Dollende doden en dolende dollen. Laat niet met je sollen. Laat die dolle doden je altaar niet mollen! Heks brandt wierook met tranen naast bloemen en kaarsen. Goede reis, meisje meis, wel thuis in jouw zielshuis.

Toen mijn voormalig verloofde en beste vriend zich van het leven beroofde werd ik s’nachts wakker, omdat hij op mijn piano zat te spelen. Ik wist zeker, dat hij het was, want hij kon helemaal geen piano spelen. Op dat ene liedje na.

Slechts een paar akkoorden. Altijd dezelfden. Ik had hem deze eindeloos horen herhalen, als we met collega’s aan het doorzakken waren in de kroeg, waar ik lang geleden werkte. Nog even een drankje na het werk. Nog even klessebessen.

Doorgaans met alle doorgewinterde alcoholistische vrienden van onze zwaar verslaafde baas. De man, die bier niet langer als alcohol zag. Alleen whisky telde op dat gebied mee in zijn optiek. Daarom dronk hij helemaal niet zoveel als iedereen beweerde. Donderdag was zijn gezondheidsdag. Dan dronk hij alleen maar spa. En bier. En uiteraard niet van de alcoholvrije soort…..

Mijn lief op de vleugel. Wij lekker aan het dansen. Of wat dan ook. Those were the days.

Een paar dagen na het nachtelijke gepingel werd Heks gebeld. Mijn makker had zich opgehangen. Ik heb het feit, dat hij zich verhangen heeft, lang niet over mijn lippen kunnen krijgen. Te pijnlijk.

Hij heeft een eind aan zijn leven gemaakt. Hij heeft zelfmoord gepleegd.

Zodra ik het nummer van een dierbaar bandlid van mijn oude lief zag, wist ik wat er aan de hand was. Hij hoefde niets te zeggen. ‘Onze luitenant is dood,’ zei Heks zelf.

‘We weten niet wanneer het precies is gebeurd, Heks, hij is vandaag gevonden.’ Ik wist precies wanneer het gebeurd was. En achteraf bleek ik gelijk te hebben. Hij was inderdaad die bewuste zondag voor het laatst gesignaleerd. Uit onderzoek bleek, dat zijn lijf er rond die tijd mee ophield.

Hij was het, die midden in de nacht op de piano zat te spelen.

Toen ik slaapdronken in mijn woonkamer stond was het doodstil. Net of het niet gebeurd was. Hoorde ik nu echt iemand op de piano spelen? Dat bekende liedje? Of verbeeld ik het me maar? Ben ik van iets wakker geschrokken, een geluid in de steeg?

Ik ben mijn bed maar weer in gekropen.

Ja, het was hem inderdaad. Hij kwam afscheid nemen. Later is hij nog een avond met Heks en Buurman op stap geweest. In geestgedaante. De hondjes waren ook mee. Toen hebben wij hem verschrikkelijk aan het lachen gemaakt met de ‘De Luitenant is Dood Show’.

Allemaal hele foute zwarte grappen rondom zijn persoon. Kleine performances ook. En af en toe een liedje. We hoorden hem schateren in ons geestesoor. Zelf lagen we ook dubbel.

Daarna liep hij nog een tijd door de stad te zwerven. Zwarte hoed op zijn kop. Ik kwam hem om de haverklap tegen. Hij kwam ook regelmatig hier op bezoek….. Totdat hij eindelijk rust vond.

Nu fluistert hij nog zo af en toe in mijn oor ‘Heksiedroppie….’ Zijn troetelnaampje voor mij.

Vorige week sta ik mijn prevelementen te brabbelen voor mijn dode vriendin de non. Ik steek een kaarsje aan en een geuroffer in de backflow-wierookbrander. Een ingenieus systeem, waarbij de rook naar beneden stroomt via een gat aan de onderkant van een speciaal geprepareerde wierookkegel.

De brander heeft de vorm van een zwarte lotus. Toevallig een week voor haar dood aangeschaft. Langzaam vult de witte rook het hart van de bloem. Om daarna in grote zachte wolken door de hele bloem te spiralen. Ik sta rustig te kijken en te prevelen.

Opeens staat mijn vriendin naast me. Haar lange gestalte dicht tegen me aan.

‘Oh, wat heb je nu weer voor iets leuks op de kop getikt?’ roept ze verrukt. Ja, dit is echt iets voor haar. Ze was altijd dol op mijn tent vol idiote voorwerpen.

Zelf liep ze als monastic binnen een Zen traditie altijd en eeuwig in een saaie bruine jurk. Met praktische bruine schoenen. Soms een bruine wollen muts of een elegant geknoopt hoofddoekje tegen de kou op haar kaalgeschoren hoofd. En bij grote hitte een rieten Vietnamese hoed zo groot als een afdak. Maar meestal blootshoofds.

Ik ben ook verrukt. Extatisch blij, dat mijn vriendin onverwacht naast me staat. Dat ik haar zo goed kan voelen. De eerste dagen was ik zo van slag, dat dat niet goed lukte. Maar opeens is ze daar. We kijken samen naar de kegel op de brander. Hoe de rook als een riviertje naar beneden kronkelt. Naar het hart van de bloem.

Dan opeens gooit ze de kegel met een zwaai van de brander. Hij tolt voor mijn verbaasde ogen zo de bloem in. Ik hoor haar naast me schaterlachen. Ze vindt het zo leuk, dat ik haar kan voelen. Ze is zo gelukkig en blij!

Heks zet de kegel weer terug op de houder. ‘Niet meer omgooien, zuster,’ grap ik streng. Oh, wat konden we toch altijd geweldig lachen samen. Wij hadden zo vaak pret. Om hele gewone kleine dingen vaak. Lachen, lachen, lachen. Heerlijk lachen.

Ik hoor haar zachtjes grinniken. Ondeugend. Dan duwt ze opnieuw tegen de kegel. Net genoeg om hem te laten wiebelen, maar niet genoeg om hem te doen omvallen. Ik schiet in de lach. ‘Oh zuster, wat ben je heerlijk bezig…’

Vrijdag zit ik met mijn Mahakatyayana family online te Zoomen. Wij zaten, tweeënhalf jaar geleden alweer, gezamenlijk bij zuster Lan in de familie. In Plumvillage. En nu zoeken we elkaar met enige regelmaat online op.

Om 7 uur ’s avonds loggen we in. De Nederlandse delegatie dan, want voor een paar familieleden in Amerika is het begin van de middag. Onze jongste telg zit in Korea en daar is het midden in de nacht. We hebben dit tijdstip speciaal uitgekozen, zodat we allemaal aanwezig kunnen zijn als we dat willen.

Vandaag zitten we met een klein clubje. En natuurlijk gaat het over zuster Lan. Onze zuster Lan.

‘Ik heb haar anderhalf jaar geleden voor het laatst gezien tijdens een retraite,’ zegt mijn Portugese Mahakatyayana-zuster, ‘En toen begon ik over onze Mahakatyayana family natuurlijk. Ze was een beetje kwijt, wie er ook alweer allemaal in zaten, dus ik noemde alle namen op. En toen ik jouw naam noemde, Heksje, begon ze helemaal te stralen. “Mijn goede vriendin Heks, oh wat heerlijk om iets over haar te horen…” riep ze toen….’

Oh, dit doet me goed, deze groet met een omweg!

Vanavond zet ik weer een wierookje op de brander voor mijn vriendin. Ze gooit ze niet meer steeds om. Ze staat er ook niet altijd naast. Ze is haar reis begonnen. Nieuwe avonturen om te beleven. Over een kleine maand gaan we een Boeddhistisch ritueel doen, op haar 49e sterfdag. Voor haar onsterfelijke ziel. Omdat niets ooit verloren gaat. Omdat dingen alleen maar veranderen.

Omdat ze mag veranderen. Omdat ze op reis mag gaan…..

Samen met mijn Mahakatyayana family. De famille met de naam, die we zelf steeds vergeten. Die niemand ook kan uitspreken. Maar laat die Mahakatyayana nu naast Śāriputra de belangrijkste leerling van de Boeddha zijn geweest. Heks wist van niets. Nee, nooit van gehoord.

De overgangsperiode

Nadat de crematie heeft plaatsgevonden begint de overgangsperiode van 49 dagen, ook wel ‘bardo’ genoemd. Maximaal zeven weken na het overlijden zal namelijk het bewustzijn een nieuwe levensvorm vinden. In deze periode vinden er diverse rituelen plaats die de overledene moeten helpen bij het vinden van de verlichting. Veelal vinden er lichtceremonies, zuiveringsrituelen, voedseloffers en meditaties plaats. Ook wordt er in deze periode van 49 dagen wekelijks gebeden.

 

 

‘Ik ga geen zelfmoord plegen, hoor, Heks,’ placht Ernst altijd te zeggen, als hij weer eens tijdens een bezoekje een half uur lang somber ‘Why does it always rain on me?’ voor zich uit had zitten zingen. ‘Je komt dan terug als kip in een legbatterij. Voor straf.’ En dan schaterend: ‘En daar heb ik geen zin in…..’

‘Hoe vaak ben je intussen al als kip geïncarneerd, Ernstje?’ vraag ik me met enige regelmaat af. Want ja, ook als iemand zegt dat nooit te zullen doen zegt dat niks. 

Onlangs kijk ik naar de documentaire over Joost Zwagerman. Niet omdat ik nu een groot fan van hem was. Ik rol er min of meer in. Het programma pakt me. Het onderwerp grijpt me bij de strot: Suïcide.

Helaas heb ik ook een paar mensen aan dit fenomeen verloren. Zelfdoding. Zelfmoord vind ik een accurater woord. Het dekt de lading beter. Maar dat is persoonlijk. Het geweld waarmee mijn dierbaren zich van het leven beroofden heeft voor altijd dit stempel op deze daad van onmacht gedrukt.

Euthanasie? Geen probleem. Uitzichtloos lijden kan toch niet de bedoeling zijn. Maar ja. Wie bepaalt dan wat uitzichtloos is? Heks zelf wilde in het jaar na haar auto-ongeluk maar wat graag de pijp uit op die manier, maar ik kon natuurlijk geen arts waar ook ter wereld vinden, die mijn lijden uitzichtloos genoeg vond.

Mijn algehele conditie, toch al niet om over naar huis te schrijven, kelderde na het ongeluk dermate achteruit dat ik de wanhoop nabij was. LDN had ik nog niet ontdekt. Ik lag het jaar na het ongeval kotsend van de whiplash en rillend van allerlei bezoekende virussen het grootste deel van mijn tijd in bed te rotten. 

De omgeving had niets in de gaten natuurlijk. Zoals altijd. Ach, die Heks, met haar zeurziekte. Dat wijf heeft ook altijd wat te mekkeren. Heeft ze weer een auto in haar nek gekregen. Een BMW. Total loss. Het zal wel.

‘Oh, dat is toch verzekeringswerk,’ brulboeide iemand uit de familie bars, toen ik paniekerig naar mijn ouderlijk huis belde. Hij vergat natuurlijk om te vragen of ikzelf misschien ook in de kreukels lag. En dan nog: Wat kreukels meer of minder maakt bij zo’n hopeloos figuur ook niet uit.

Dat vond de verzekering van de tegenpartij ook. Het was absoluut hun schuld en mijn werkzame leven hield toen echt definitief op, maar ik mankeerde al van alles voor het ongeluk, dus ze keerden nauwelijks uit. Na vier jaar procederen kreeg ik een wassen neus. Daar heb je niks aan als whiplashpatiënt.

Bovendien: Ik heb al een neus: Mijn prachtige grote heksenhaak!

Dus Heks wilde wel dat het eens een keertje afgelopen was met haar eenzame gestumper tussen de schuifdeuren. Temeer daar genezen van mijn kwaal er ook niet echt in zit. Wat dat betreft kun je nog beter AIDS hebben tegenwoordig. Daar bestaat intussen medicatie voor.

De laatste maanden roep ik bij het opstaan als eerste dat ik helemaal klaar ben met het leven. ‘Ik wil dood,’ zeg ik strontchagrijnig, ‘Nee, nee, nee, God, ik meen het niet hoor,’ eindig ik dan halfslachtig. Stel je voor.

Straks komt er opeens een bliksemschicht uit een stapelwolk hier boven de stad. Grijpt de hand Gods hoogstpersoonlijk in. Kijk, dat is dan weer niet de bedoeling.

Want Heks hangt enorm aan het leven. Dat is het idiote. Ik wil er vanaf zijn, van mijn eenzame gekloot op deze aardkloot. Maar als puntje bij paaltje komt wil ik vooral leven.

Ooit lag ik te sterven op een operatietafel. 4,5 liter bloed werd uit mijn buikholte gevist: Dat ik het overleefd heb mag een godswonder heten

Een hele dag had ik in mezelf leeg liggen bloeden, terwijl niemand van het verplegend personeel me serieus nam. Heks met haar zeurziekte zeker weer. Ik zag de engelen al om mijn bed staan en om de haverklap piepte ik uit mijn kruin mijn lichaam uit. 

Maar oh, wat was ik blij dat ik het had overleefd. Met mijn laatste restjes bewustzijn bleef ik aan mijn lijf hangen. Ik kan me de operatie herinneren, het geschreeuw, de paniek, de herrie, zo bang was ik om dood te gaan. En ik ben op zich totaal niet bang voor de dood. Kun je nagaan…….

Lust om te leven is iets dat we allemaal cadeau krijgen bij onze geboorte. Overlevers zijn we vaak. We ploeteren door de meest afschuwelijke jeugd heen, trouwen dientengevolge een hopeloze partner, krijgen vreselijke moeilijke kutkinderen en/of een afschuwelijke schoonfamilie…….

Of moeten vluchten, lijden honger……. worden gediscrimineerd……. Maar we overleven het.

Of we worden ziek zoals ik. En leven nauwelijks waarneembaar in de kantlijn. Als een aantekening bij ons echte verhaal. We hobbelen maar door, maar waarheen? En waarvoor?

‘Ik ben ervan overtuigd dat hij  het in een opwelling gedaan heeft,’ zegt een vriend van Joost Zwagerman achteraf. De man was volstrekt geobsedeerd door het fenomeen zelfmoord. Mensen om hem heen vielen ook nog eens bij bosjes door de hand aan zichzelf te slaan.

Heks denkt dat suïcide besmettelijk is. Als een gevaarlijke ziekte. Mijn stabiele evenwichtige oom hing zichzelf plotseling op, niemand kon het verklaren. Wel had hij tien jaar eerder zijn goede vriend en buurman hangend aan een touwtje gevonden. Soms hoor je dat ouders het doen en later ook weer hun kinderen.

Heks heeft op dit moment ook een aantal mensen in haar directe omgeving, die met dit onderwerp stoeien. Vreselijk natuurlijk. Ik ken de implicaties van zo’n daad. Hoe het de omgeving jarenlang met allerlei ellende opzadelt. Hoe het een heksenschaduw over alle betrokkenen werpt.

Maar anderen? Je dierbaren? Wat het voor hen betekent? Daar is iemand dan echt al lang niet meer mee bezig…….

‘Het komt door het niet verbonden zijn,’ een vriendin van Heks zat zwaar in de put. Ze overwoog serieus op de bodem aangeland om op te geven, maar krabbelt er nu toch weer uit. ‘Verbonden zijn met anderen is toch zo belangrijk!’

Inderdaad is het ook bij mij eenzaamheid wat me vaak opbreekt.  Als ik helemaal onder de streep raak met mijn zijkziekte. Als het ene na het andere virus mijn systeem overhoop gooit. Als ik alles uit mijn handen laat vallen. Kapot ook nog. Als ik van alles kwijt raak. Fietssleutels, vuilnispas, rijbewijs, bril, Tens-apparaat…… Ik doe maar een recente greep.

Het is die verdomde eenzaamheid, waardoor ik geen zin meer heb om te leven. Het is het alleen zijn, dat me kapot maakt. Het ontbreken van een vangnet. Het steeds meer wegvallen van mijn sociale netwerk. 

Vroeger stak ik al mijn beschikbare energie in het onderhouden van allerlei contacten, maar dat lukt niet meer. En eerlijk gezegd is dat maar beter ook. Want je laatste greintje energie stoppen in de mensen om je heen om maar een netwerk te hebben heeft in mijn geval niet gewerkt.

Sinds ik geen grote verjaardagsfeesten meer geef, of hele uitgebreide kerstdiners,  gezellige nieuwjaarsborrels, feestelijke etentjes voor neven en nichten en wat ik al niet deed tot een paar jaar geleden…… sinds ik dat allemaal niet meer doe is mijn sociale cirkel geëlimineerd tot een handvol trouwe vrienden.

Die allemaal druk zijn met hun eigen leven. Dat is nu eenmaal zo.

Zondagochtend belt Kras. Ze is me net voor. ‘Gaan we poppen?’ brul ik enthousiast in de hoorn. ‘Ja, ja,’ hikt mijn vriendin, ‘Ik kom over een goed uur naar je toe op mijn scootmobiel. Komt dat uit?’

De eerste bijeenkomt van onze Pop -Up-Sangha is een feit. ‘Ofwel de PUS-Sangha,’ giebelen we bij het afscheid. We hebben dan heerlijk een half uur gemediteerd, een kwartiertje darmen (Dharma) gedeeld en ook nog een kop soep gegeten op de koop toe.

Interbeing is zo belangrijk. Maar zelfs in Plumvillage heeft er wel eens een monnik zichzelf van het leven beroofd. Ook daar lukt het niet iedereen altijd om verbonden te blijven. De gemeenschap was er destijds kapot van. 

‘Ik wil dood,’ roep ik vanmorgen gezellig bij het opstaan. Ik ben snotverkouden, in feite ben ik al half dood. ‘Nee, nee,  Godin, ik meen er niks van. Maar ik heb wel de balen van die enorme griepaanval van de laatste tijd. Ik ben godbetert al weer vier maanden bezig……’

Ik wil juist leven. Echt leven, met alles erop en eraan. Dus dingen doen en mensen zien. En laat dat nu allemaal heel erg lastig zijn als je ME hebt.

Travis: ‘Why does it always rain on me?

Kijktip: Hollandse Zaken – Het taboe op zelfdoding

Leve de EU, ze steunt de Farmaceutische boevenbende…….

Lekkere trek?

Ziek zijn is natuurlijk heel vervelend. Je gaat naar de dokter en die verzint dan iets om je te helpen genezen. Of dokter stuurt je door naar een specialist. Je slikt wat of laat je opensnijden. Of je gaat een ander medisch traject in.

Voor de Dodelijk Vermoeiden is er geen soelaas. Wij zijn officieel psychiatrisch patiënt in onze bananenrepubliek van een kikkerland, maar kunnen door de bank genomen niet tegen de daarbijbehorende medicatie. Dat is op zich alweer opmerkelijk, misschien toch geen goede diagnose?

Overigens is mijn geest het meest gezonde aspect van mijn wezen, springlevend en bepaald niet verward. In Noorwegen worden de Dodelijk Vermoeiden tegenwoordig met chemotherapie behandeld. Resultaat: 70 % wordt beter. Tegenover 10% in de controlegroep. Dat roept om de term waar statistici van houden: Significant verschil !!!!!

Hier is ons enige houvast voedingssupplementen en een straf dieet. Van het geld, dat ik daaraan heb uitgegeven had ik een villa kunnen laten bouwen. Met verwarmd zwembad! Maar als ik mezelf niet dagelijks had volgepompt met al die middelen, dan was ik waarschijnlijk al beschimmeld en weggerot voor ik daarin een duik had kunnen nemen.

Ik slik tegenwoordig een hele zware magische pijnstiller, het werkt beter dan morfine. Het is ontwikkeld door een Italiaanse arts en ze heeft hiervoor de Nobelprijs ontvangen. Maar het is officieel een voedingssuplement, want het is een lichaamseigen stof. Dus niet giftig! Geen bijverschijnselen. Mijn maag brandt niet weg. Ik ben niet high, zoals bij de morfine, die ik daarvoor slikte. Zonder dit middel is het alsof ik de hele dag met mijn vingers in het stopcontact zit….. Het is verschrikkelijk duur en ik moet het zelf betalen…..Maar ik heb het ervoor over.

In Europa wil de politiek ons echter liever aan de opiaten en andere verslavende medicijnen, waar de farmaceutische boevenbende lekker aan kan verdienen. De supermarkten liggen vol voedsel, waar het sterkste gestel nog doodziek van wordt bij regelmatig gebruik. Alles is vergeven van suiker en kleurgeursmeurstoffen. De insulinefabrikanten zijn in januari heel blij, ze hebben er na de feestdagen weer veel nieuwe klantjes bij!

Ook de psychiatry houdt zichzelf aardig in stand door het voorschrijven van verslavende medicatie. Bijverschijnsel van antidepressiva is suïcide, je bent dan wel van je depressie af. En je omgeving ook. Zo lost de psychiatrie op onnavolgbare wijze het overschot aan patiënten op. Zoals een psychiater eens tegen me zei, toen ik hem aansprak op dit verschijnsel: ‘Ja, daar raken we mensen op kwijt’. Het is niet strafbaar, om daar mensen op kwijt te raken. Er wordt nooit een psychater vervolgd, hoeveel hij ook experimenteert op zijn geesteszieken. Deze monddood gemaakte groep klaagt hen in elk geval niet aan. Al helemaal niet na hun suïcide….

Ook dit jaar zullen er weer veel pijnpatiënten overlijden aan de gevolgen van een maagbloeding veroorzaakt door pijnstillers. Of ze raken volledig verslaafd aan morfine, een harddrug. Vorig jaar op de pijnpoli hebben ze het met geprobeerd aan te smeren, het zou NIET verslavend zijn! Haha, wat een leugenaars.

mensen met chronische pijn

au au au

Helaas is er een kans, dat over enige tijd alle kruiden en voedingssuplementen en ook homeopatische middelen verboden zijn. Het zijn GEVAARLIJKE middelen. Dus een beetje lavendel op je hoofdkussen om lekker te slapen: VERBODEN!! ILLEGAAL!!! RAZZIA…..

Dit kan dan echt niet meer…

Dit is natuurlijk een volstrekt belachelijke ontwikkeling. Voor je het weet worden er weer brandstapels opgetast om ons, hekjes, op te verbranden… De hele farmaceutische industrie had niet bestaan zonder onze voormoeders! Alle medicijnen zijn voortgekomen uit de kruidenleer. Men heeft slechts de werkzame bestanddelen geïsoleerd, zodat ze sterker werken en ook veel bijverschijnselen geven. Waar je dan ook weer iets tegen kunt voorschrijven…..

Daarom is het zo belangrijk om onze stem te verheffen tegen deze ontwikkeling. Als je nog wilt genieten van een kruidentheetje of lavendelflesje in de toekomst: Teken dan deze petitie. Als is het alleen maar voor de Dodelijk Vermoeiden, opdat ze zichzelf in stand, overeind en in leven kunnen houden met al deze middelen.

handen af  van supplementen!!!!!

Deze cadeautjes zal ik voortaan onder de tafel moeten geven…..