Maandagmiddag loop ik door de duinen met Cowboy en Varkentje. Net als vorige week. Het is prachtig weer. De zon schijnt. De koude oosterwind is gaan liggen. We hebben thee en chocolade bij ons. En wat lekkers voor het hondje.
Vandaag praten we niet. Althans niet veel. Heks is volledig uitgepraat lijkt wel. Ergens in het afgelopen weekend ben ik een vredige innerlijke staat ingegleden. Mijn hersens weigeren dienst. Ze hebben het opgegeven.
Sommige dingen in mijn eigen geschiedenis zijn onbegrijpelijk. Proberen grip te krijgen op dit soort redeloos onrecht is zinloos. Incasseren hoeft niet meer, gelukkig. Er daalt geen regen aan slagen en verwijten meer neer op mijn arme kop van Jut. ‘Peace is the way!’ zingt mijn innerlijke geluidsband.
Ook Cowboy zegt niet al te veel. Natuurlijk informeert hij me wel uitgebreid over de voortgang van zijn bedrijf. Kletsen kan hij als de beste. Praten is een ander verhaal.
Na dagen rustig aan doen ben ik redelijk relaxed. Mijn vriend is druk in zijn kop en loopt steeds tien, twintig meter voor me uit. Ik puf er traag achteraan. Het is waarschijnlijk geen gezicht. We lijken wel een ouderwets Marokkaans echtpaar!
Tot slot eten we friet en pakken nog een terrasje. ‘Het is misschien wel de laatste dag dat we aan het strand kunnen zitten!’ bepleit ik nog een half uurtje extra genieten van de zon. Toch rijden we tegen zessen terug naar de stad. Ik zet mijn gezelschap af bij het station.
’s Avonds zit ik weer dooie paarden te begraven. De vrolijke stemming van de afgelopen dag is verdwenen. De wind is gedraaid en ijskoud geworden. Zo gaat dat als het deksel van de put gaat. Het is de consequentie van het blootleggen van de beerput. Het luisteren naar de doofpot…….
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.