Toen mijn voormalig verloofde en beste vriend zich van het leven beroofde werd ik s’nachts wakker, omdat hij op mijn piano zat te spelen. Ik wist zeker, dat hij het was, want hij kon helemaal geen piano spelen. Op dat ene liedje na.
Slechts een paar akkoorden. Altijd dezelfden. Ik had hem deze eindeloos horen herhalen, als we met collega’s aan het doorzakken waren in de kroeg, waar ik lang geleden werkte. Nog even een drankje na het werk. Nog even klessebessen.
Doorgaans met alle doorgewinterde alcoholistische vrienden van onze zwaar verslaafde baas. De man, die bier niet langer als alcohol zag. Alleen whisky telde op dat gebied mee in zijn optiek. Daarom dronk hij helemaal niet zoveel als iedereen beweerde. Donderdag was zijn gezondheidsdag. Dan dronk hij alleen maar spa. En bier. En uiteraard niet van de alcoholvrije soort…..
Mijn lief op de vleugel. Wij lekker aan het dansen. Of wat dan ook. Those were the days.
Een paar dagen na het nachtelijke gepingel werd Heks gebeld. Mijn makker had zich opgehangen. Ik heb het feit, dat hij zich verhangen heeft, lang niet over mijn lippen kunnen krijgen. Te pijnlijk.
Hij heeft een eind aan zijn leven gemaakt. Hij heeft zelfmoord gepleegd.
Zodra ik het nummer van een dierbaar bandlid van mijn oude lief zag, wist ik wat er aan de hand was. Hij hoefde niets te zeggen. ‘Onze luitenant is dood,’ zei Heks zelf.
‘We weten niet wanneer het precies is gebeurd, Heks, hij is vandaag gevonden.’ Ik wist precies wanneer het gebeurd was. En achteraf bleek ik gelijk te hebben. Hij was inderdaad die bewuste zondag voor het laatst gesignaleerd. Uit onderzoek bleek, dat zijn lijf er rond die tijd mee ophield.
Hij was het, die midden in de nacht op de piano zat te spelen.
Toen ik slaapdronken in mijn woonkamer stond was het doodstil. Net of het niet gebeurd was. Hoorde ik nu echt iemand op de piano spelen? Dat bekende liedje? Of verbeeld ik het me maar? Ben ik van iets wakker geschrokken, een geluid in de steeg?
Ik ben mijn bed maar weer in gekropen.
Ja, het was hem inderdaad. Hij kwam afscheid nemen. Later is hij nog een avond met Heks en Buurman op stap geweest. In geestgedaante. De hondjes waren ook mee. Toen hebben wij hem verschrikkelijk aan het lachen gemaakt met de ‘De Luitenant is Dood Show’.
Allemaal hele foute zwarte grappen rondom zijn persoon. Kleine performances ook. En af en toe een liedje. We hoorden hem schateren in ons geestesoor. Zelf lagen we ook dubbel.
Daarna liep hij nog een tijd door de stad te zwerven. Zwarte hoed op zijn kop. Ik kwam hem om de haverklap tegen. Hij kwam ook regelmatig hier op bezoek….. Totdat hij eindelijk rust vond.
Nu fluistert hij nog zo af en toe in mijn oor ‘Heksiedroppie….’ Zijn troetelnaampje voor mij.
Vorige week sta ik mijn prevelementen te brabbelen voor mijn dode vriendin de non. Ik steek een kaarsje aan en een geuroffer in de backflow-wierookbrander. Een ingenieus systeem, waarbij de rook naar beneden stroomt via een gat aan de onderkant van een speciaal geprepareerde wierookkegel.
De brander heeft de vorm van een zwarte lotus. Toevallig een week voor haar dood aangeschaft. Langzaam vult de witte rook het hart van de bloem. Om daarna in grote zachte wolken door de hele bloem te spiralen. Ik sta rustig te kijken en te prevelen.
Opeens staat mijn vriendin naast me. Haar lange gestalte dicht tegen me aan.
‘Oh, wat heb je nu weer voor iets leuks op de kop getikt?’ roept ze verrukt. Ja, dit is echt iets voor haar. Ze was altijd dol op mijn tent vol idiote voorwerpen.
Zelf liep ze als monastic binnen een Zen traditie altijd en eeuwig in een saaie bruine jurk. Met praktische bruine schoenen. Soms een bruine wollen muts of een elegant geknoopt hoofddoekje tegen de kou op haar kaalgeschoren hoofd. En bij grote hitte een rieten Vietnamese hoed zo groot als een afdak. Maar meestal blootshoofds.
Ik ben ook verrukt. Extatisch blij, dat mijn vriendin onverwacht naast me staat. Dat ik haar zo goed kan voelen. De eerste dagen was ik zo van slag, dat dat niet goed lukte. Maar opeens is ze daar. We kijken samen naar de kegel op de brander. Hoe de rook als een riviertje naar beneden kronkelt. Naar het hart van de bloem.
Dan opeens gooit ze de kegel met een zwaai van de brander. Hij tolt voor mijn verbaasde ogen zo de bloem in. Ik hoor haar naast me schaterlachen. Ze vindt het zo leuk, dat ik haar kan voelen. Ze is zo gelukkig en blij!
Heks zet de kegel weer terug op de houder. ‘Niet meer omgooien, zuster,’ grap ik streng. Oh, wat konden we toch altijd geweldig lachen samen. Wij hadden zo vaak pret. Om hele gewone kleine dingen vaak. Lachen, lachen, lachen. Heerlijk lachen.
Ik hoor haar zachtjes grinniken. Ondeugend. Dan duwt ze opnieuw tegen de kegel. Net genoeg om hem te laten wiebelen, maar niet genoeg om hem te doen omvallen. Ik schiet in de lach. ‘Oh zuster, wat ben je heerlijk bezig…’
Vrijdag zit ik met mijn Mahakatyayana family online te Zoomen. Wij zaten, tweeënhalf jaar geleden alweer, gezamenlijk bij zuster Lan in de familie. In Plumvillage. En nu zoeken we elkaar met enige regelmaat online op.
Om 7 uur ’s avonds loggen we in. De Nederlandse delegatie dan, want voor een paar familieleden in Amerika is het begin van de middag. Onze jongste telg zit in Korea en daar is het midden in de nacht. We hebben dit tijdstip speciaal uitgekozen, zodat we allemaal aanwezig kunnen zijn als we dat willen.
Vandaag zitten we met een klein clubje. En natuurlijk gaat het over zuster Lan. Onze zuster Lan.
‘Ik heb haar anderhalf jaar geleden voor het laatst gezien tijdens een retraite,’ zegt mijn Portugese Mahakatyayana-zuster, ‘En toen begon ik over onze Mahakatyayana family natuurlijk. Ze was een beetje kwijt, wie er ook alweer allemaal in zaten, dus ik noemde alle namen op. En toen ik jouw naam noemde, Heksje, begon ze helemaal te stralen. “Mijn goede vriendin Heks, oh wat heerlijk om iets over haar te horen…” riep ze toen….’
Oh, dit doet me goed, deze groet met een omweg!
Vanavond zet ik weer een wierookje op de brander voor mijn vriendin. Ze gooit ze niet meer steeds om. Ze staat er ook niet altijd naast. Ze is haar reis begonnen. Nieuwe avonturen om te beleven. Over een kleine maand gaan we een Boeddhistisch ritueel doen, op haar 49e sterfdag. Voor haar onsterfelijke ziel. Omdat niets ooit verloren gaat. Omdat dingen alleen maar veranderen.
Omdat ze mag veranderen. Omdat ze op reis mag gaan…..
Samen met mijn Mahakatyayana family. De famille met de naam, die we zelf steeds vergeten. Die niemand ook kan uitspreken. Maar laat die Mahakatyayana nu naast Śāriputra de belangrijkste leerling van de Boeddha zijn geweest. Heks wist van niets. Nee, nooit van gehoord.
De overgangsperiode
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.