Corona thuisisolatie heeft ook voordelen. Heks laat bijvoorbeeld haar snor staan. Hij is lichtblond op een paar haartjes na. Vanaf anderhalve meter nauwelijks waarneembaar op de bovenlip, daar heb ik dan weer geluk mee. Deze Corona crisis maakt niet alleen ons mensen ziek. Het geneest Moedertje Aarde van diezelfde mensheid ……. En soms ook ons van onszelf. Mij wel in elk geval. Ja, Heks wil graag lachend doodgaan, het kan me echt niet schelen waaraan, maar vooral moet ik toegeven, wil ik leven, volop leven. Samen leven.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dit virus brengt naast bakken ellende ook onverwacht goede dingen. Eigenlijk al direct. Nog voor de pleuris echt uitbreekt. Heks roept bijvoorbeeld al zeker vijf jaar elke dag dat ze dood wil.

Minstens een paar keer. Het ligt een beetje aan de depressiecurve van de dag. Valt het mee, dan maar een keer of twee. Er zijn dagen geweest, dat het in mijn mond bestorven lag.

Natuurlijk schaam ik me altijd dood over dit soort uitspraken. Mijn weinig verheffende smeekbede. ‘Ik meen het niet, hoor, echt niet!’ komt er dan ook altijd achteraan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks weet wel beter. Ik heb ooit liggen sterven in een ziekenhuis. Ik ben ooit door een chaos van bloed, flauwtes, een kakofonie aan geluiden, inderhaast opgetrommeld zorgpersoneel en artsen, gevolgd door een spoedoperatie…. heen gegaan. Meermalen besef ik nu. De tweede keer was ook geen pretje. Maar de eerste keer lag ik echt te sterven.

Naast mijn bed lichtfiguren. Troost. Ik vloei vermoeid uit mijn kruin. En er weer in. Pijn, pijn.

‘Rustig maar, Heksje’ Ik vlieg over de stad naar een dorp in de buurt. Daar zit mijn familie ongerust om de keukentafel. Een grote pot koffie houdt hen gezelschap. Wat zijn ze ongerust.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik vervolg mijn reis. Zo ver weg van de helse geluiden op de achtergrond. De herrie op de operatiekamer.

Ik ontwaak op een Intesive Care. Maar ik herken het niet als zodanig. Naast mijn bed staat een engel. Ik ben in de hemel beland. Maar wat gek, er steken allemaal slangen uit mijn lijf. En ik heb geen vleugels! Of lig ik er soms op?

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Die ervaring heeft me geleerd hoezeer ik aan het leven hang. Een sterke draad tussen mij en mijn getormenteerde lichaam. Hoe ik bleef luisteren tijdens de operatie naar de herrie. Om niet te verdwalen.

Een dag liggen sterven is me niet in de koude kleren gaan zitten. Op de 1 of andere manier nemen ze me aanvankelijk totaal niet serieus. Pas als mijn moeder en oudste zus alarm slaan bij personen met gezag, mijn zus heeft in datzelfde ziekenhuis gewerkt, ze kent de juiste mensen, word ik serieus genomen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Pas als ik 3,5 liter bloed in mijn buikholte heb verzameld, ik heb een nabloeding na een operatie, gaat het mes er opnieuw in. Net op tijd. Eigenlijk mag je spreken van een medische wonder.

Ik hou er een levenslange diepe angst voor ziekenhuizen aan over.

Maar ook weet ik nu tot in mijn tenen, dat alles wat leeft wil leven. Ook ik. En ik weet zeker, dat er iets is na deze wereld. En niet alleen de wereld, waaruit wij verdwijnen, zoals dichter Karel Jonckheere ooit dichtte.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Toch roep ik dus jarenlang, dat ik dood wil. Uit pure frustratie. Heks is in een woedeloop terecht gekomen. Mijn nijdige slang bijt in haar eigen staart. En daar wordt ze dan weer heel pissig om…..

Dan komt dit verdomde virus. Een stukje instabiel RNA, dat ik maar beter niet in mijn systeem kan krijgen. Het idee om als een varken te gaan liggen sterven. Ergens in mijn eentje. Met een beetje geluk nog op een plekje op een IC ergens. Mijn dieren in paniek…..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Opeens voel ik het vanuit mijn tenen. Ik zeg oprecht vanuit de diepste diepte van het hart van mijn hart, dat ik wil leven. ‘Ik wil niet dood!’ Elke cel in mijn lichaam meent het. ‘Ik hoop maar, dat het niet te laat is,’ denk ik er gek genoeg achteraan. Dat niet anderen, die altijd van het leven hebben gehouden voorrang krijgen. Dat ik aan mijn jarenlange smeekbede word gehouden en alleen de levenslustigen hier mogen blijven.

Het zou wel eerlijker zijn. Maar het leven doet niet aan eerlijkheid. Daar heb ik nu dan eens geluk mee. Waarom sommige mensen het altijd voor hun kiezen krijgen is een raadsel. Zo’n virus is een mysterie. Behalve voor de RIVM dan.

Het is alsof Moedertje Aarde ons afschudt van haar door ons geïnfecteerde huid. De wereld herademt letterlijk, terwijl wij onze adem inhouden. Terwijl doodzieke mensen naar adem snakken.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks zit vaak in de hoek, waar de klappen vallen. Dus het kan maar zo gebeuren, dat ik ondanks mijn voorzichtigheid van de laatste tijd toch ziek word. ‘Misschien moet ik maar zorgen, dat ik het snel krijg,’ grap ik duister tegen Steenvrouw, als ik haar op drie meter afstand even spreek, ‘Dan weet ik in elk geval zeker, dat er nog een IC-bed is…’

Maar alle gekheid op een stokje. Alle flauwe foute grappen ten spijt: Heks is er een stuk rustiger onder. Wat komt komt. Ik doe mijn best. Misschien is het genoeg. Misschien niet.

Als ik zodoende los raak van mijn verkrampte angstige zelfje, zie ik plotseling zoveel licht. Zowel in het dagdagelijkse leven, de kleine wonderen, alsook met mijn geestesoog. Ik zie de aarde omgeven door lagen lichtwerkers. In vele dimensies met hun duizenden geloofssystemen is van alles aan de hand! Een overweldigende ervaring.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Terug in mijn eigen nogal opgerekte geloofssysteem word ik eindelijk het radertje, wat ik al jaren ben. Een klein narrig broodkruimeltje van een lichtwerkertje morrelend aan de rok van het universum (Vrij naar (Lucebert , Ik tracht op poëtische wijze). Met een heksige haakneus.

Maan schrijft me een lange brief. ‘Heks wat ben ik blij, dat je eindelijk….. Jaren lang vloeide er voornamelijk venijn uit je pen…… ‘ En zij is niet de enige, die me een dergelijk bericht stuurt.

Ja, Heks wil graag lachend doodgaan, het kan me echt niet schelen waaraan, maar vooral moet ik toegeven, wil ik leven, volop leven. Samen leven.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

Veelbewogen dag met louter tegenslag, maar ook veel mooie momenten. Emotioneel afscheid van geliefde tante. Het regent pijpenstelen, dat geeft de stemming aardig weer. Maar er is meer. Hoogtepunten zelfs!!! Heks ziet haar familie weer!

Sergei Polunin

Donderdagavond zie ik een documentaire over de danser Sergei Polunin. De balletdanser waar de zwaartekracht geen vat op lijkt te hebben. Vooral niet al hij cocaïne heeft gebruikt……

Hoe zijn hele familie kromlag om zijn studie te kunnen betalen. Zijn vader in Portugal, zijn grootmoeder in Griekenland. Zijn moeder bleef bij haar kind als zijn persoonlijke toegewijde verzorgster.

Hoe hij zijn motivatie haalde uit het voornemen om middels succes in de danswereld zijn familie weer te herenigen. En de neergang vanaf het moment, dat zijn ouders toch echt gaan scheiden…….

De familie is uiteengeslagen door de gebeurtenissen, terwijl dat juist niet de bedoeling was! En hoewel ze elkaar al jaren niet hebben gezien is de definitieve breuk tussen de ouders een enorme dreun voor de jongen. Vanaf dat moment komt hij in de problemen. Zijn drive is weg. Veelzeggend.

Zo zie je maar weer hoe belangrijk je familie is. En hoe ontregelend het kan zijn als die basis wegvalt.

Dan valt het beeld weg, storing bij Ziggo. Gelukkig maar, want ik moet gaan slapen. Morgen moet ik vroeg op. We gaan mijn tante Mar begraven. Heel plotseling is ze ertussenuit geknepen

Het regent pijpenstelen op de dag dat mijn tante naar haar laatste rustplaats wordt gebracht. Heks fietst door de gietende regen naar de dokter voor haar prikken. Dat red ik nog precies, gek eigenlijk. Ik dacht dat het niet zou lukken eerder deze week, toen ik de rouwkaart eens grondig bestudeerde.

Als ik weer naar huis wil gaan breekt mijn fietssleutel af in het slot. K.U.T. Wat nu? Het is de elektrische ebike van mijn moeder. Loodzwaar. En ik heb maar 1 sleutel. Waarvan de helft nu in het slot bivakkeert.

Paniekerig probeer ik de sleutel eruit te schudden, maar ja, schudden met een fiets van 300 kilo op zijn kant is natuurlijk niets voor een MEpatiënt. Ik vraag me af of er überhaupt mensen zijn die er bij een dergelijk sportief hoogstandje zonder kleerscheuren van af zouden komen. Heks voelt haar gewrichten piepen en kraken. Hier en daar valt er eentje uit de kom.

Dan komt de assistente op me af met een mes. Ze heeft me zien tobben en komt me te hulp. Strijdvaardig heft ze de vervaarlijke brievenopener, want dat is het, in de lucht om vervolgens het slot te lijf te gaan. Vakkundig wipt ze het restant sleutel uit zijn gevangenis. Dat is alvast iets. En iets is beter dan niets…..

Ik loop dus maar weer naar huis. Mijn hoofd tolt van de zich plotseling opstapelende problemen. Ik moet ten eerste een sleutel laten maken, maar ik ben hartstikke blut. Gelukkig kan ik poffen in de natuurwinkel. Voldoende voor een nieuw exemplaar en een paar liter benzine. Mijn tank is ook leeg……

Maar eerst ga ik naar de begrafenis van mijn tante, Heks is met deze vrouw en haar dierbaren opgegroeid. Ze woonde maar een paar huizenblokken bij ons vandaan, deze opgewekte rebbelende lakonieke dame met haar grote drukke gezin.

Ik moet nu echt opschieten. Als ik er de sokken niet in zet ben ik te laat. Snel schiet ik iets netjes aan en spurt naar mijn auto.

Dan begint er een martelgang om in Voorschoten te geraken. Hemelsbreed helemaal niet zo ver van Leiden, maar de stad is opgebroken, alsmede vol verdwaalde Duitse toeristen en trage lesauto’s. Mensen blijven stilstaan voor groene stoplichten of gewoon midden op straat. Invoegen is ook heel problematisch opeens. Heks vloekt tussen haar tanden. De minuten tikken genadeloos voorbij.

Sergei Polunin

Voorschoten is onlangs volledig op de schop gegaan, hetgeen de doorstroming van het verkeer in dit lintdorp niet ten goede komt. Zacht uitgedrukt. Ook is het marktdag. De Voorstraat, waar ik meestal parkeer, is vergeven van de kraampjes en winkelende mensen.

Het parkeerterrein erachter is volgebouwd met tenten vanwege een festivalletje. Mijn god, hier ook al? Het is een plaag dit soort activiteiten.

Alle omringende parkeerterreinen zijn zonder uitzondering stampvol. Heks rijdt intussen paniekerig van hot naar her, want het wordt steeds later. Wanhopig schiet ik een woonwijk in. En daar vind ik dan eindelijk de zo begeerde parkeerplek. Hoera!

‘Ik haat dit stomme dorp,’ ligt dan al in mijn mond bestorven. Ik ken dit oord natuurlijk goed, ik ben er opgegroeid. Sputterend sprint ik naar de kerk. Onderweg probeer ik mijn stemming om te gooien. Zo kan ik toch niet Gods huis betreden? Vloekend en scheldend?

Nu ben ik extra vroeg opgestaan om op tijd te komen. De condoleance heb ik overgeslagen, want het wordt toch al een hele lange dag. Maar de dienst wil ik toch echt bijwonen. Ik schuif twee minuten te laat naar binnen. Wat gek. Iedereen zit al. De kist staat er al. De dominee staat volop te preken……

Een vreemde gang van zaken. Maar ik ben allang blij dat ik binnen ben. Het is altijd een hele bevalling om ’s morgens ergens acte de présence te geven. Ik kom dan uit de prehistorie zetten, dit gaat bovendien gepaard met stevige spierpijn en heftige griepverschijnselen. En vandaag ben ik ook nog door het lot tegengewerkt.

Het koor gaat zingen. Prachtig! Ik heb niet al teveel gemist gelukkig. Denk ik op dat moment nog. Maar als we even later gezamenlijk een lied gaan zingen, zie ik dat de dienst al bijna voorbij is. Huh? Ik ben maar liefst een uur te laat gekomen. Hoe is dat nu mogelijk?

Bij Heks is alles mogelijk. Mijn hoofd is een leuk aangeklede vergiet. Met een hoedje erop om mijn gedachten bij elkaar te houden. En zelfs dan kan het me nog gebeuren dat ik de plank helemaal mis sla. Zoals vandaag.

Gisterenavond heb ik nog even goed gekeken op de rouwkaart. Zo laat dit en dan dat. En tot slot zus en zo. Duidelijk. Behalve dat ik mijn bril niet ophad en het behoorlijk schemerig was in mijn woonkamer. Ik heb het dan ook niet goed gezien, tijden door elkaar geklutst en dan krijg je dit!

Op dat moment vind ik het niet zo erg. Het wordt toch al een lange dag en nu is ie gelijk iets korter. ‘Je hebt wel wat gemist hoor,’ hoor ik echter later. Mijn oom heeft prachtig gesproken. Een persoonlijk In Memoriam. Heel bijzonder.

De kerk is afgeladen vol. Wat een rijk leven! En dat hoor ik steeds terug deze dag. Mijn vrolijke kwebbel van een tante had gewoon een enorm netwerk van mensen om zich heen. Met haar 87 jaren stond ze nog midden in het leven. Ze zal enorm gemist worden.

Heks krijgt een overdosis familie te verstouwen, niet mijn sterkste punt. Toch sla ik me dapper door alle gesprekken heen. Hoe het met me gaat? Daar lul ik me dan uit. In werkelijkheid heb ik geen idee. Wat heb ik nu voor’n leven? Ik ben de risee van de familie. Althans, zo ervaar ik het vaak.

Vandaag kom ik echter allemaal lieve neven en nichten tegen en ooms en tantes en een zuster, die echt enorm blij zijn om me te zien. Een fijne ervaring.

Ons eigen gezin is helemaal uit elkaar gevallen. Of ik ben eruit gevallen. Uit het nest geduveld. Een beetje geduwd misschien? Ik heb me nog een hele tijd aan de rand vastgeklampt. Heb me terug naar binnen geprobeerd te wurmen. Iets dat het bij vogels meestal goed doet.

En uiteindelijk losgelaten. Noodgedwongen. Wegens vergaand verkrampte spieren. Wat moet je ervan zeggen? Het gebeurt. Zulke dingen. Best vaak zelfs. Het is mij gebeurd.

Ik kijk naar die grote drukke familie. Luidruchtige mensen. Wat een lawaai toch altijd! Saai is het in elk geval nooit bij ons…… Mensen proosten op het rijke leven van mijn tante. Heks luistert naar alle ontroerende verhalen rondom haar dood.

Lachsalvo’s schieten links en rechts uit groepjes omhoog. Ja, lachen kunnen ze als de beste, die familieleden van Heks. Het is één van de mooie erfenissen van mijn voorouders. Naast een vat vol woede is er ook een groot potentieel aan humor doorgegeven.

Dit is de familie van vaderskant, maar de clan van mijn moeder is nog veel erger. Hun humor is bijkans dodelijk. Vraag maar aan mijn exen.

Sergei Polunin

Na een paar uur ben ik helemaal gaar. Om me heen eten mensen taartjes, soep en broodjes. Ik heb ook trek gekregen. Het is dan ook al vier uur intussen. Heks gaat naar huis.

Daar wacht me nog de ondankbare taak om een nieuwe sleutel te laten namaken van dat afgebroken exemplaar. Met de nieuwe sleutel op zak wandel ik weer met VikThor naar de dokter. Het giet bakken van de hemel. Later lees ik dat er op één dag net zoveel regen valt in Leiden en omgeving als normaal gesproken in een maand. Arme tante. Ze treft het niet haar eerste nacht buiten.

Ik stop de sleutel in het slot, maar nee. Hij past niet. Potverdorie.

Weer schelden natuurlijk, want ik ben intussen doodmoe. En helemaal doorweekt. Toch ga ik mijn auto halen. Dus weer lopen naar huis….. Met mijn halvezolige oververmoeide lijf. Ik durf die fiets daar niet de hele nacht te laten staan.

Tierend rijd ik vervolgens met mijn kanariepiet door de stad. Ik moet enorm omrijden, vanwege de idiote onlogische rijrichtingen in de binnenstad. Vik kijkt me verbaasd aan. Wat heeft de Vrouw toch?

Met een enorme kreun til ik die loodzware fiets in mijn achterklep. Ik heb het eerder gedaan, dus het kan. daar houd ik me aan vast.

Daarna rijd ik stapvoets naar huis. Af en toe moet ik stoppen om de achterklep weer omlaag te doen, want ik heb geen stuk touw bij me. Helemaal afgedraaid zit ik wat later in mijn stoel.

Ik bel de Don. Geduldig luistert hij naar mijn verslag van deze rampendag. Het duurt uren voordat ik weer een beetje mens ben. Dan ga ik eten. Eindelijk. Om vervolgens nog uren wakker te liggen. teveel prikkels, indrukken en emoties. Daar ben ik dan weer eventjes zoet mee.

Later lees ik een raar berichtje op de familie app. Zitten ze me nu te dissen? Ja, het is zo. Of niet? Of toch wel? Mijn god. Het houdt ook nooit op.