Odin, de witte god, speelt achteloos met zijn lot. Springt in tuintjes, struint door struiken….. Zit overal lekker aan te ruiken! Zwarte Panter met pensioen: Ja, nu moet hij het doen. Iemand moet wat reuring geven en de broodnodige avonturen beleven…….

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Odin, mijn witte godenzoon, is nu ruim 3 jaar. Hij is volwassen. Het is een beer van een kat. Spierwit. Een ijsbeer.

Ondanks zijn indrukwekkende gestalte is het een ongelofelijk schatje. Zodra ik in mijn stoel ga zitten komt meneer kopjes geven. Eindeloos. Zo probeert hij Heks te verleiden tot een spelletje.

Zijn favoriete speeltje is een uit de kluiten gewassen speelgoedmuis aan een touwtje. Als een dolle stort hij zich op deze prooi. In een onbewaakt moment sloopt hij de muis volledig. Er hangt nu nog slechts een vodje vacht aan dat touwtje. Ook vodje wordt genadeloos aangevallen…..

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Ach Odin. Alle andere katten in huize Heks zijn op leeftijd. De zwarte panter is stokoud intussen. Afgelopen zomer krijgt hij nierproblemen. Bijna ben ik hem kwijt. Halfdood ligt hij in mijn grote bed. Een zwart hoopje ellende. Middels sluwe heksenlisten krijg ik vocht bij hem naar binnen. Ook lukt het me om hem aan het eten te krijgen.

Daar heb ik pilletjes voor. Antidepressiva. Bedoeld voor mensen, maar ze werken ook prima bij misselijke katten met nierziekte: Die gaan er weer van eten. En miauwen!

Na dagen doodziek te zijn geweest staat Ferguut opeens luid krijsend op de voordeur te bonken met zijn nog immer indrukwekkende voorpoten. Hij wil weer naar buiten. Hij is het binnenzitten zat. Het lukt me om hem nog anderhalve dag binnen te houden. Dan laat ik hem maar gaan. Op hoop van zegen.

Zo’n kat op straat geeft altijd gedoe. Hoe vaak is de panter niet zoek geweest? Hij heeft al zijn 7 levens opgesoupeerd tijdens zijn talloze avonturen. Goddank loopt hij tegenwoordig louter zijn vaste ronde door de buurt. Dan kruipt hij onder zijn struik in de steeg hier om de hoek. Daar zit hij dan lekker de boel te observeren.

Of hij zit hier voor de deur op het gevelbankje. Mensen gaan naast hem zitten. Meneer de Koekepeer wordt geaaid. Leuke meisjes kriebelen hem onder zijn kinnetje. Hij laat het zich heerlijk aanleunen.

Als hij er genoeg van heeft glipt hij weer met deze of gene mee naar binnen. Een schaduw. Onzichtbaar verstopt hij zich in het trappenhuis. Tot Heks haar voordeur weer open doet.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een kat op straat is niets gedaan, dus ik ben blij, dat mijn andere katten gewoon hier op het dak blijven zitten.

Helaas is de witte reus ook weer zo’n ondernemend type. Afgelopen zomer springt hij van het dak en landt in de achtertuintjes van de buren. Met veel moeite krijg ik hem weer te pakken, het scheelt dat hij wit is, ik kan hem in elk geval wat gemakkelijker spotten dan de Schaduw…

Eenmaal weer binnen rent bij naar het balkon en springt direct opnieuw naar beneden. De lijer. Opnieuw ga ik op zoek in de binnentuintjes. Deze keer laat hij zich niet meer pakken. Hij blaast verontwaardigd naar me. ‘Baas laat me met rust, ik ben op avontuur…’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Nijdig ga ik onverrichter zake weer naar huis. Een paar minuten later staat hij opeens naast me in de keuken. ‘Ik wil eten!’

Het lukt hem dus om weer naar boven te klimmen is mijn conclusie. Maar hoe?

Heks hoopt dat het hiermee gedaan is. En inderdaad, hij blijft een hele tijd gewoon bovenop het dak zitten. Ik vergeet zijn capriolen volledig.

Tot enige weken terug. Odin is weer foetsie. Alle katten zijn binnengekomen om te eten, maar hij is zoek. Ik struin door de buurt, ik zoek in de tuintjes. Dan zie ik hem in de verte lopen. Zijn enorme spierwitte lijf blinkt in het maanlicht. ‘Odin,’ ik vlei zijn naam uit mijn mond, ‘Kom hier lekker schatje.’

Meneer gaat er als een haas vandoor!

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Uiteindelijk ontwaar ik hem onder een struik. Hij kijkt me indringend aan met zijn schuine oogjes. Dan maakt hij zich los uit de struik en springt door de tuintjes naar de brandgang. Met reuzensprongen rent hij voor me uit. Even kijkt hij om of ik hem volg.

‘Kijk baas, goed opletten nu…!’

Dan rent hij aan het eind van de brandgang verticaal tegen de muur op, springt op de deurpost van de poort, nog een reuzensprong en…. hij zit weer op het dak.

‘Kijk, zo doe je dat, baasje, ik kan prima zelf thuiskomen. Dus hou op met dat irritante gezoek en gezanik.’

Vorige week ontsnapt Odin net als ik op het punt sta om naar bed te gaan. Hij struint door de buurttuintjes. Luid mauwend maakt hij zijn aanwezigheid kenbaar. Het is midden in de nacht. Alle buren slapen. Hun slaapkamer aan de kant van hun achtertuin…..

Odin zit echt te loeien!

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Opnieuw waag ik een poging om hem te pakken te krijgen. Tevergeefs. Uiteindelijk laat ik de balkondeur op een kiertje staan, zodat hij weer naar binnen kan. ’s Morgens ligt hij uitgeput te slapen in de vensterbank. Helemaal kapot na een nacht vol avonturen.

Nou, laten we maar hopen dat het bij de tuintjes blijft. Dat hij niet de straat op gaat, zoals de Panter. Dat hij zich verre houdt van het Boerhaave museum of de Schouwburg. Dat hij niet met een vrachtwagen mee gaat rijden en pas een half jaar later weer opduikt in Hoorn. Dat hij niet zwaargewond en graatmager terugkomt na weken opgesloten te zijn geweest in een schimmelig schuurtje of berging.

Ik vrees dat dit ijdele hoop is. Groot kans dat deze sneeuwpanter in de voetsporen van zijn zwarte voorganger treedt.

Ferguut deed zijn naam eer aan, de boerenridder. Ik haalde hem na zijn ‘Grote Queeste’ op in het asiel in Hoorn. Alwaar hij residentie hield in de Ridderzaal…… Echt waar.

Hopelijk doet Odin zijn naam iets minder eer aan en verliest hij geen oog ergens onderweg…..

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Hij flikt het weer, voor de zoveelste keer: De Panter is verdwenen. Mijn ouwetje is de hort op. Is mijn kater meegereden met een vrachtwagen van de Schouwburg? Zit hij in het museum? Of in een schuurtje of garagebox? Heks loopt alweer dagen te zoeken. Tot nu toe zonder resultaat. Ja, ik ben kwaad. Op dat hardleerse beest! Hij heeft al zijn levens al versnoept! Op een kwaaie dag is hij er geweest……

Ja, het valt allemaal niet mee. Nee. Het leven is geen krentenbol. Of een balletje gehakt. Verre van dat. Het leven is een gevecht tegen de bierkaai. Tegen de windmolens in je eigen dolgedraaide kop. Hop. Het leven is niet gemakkelijk. Het is geen eitje bij je ontbijtje.

Vandaag heb ik een pestbui. Ik ben met name bijzonder nijdig op de Zwarte Panter. Die gestoorde idioot is er weer vandoor. Ondanks zijn hoge leeftijd is hij weer aan de zwier. Sinds vorige week vrijdag heb ik hem niet meer gespot.

De dag dat er hier tien vrachtwagens in de steeg een enorme berg teringzooi uit de Schouwburg in stonden te laden. Twee lange weken lang werd er een film opgenomen in dit historische pand. De hele steeg in rep en roer. En vrijdag was het dan klaar. In colonne reden al die kolossen vervolgens de steeg uit.

Met mijn panter aan boord? Is die eikel weer in een vrachtwagen geklommen? Kan ik hem weer ergens in Noord Holland gaan ophalen over een half jaar?

Of zit hij in de Schouwburg? Daar heeft hij de afgelopen winter ook ruim anderhalve week over het toneel lopen huppelen. “Nee, dan zou het alarm af gaan,’ beweert de beheerder, met wie ik een rondje door het lege gebouw maak. Al rammelend met een bakje kattenvoer.

‘Dat alarm ging de afgelopen winter ook niet af. Mijn kat heeft toen straffeloos hier de boel op stelten kunnen zetten, tot een paar werklieden de artiesteningang open deden. Rende er een schaduw naar buiten. Miauwend en wel. Ze hebben het me zelf verteld,’ dien ik de man van repliek.

Ferguut komt niet tevoorschijn. De ellendeling laat zich niet zien.

Al dagen loop ik ’s nachts om een uurtje of drie te roepen bij schuurtjes en garageboxen. Bij leegstaande panden en schoolgebouwen. Bij het Boerhaavemuseum en de Leidse Schouwburg. Bij de bioscoop en de diverse studentenhuizen. Nergens zie ik mijn panter. Mijn monster lijkt van de aardbodem verdwenen. Mijn grote stoere kater is en blijft weg.

Voor de zoveelste keer. Hoe vaak heb ik dit al meegemaakt? En altijd weet ik binnen een halve dag, dat het foute boel is. Alsof mijn panter me een bericht stuurt. ‘Help, vrouw, ik zit in de penarie. Ik ben ernstig in de problemen geraakt, ik zit opgesloten…..’

Hoe vaak heb ik niet door het museum lopen dwalen op zoek naar mijn Zwarte Ridder? Ook daar beweerden ze dan, dat het alarm af zou gaan door mijn kat. Ze keken vervolgens heel raar op, als mijn bakbeest dan uiteindelijk ergens in het gebouw op dook. Hoe was dat nu mogelijk?

Alles is mogelijk bij de Zwarte Schaduw. Hij kan zich onzichtbaar maken. Hij zweeft op kousenvoetjes door al die oude panden. Hij kruipt onder de vloer en verschuilt zich in het riool indien nodig. Mijn panter heeft al zoveel avonturen beleefd.

Maar het moet nu maar eens afgelopen zijn met die gekkigheid. Ferguut is 14 jaar oud. De gemiddelde kat ligt dan al in zijn graf. Maar meneer de Koekepeer gaat gewoon op queeste. Hou nou toch eens een keertje op. Schei uit met die zottigheid.

Vandaag staat in het teken van mijn kat vinden. ‘Ik heb een website met allemaal tips naar je toe gemaild. Misschien een poster in de buurt ophangen?’ suggereert Rozenhart. ‘Zo’n poster is weinig zinvol. Ferguut kent de buurt op zijn duimpje. Hij kan echt de weg wel terug vinden naar huis….’ antwoordt Heks mismoedig.

We bellen met de productiemaatschappij van de film, nadat de zoektocht in de Schouwburg niets heeft opgeleverd. Iemand gaat de vrachtwagens nakijken. Of er geen kat in zit. Navragen ook of er geen kat ontsnapt is, tijdens het uitladen…

Ook dit levert niks op.

Machteloos. Je staat als mens machteloos tegenover dit kattengeweld.

Ik steek een kaarsje aan en brand een geuroffer. ‘Tanneke Toverheks, lief vriendinnetje van me, wil je me helpen zoeken naar mijn kat Ferguut?’ prevel ik tegen mijn kattenvriendinnetje aan gene zijde. Zij was bij leven een geweldige kattenvindster. Ze heeft menig zoekgeraakt poesje opgesnord. Voor deze en gene. Ook voor Heks.

‘Hij komt wel weer boven water, Heks,’ lispelt haar lieve stem in mijn oor, ‘Je moet gewoon eventjes geduld hebben. Het heeft wat tijd nodig…..’

Geduld heb ik niet. Ik maak me zorgen. Mijn kat is intussen echt een oude man. Hij mist een paar voortanden. Die zijn er uitgeslagen door zijn aartsvijand die Kut-Bengaal.

Ach, lieve onmogelijke Panter. Roofriddertje van me. Zwarte Schaduw. Mallotige idioot: Kom naar huis!!!!!!!!! Ik mis je. Wij allemaal. Zelfs de Boskat……