleid.
‘Ach, wij gooiden vroeger alle misdadigers op een grote hoop en gaven hen een enkele reis Australië. Of Amerika.’ Ik krijg geen sjoege. Ik zeg dus maar niet meer, dat Nederlanders als een plaag onuitgenodigd de wereld over zijn gegaan. We hebben hele volksstammen mensen uit allerlei vreedzame culturen tegen heug en meug gekerstend, met geweld, we hebben hun rijkdommen gestolen, we hebben……….
De man werkt voor de belastingdienst. Ook dat nog! Tot slot krijg ik het verhaal van zijn mislukte huwelijk mee. Ja, wat zal ik er van zeggen? Zijn vrouw was aan de drank en Heks heeft zin in een borrel bij thuiskomst.
Heks, hoe houd je het in godsnaam zo lang uit met die man? Ik heb toch met gemak uren stuk geslagen met hem. Ja, goeie vraag: Het was best een aardige vent. Bepaald geen ongezellige kerel. Met weinig zelfreflectie. Dat komt redelijk vaak voor. Prima voor een dame met olifantenhuid. Alleen niks voor Heks.
Donderdagavond gaan we met de Sangha massaal aan de metta meditatie. Het is alweer eventjes geleden, dat ik me daar bewust mee bezig heb gehouden. Zo heb ik jarenlang liefde gestuurd naar mijn psychopathische buurman, om er vervolgens achter te komen dat hij als tegenprestatie mijn hond geestelijk mishandelde. Niet erg inspirerend.
Ook heb ik eindeloos liefde gestuurd naar figuren in mijn clan, die dat zonder meer als zwaktebod interpreteerden: Zo kun je iemand wel heel gemakkelijk in de overgave drukken. Het heeft de verhoudingen dan ook geen goed gedaan.
Ook mijn pogingen om liefde te sturen naar een seksueel roofdier, dat zijn tanden helaas ook wel eens in mij heeft gezet, heeft de man louter de energie gegeven om nog meer slachtoffers te maken naar het schijnt.
Metta is dus niet zaligmakend.
Maar als ik in mijn vorige blog een pleidooi houdt voor castratie van eenieder, die zijn toverstafje grensoverschrijdend en ongevraagd en eventueel met geweld ergens in steekt , schrik ik toch wel een beetje van mezelf. Wat is er met dat zachte liefdevolle heksje gebeurd, die op veertienjarige leeftijd verwoed discussieerde over de doodstraf met de grootouders van mijn zwager?
Ik was natuurlijk tegen. Niet zozeer omdat er fouten worden gemaakt en mensen onschuldig op de elektrische stoel belanden. Heks was sowieso tegen het doden van mensen als straf. Straffeloos straffen was niets voor mij. Ik had allerlei wilde theorieën over vreedzame alternatieve oplossingen. En nu moet er dan maar worden gecastreerd?
Thich Nhat Hanh kreeg ooit een Vietnamese vrouw naar zich toe, een bootvluchtelinge, die zich wanhopig afvroeg wat te doen met haar haat en woede jegens piraten, die haar hadden beroofd en verkracht nadat ze voorafgaand haar familieleden ook nog eens hadden vermoord. Waaronder haar kinderen……
Thay liep uren rond, waarbij hij zich probeerde te verplaatsen in het leven van de piraten. Arme vissers zonder enig perspectief. Geen rooie rotcent en veel monden om te voeden. Dan komen er plotseling bootvluchtelingen voorbijvaren. Behangen met al hun kostbaarheden. 1 keertje over de schreef gaan bij die wildvreemde rare mensen en je bent binnen!
‘Als ik in hun positie was geweest had ik het ook gedaan,’ was Thays conclusie.
Heks betwijfelt dat, ik kan me niets voorstellen bij een agressieve en gemene Thay. Maar hij heeft wel gelijk. Zoals mijn vorige hond uitermate bijterig is geworden door het getreiter van mijn voormalige psychopathische boze buurman, zo kunnen de meest lieve en zachte karakters door uiterlijke factoren worden verwoest.
Kijk maar naar Heks. Ik was een kind van liefde. Elke avond lag ik urenlang te bidden voor Jan en Alleman. Zielige kindjes in verre landen. Zieke en nooddruftige mensen.
Mijn grote vermogen om lief te hebben heeft me gered. Het heeft me gedurende mijn moeizame jeugdjaren overeind gehouden. Ik hield van mijn agressors. Ik droeg hen op handen. Heel lang hield ik dit vol. Tegen de klippen op. Mijn eigenwaarde had hier ernstig onder te lijden.
Nu ben ik al jaren kwaad. Intens nijdig op al die gemene en inhalige medemensen. De armzalige karakters. Hun armoedige manier om van mij te houden. Hun respectloze manier. Hun pijnlijke manier. Ik ben boos geworden en streng. Afkappen die hap. Weg met al die gekken. Ga van mijn nek, tiet en huid. Laat me met rust.
Maar zaligmakend is deze levenshouding niet.
‘Je kunt geen stappen overslaan,’ vertel ik den Belg in Plum. We zitten voor mijn tent te klessebessen, deze kleine man met gouden handen en Heks. ‘Ik ben jarenlang woest geweest over tal van zaken, maar het was wel nodig. Over je heen laten lopen is voor niemand goed….’
Je kunt pas goed zijn voor anderen als je het ook bent voor jezelf. De basis van Metta meditatie!
‘Ik ben intensief bezig om te ontdekken wat ik nu eigenlijk wil in het leven. En in de liefde. In relaties vooral. Dat loopt nogal eens mis,’ vertelt hij me op zijn beurt. Om nieuwsgierig te vervolgen, ‘Altijd eigenlijk. Tot nu toe. Heb jij een relatie?’
Heks is getrouwd met zichzelf. Al bijna negen jaar. Maar ik heb wel een flinke relatiecrisis achter de rug de laatste jaren…..
‘Iemand zei tegen mij, dat ik eerst een goede relatie met mezelf moet hebben, daarna met de hele wereld en dan pas met een leuke vrouw,’ pareert mijn gesprekspartner. Grappig. Ik ben met mezelf getrouwd en oefen al jarenlang dat iedereen mijn partner is. In beiden relaties heb ik een fiks dieptepunt doorgemaakt, maar ik begin er aardig doorheen te geraken.
Metta meditatie. Liefdevolle vriendelijkheid. De tijd is er rijp voor.
Gewapend met de tekst zit ik ’s avonds op mijn kussentje. Eerst ga ik mezelf alle goeds toewensen. Ik ga mezelf in mijn hart dragen. En op handen.
Daarna kan de wereld er weer bij. Dan is het hopelijk afgelopen met mijn knorrige oordelende rechtspraak en voorkeur voor extreem strenge aanpak van allerhande hopeloze zondaars.
Zaterdagavond zit ik op mijn kussentje te oefenen. Dan gebeurt het wonder weer. Ik ben totaal in de heilige ruimte van mijn hart. Mijn familieleden uit Plum zitten naast me op hun kussentje. Overal zie ik bekende gezichten uit mijn meditatieverleden. We zitten in stilte te ademen. Volledig verbonden. Een veld van liefde.
We houden van onszelf en van elkaar. Het helpt ons om van iedereen en alles te houden. Het helpt mij om weer van alles en iedereen te houden!
Ik stuur zachtheid en liefde naar mijn kwelgeesten. Naar de eikels, idioten en hopeloze figuren. Ik stel me voor hoe het moet zijn om als narcist geboren te worden bijvoorbeeld. Of psychopaat. Voorwaar geen pretje.
Zo wordt mijn hart weer een instrument van liefde. Zo kan het weer de hele wereld bevatten. Zo is mijn hart weer de poort naar het hele universum. Zo is mijn hart weer ‘the place to be’.
Aan het eind van de meditatie buigen we naar elkaar. Ik kijk de kring rond, die gewijde cirkel van aandacht. Ik zie mijn spirituele familieleden bijna tastbaar voor me zitten in dat heilige hart van mijn hart, die gezegende ruimte daarbinnen in mijn borstkas. Die goddelijke plek, die magische poort naar de kosmos.
Metta lost misschien niks op. Medemensen worden er niet per definitie beter door te pruimen. Maar voor je eigen hartje is het Haarlemmerolie! En een geheeld gouden hart is balsem voor de ziel..
Ruim anderhalf jaar geleden krijgt mijn hoogbejaarde leraar Thich Nhat Hanh een herseninfarct. Een aantal maanden ervoor bezoek ik zijn seminar met als werktitel: ‘What happens when we die?’ ‘Hij bereidt zijn sangha voor op zijn verscheiden,’ denkt Heks als ze dat van tevoren ergens leest. Ik ben vast niet de enige die dat toen dacht!
Thay overleeft echter zijn infarct en langzamerhand stabiliseert zijn toestand. Praten kan hij helaas niet meer. Deze verbaal zeer begaafde man is met stomheid geslagen. Lesgeven is er dus niet meer bij. Als ik eind mei afreis naar de Dordogne heb ik geen idee wat me te wachten staat. Voorheen draaide zo’n retraite volledig om de virtuoze dharmatalks van Thich Nhat Hanh.
Mijn vriendin de non vertelt me dat hij vroeger wel twee talks per dag gaf. Eentje in het Engels en eentje in het Vietnamees. Die laatste werd je ook geacht te volgen: Er waren gelukkig altijd wel vertalers aanwezig!
‘Misschien komt er wel niemand deze keer,’ mijn vrees blijkt ongegrond. Uit alle windstreken zijn toch weer busladingen leerlingen ingevlogen. De Hamlets zijn afgeladen vol. Niet zo overvol als de vorige keer, maar toch vol.
En ja, het is anders om geen les te hebben van Thay. Het is namelijk zo fantastisch om hem als leraar te hebben. Ik realiseer me hoe bevoorrecht ik ben geweest al die jaren. Ik heb de talks van die verrukkelijke man in levende lijve meegemaakt!
Deze keer moeten we het zonder Thay stellen. Hoewel? Tijdens de eerste talk komt hij plotseling binnen. Zijn verzorgers duwen hem voort in een rolstoel. Het wordt doodstil in de afgeladen meditatiehal. Iedereen is diep ontroerd. Dan zingen we hem toe. Heks voelt tranen langs haar wangen stromen. Wat hou ik toch veel van deze man. Zelfs al zegt onze leraar geen woord, hij is nog steeds zeer aanwezig.
Zo zien we onze geliefde zenmeester toch ook deze keer af en toe: Tijdens de les komt hij regelmatig eventjes binnen. Hij scant de ruimte met zijn ZEN-blik. Een paar keer zit hij maar een halve meter van me af, omdat ik graag helemaal aan de zijkant zit met al mijn kleurpotloden, verf en plakspullen. Zoals altijd kijkt hij dwars door me heen!
Halverwege de derde week hebben we les in New Hamlet. Het weer is een beetje wisselend, om de haverklap valt er een bui op je kop. Na de les is het echter droog. Het zonnetje breekt door. We gaan lekker tegen de berg op wandelen: Walking mediation, iets dat Thay toch zo graag deed. Helaas valt er weinig meer te lopen voor hem…..
Eerst zingen we allemaal liedjes rondom de Belltower. Een dagelijks terugkerend ritueel. De woorden en melodieën zijn vaak uiterst eenvoudig. Kinderlijk bijna. Vroeger zijn er regelmatig mensen geweest, die dat maar niks vonden. Niet serieus genoeg. Ze gingen zich beklagen bij Thay en pleitten voor verandering. Onze leraar echter liet zich niet verbakken, de liedjes bleven.
Nu weten we niet beter. Volwassen mensen maken speels de bijbehorende gebaren in de lucht, terwijl ze vol overgave de eenvoudige woorden zingen. ‘Happiness is here and now’. Eerst in het Engels, dan nemen de Fransen het over. ‘Le bonheur est maintenant…’ Binnen de kortste keren horen we ditzelfde lied in het Fins, Zweeds, Spaans, Portugees, Chinees, Vietnamees, Tagalog en ga zo maar door.
Tot onze vreugde duikt Thay op in zijn rolstoel. Zijn leerlingen beginnen hem tegen de berg op te duwen. Wij volgen als makke schapen. Tussen de pruimenbomen door slingert een lint van blije mensen omhoog. Hoger en hoger gaat het, de monniken hebben er aardig de sokken in gezet.
Bovenaan de heuvel houden ze stil. Wij schapen drommen om hen heen. Onze leraar wordt omgeven door verrukte leerlingen. Sommigen van hen hebben hem nog nooit in levende lijve gezien. Ze gaan vlak voor zijn neus staan en maken een foto. Of ze gaan naast hem poseren en iemand anders maakt een kiekje. Thay kan geen kant op natuurlijk. Hij moet het gelaten over zich heen laten komen….
Dan draaien de verzorgers zijn stoel om. Iemand bedient de bel en het wordt stil. Gezamenlijk mediteren we als vanouds. Ik drink het landschap in. Ik wil niet per se met Thay op de foto, maar dit is wat ik wil. Samen met mijn leraar hier zitten. De lucht inademen, die hij inademt. Het landschap indrinken, dat hij indrinkt. Interzijn met deze grote geest.
Na de meditatie pakken de mensen hun lunchpakket. Het is tijd om te eten, iets waar ze in het klooster nooit de hand mee lichten. Mijn lunch ligt in mijn auto.
Zodoende daal ik achter Thay de berg af. Ik draal nog even onder de moerbeibomen. Op mijn gemak pluk ik er een heleboel. Verzaligd prop ik de zoete vruchten in mijn mond. Overvloed.
Als we die middag dharma-delen komt natuurlijk deze bijzondere wandelmeditatie ter sprake. Wat was het fijn dat Thich Nhat Hanh erbij was!
‘Ik vond het verschrikkelijk dat mensen zomaar foto’s van hem gingen maken. Hoe kun je dat nu doen? Die man kan geen kant op!’ Iemand heeft zich groen en geel geërgerd, ‘Het maakt me zo verdrietig, hebben mensen dan geen fatsoen?’ Heks snapt dit heel goed. Op mij kwam het ook niet prettig over, dat gefotografeer. Maar ik erger me er niet aan. Ik doe gewoon net of ik het niet zie….
De Vietnamese non, die onze familie faciliteert neemt het woord. Ze is een goedlachse schat van een vrouw. ‘Ik zal jullie een beetje invullen over Thay. Hij is niet de zielige man, die sommigen van hem maken. Ik zie hem regelmatig en behalve dat hij niet kan praten is er nog net zoveel contact.’
Ze vertelt hoe ze nog steeds bij hem permissie vraagt om elders een retraite te gaan leiden. Hoe hij nog steeds zeer aanwezig is. Hoe hij geniet van het leven, van een stukje wandelen, de natuur…..
‘Vroeger had hij een gigantische hekel aan fotograferen. Als je met hem op de foto wilde gaf hij je de ZEN-look!’ Ze trekt een streng gezicht. We liggen dubbel. Thich Nhat Hanh heeft het vermogen dwars door je heen te kijken. Een onthutsende ervaring! Heks heeft ook wel eens de ZEN-look gekregen, toen ze hem van korte afstand probeerde te fotograferen. Van schrik liet ik bijna mijn camera vallen…..
‘Later heeft hij zijn mening herzien. Hij begrijpt dat het voor mensen belangrijk is om een foto van hem te hebben. Sommigen hebben er jaren op gewacht om hun leraar een keertje te mogen zien. Ook met ons is hij uitgebreid op de foto gegaan. Elke monnik of non apart. Eerst een officiële foto,’ ze trekt een heel serieus gezicht en gaat kaarsrecht zitten, ‘en daarna een hele vrolijke of gekke….’
Ach, mijn geliefde leraar. Gevangen in zijn lijf.
Een Vietnamese monnik, een bootvluchteling die in Nederland terecht kwam en dientengevolge vloeiend Nederlands spreekt, geeft op een goeie dag een talk. Hij vertelt over een heldere droom, die hij kreeg na het herseninfarct van zijn leraar. Toen deze in coma lag in het ziekenhuis van Bordeaux.
In de droom ziet hij Thay, heel duidelijk. Deze leest hem iets voor, maar gaat zo snel, dat de monnik het niet kan volgen. ‘Rustig aan, Thay,’ roept hij uit, maar Thich Nhat Hanh is niet te stoppen. Slechts vier regels heeft hij onthouden van hetgeen hem werd gezegd:
Still intact, Still complete, full.
There are ways, there are paths, we need to face by ourselves.
Sinds ik terug ben van mijn retraite is het zaak om niet direct in mijn oude patronen te vervallen. ‘Gewoonte energie’ noemen ze dat in Bhoeddhistische kringen. We hebben er allemaal last van: Je wilt wel anders, beter leven, maar je zit vast in je groef. Van je groef in je graf als je niet uitkijkt. Bewust zijn, jezelf her inneren: Het is een hele klus.
Toch zit em hier wel de kneep.
Ik ga het klooster in met een brandende vraag. Hoe kun je het nog hebben over de fundamentele goedheid van de mens als je met narcisten en psychopaten te maken hebt? Dit kwaadaardige volkje dat alleen om zichzelf geeft en verder louter neemt. Deze liegende en bedriegende medemensen. De wolven in schaapskleren. Die machtswellustige en seksueel gefrustreerde egoïsten……
Waar blijf je met al je goede bedoelingen oog in oog met deze onmenselijke persoonlijkheidsstoornis?
Ik krijg er geen antwoord op. De meeste mensen hebben geen idee wat narcisten nu eigenlijk voor’n wezenloze wezens zijn. Net als ik een tijdje geleden. De neiging bestaat om compassie te hebben met deze meedogenloze agressors. Ik ken die neiging.
Dan hoor ik tijdens een Dharmatalk door een sprankelende non opeens het verlossende woord. Haar verhaal gaat niet over narcisten, noch over psychopaten. Hier in Plumvillage zijn alle mensen gewoon medemensen.
‘Soms zie je iemand lijden, maar ze willen het niet toegeven. Of je ziet iemand, die heel boos is, maar ze beweren van niet. Sterker nog: Ze zeggen rustig dat jij boos bent en dat jij lijdt. Maar ook voor hen geldt: Zolang je niet toegeeft dat je lijdt verandert er niets. Je zit er in vast. Je kunt overigens zowel in lijden als geluk blijven steken….’
‘Wees geen slachtoffer,’ zegt Thay altijd. Hij is er zelf het levende voorbeeld van. Zelfs in zijn huidige positie, na het herseninfarct. ‘Wie weet hoe hij moet lijden kan er zijn voordeel mee doen. No mud, no lotus.’
In de loop van de retraite verdwijnt de noodzaak om een antwoord te krijgen op mijn vraag. Ik ben stomweg helemaal niet meer bezig met het thema narcisme. Evenmin denk ik aan de narcisten in mijn leven. Het is me om het even. Leven en laten leven. Ze zoeken het maar uit. Zolang zijzelf hun lijden niet erkennen is er weinig aan te doen. En als er iemand al iets aan moet doen dan zijn ze het toch echt zelf……
Wel dringt het tot me door dat ik beter voor mezelf moet zorgen. Ik neem iedereen in bescherming behalve mezelf. Ik spring voor Jan en Alleman in de bres, maar mezelf laat ik creperen. Ik stel niet of nauwelijks grenzen en die worden dan nog met voeten getreden en zwaar overschreden. En dat vergeef ik dan weer grif.
Ook moet ik ophouden met alleen maar te luisteren naar anderen. Ik mag zelf ook delen wat er in me omgaat. Zeker bij vrienden! Na mijn relatiebreuk is het me met enige regelmaat gebeurd dat mensen waar ik altijd eindeloos naar zit te luisteren me na een paar weken de mond snoerden. Of ik kon ophouden met die verhalen, ze wisten het nu wel!
Thuisgekomen zit ik elke dag op mijn kussentje te mediteren. In de stilte luister ik naar mezelf. Ik ben mijn eigen soulmate. Daarnaast zie ik maar weinig mensen en dat voelt prima. Ik ben op zoek naar nieuwe patronen en daar horen nieuwe gewoontes en nieuw gedrag bij. Maar o jee, ik schiet als ik niet uitkijk zo weer in mijn oude groef.
Het leven test me door iemand op mijn pad te sturen, die een zwaar beroep op me doet. Soms kun je er gewoon met je petje niet bij hoe onrechtvaardig mensen door hun dierbaren behandeld worden. Als dan ook de omgeving een duit in het zakje doet en de maatschappij er nog een schepje bovenop doet en het rechtssysteem faalt……
Heks voelt natuurlijk compassie opwellen in haar hart en voor ik het weet spring ik in de bres. Ik luister, schrijf brieven, help uit de brand, bid en brand kaarsjes. Niks mis mee.
Toch moet ik ook in deze situatie heel goed mijn grenzen bewaken, want als ik niet uitkijk vreet het me op. Ik realiseer me dat ik in een mij zeer bekend patroon ben beland:
Een wildvreemde of vage bekende zit zwaar in de shit en staat bij me op de stoep. Ik bied de helpende hand en een luisterend oor. Een scheve ‘vriendschap’ ontstaat, waarbij ik luister en geef. Dit gaat geruime tijd goed. Dan verandert er iets: De andere partij haalt me onderuit, gaat op mijn nek zitten of probeert me de les lezen. Ellendig einde verhaal.
Vorige week in de kerk zette iemand nog op die manier haar nagels in me! Ook die dame heeft regelmatig haar hart bij me gelucht toen ze in de problemen zat bedacht ik me later. Ik ben daar uiterst discreet mee omgegaan natuurlijk, maar toch vindt ze het nodig me op mijn nummer te zetten! MEUH!
Kort samengevat: Eerst zet iemand je op een voetstuk, omdat ie je nodig heeft. Dan beland je in een zogenaamde vriendschap die mank gaat. En tot slot stampt zo’n medemens je dan de grond in, omdat je tegenvalt in het gebruik. Een simpele formule op zich. Dat wel.
Tijdens de retraite lukt het me prima om mijn grenzen te bewaken. Tevens luisteren mijn sangha-familieleden ook naar hetgeen ik te vertellen hebt en wat mij bezig houdt of pijn doet tijdens de dharmadiscussies. In deze veilige omgeving oefen ik verwoed op het mezelf handhaven tussen mijn medemensen. En het lukt!
Thuisgekomen is dat een ander verhaal. In mijn gewone dagdagelijkse omgeving wankelt mijn besluit om mijn ruimte in te nemen. Het is ontzettend moeilijk om zaken anders aan te pakken. Grenzen trekken is niet echt mijn ding. Ook kost het me moeite om niet aardig te zijn. Ik ben een hopeloze pleaser… Ik geef al iets weg voordat ik er over heb nagedacht. En elke keer doe ik het weer.
Daarom zit ik nu stil op mijn kussen te ademen voordat ik iets doe of toezeg. Ik trek wel een grens, doe soms de deur niet open. Ik leg niet uit waarom en hoe, maar bescherm mezelf tegen mensen die me leegtrekken. Er is namelijk een groot verschil tussen energie geven en leeggetrokken worden. In het eerste geval komt het uit de ‘Oneindige Bron’. Dat gebeurt als ik mensen instraal bijvoorbeeld. Dat is heerlijk, ook voor mezelf.
Helaas pluggen er regelmatig mensen stiekem in. Ze verorberen mijn persoonlijke energie, zoals een vampier het bloed van zijn gastheer… En ik heb al zo weinig energie: Ik wil het nu wel eens voor mezelf gebruiken. Al was het alleen maar om mijn huis op te ruimen! Maar ook tekenen en schilderen, lezen en muziek maken schieten er al jaren bij in.
‘You have to take care of yourself before you can take care of others,’ zegt televisiegoeroe Phil op de achtergrond van mijn geschrijf tegen de dochters van een ontaarde alcoholiste. Zij houden van hun moeder, maar diens hersenen zijn zo vergiftigd door drank en pillen, dat ze die liefde op een bizarre manier retourneert. Ik zie ongelofelijke voorbeelden voorbij komen. Tenenkrommend. Wat een keihard wijf!
Phil vervolgt ‘Als jouw moeder ontkent dat jij bent misbruikt door haar partner en de relatie met die man gewoon nog 12 jaar doorzet: Stop er geen energie meer in. Jij moet nu echt voor jezelf gaan zorgen. Je bent ernstig getraumatiseerd en jouw moeder ontkent dat. Erken het in elk geval zelf en zorg voor dat geschonden kind in je, zodat je kunt helen. Eerder kun je niets voor wie dan ook betekenen!’
Wat zegt Thich Nhat Hanh ook alweer? ‘We rennen vaak zonder erbij na te denken achter de brandstichters aan, als ons huis in de fik vliegt.’ Je hebt er niets aan. Het is ook gewoonte-energie. En ook ‘Als je niet thuis bent bij jezelf kan iedereen met het grootste gemak inbreken en de boel leeghalen‘.
Ik ben bezig om voor mijn eigen woning te zorgen, mijn ruimte te beschermen. Ik hoop daar een goede gewoonte van te maken…..
De laatste tijd heb ik vooral behoefte aan stilte. Niet dat ik dan zelf zo stil ben. Regelmatig heb ik last van mijn tijdelijke Gilles de la Tourette. Ik scheld en scheld. Machteloze woede. De stilte heb ik nodig om die nijd te kunnen omarmen. Omvatten. Mijn kop er omheen te kunnen vouwen. Te laten uitrazen…..
Maar met enige regelmaat is het ook echt stil van binnen. Het inwendige geschreeuw houdt op. Soms pruttel ik nog een paar uur zachtjes na. Om uiteindelijk in een staat van genade te belanden. Waar helemaal niets is. Geen boosheid, maar ook geen vreugde. Alleen het gevoel er te zijn. En dat dat goed is, ondanks wat dan ook.
Gisterenavond zie ik een dame op televisie. Mirjam van der Vegt. Ze geeft ons een nachtzoen, althans, dat is het format van het programma. Deze zachte vrouw vertelt ons over stilte. Wat het voor haar betekent: De drie treden naar stilte vanuit de Benedictijnse kloostertraditie. Ze werkt ook met mensen aan stil worden:
Gisteren tijdens de koorrepetitie moeten we steeds wachten tot de andere stemmen hun partij hebben ingestudeerd. Snel zoek ik Plumvillage op op mijn Iphone. Er is weer een 21 dagen retraite in juni! Oh, wat wil ik er graag heen. Natuurlijk zal Thay ons niet meer toespreken. Dat gaan de Dharma teachers doen.
Ik ging in feite altijd alleen maar voor mijn leraar. Wat al zijn leerlingen beweren interesseerde me nooit een biet. Sommigen van hen verdacht ik van een levensgroot ego. En ik denk dat ik daar gelijk in heb. Niemand kan in zijn buurt komen……
Toch voel ik zo’n sterk verlangen om te gaan. Om me onder te dompelen in de stilte. Om al mijn oude vrienden en vriendinnen te zien. Van over de gehele wereld. Om me verbonden te voelen met de Sangha. Zelfs om me dood te ergeren aan allerlei mafketels, die je daar ook in grote getale tegenkomt. Zoals in elk spiritueel centrum waar ook ter wereld. De zoekenden en verdwaalden. De shoppers en grasshoppers. En een incidentele heks.
‘Heks ik ergerde me de eerste keren dat ik hier was ook altijd groen en geel aan dat schijnheilige gedoe van sommige lieden,’ mijn Canadese vriendinnetje heeft daar na haar derde retraite geen last meer van, ‘Ik ben me gewoon gaan realiseren dat zij ook maar simpelweg aan het oefenen zijn. Net als ik.’
Stil worden, ik ben ermee bezig. Volgens mij bevind ik me in de fase van het struikelen. Het gevecht. Het op mijn plaat gaan. En weer opstaan.
Ik ken het gevoel bemind te worden. Ik heb het goddelijke vaak mogen ervaren. Het is niet iets fantastisch met tromgeroffel en trompetgeschal. In die zin valt het een beetje tegen. Geen bijbelse engelenkoren komen eraan te pas. Het is als liggen in het gras. Elk sprietje voelen. En ook de bomen en de wolken. Alles lijkt ook licht te geven. Verlichting is eigenlijk heel gewoon. In Plumvillage is een non verlicht geraakt terwijl ze op het toilet zat…….,
Vandaag begin ik in een boek van Chögyam Trungpa Rinpoche. ‘Spiritueel materialisme doorsnijden’. De inleiding is veelbelovend. Een grote oproep om je te distantieren van je eigen gelijk! Verfrissend. Ik heb Thay ook regelmatig dergelijke dingen horen beweren. Al dat gelijk? Het is slechts de vinger, die wijst naar de maan. Niet de maan zelf.
Tegelijkertijd lees ik ook delen van ‘De goddelijke Moeder, het mysterie van het vrouwelijke’ door White Eagle. Een oude Indiaan behorend tot de Witte Broederschap, die regelmatig gechanneled wordt door deze of gene in mediamiek heksenland.
In feite ligt er een hele stapel boeken naast me op de grond. Ikzelf hang en bungel, want ik lig slechts gehuld in mijn bikini in mijn hangmat van de zon te genieten. Gewoon thuis. Op het balkon. Geloof je me niet? Dat kan ik me voorstellen.
Wel heb ik oordoppen in. Vanmorgen ruim voor zevenen, dus in mijn beleving voor zessen gezien het recente ingaan van de wintertijd, rijdt er een vrachtwagen de straat in. Onder mijn slaapkamerraam begint een stelletje halve zolen zich uit te sloven om een waar inferno aan te richten. Een afgrijselijke herrie doet mijn trommelvliezen klapperen. 7 verschrikte katten staren me ontzet aan. Een ellendig hondje verstopt zijn gepijnigde kop onder zijn ligkussen.
Het blijkt een manier te zijn om stenen keien van een dak te halen. Gewoon opzuigen met een enorme stofzuiger en met veel kabaal de boel dumpen in een vrachtwagen. Hierbij zorg je er voor de akoestische effecten van de kasseien optimaal te benutten door ze rinkelend tegen de metalen opbouw te schieten. Een gelukkig neveneffect is het feit dat de steeg fungeert als een klankkast. Zodoende is het mogelijk om het toch al onacceptabele geluidsniveau tot ongekende hoogten op te voeren.
Een aantal telefoontjes naar de politie sorteren geen enkel effect. Ik zal het uit moeten zitten, want ik ben nog steeds ziek. Een gemeen griepje.
Arme baby van de buren. Ben je nog geen drie maanden oud en loop je al een forse gehoorbeschadiging op door een stelletje asociale slopers, die werken in opdracht van de Gemeente Leiden aan de Leidsche Schouwburg. Ik vrees dat je aldaar nooit van een concert zult kunnen genieten kleine man. Helaas.
Uiteindelijk heb ik dan toch een vertegenwoordigster van het gezag aan de telefoon. ‘Ik heb u al vier keer teruggebeld!’ roept ze verontwaardigd nog voor ik iets kan zeggen. Zoals altijd begint ze met een stevig ontmoedigingsbeleid. Ik pareer met een verhaal over nazipraktijken en lage tonen. In de oorlog experimenteerden deze zieke geesten met dergelijke vormen van marteling. De slachtoffers werden ter plekke gek of overleefden het niet. Maar wij mogen niet zeuren…..
Heks dobbert in haar hangmat. Mijn huid slurpt de laatste zonnestralen van het seizoen op. De wereld is een fantastische en tevens frustrerende plek. Het is altijd wat. Mensen houden met het grootste gemak totaal geen rekening met elkaar…..
Alles mag als je Gemeente Leiden bent. Ik heb al de gekste dingen voorbij zien komen hier in de straat. Een heel hotel heb ik tegenover mijn huis zien verrijzen gebaseerd op dit principe: ‘Alles mag als je maar corrupt bent.’ En ook: ‘Met een steekpenning in de hand houdt je je beerput uit de krant!’
Heks vangt de zon in haar hart. Het is dan wel altijd wat. Wederkerige liefde lijkt een Fata Morgana. Onze wereld lijkt een rotte plek in het heelal….
Toch geloof ik nog steeds in liefde. In het je verbinden met de bron. In eerlijkheid en iets voor elkaar over hebben. Compassie en mededogen. Dagelijks zie ik goddank ook voorbeelden voorbijkomen van zulke kleine heldendaden. Zoals die man, die afgelopen week werd opgepakt omdat hij een vluchtelingenkind met kanker probeerde te helpen. Ze kwamen allemaal in de bak terecht. Ook het kind. Ja, dat is ons gastvrije landje.
Intussen zijn ze weer vrijgelaten. Maar de man mag het kind niet verder helpen. Bijvoorbeeld door hem onderdak te bieden. Het kind is compleet kaal en doodziek. Wat kan het de overheid schelen. Dat kankerkind zoekt het maar uit……..
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.