Heks ligt zachtjes te mekkeren, want niet lekker en doodmoe. Boe! En: Bèhbèhbèh! Mijn gemekker is niets vergeleken met dat op televisie. Rondom de Olympische Spelen. Als er iemand van zijn fiets valt. Of positief op Corona getest is. Of haar dag niet heeft. En dus niks wint.

Heks ligt gestrekt. Ik kan niet bewegen vandaag. Alle verborgen spiertjes en peesjes in mijn heksenlijf protesteren bij voorbaat. En wat heb je dan gedaan, Heks, dat je het zo moet bezuren? Letterlijk. Bezuren met verzuren. Nou, niks bijzonders.

Ik heb gisteren wel gezwommen, maar dat doe ik tegenwoordig elke week. Dus dat zou intussen niet deze problemen meer moeten veroorzaken. Wel dus. Ik kan nooit een pijl trekken op dat hopeloze lijf van me. De ene keer kan ik straffeloos een kilometertje zwemmen. De andere keer lig ik dagen bewegingsloos in bed te creperen na zo’n actie. Ik zal er nooit aan wennen.

Maar er is ook goed nieuws. Mijn belastingaangifte is eindelijk de deur uit. Alle bonnetjes opgesnord en opgeteld. Alle medicijnen die niet worden vergoed opgevoerd. Elk jaar een hele heisa. Maar het is weer voor elkaar!

Met name dankzij Blonde Buurman. Mijn oude vriend helpt me met allemaal ongelofelijk kutklussen. Hij schrijft brieven en wint informatie in betreffende zaken, die me pijnlijk raken. Hij fungeert als buffer tussen Heks en haar kwelgeesten.

Bovendien houdt hij van lijstjes en administreren. Iets waar ik de genen voor mis. Heks houdt van chaos en improviseren. Dat kan ik dan ook als de beste, een creatieve oplossing bedenken voor bijna elk probleem. Helaas heb je niets aan zulke eigenschappen als het op belastingzaken aankomt. Dan ben je meer gebaat bij degelijke lijstjes.

Zometeen ga ik naar de fysiotherapeut. Die gaat me weer helemaal uit de knoop halen. Hij duwt mijn rechterschouder weer in de kom. En mijn rechterheup. Hij maakt armen en handen los uit chronische kramp. Hij plopt een rib weer op zijn plaats halverwege mijn rug. Hij ontspant mijn kaakspieren, zodat mijn kaakgewricht weer in de kom schiet.

Hij foltert mijn voetzolen, zodat mijn voeten zich weer kunnen ontspannen. Hij doet hele gemene dingen met mijn kuitspieren en de verharde platen op mijn dijbenen…… In een half uur tijd loopt hij mijn hele lichaam langs. En niet voor niets, ook al denk ik dat echt wel eens. Als hij een week later weer helemaal van voren af aan kan beginnen.

Nee, ik laat me niet voor niets wekelijks systematisch martelen. Dat bleek wel na een half jaar zorg mijden. Sinds de sessies zijn hervat kan ik weer af en toe ontspannen wandelen. Dat was onmogelijk geworden met een heup chronisch uit de kom. En ook het zwemmen lukt me, alleen omdat mijn fysiotherapeut me weer wekelijks pijnigt.

‘Heb je nog een beetje naar de Olympische Spelen gekeken?’ vraag Blonde Buurman tijdens onze aangifte-sessie. Heks is dol ook sport. Ik kijk elk jaar fanatiek naar de Tour de France. En ook de Olympische Spelen kunnen zich doorgaans verheugen in mijn mijn warme belangstelling.

‘Ik kan mezelf er dit jaar niet toe zetten. Ik had het ook met de Tour. Alleen de ritwinst van Bauke Mollema heb ik toen bekeken. Normaal gesproken kijk ik elke dag met overgave naar de Avondetappe. Alsmede lange bergritten. Die zat ik dan helemaal uit.’

‘Maar ik kon al dat geneuzel rondom de Tour dit jaar gewoonweg niet aanhoren. “Lekker belangrijk,” denk ik dan steeds. Ik heb het nu ook weer met de Spelen. Dat gezemel door Jan en Alleman en deskundige zus of zo over iemand, die valt of verliest. Wat een gezeik. Ik kan het eventjes niet hebben….’

Heks heeft geen geduld voor gezemel. Helaas wordt er heel wat afgeleuterkoekt door mijn medemensen. Al kletskousend houdt de mensheid zichzelf in de lucht. Zucht.

Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart. Zuchten dus maar, Heks. Tot je erbij neervalt. Maar niet meer luisteren naar gewauwel over niks. Naar gezuig en gezeik. Dat gaat niet meer gebeuren.

Heks suist dagenlang in een baan om de aarde na een flinke inwendige ontploffing. Gelukkig zie ik het licht. Neem ik het weer licht. Die oplichter. Bovendien doe ik iets, dat ik veertig jaar geleden had moeten doen: Ik neem echt afstand. Dat geeft verlichting…….

Tegen het einde van mijn retraite ben ik behoorlijk ziek. Niemand merkt er iets van, behalve ikzelf natuurlijk. Plotseling ren ik weer vanouds ’s morgens non stop naar het toilet. Ik val kilo’s af. Gewrichten hangen massaal uit de kom. Mijn huid is in een maanlandschap veranderd. Jeukende bulten, belachelijke bobbels en kriebelige kraters hebben zich in mijn gezicht en op mijn armen genesteld.  

Het wordt de hoogste tijd, dat Heks naar huis gaat. Dat ik weer normaal kan eten. Dat ik niet meer door een tent hoef te kruipen met al die gewrichten uit de kom. Dat ik weer eens door een fysiotherapeut uit de knoop kan worden gehaald.

Maar ja. Heks heeft werkelijk geen zak zin om naar huis te gaan. Ik wil wel graag mijn beestjes weer zien. Ook verheug ik me op mijn eigen bedje. Maar ik weet natuurlijk best, dat eenmaal thuis de euforie van zo sterk verbonden zijn met medemensen snel voorbij is. 

In het dagelijkse leven zijn mensen niet zo mals. Ze gunnen elkaar niet zoveel. Van het asociale egocentrische gedrag van de gemiddelde mens kots ik al jaren. En na een verblijf in zo’n fijne omgeving slaat dat hopeloze gedrag je extra hard om de oren.

Als ik een dag terug ben raak ik al slaags met een geitensok in de biowinkel. Heks staat rustig appel/perensap te zoeken tussen alle appelsap, als een rare broodmagere gare gluut van een vrouw  me bruut opzij stompt en snel de laatste exemplaren onder mijn handen vandaan grist. Ze trekt ze nog net niet uit mijn vingers, maar het scheelt niet veel.

‘Jij zoekt zeker ook de appel/perensap,’ wrijft ze haar minne actie er nog maar eens eventjes in. Snel maakt ze zich met de laatste flessen uit de voeten. 

Typerend. En wie trekt er weer eens aan het kortste end?

Maar goed, ik weet dus prima wat me te wachten staat als ik weer thuis ben. Met die wildvreemde eigengereide rare geit is op zich goed te leven, maar helaas zit mijn persoonlijke cirkel ook boordevol zulke gezegende gekken. Die grabbelen, grissen en uit handen trekken. 

En als ik opnieuw mijn studieschuld zie staan op mijn belastingaangifte, terwijl ik hem al heb afgelost, zijn de rapen gaar. Dagenlang ben ik van slag. Iedereen in het gezin heeft zijn of haar opleiding betaald gekregen, behalve ik. En nu dit weer. Wat een klotefamilie heb ik toch. Ze gunnen me ook niks.

Pas een week later zie ik er de lol van in. Krijg ik oog voor het absurde van de hele situatie: Heks is waarschijnlijk de enige in de hele wijde wereld, wiens ouders verdienden aan haar studie! Enorm lachwekkend, toch?

Als jonge vrouw zat ik handenwringend bij de decaan. Ik had geen beurs, want mijn ouders verdienden veel te veel. ‘Je moet naar de rechter en verklaren, dat je ouders je ouders niet meer zijn,’ was haar advies, ‘Alleen als je officieel afstand neemt van die mensen, krijg je een beurs.’

Heks kreeg dat natuurlijk niet voor elkaar. Ze gaven me dan wel geen rooie rotcent, noch steunden ze me in mijn studentikoze bestaan, ik hield wel degelijk van die mensen. Bovendien is Heks altijd belachelijk loyaal geweest. Je moest echt jarenlang rechtstreeks in mijn bek schijten voordat ik ging protesteren……

Pas tegen het eind van mijn studie waren mijn ouders bereid een volstrekt uitgeputte Heks een minuscuul bedrag te lenen. Vlak voordat de ME me definitief tegen de vlakte sloeg.

‘Heks, maak je niet druk, het is een studieschuld van niks. Dat is dan weer het voordeel van het feit, dat ze niet van zins waren je veel te lenen. Laat staan iets te geven. Je hebt het leeuwendeel van je studie destijds zelf bij elkaar gesopt en geboend. En geserveerd….’ reageert een goede vriend laconiek. Hij heeft gelijk!

‘Wij kunnen niet tegen onrecht, dat is ons probleem,’ sombert de Don later aan de telefoon. Daar zit wat in. Heks heeft bijvoorbeeld een flinke schuld bij de sociale dienst, omdat ik al ziek was, toen mijn vader overleed. Al het geld, dat ik toen kreeg uitgekeerd, moet weer terug die sociale pot in, omdat ik plots recht op een erfenis had.

Ik kreeg die erfenis niet. Maar ik heb dus wel die schuld.

Daar zul je me echter nooit over horen. Dat geld komt een ander ooit weer goed van pas. Het is een veel groter bedrag dan die stomme studieschuld, maar het doet me helemaal niks. Sterker nog: Ik ben blij, dat ik een dergelijke schuld heb en niet eentje wegens speculeren met huizen bijvoorbeeld.

Heks heeft geen medelijden met dat soort hebberige schulden. Ik ken een heel inhalig mannetje, die heel veel geld naar zich toe heeft geharkt ten koste van anderen, wat hij er vervolgens op zo’n manier doorheen joeg. Ging hij zielig doen tegen de mensen die hij had benadeeld! Waaronder Heks…..

De werkelijke wereld is nogal een kluif. Mijn wens als kind om waarachtig te leven en ook de donkere kanten te leren kennen is echt uitgekomen. Maar intussen mag het wat mij betreft wel wat minder. 

De laatste dagen in Plum klitten de leden van mijn tijdelijke familie enorm bij elkaar. We zijn niet bij elkaar weg te slaan. Het is alsof iedereen weet, dat het weer sappelen wordt zodra je thuis bent. 

Intussen zit ik weer wekelijks dagenlang alleen te koekeloeren. Knuppel ik me met mijn afknaplijf een weg door die eenzame ruimte. Ik mis mijn tijdelijke Plumfamilie!

Het zou zo fijn zijn om elkaar eventjes te zien. Het zou zo fijn zijn om even bij elkaar te zijn……..