Ja, hoera! Vanavond rappen we de spreekkoren uit de Matthäus Passion van Bach. Altijd een feestje, repeteren met mijn oratoriumkoor. In de pauze krijgt Heks welverdiende complimenten van haar medezangers. Lekker hoor.

Zoals elke week ga ik natuurlijk weer een avond repeteren met mijn koor. Ik trek mijn nieuwe rode jurk aan met een paar geweldige cowboylaarzen. Gedecoreerd met speelkaarten. Tarot! Echt iets voor een toverkol! Een hoedje, vest en knalrode sjaal completeren mijn look. Stylen kun je wel aan Heks overlaten. De andere alten kijken zoals gewoonlijk weer hun ogen uit.

‘Leuk hoedje, Heks!’ ‘Staat je goed!’ ‘Ik vind je sjaal zo prachtig, zelf gebreid?’ Uitgebreid wordt mijn outfit besproken in de pauze. ‘Mooie ketting, die staat er geweldig bij!’ Het is inderdaad een prachtig sierraad, onlangs cadeau gekregen van een hele lieve man!

Vanavond repeteren we de spreekkoren, die geweldige hiphopachtige elementen in de Matthäus-Passion. Wat is het toch een fantastisch muziekstuk. Bij een bepaald zinnetje zegt de dirigent: ‘Kijk, hier staat allegro. Het is de enige tempoaanduiding in de hele Matthäus. Bach heeft daar ongewijfeld een bedoeling mee gehad: Het moet licht blijven, maar de tekst doet je neigen naar zwaar…’

Zo leer ik altijd wel weer iets bij over deze intrigerende passie.

Jaren geleden ben ik naar een lezing geweest van Kees van Houten over de Kruisvorm in Matthäus-Passion. Hoe het gedeelte voor de pauze de horizontale balk vormt en het gedeelte na de pauze de verticale. Het verklaart direct ook waarom de pauze in dit stuk tegen alle traditie in zo idioot vroeg ligt…….

Het eerste stuk na de pauze is heel ‘hoog’ gecomponeerd, het laatste juist zeer laag. Dan zitten we naast het graf. Op de barre grond.

Daar waar de balken elkaar kruisen, precies op die plek, wordt het ‘Erbarme dich’ gezongen. Het hart van de Matthäus Passion. De aria, die volgt op het verraad van Petrus. Het lied over de feilbare mens: ‘Heer ontferm U!’ Deze aria heeft ongeveer deze hele ellendige winter in mijn hoofd gezeten. Het is een heel droevig lied van ongekende schoonheid……

Erbarme dich,

Heb medelijden,

Mein Gott,

Mijn God,

Um meiner Zähren willen !

Omwille van mijn tranen.

Schaue hier,

Zie toch,

Herz und Auge weint vor dir

Hart en ogen wenen

Bitterlich.

Bitter om U

 

‘Goh,’ dacht ik na die lezing, ‘En hoe zit dat dan met de Johannus Passion? Want als Bach zoiets voor de ene passie verzon, dan zal het ongetwijfeld ook terug te vinden zijn in die andere werken van zijn hand.’

Maar goed, wij zijn nu eenmaal een Matthäuslandje. Dus ook onze onderzoekers blijven gefixeerd op dit speciale stuk. Heks vindt het best. Al had Bach nooit iets anders geschreven dan alleen dit stuk, dan kon ik er nog een heel leven mee toe!

Later lees ik dat Kees van Houten deze twee passies van Bach naast elkaar heeft gelegd. Ook daar geeft hij nu lezingen over…..

De gehele avond ploeteren we op de spreekkoren. De bassen hebben een virtuoze partij met ‘Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden’. Alleen loopt het nog niet erg.

‘Ik laat jullie eerst wat stemoefeningen doen, voor de soepelheid.’ Onze dirigent Wim de Ru weet altijd precies hoe hij het beste uit zijn zangers kan halen. ‘Hahaha, huhuhu, uhuhuhuh’ zingen de bassen. Wij alten zitten hen uit te lachen. Het klinkt zo grappig!

‘Jaja, lach maar,’ roept Wim, ‘Dat vinden jullie wel leuk hè, als de bassen foutjes maken…’

Wat is het toch heerlijk, zo’n avondje zingen. Op de heenweg zat ik scheldend in de auto. Ik heb last van een kort lontje, dus als automobilisten als een slak door de stad kruipen in hun bolide erger ik me kapot. ‘Laat me erlangs, rijd nu eens door,’ foeter ik tussen mijn tanden. Op de terugweg zing ik het hoogste lied. Steevast!

In de garderobe op weg naar buiten spreek ik een sopraan, die ook in ‘de Schola’ zingt. ‘Ik wist wel dat je niet zou komen,’ lacht ze me toe, ‘Gewoon een voorgevoel. Maar je mist wel iets hoor, Heks.’

Ze heeft me enthousiast gemaakt om mee te zingen in een passie, ws. het Christus Oratorium, van Liszt. Vorige week zou ik eigenlijk een avondje op proef gaan, maar ik lag natuurlijk weer eens om. De slimmerd laat me nu geloven, dat ze overtuigd is, dat ik het toch niet ga doen. Zodoende ben ik er natuurlijk op gebrand het tegendeel te bewijzen.

Kijk, zo gaat dat met ons mensen. Juist als je overtuigd bent, dat iemand het niet in zich heeft om iets bepaalds te bewerkstelligen, kom je nog voor verrassingen te staan. Verwachtingen worden zelden waargemaakt. Maar goddank is het leven wel wonderbaarlijk!