Soms is het maar goed, dat je iemand niet herkent. Krijgt ie nog een kans, die vrouw of vent. Had ik bijvoorbeeld herkent en verweten; Had ik het geweten, dat het hem was; Niet vergeten….. Dan had ik nooit zo’n leuk gesprek gehad. Over mijn favoriete onderwerp: Gods prachtige schepping. Ons heilige mamaatje…….. Moedertje Natuur!

Vorige week fiets ik ’s avonds op m’n gemakje de stad uit. Het is een beetje fris, maar nog steeds prima weer. Ik ga naar het Joppe met VikThor. Kan hij lekker zwemmen in de Zijl.  Sinds enige weken fiets ik een iets andere route. Ik kreeg steeds een lekke band op dezelfde plek. En laat dat nu net een plek zijn, waar je eigenlijk niet mag fietsen…..

We worden geacht om te rijden via een viaduct en daar heb ik dan nooit zin in. ‘Misschien is er wel een gekke buurtbewoner, die er minuscule spijkertjes strooit. Je hebt hele rare mensen en ik heb wel gekkere dingen meegemaakt……’ En inderdaad: Geen lekke band meer gehad sinds ik elders de weg oversteek. Nog steeds niet via dat viaduct natuurlijk……

Bij het hondenstrand staat een man met hond. Hij gooit dummies in het water en zijn Duitse staande draadhaar haalt ze weer op. Keer op keer. ‘Ah, je bent bij de Action geweest,’ grapt Heks, terwijl ze exact dezelfde dummie tevoorschijn tovert uit haar fietstas. Alleen is mijn exemplaar rood.

Ik ben em onderweg nog bijna kwijtgespeeld aan een eigenwijze Cocker Spaniël. Het beest pikt em af van VikThor en is niet van plan het ding nog terug te geven. Als zijn bazin er uiteindelijk dan maar achteraan gaat slaat hij snel de weg in naar huis. Hij werpt tot slot nog een narrige blik over zijn schouder. ‘Hoepel op. Dat ding is van mij. Eerlijk gestolen…’

 

‘Witte dummies zijn beter,’ begroet de man me, ‘Die kunnen honden goed zien in het water…’ Hopla. Direct de les gelezen. De man weet veel van jachttraining. We raken aan de praat.

Ondanks het stroeve begin krijgen we een alleraardigst gesprek. Heks luistert voornamelijk natuurlijk. Je zou het niet zeggen, als je me hier tekeer hoort gaan over van alles en nog wat, maar ik breng mijn dagen voornamelijk luisterend door. In stilte. Luisterend naar de stilte ook.

Er volgen allemaal verhalen over de locale natuur. Zoals over het weiland waar we op dat moment in staan en wat daar allemaal in broedt en woont. De dijk langs dat weiland. ‘Die heb ik zelf helemaal aangelegd in negentienhonderdzoveel. En nu wil Gemeente Leiden em weghalen. Te gek voor woorden. Het is een slapende dijk, geen overbodige luxe…..’

‘Als de dijk langs het Joppe het begeeft, of de Zijldijk, dan houdt deze dijk de hele Merenwijk droog!’ Hij vertelt vervolgens over een prachtig stuk oud land vol weidevogels aan de andere kant van de Zijl, dat onlangs helemaal is afgegraven.

‘De zo gewonnen kwalitatief geweldige grond is gebruikt om een smerige vuilnisbelt af te dekken. Zonde toch van die prachtige grond! En ook nog twee natuurgebieden naar de kloten. Want die belt zat ook helemaal vol braamstruiken met Hermelijnen en egeltjes. Ongelofelijk toch?’

Ja, weer zo’n beslissing door een idioot vanachter een bureau. ‘Op de golfbaan had ik een prachtige wal aangelegd , die vol zat met allerlei beestjes. Zelfs een Hermelijn. Het duurt jaren voordat je dat voor elkaar heb. Zo heb ik ook een paddenpoel aangelegd…..’ Heks spitst haar oren. Misschien iets voor mijn paddenpoelenbad?

‘Heeft zo’n ingehuurde uit de klei getrokken grondwerker ongevraagd de hele boel afgegraven met zijn machines. Moet ie eigenlijk eerst onderzoek doen of dat wel mag. Alle dieren dood.’

‘Je kunt er een enorme boete voor krijgen, ook nog. Ik was woest. Maar ja, hij is er niet bijgelapt. Te veel belangen op het spel. Bovendien is de gemiddelde beslissing van de overheid veel desastreuzer…… Kijk maar naar die vuilnisbelt.’

Gedurende het gesprek heb ik de man tegenover me herkent. Het mannetje beter gezegd, want hij is bepaald niet groot van gestalte. Het is de gekke molenaar! Ik heb al jaren een bloedhekel aan die kerel na een onverkwikkelijke ruzie twaalf jaar geleden. Hij dreigde toen mijn hond dood te schieten en maakte me werkelijk uit voor alles wat mooi en lelijk was. Op uiterst seksistische wijze.

Dus woorden als hoer, kankerwijf, vuile slet en ik schiet je overhoop en dergelijke kwamen er uit zijn grote malende mond. ‘Zeker een klap van zijn eigen molen gekregen,’ dacht ik toen nog.

Een poging dingen uit te praten liep vervolgens zo hoog op, dat ik de politie op zijn dak heb gestuurd. Ook heb ik geklaagd bij zijn werkgever wegens bedreiging. Jeetje. Is dit dezelfde vent?

In tussenliggende jaren ben ik nog maar één keer iemand tegen gekomen, die hem aardig vond. Hij kan zo bijzonder vertellen, hij weet zoveel…’ aldus die vrouw. De rest van de hier rondwandelde goegemeente heeft allemaal de pest aan hem. Of een slechte ervaring met hem. Of een hopeloze aanvaring…..

De maffe molenaar laat me intussen vreemde eendensoorten op zijn telefoon zien. ‘Kijk hoe mooi, die zitten hier ook. Goddank niet alleen maar Nijlganzen. Die schiet ik met enige regelmaat af. Ze verstoren de hele vogelstand in Nederland, sinds ze zijn ontsnapt uit Dierenpark Wassenaar. Ze vreten alles op en verdrijven de weidevogels.’

‘De dode dieren raak je aan de straatstenen niet kwijt, maar je kunt ze wel eten hoor. Ik schiet ook hazen. In mijn polder lopen er 850 en ik schiet er elk jaar 150. Zo houd ik een mooie stand.’

‘Daar vliegt zo’n Krakeend. Mooi beestje toch? Ze zijn niet zo groot en heel wendbaar. Je haalt ze er zo uit in de lucht….’ hij wijst omhoog naar een inderdaad heel beweeglijk beestje. Links en rechts begint hij nu vogels aan te wijzen. Wat is er veel te zien hier! Met zo’n man zou je eigenlijk een dag op stap moeten gaan.

Maar ja, voor je het weet scheldt hij zijn publiek wellicht uit. En Publikumsbeschimpfung is toch echt wel achterhaald nu. Terwijl ik zo naar de man sta te luisteren, me verbazend over de wereld van verschil tussen deze natuurlijke versie van de molenaar en de gekke versie, begint mijn gesprekspartner over zijn handeltje in wild.

‘Als je een haas wilt kopen of een lekker stuk reerug, dan kom je maar langs,’ enthousiasmeert hij me. Heks is sinds de perikelen met Hawk niet meer zo happig om bij Jan en Alleman langs te gaan. En al helemaal niet bij een waanzinnige molenaar. Toch zeg ik vaag toe te zijner tijd eens een haasje te komen verschalken.

‘Wie weet wat hij allemaal wil verschalken,’ grap ik tegen de Don, als ik hem later over mijn avonturen vertel. Die moet enorm lachen. ‘Ik heb nog wel een haasje voor je, hihihi,’ giert hij, ‘Kostelijk Heks. Hij vond je vast leuk.’ ‘Ik zag er niet uit, ik liep echt in mijn kloffie, dat sprak hem vast aan,’ Heks moet ook lachen. De woeste molenaar lijkt me geen man voor opgepoetste tante Betjes.

‘Jij ziet er altijd geweldig uit, Heks, zelfs in een jutezak. Je bent een prachtige vrouw, schat. Altijd al geweest. En ook nog lief! Dat maakt je zo geweldig,’ komt mijn oude vriend complimenteus uit de hoek.

Wonderlijk hoe mensen geheel anders kunnen zijn in een andere context. Had ik die molenaar herkent, dan had ik nooit zo’n leuk gesprek gehad met deze natuurman. De man van weinig woorden als het niet over natuur gaat. De man van vieze woorden als je er woorden mee krijgt. De man met een ongezouten mening over het hopeloze natuurbeheer in Nederland.

‘Willen ze die zeer nuttige en noodzakelijke dijk dus afgraven, omdat er mensen overheen lopen en die kijken dan naar binnen bij bewoners van de huizen er pal achter en dat vinden die bewoners dan vervelend‘ besluit de molenaar. ‘En die bewoners hebben blijkbaar iets in de melk te brokkelen…,’ denkt Heks er direct achteraan.

Het zijn namelijk dure huizen, het rijtje tegen de dijk. En geld is macht. Wie weet woont er wel een wethouder in. Dat zou ook heel goed kunnen.

‘In plaats dat ze nu die hopeloze impopulaire populieren omhakken. Daar is even sprake van geweest. Dat zou geweldig zijn, want ik heb last van die dingen als mijn molen draait. De wind komt er heel raar overheen vallen en daardoor knallen de wieken alle kanten op. Echt gevaarlijk zelfs….’

Zou op die manier zijn molen zijn afgebrand? Want dat is gebeurd. In het verleden. Ooit. Dolgedraaid en afgefikt. Door die verdraaide populieren? Ja, dat is inderdaad van de gekke. Hak maar om dat lawaaihout…….

 

Het zal dit jaar erg lastig worden om appels met peren te vergelijken. Bij gebrek aan appeltjes voor de dorst! Maar peren in alle soorten en maten hangen aan bomen en liggen op straat. Gelukkig heb ik het in de gaten: Plukfestijn met Fiederelsje!

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM Ver van de boom gevallen en een beetje beurs hier en daar……

Zaterdag raap ik een heleboel peren van de grond in een park waar ik vaak kom. Door de storm zijn ze van de oude hoogstamboom gewaaid. In de aangrenzende studententuin liggen er nog veel meer. ‘Mag ik ze rapen?’ vraag ik aan een studente, die haar fiets op slot zet. Ja, het mag.

Zo fiets ik met tassen vol peren weer naar huis. Ik bak een lekkere perenkruimeltaart en stuur een bericht aan Fiederelsje. ‘Kijk een wat ik gevonden heb? Wil je er ook een stuk of vijftig?’

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM En nog meer peren uit de studententuin!

Dezelfde middag fiets ik naar een ander park. Even kijken hoe het met de kweeperen is. Zouden er ook zoveel van de boom gewaaid zijn? Binnenkort moeten we sowieso maar weer eens in die perenbomen klimmen!

Maar oh, wat een schrik. De kweeperen zijn geplunderd. De onderste regionen van de bomen zijn kaalgeplukt. En ik denk dat ik weet wie dat gedaan heeft. Een paar weken geleden stond ik met een paar mensen een park verderop te praten, toen zich een dame bij ons aansloot.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Ze mengde zich in ons gesprek over bramen en vlier. Toen de kweeperen ter sprake kwamen raakte ze helemaal opgewonden. ‘Meen je dat nou, staan er kweeperen in de stad? Toch niet in het Hupperdepuppark?’

‘Ik ga natuurlijk niet verraden waar die bomen staan,’ grap ik terug, maar dat stomme mens heeft het natuurlijk al geraden. Ze heeft haar logge lijf daarna zo snel mogelijk die bomen in gewerkt en rap alle peren voor onze neus weggekaapt…..

Hetgeen uiteraard niet verboden is. Het staat haar vrij!

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

‘Schat, we moeten niet te lang wachten met die kwee’s. Er is al iemand bezig geweest, maar het is haar niet gelukt om boven in die bomen te komen. En daar hangen nog genoeg peertjes,’  app ik  Fiederelsje. Per omgaande oppert ze een afspraak voor de volgende dag.

Tassen mee en mijn laddertje en gaan me die banaan. Nou ja, peer dan.

Zondagmiddag is het zowaar droog. Het zonnetje piept tevoorschijn als we richting park fietsen. Mijn vriendin met VikThor aan de riem en Heks met haar ladder. Gelukkig ben ik niet ladderzat. Anders werd het niets met deze actie.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

In het park klimmen we beurtelings in de bomen. VikThor rent als een gek rondjes over het veld, terwijl wij tas na tas vullen met die keiharde onappetijtelijk uitziende kweeperen. We worden natuurlijk weer helemaal hebberig en plukken de bomen bijna leeg.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM Hebberig!!!!!

‘Laat er een paar hangen voor die Marokkaanse man,’ pleit Fiederelsje. Ze weet uit mijn verhalen dat er in Leiden een klein aardig baardig kereltje rond loopt die ook van deze vruchten houdt. Vooruit dan maar. Dat mannetje klimt ook zo die bomen in. Helemaal bovenin hangen nog een paar mooie exemplaren. Die laten we voor hem hangen.

Met tassen vol heksengoud fietsen we weer naar Huize Heks. Daar verdelen we de buit. Met blozende wangen staan we ernaar te kijken. Wat een rijkdom. Hier word je toch zo gelukkig van. Wij wel in elk geval.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

‘Kom je binnenkort roerzeven? Dat krijg ik niet voor elkaar,’ het verwerken is ook nog een enorme klus. Daar heeft Heks wel hulp bij nodig. Fiederelsje belooft me te helpen. Maar voor vandaag zit het er op.

Hoewel…..

‘Ik fiets met je mee naar de golfbaan, want ik wil VikThor nog een zwieper geven,’ zegt Heks tegen haar vriendinnetje. ‘Dan kunnen we nog even appeltjes gaan rapen op mijn geheime locatie…’ roept die enthousiast terug. Wat een goed idee!

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Maar het is een slecht appeljaar. Dat blijkt nu maar. We vinden maar 1 miezerig appeltje, waar we er voorheen honderden vonden. Wat jammer!

Wel plukt Heks nog wat Borage en Chinese kers. Voor in de salade. Fiederelsje heeft me op het eten genodigd. Nadat ik dat eerst bij haar heb geprobeerd.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Heks laat haar hondje nog even uitgebreid zwemmen, terwijl mijn vriendin de maaltijd voorbereid. Daarna voeg ik me bij haar aan de keukentafel. Heerlijke geuren stijgen op uit de diverse pannen. Niet veel later zitten we aan tafel te smikkelen.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Wat een heerlijke dag! Een fantastisch weekend zelfs. Met vriendinnen over de vloer en gezamenlijke maaltijden. Zaterdag heeft Steenvrouw uitgebreid bij me gegeten en vandaag is het alweer raak!

Dankbaar en tevreden fiets ik door de vallende schemer weer naar de stad. Met een vrolijk huppelend hondje naast me. Wat is het alweer vroeg donker zeg. Daar moet ik toch weer erg aan wennen.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM, KWEEPEREN PLUKKEN, PERENOOGST, vrouw in boom,

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Toevalligheden, dingen die je toevallen in plaats van overkomen. Of over je heen worden gestort, door je strot geduwd, in je maag gesplitst. Heks mijmert over toevalligheden, vlak voor het moment dat er weer iets over me heen wordt gestort. Wat een toeval!

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM, Emptiness

‘Jeetje Heks, wat ben je laat,’ Kras doet de deur open. Het is woensdag. Een week geleden alweer. Onze Sangha avond. ‘Ik heb je net zitten bellen, ik dacht dat je het vergeten was.’ Heks moet lachen. Vorige week lag Kras zo vast te slapen, dat ik dacht dat zij het vergeten was. Pas nadat ik alle telefoons over liet gaan en ook nog op de deurbel bleef drukken schoot ze uiteindelijk wakker……

Ja, je bent een Sangha voor Kneusjes of niet. Natuurlijk gaat het er bij ons met enige regelmaat zeer achenebbisj aan toe! We rommelen met de aanvangstijd. Beginnen altijd te laat. Veranderen regelmatig van houding. En dat is bepaald geen lotus te noemen, al komt Heks een heel end maar haar hypermobiele fysiek.

We winnen dus geen schoonheidsprijs. Noch blinken we uit in accuratie. Maar dat mag de pret niet drukken. Als we eenmaal zitten dan zitten we ook goed. Veertig minuten schoon aan de haak. Bewust aanwezig bij onze ademhaling: Een hele prestatie met onze pijnlijven!

We maken die avond geen wandeling. Daar zijn we gewoon te moe voor. Een halve week later wapper ik gezellig aan bij Kras met een portie zelfgemaakte roti. Al dagenlang probeert Kras bij me te komen eten. Eerst is ze het vergeten. Als ik haar bel waar ze blijft schrikt ze zich dood.

‘Jeetje Heks, ik sta bananenbrood te maken. Voor jou! Gisterenavond wist ik nog dat ik naar je toe zou gaan. Daarom ben ik dit brood gaan bakken. Toch ben ik onze afspraak ergens onderweg kwijtgeraakt…….’

Heks baalt als een tiet. Ik heb me gek lopen racen om alles op tijd klaar te krijgen. De hond uit te laten. Mijn huis gezellig te maken. Als er iemand bij me komt eten lever ik een topprestatie. En als die persoon dan niet op komt dagen, dan kun je me wegdragen…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

‘Ik vergeet zelf alles waar ik bij sta. En toch ben ik hartstikke teleurgesteld. Idioot toch? Zondag herkansing?’ Maar zondag is mijn vriendin hondsberoerd. Zodoende pak ik van alles in een koeltas en fiets naar haar toe.

En dan maken we alsnog een prachtige wandeling. Het is heerlijk weer. Alle mensen zijn vrolijk. De hondjes van Kras loeien van plezier. Het zijn Brakken. Een heel apart volkje onder de blafbeesten. Loeien als koeien, rennen als hazen en komen nooit terug. Hoor je ze in de verte loeien……… Daar waar de echte hazen zich ophouden!

Kras houdt haar wegloperige viervoeters dan ook stevig aan de lijn. Ooit hebben we ze in een zotte bui losgelaten, maar dat moesten we bekopen met eindeloos wachten in een koud schemerig landschap. Tot ze er genoeg van hadden en terug kwamen naar de hand die hen voedt. Want zo’n haas is hartstikke leuk natuurlijk, maar je hebt er niks aan. Vooral als je em maar niet te pakken krijgt!

Onderweg komen we mijn puppy-juf tegen met haar chocolaatje. ‘Ze is loops,’ verklaart ze het opdringerige gedrag van VikThor ten opzichte van haar labrador teef. Hij kruipt bijna in haar achterwerk. Ze vindt het prima en doet haar staart opzij. ‘Nestje nemen?’ grijnst Heks. We beginnen hartelijk te lachen.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM Een stuk of vijftien? Help!

‘Ik zou het best willen, maar ze komt zelf uit een nest van twaalf en bij haar ouders was het nog erger. Vijftien, zestien pups tegelijk. Ik moet er niet aan denken.’

‘Ik ken haar nog van toen ze een klein meisje was,’ vertelt Kras op de terugweg, ‘Zij en haar zusje reden altijd mee op de scootmobiel. De ene bij mij en de ander bij mijn partner achterop. Ging ik soms heel hard rijden….. Haha! Ze kwamen ook wel eens met alle hondjes spelen…..’

Kras en haar lief hadden wel zeven honden indertijd. Of zes. Ik weet het niet meer, maar heel veel. Ze liet ze in etappes uit, zodoende kwam ik haar altijd tegen bij de golfbaan. Zo is ook onze vriendschap ontstaan. Door de hondjes!

Het leven hangt vaak van toevalligheden aan elkaar. Ik zat me dat laatst nog te bedenken, toen ik weer getuige was van allerlei in elkaar grijpende gebeurtenissen. Wat was het ook alweer?

Oh ja. Ik kreeg de uitnodiging voor de bruiloft van Joy en Boy. Het ging ooit aan tussen hen, omdat hij midden in de nacht naar het poesje van mijn vriendin kwam kijken. ‘Ja hoor, wat platvloers,’ hoor ik je denken. Maar de man kwam echt naar een katachtige kijken. Joy was net de trotse bazin geworden van Siep, de kleindochter van Snuitje en Ferguut, dochter van Pippi en de boskat……

Boy was destijds haar collega en een enorme kattenliefhebber. Dus hij kwam kijken en ging nooit meer weg!

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Maar als Ferguut niet was weggelopen destijds, dan was dit allemaal ook niet gebeurd. Want toen heb ik Joy leren kennen. Zij heeft me geholpen met zoeken totdat de panter weer opdook. Hij werd kort daarop opa en mijn nieuwe vriendin kwam op kraamvisite. En ging vierkant voor de bijl toen ze de kleine Siep zag…….

Toevalligheden, dingen die je toevallen. Weer eens iets anders dan dat je van alles overkomt. Vandaag ben ik met mijn vroegere thuiszorg op stap geweest. Saar en Heks zijn nu vriendinnen. Ook louter toeval dat ik haar hier destijds over de vloer kreeg.

Vanavond houden we alweer Sangha voor Kneusjes. Ik ga eerst een uurtje slapen, want ik ben uitgeteld van een lange wandeling met Saar en hond Baris. Toch wil ik het voor geen goud missen.

Maar nog voordat ik mijn ogen kan sluiten gaat de telefoon. Kras belt af. Er is iets tussen gekomen. Misschien later op de avond? Dat ga ik niet meer redden. Zal ik morgen komen met een heerlijke pan Dahl? En een keur aan uitgelezen bijgerechten? Is dat een goed idee?

Zo op het oog wel. Maar dingen zijn niet altijd wat ze lijken…….

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM Rondje om de golfbaan…..

 

 

 

In memoriam Willem van Scheijndel. Mijn vriend Schilder is niet meer onder ons. Onverwacht weggevlogen. Opgetild door het eerste zomerbriesje. Verrukt vliegende vreemde vogel! Meegenomen door engelen en geliefden. Eindelijk thuis. Quote: ‘Stel je voor, je komt bij de hemelpoort en Petrus vraagt je wat je zoal in je leven hebt uitgevoerd…. En je moet antwoorden dat je financiële wanproducten hebt verkocht voor de Rabobank…… Verschrikkelijk natuurlijk! Nou, dat kun je toch beter aankomen met mooie schilderijen!’

Afgelopen week wandel ik met Chris langs de golfbaan. Haar hondjes vrolijk drentelend naast ons. VikThor draaft sneller dan zijn schaduw door het struweel.

Plotseling een ijselijke kreet, een duikvlucht. ‘Wat heeft je hondje daar?’ Heks staat al naast haar monster. Ik vis een jonge spreeuw tussen zijn tanden vandaan. Hij houdt het beestje heel voorzichtig vast, zoals een echte jachthond betaamd. Toch is het dier gewond geraakt. Bloed kleeft aan mijn handen.

Voorzichtig inspecteer ik het diertje. Het ziet er niet goed uit. Hij lijkt wel doorspiest vanaf de rug. Tussen zijn opgevouwen vleugeltjes gaapt een diepe wond. Zijn buikje is echter puntgaaf. Een glanzend kraaloogje staart me helder aan. Ik leg contact met dit kleine kereltje. Nog maar net begonnen aan zijn vrolijke zorgeloze vogelleventje en nu al kansloos.

‘Wat was het voor’n vogel, die zo zat te schreeuwen?’ Mijn vriendin weet het niet. Was het één van zijn ouders? Die in paniek mijn hondje probeerde te verjagen? Of was het soms zo’n lelijke ekster? Ik heb ooit een nest merels op mijn waslijn gehad. Toen ze uitvlogen zat er een school eksters klaar om hen te verorberen……..

Ook het tweede nest datzelfde voorjaar, wellicht geboren uit de frustratie van de berooide ouders, was eenzelfde lot beschoren. Mijn balkon getransformeerd tot fastfoodketen voor de schreeuwlelijkerds onder de nazaten der dino’s……

Voorzichtig loop ik met mijn vogelvriend terug naar de bewoonde wereld. We gaan hem natuurlijk proberen te redden, maar ik heb er een hard hoofd in. Om de paar meter sta ik een tijdje stil. Check de ademhaling. Kijk in zijn kraaloogjes. Hij gaat zienderogen achteruit. In de bocht naar de woonwijk overlijdt hij. Ik zie zijn borstkastje steeds lichter ademen. Mijn heksenhanden vormen een kolom van liefde en licht. En dan is het voorbij.

Ik geef hem een mooi plekje aan de Zijl. Voorzichtig bedek ik het graf met klei en planten. ‘Dag lieve Spreeuw. I hold you close to me, I release you to be so free…..’

‘Dit is al de vierde gewonde vogel, die ik in mijn handen heb het afgelopen jaar. Alleen die uil heeft het overleefd…… Bizar toch?’

Een paar dagen later gaat de telefoon. Ik sta net in de berging mijn fiets van het slot te halen, op weg naar de fysiotherapeut. Het is de broer van Schilder. Ik zie het op de display van mijn mobiel. Ik weet het direct: Mijn goede vriend is er niet meer. ‘Ha lieve Broer, vertel het maar, wat is er met Schilder?’

Diezelfde middag nog ga ik kijken bij mijn oude vriend. Vredig ligt hij in zijn witte kist. Een flauwe glimlach speelt om zijn mond. ‘Haha, heb ik jullie mooi bij de neus gehad….’ Hij lijkt wel te ademen…

‘Goeie hemel, hij past er nauwelijks in, wat is hij toch groot,’ stamel ik, terwijl ik naar zijn tegen het hout gevlijde hoofd kijk. Zijn mooie dolfijnengezicht met dat geprononceerde voorhoofd en de diepliggende ogen helemaal rustig en vredig.

Ons aller Schilder is niet meer. Plotseling overleden aan de gevolgen van een slopende ziekte. Alleen wist niemand het. Hijzelf ook niet. Nou ja, of hij echt geen idee had is maar de vraag. Niet iedereen is in de wieg gelegd voor een lang ziekbed en eindeloze hopeloze behandelingen in het ziekenhuis. Sommigen sterven gewoon bij voorkeur in het harnas. Met een kwast in de hand in zijn geval.

’s Avonds lees ik op internet wat de media over hem hebben geschreven. Ik zie een hele leuke foto bij een artikel staan. Krijg nu wat: Die heb ik een paar jaar geleden gemaakt! Wat grappig.

Fiederelsje komt me troosten. We heffen het glas op Schilder en praten over zijn leven en werk. ‘Die enorme schilderijen uit zijn beginperiode vind ik toch zo mooi, die zou ik dolgraag om me heen hebben,’ mijn vriendin is een fan van zijn vroege werk. We moeten lachen, want het is zo goed als onmogelijk om zo’n enorm doek in een rijtjeshuis  op te hangen.

‘In die periode woonde hij boven dat restaurant op de hoek van de Singel en de Kaiserstraat. Een hokkerig huis, waar die doeken ook niet via het trapgat en door de deur naar buiten konden. Als hij exposeerde haalde hij het raam op de eerste etage er helemaal uit. Dat was de enige manier om zijn werk naar beneden te takelen….’

’s Avonds brand ik een kaarsje. Ik denk aan onze jarenlange vriendschap. De gouden jaren, onze gezamenlijke spirituele zoektocht. De eindeloze gesprekken, het plezier….. Zijn gulheid en positieve levensinstelling. Hoe gedreven hij altijd aan het werk was. Hoe hij medekunstenaars wist te inspireren.

‘Vorige week zondag wilde ik hem nog bellen na de retraite. Chris en ik gaan en Sangha opzetten voor kneuzen,’ Fiederelsje schiet in de lach, ‘het is een Geuzennaam, hoor,’ grijns ik, ‘Alle echte kneuzen zijn welkom. Maar toen bedacht ik me dat ik hem ooit meenam naar een film over Thich Nhat Hanh.’

‘Iemand verteld in die documentaire dat Thay tijdens de bombardementen in Vietnam gewoon met de weeskinderen ging picknicken. Tussen de aanvallen door natuurlijk. Dat vond Schilder belachelijk. Te gek voor woorden. ‘ We grijnzen naar elkaar. Als Schilder iets in zijn kop had dan kreeg je dat er nooit meer uit!

‘Met Alex Orbito had hij een hele sterke band. Die kleine magische Filipijn, die met zijn blote handen spiritueel opereert, kon mijn vriend wel bekoren. De eerste keer dat hij met me mee ging mocht hij kijken hoe ik aan mijn rug werd geholpen. Ik trof hierna een bevende Schilder aan. Verbijsterd vertelde hij me dat hij mijn wervelkolom had gezien.   Met zijn eigen ogen. Klaarwakker en helemaal bij.’

‘Schilder zag mijn botten en bloedvaten, wit zenuwweefsel…. Alex Orbito haalde  vervolgens allemaal stinkende zwarte materie tussen mijn wervels vandaan en streek toen opnieuw over Heks’ rug en hopla. Al het vlees en vel sloot zich weer: Niets meer te zien, behalve een felle rode streep!’

De hele weg terug naar huis zat mijn vriend te lachen. Te schateren zelfs. ‘Mind over matter, jeetje Heks, wat geweldig.’ Een serie schilderijen volgde. Want alles wat hij meemaakte werd verwerkt in zijn kleurige kunst.

Ook de boeken van Drunvalo Melchizedek over Heilige Geometrie sloegen enorm aan bij deze begeisterde kunstenaar. Hij inspireerde me om ze ook te lezen en Heks sleepte hem vervolgens mee naar een seminar van deze leermeester. Zijn geliefde vrouw Fee ging ook mee. Met zijn drietjes hadden we een heerlijke tijd. En eenmaal weer thuis volgde er natuurlijk een geweldige serie doeken……

Ik denk aan die gelukkige jaren. Zijn Gouden Jaren. Toen hij samen was met Fee, zijn grote liefde. Hoe Schilder tijdens de eeuwwisseling een enorm vuurwerk organiseerde. In zijn mooie woning aan het Rapenburg danste Heks met een zestal prachtige dames, waaronder natuurlijk zijn eigen lief, door de kamer. Allemaal gekleed in een schitterende avondjurk.

Er was slechts één andere man aanwezig, het vriendje van één van de meiden, herinner ik me. Een geweldig foute Griek. Die keek zijn ogen uit. Wat was dit nu allemaal? Een Hollandse harem? Zo bont had zelfs hij het in zijn leven niet gemaakt. En dat vond hij beslist erg jammer zo te zien. Hoe kreeg die Schilder dat voor elkaar?

img_11741

Beneden in de gracht lag onze vuurwerkdeskundige vriend Lampie op een boot aan zijn voorgenomen show te sleutelen. ‘Ik heb van de gemeente Leiden toestemming om om 1 uur te gaan knallen. Leuk hè, dan is overal het vuurwerk voorbij en wij beginnen pas….’ Schilder had geweldig veel plezier in zijn initiatief!

De laatste jaren zagen we elkaar minder vaak. Eens in de zoveel tijd ging ik echter even bij hem buurten. En soms hing hij opeens aan de lijn. Een zeldzaamheid hoor, want Schilder was niet van de verplichte telefoontjes en bezoekjes. Behalve aan zijn moedertje, toen ze nog leefde. Iedereen kwam gewoon altijd naar hem toe!

De laatste keer dat ik bij hem was is ongeveer een maand geleden. Sinds hij zijn rug had gebroken was het leven moeilijk voor deze gedreven man. Hij kon als het ware zijn ei niet meer kwijt. En iets mankeren leidt per definitie tot veel eenzaamheid. Dat vergeten gezonde mensen nogal eens.

‘Als je ziek bent raak je uitgerangeerd. En dat is best moeilijk als je altijd midden in het leven hebt gestaan. Kijk, je kunt mij niet rekenen, ik sta al zeker dertig jaar ergens stationair op een rangeerterrein. Maar ik heb er zo’n gezellig plekje van gemaakt, dat ik toch nog mensen op bezoek krijg…’ zeg ik tegen Fiederelsje.

Niemand kon vermoeden, hoe ziek mijn goede vriend intussen al was. Gelukkig is een lang ziekbed hem bespaard gebleven.

‘Zullen we even samen eten, Heks? Zal ik een paar pizza’s laten komen?’ Vraag hij aan het eind van mijn bezoekje. Ik heb spijt dat ik niet een keertje flink heb gezondigd tegen mijn dieet. Maar ik ben die avond naar huis gegaan.

Lieve Schilder. We gaan je enorm missen. Man van kleur en schoonheid. Vriendelijke man. Met je open onderzoekende geest. Je intelligentie. Je heerlijke vermogen tot abstract denken. Je eigenwijsheid. Je stevige gebruiksaanwijzing! 🙂 Jij, die je zo graag omgaf met mooie vrouwen….  Maar voor wie er maar 1 vrouw echt telde! Jouw toverfee! Jij, van wie we houden. Die zoveel van ons allemaal hebt gehouden. We dragen je in ons hart. Goede reis, gekke dolfijn, oude vriend.

Nederlanders staan klaar op de Alpe d’Huez. Ze willen nu wel eens een landgenoot een etappe zien winnen. Kun je aankomen bij de hemelpoort als Tourwinnaar? Als je plezier in het fietsen hebt gehad wel natuurlijk. En daar hoef je niet eens voor te winnen! Heks bezoekt Schilder. Hij verwent me met kattenspulletjes en mooie verhalen! Willem kijkt ondeugend: ‘Stel je voor, je komt bij de hemelpoort en Petrus vraagt je wat je zoal in je leven hebt uitgevoerd…. En je moet antwoorden dat je financiële wanproducten hebt verkocht voor de Rabobank…… Verschrikkelijk natuurlijk!’ Heks ligt in een deuk. Ik zie het voor me. ‘Nou, dat kun je toch beter aankomen met mooie schilderijen!’

Prachtige expositie van de nieuwe schilderijen van Willem van Scheijndel in Galerie Frederiek van der Vlist te Leiden. Zijn werk is nog steeds zeer herkenbaar, maar heeft tevens een hele nieuwe dimensie gekregen! Heks kijkt haar ogen uit. heerlijke vermogen tot abstract denken eigenwijsheid

De seksuele opvoeding van jonge meisjes is heel moeilijk zolang het collectieve zelfrespect van vrouwen schipbreuk lijdt. Neem een voorbeeld aan het gedrag van een loopse teef: Bijt van je af….. MET PRACHTIGE FOTO’S VAN SCHILDERS MUZES!

 

No Coming, No Going

No coming, no going

No after, no before

I hold you close to me

I release you to be so free

Because I am in you and you are in me

Because I am in you and you are in me

 

 

Help! Heks hulpeloos zonder hulp! Hulp hopeloos zonder Heks! Hoe moet dat nu verder? We passen er een mooie mouw aan!

‘Heks, heeft mijn baas je al gebeld? Weet je het al?’ Mijn hulp staat hulpeloos in de deuropening. Het is vrijdag twaalf uur. Ze komt me uit de brand helpen, zoals altijd. Twee keer per week!

Ik kijk haar glazig aan. Ik weet van niets. Wat is er aan de hand? Of? Misschien? Een klamme hand slaat om mijn hart. Is haar contract niet verlengd? Raak ik haar kwijt?

Mijn bange vermoedens worden bewaarheid. Er is een gesprek geweest. Vrij plotseling. Hoewel het in de lucht hing.

‘Helaas, helaas, pindakaas, mevrouwtje. U heeft last van uw schouder gehad. En ook, maar dat zeg ik niet tegen u, wilt u niet meer uren gaan werken. U wilt dat wel, maar ik doe net of het niet zo is. Dus geen vast contract. Want dat is waarop het vast zit, maar dat zeg ik natuurlijk niet. Kom over een half jaar maar weer solliciteren……’

Shit, sapperdeflap, krijg nou wat. Heks had het niet verwacht. Tegen alle goede redenen om aan te nemen dat ze geen vast contract zou krijgen in -Niemand krijgt dat bij die club- ging ik er gewoon van uit dat dit voor eeuwig was. Mijn ideale hulp. Mijn aanstormende maatje. Mijn grote hondenvriendin!

We balen allebei. Het is altijd zo gezellig als zij er is en ook mijn thuiszorg vindt het heerlijk om hier te zijn. We delen een grote liefde voor honden en we behoren tot hetzelfde vliegende volkje: Ook zij is een heksje. Een heerlijk nuchtere toverkol. Dus je begrijpt dat er altijd heel wat wordt afgekletst tijdens het schoonmaken.

‘Je gaat er vast op vooruit qua hulp,’ troost ze me, ‘Ik voel me altijd schuldig, omdat we zoveel babbelen….’ Heks betwijfelt het. Als een witte tornado trekt ze al kwebbelend door het huis. Alles wat nodig is wordt gedaan. En indien nodig blijft ze iets langer: ‘We hebben zo lang gepraat. Ik ga toch nog even dweilen….’

‘Zullen we dan nu eindelijk eens samen met onze hondjes gaan wandelen? ‘ We roepen het bijna tegelijkertijd. Al maanden hebben we het hierover. Zowel mijn hulp als ik moesten tot onze schrik dit jaar vrij plotseling afscheid nemen van onze ouwe trouwe viervoeter. En zowel zij als ik hebben in no time een nieuw monster in huis gehaald!

We trekken onze agenda’s en spreken direct af. ‘Anders komt het er niet van en het lijkt me zo leuk als die honden het goed kunnen vinden met elkaar,’ zeggen we tegen elkaar. ‘Ik kan morgenmiddag,’ glimt mijn hulp.  ‘Ik ook,’ jubelt Heks.

Zo spreken we dan om twee uur af bij de golfbaan. De avond ervoor lig ik helemaal om. Ik ga niet naar het koor. En dat doe ik alleen als ik op sterven na dood ben. Niet best dus……. Oh jee. Ik begin te vrezen voor onze hondenwandeling! Dat wordt afbellen. Ik kan nog geen deuk in een pakje boter slaan…..

Gelukkig trek ik die nacht een beetje bij. En bovendien: Ik moet toch met mijn hondje op stap.

Tegen tweeën arriveer ik met mijn ventje in de fietskar bij het basketbalveld naast de golfbaan. In de verte zie ik iemand met een joekel van een Mechelse herder. We zwaaien. Langzaam peddel ik in haar richting. Nu wordt het spannend. Gaan deze blafbeesten vrienden worden?

Ik laat VikThor uit zijn veilige schuilplaats en zet fiets en kar op slot aan een lantarenpaal. We negeren de honden. Voorzichtig draaien ze om elkaar heen. VikThor glijdt op zijn rug. Hij laat zijn mooie stippelbuikje zien. Baris is in zijn nopjes! Een snuffelsessie verder gaan we op stap.

We lopen om het golfveld richting het eilandje in het Joppe. De honden doen het goed. Allengs wennen ze aan elkaars gezelschap en als we halverwege het eilandje zijn rennen ze al samen door het struikgewas. ‘Wat leuk,’ roepen we. En ‘Het gaat zo goed…..’

‘Zullen we ook nog de hele ronde om de golfbaan lopen?’ We hebben tijd genoeg. De hondjes zijn nog steeds op goede viervoet. Vooruit maar. We wandelen langs de gerestaureerde molen van de gekke molenaar. ‘Hij heeft hem in de fik laten vliegen door te draaien tijdens een storm……., dat heb ik gehoord van een andere molenaar.’

‘Hij heeft mij ook wel eens voor domme kut uitgescholden, die leiperd. En gedreigd mijn hond dood te schieten……’ We grinniken. De molenaar heeft een slechte naam onder vrouwelijke hondenbezitters. Het is een psychopatische mafkees met een jachtgeweer. Geen ideale combinatie. En hij heeft ongetwijfeld een klap van zijn eigen molen gehad…..

‘Hij koopt de politie regelmatig om met een paar lekkere hazen heb ik gehoord,’ mijn hulp is ook als de dood voor de schietgrage polderprins. En dat is dan weer niet zonder gevaar…… Angsthazerij wordt keihard afgestraft door die man…….

Als we bij de fietskar komen is het stralend weer geworden. Een lief zonnetje lacht ons tegemoet. ‘Jammer dat ik geen thee bij me heb,’ verzucht Heks. ‘Ga gezellig eventjes met mij mee…’ mijn hulp nodigt me spontaan uit.

Als we later aan de thee zitten, kunnen we er maar niet over uit hoe goed het is gegaan met de honden. Baris ligt voor Pampus in zijn mand en VikThor zit buiten in zijn kar.

Heks wordt verwend met heerlijkheden binnen haar dieet. Fantastisch! Zwarte chocolade met amandelen, kokossnoepjes……. Af en toe komt Baris naast me staan. Ik negeer hem volkomen. Ik heb zelf zo’n hondje gehad. Met een flinke gebruiksaanwijzing!

Dit gedrag buiten is geen probleem, dan kan ik hem gewoon aanhalen. Binnen gelden andere mores. Hier moet ik uitkijken voor mijn vingers….. Tenzij ik hem gewoon in zijn waarde laat……

‘Wat was het gezellig, dit gaan we nog eens doen….’ We hebben allerlei plannen met onze hondjes. Speuren, puzzelen voor honden en wandelen, wandelen, wandelen…….

Over een paar weken krijg ik een andere thuiszorg. Ik kijk er niet naar uit. Ik ga mijn huidige hulp enorm missen! Maar dit is ook erg leuk. Dit gaan we beslist vaker doen!