Die Jahreszeiten van Haydn klinkt behoorlijk kakofonisch tijdens de eerste repetitie met orkest. M’n oren tuten nog uren na. Maar ja. Ik zit dan ook opgevouwen tussen een klarinet en een schuiftrompet. Enigszins bedwelmd door de in het heetst van de strijd uitgestoten lichaamswalmen.

Zaterdag hebben we een oefendag met het koor. Tussen tien uur ’s morgens en een uurtje of drie ’s middags zingen we de hele Jahreszeiten door. Van achter naar voor, een persoonlijke voorkeur van onze dirigent.

Om een uurtje of tien sukkel ik de zaal in. Ik installeer me op mijn stoel met een mongoolse muts op mijn kop. En een bijpassende wollen deken om mijn schouders. Allemaal werk van de hand van Anna Rotteveel. Het staat heel apart en opvallend. Mooi. Dat leidt lekker af van mijn grafkop.

Beverig en bibberig zit ik het eerste deel uit, maar rond de lunch knap ik dan toch op. Ik krijg weer een beetje praatjes en flirt opgewekt met onze pianist. Ik frommel een broodje naar binnen en ga wandelen met VikThor. Die zit in de auto braaf op me te wachten.

Op kreukelige dagen met toch de nodige activiteiten moet ik mijn blafbeest  tussen de bedrijven door zijn broodnodige beweging geven. En dat lukt me aardig al zeg ik het zelf. Dartel rent hij voor me uit om de kerk heen. Achter de ramen zwaaien mijn vriendinnen uitbundig naar me. Alsof ik ze in geen tijden heb gezien. Haha. Ze zijn gewoon nieuwsgierig naar mijn hondje.

‘Jeetje, wat is hij groot geworden, Heks,’ verzucht Anna even later. Zij heeft hem alleen maar als pup gezien…..

download-45

Dinsdagavond oefenen we met orkest. Dat is altijd een enorme set back. Klinken we zaterdag nog overtuigend en to the point, terwijl we ons door de partituur galmen, vanavond is het opnieuw een worsteling. Om de juiste afstemming te vinden. Om te zorgen dat het 1 geheel wordt.

Zoals altijd vertrouw ik op onze onvolprezen dirigent. Hij maakt zich nooit druk. Blijft er lol in houden. Weet met een kwinkslag iedereen weer bij de les te krijgen. Houdt het absolute overzicht. Heeft een duidelijk einddoel voor ogen……

Na het inzingen loop ik naar mijn stoel. Goeie hemeltje. Ik zit ongeveer in het orkest. Weggepropt onder de oksel van de trombonist. Een dikke grove kerel met een pokdalige huid, het Chronische Slecht Humeur Syndroom en een grote bek, maar dat weet ik dan nog niet.

Vijf minuten later wel. Zodra ik me op mijn stoel heb laten glijden gaat de mafkees los. Alle alten zijn verbijsterd. ‘Wat een lomperik, Heks,’ sissen ze verontwaardigd in mijn verdrukte oren, ‘je zit wel erg in het verdomhoekje vandaag.’

Heks laat het maar voor wat het is. Ik ben moegestreden. Een gevecht met deze onbekende toeteraar staat niet bepaald op mijn to do list. Ik dien hem dan ook bot van repliek dat hij gemakkelijk dertig centimeter de andere kant op kan schuiven, waarop de lompe leiperd nog eens 10 centimeter mijn kant op komt!

Alle alten zetten grote ogen op. Ik zit het maar uit onder die stinkende oksel van zijn vettige geruite overhemd. Getsie.

Na de pauze is er opeens veel meer ruimte voor Heks. Stomverbaasd zie ik dat de botterik opeens wel die halve meter is opgeschoven. Hoe is dat nu opeens gebeurd? De man was niet van zins een duimbreed te wijken! Wie heeft dit voor elkaar gekregen?

‘Dat heb ik gedaan, Heks,’ zegt mijn maatje Anna vastberaden. Laat hij maar opkomen, die lompe kerel, schieten haar blauwe ogen vuur. Deze hoogbejaarde nachtegaal is toch maar mooi voor Heks in de bres gesprongen!

De andere alten zijn stomverbaasd als ze de metamorfose van mijn zitplaats zien. ‘Heeft Anna gedaan…..’ grijns ik. Een daverend lachsalvo is het gevolg. Haar kordate aanpak van die beer van een vent is zo komisch, het werkt op onze lachspieren. Grinnikend begin ik aan de tweede helft van de avond.

Oh, oh, wat is het toch heerlijk om hieraan mee te werken. Het is wel erg hectisch zo tegen een uitvoering aan. En ik zit nu net in een extra beroerde periode met mijn lijf.  Maar wat word ik gelukkig van het bezig zijn met zoiets moois en bijzonders.

Tijdens ‘Ach, das Ungewitter nahtkijk ik eens goed om me heen. Wat een kakofonie aan geluid! Hoe is het mogelijk dat we allemaal toch min of meer gelijk aan het einde van het stuk belanden? Wunderbar!

Dat komt door onze onvolprezen dirigent. Opgewekt schaaft hij aan overgangen. Zet puntjes op de i. Maant het orkest aan om wat zachter te spelen. Goh, nu hoor ik mezelf opeens weer.

En ja hoor, warempel. Na enige tijd begint het echt ergens op te lijken. Ik zit heerlijk te zingen op mijn stoel. Omdat ik nu weer wat ruimte heb kan ik lekker voorop mijn zetel gaan zitten, op mijn zitbotjes. Een methode overgehouden aan jarenlang boventonen zingen gezeten op een houten krukje. Mijn manier van staan tegenwoordig.

‘Ga je tijdens de uitvoering wel staan, Heks?’ vraagt een alt na afloop. Ja, normaal gesproken wel. Maar deze keer weet ik het niet zeker. Ik ben al blij als ik er bij ben, want het is maar naadje met de energie. ‘Ja hoor. Als het even kan wel,’ roep ik echter onbezorgd.

Wie dan leef, wie dan zorgt.

Nog anderhalve week en dan is het al zover. Ik moet intussen wel een beetje gaan sparen met mijn energie…..

Maar niet vandaag, Vanmiddag ga ik door de duinen wandelen met Saar. Gaan we onze hondjes weer de tijd van hun leven bezorgen.

Er zijn nog kaarten verkrijgbaar op de site van Ex Animo.