Ik sus mezelf en hou me koest. Vanbinnen bang. Vanbuiten woest. Zit aan mijn leunstoel vastgeroest! Zolang ik maar niet ernstig hoest……..Geen zin meer om nog zwaar te tillen, geen lust om anderen te villen, maar wat ik wel zou willen vanbinnen, is me verbinden, echt verbinden…..

Dit stuurde een heksenvriendinnetje me. Ik ben er echt blij mee!

Wat gewoon doorgaat is de ME. Heks is zorgmijder geworden, net als velen met mij. Het is zelfs op het nieuws. Hartpatiënten worden opgeroepen om toch vooral wel te komen als ze klachten hebben. ‘Ja, ik zal me daar gek zijn, me wagen in het hol van de leeuw….’ hoor je deze risicogroep massaal denken.

Heks heeft ook dergelijke gedachten. Mijn hartje klopt dan probleemloos, mijn immuunsysteem rammelt in zijn voegen. Zonder Corona. Ik heb geen idee, wat dat haperende systeem met dat virus kan. Wie weet heb ik het al gehad. Met super milde klachten. Heks heeft altijd klachten. Al dertig jaar. Dus misschien heb ik het helemaal niet gemerkt.

Een paar weken geleden heb ik  een griepje onder de leden. Precies in het weekend. Ik zie sowieso niemand natuurlijk. Behalve de thuiszorg. Ik heb dan net een nieuwe, een jongeman. De eerste en derde keer komt hij niet vanwege griep. Was het griep? We weten het niet.

Heks heeft het weekend na zijn tweede dienst dus keelpijn, hoofdpijn, buikpijn en kriebelhoest. Ook val ik een keertje bijna flauw en heb ik het een dag behoorlijk benauwd. Maar het duurt kort, een paar dagen. Het gewone griepvirus waart ook rond. De kans is groot, dat ik daar een staartje van mee heb gepikt.

Intussen heb ik iemand ontdekt in mijn naaste omgeving, die het Coronavirus heeft doorgemaakt. Een ijzersterke  jongedame. Ze is 3 weken strontziek geweest. Milde klachten heet dat. Zo’n anderhalve dag Spaans benauwd en nu nog, al ruim anderhalve week klachtenvrij, zo slap als een vaatdoek.

Vorige week haalt ze mijn hondje op. Zij zit in het vaste VikThor dreamteam. Mijn ventje heeft een heerlijke dag met zijn favoriete vriendinnetje. Bij de voordeur draag ik hem over. Met mondkapje op. We houden voor de zekerheid nog een tijdje afstand.

De berichten over hoe lang het duurt, voordat je het virus niet meer kunt verspreiden, nadat je klachtenvrij bent, zijn verwarrend. In Nederland zeggen ze 24 uur. Ik krijg een artikel toegestuurd, waarin bevindingen staan van recent onderzoek. Al het onderzoek naar dit ziektebeeld is natuurlijk recent.

Het virus is tot een week na de laatste klachten aangetroffen bij volledig genezen mensen. Nog maar even voorzichtig dus.

Stiekempjes is Heks blij, dat ze iemand kent, die al antistoffen tegen deze plaag in haar systeem heeft. Voor het geval de boel hier toch mis gaat. Dan durft er in ieder geval iemand mijn huis in om de beestjes eten te geven. En ze haalt VikThor op. Die mag dan een tijdje bij mijn zus logeren…..

Heks wil graag wat positiever uit de hoek komen. Maar ja, ik ben geen poppenkastpop. Ik worstel dagelijks met een lastig lijf in mijn eentje. Ik zie geen behandelaar meer, veel te link vind ik. Maar intussen zakt mijn lijf wel een beetje in. Ik doe mijn best, maar mijn rare gare spieren raken meer en meer verkrampt. Mijn zenuwstelsel is volstrekt van de kook.

‘Hoe gaat het daar, Heks?’ app’t de fysiotherapeut. ‘Prima hoor, alleen 2 centimeter smaller geworden in de schoudergordel. Ik denk door verkramping… ‘ grapt Heks terug. Het is niet eens echt gelogen. Ook mijn kuiten zijn gekrompen. Ik trek me letterlijk in mijn lijf terug.

Ik zou best beter willen worden, hoor. Dat is het niet. Heks is al dertig jaar bezig met dat project. Het is echter niet zo, dat ik verwacht door deze crisis opeens van mijn ziekte te genezen. Wel van mezelf. Dat is altijd een groot streven van me.

Maar wat ik voornamelijk heb geleerd van mijn ziekte door de jaren heen, is dat het is zoals het is. Dat er wonderen bestaan, maar dat ze aan mijn deur voorbij gaan. Dat ik wel door keihard ploeteren, diëten en voedingssupplementen, dit niveau heb bereikt. Ik lig niet met sondevoeding in mijn neus en een flatus uit mijn kont in een verpleeghuis.

Goddank, want daar moet je nu echt niet zijn met een aggenebbis immuunsysteem.

Het kan ook pure mazzel zijn dat ik nog steeds rond loop te springen. Dus niet tengevolge van mijn niet aflatende inspanningen. Van het ‘mijn best doen‘. Van mijn positieve levenshouding. Ik acht de kans, dat mijn inspanningen er niks mee te maken hebben, best hoog.

Evenzogoed krijg ik met enige regelmaat een lekkere terugval. Dat hoort bij de pathologie van ME. ‘De kunst is om daarvan niet in paniek te raken,’ vertelde een reumatoloog me ooit in verband hiermee. Een kunstje, dat ik nooit echt goed onder de knie heb gekregen.

Dusssssss. Ik sus mezelf en hou me koest. Vanbinnen bang. Vanbuiten woest. Zit aan mijn leunstoel vastgeroest! Zolang ik maar niet ernstig hoest……..