Heks ontroerd door mooi gedicht van Ankie Peypers ‘Een jonger vrouw’. Gedoe, gedoe, gedoe omtrent mijn hulptroepen. En slappe lach in de sauna.

Zondag ga ik naar de kerk. Mijn kerk, waar God ook een vrouw is. Behalve vandaag: We hebben een gastpredikante en bij haar is het ‘God de man’. Zonder enige twijfel.

Het thema van de dienst is ‘de gebogen vrouw’. De dominee begint met een gedicht van Ankie Peypers:

Een jonger vrouw

In mij is een jonger vrouw dan ik
met lichter ogen en smaller handen.
Zij staat op kleine gespitste voeten

door mijn ogen naar buiten te zien.
Zij kijkt naar de dagen, naar licht en naar kleuren,
ziet alles verwonderd, ziet alles heel schoon.
Beiden verlangen we, dat zij kon spreken,
dat zij kon bewegen en leven en breken
de donkere, die om haar woont.

——————————————————————
Uit: Verzamelde gedichten, 1976.

Schrijver: Ankie Peypers

Het gedicht raakt me. Het blijft de gehele dag bij me.

Vandaag komt mijn thuishulp. Goddank. Er zit enorm de klad in momenteel sinds mijn vaste hulp vorig jaar juni een ongeluk kreeg. Al zo’n 15 maanden loopt de zorg in Huize Heks voor geen meter. Dientengevolge moet ikzelf vaak aan de bak. Hetgeen niet gaat. En toch moet. Al die griepaanvallen de afgelopen winter waren hier een direct gevolg van.

En nog steeds worden mijn uren maar voor de helft ingevuld. De organisatie die mijn hulp faciliteert, een bedrijf dat ooit prima werk afleverde, laat het afweten. Hulp krijg ik vaak niet. Maar ik krijg dan weer wel zomaar een grote mond.

Krijg ik toch nog wat.

‘Wat heb je toch gedaan, Heks,’ moppert mijn orthopedisch fysiotherapeut, terwijl hij de verstrengelde spierknopen en verfrommelde pezen in mijn armen en rug te lijf gaat, ‘De hele boel zit muurvast. Vertel me dat nu eens?’ ‘Ik heb de was gevouwen,’ biecht Heks op. ‘Wil je dat wel eens laten,’ foetert mijn behandelaar quasi nijdig.

Heks is een ongelofelijke kreukel, maar je ziet niets aan haar. ‘Wat zie je er toch goed uit,’ hoor ik regelmatig. Of ‘Jij 64 jaar? Laat me niet lachen, je maakt een grapje.’ ‘Nee, echt, je zou me ’s morgens eens moeten zien…’ zeg ik soms terug. Maar meestal laat ik het maar. Gelukkig zie ik er niet zo uit als ik me vaak voel.

Een levend lijk.

‘Heks, jij bent zo’n levendige vrouw. Jij hebt zo’n stralende energie en grote interesse in alles en iedereen. Maar jouw lijf is een ander verhaal. Het fungeert als een soort gevangenis. Jij met al je levendigheid zit opgesloten in dat onwillige lichaam. Jouw lijf is jouw gevangenis. Dat moet vreselijk voor je zijn!’ zegt een medisch specialist onlangs tegen me.

Ik vind dat wel mooi omschreven. De Don en ik zeiden regelmatig tegen elkaar, dat ons leventje nog het meeste weg had van je straf thuis uitzitten. Met een loden bal aan je voet. En dat dan levenslang.

En dan is goede hulp heel belangrijk. Het kan echt het verschil maken. Helaas ben je soms overgeleverd aan de luimen en grillen van de diverse organisaties en hun medewerkers. Ik ben wel eens uren thuishulp kwijtgeraakt door een medewerker bij het loket WMO. Heks informeerde naar haar indicatie. ‘Uw toon bevalt me niet,’ zei meneer de Rat,’ Ik haal de helft van uw uren weg.’

Het heeft een reeks aan rechtszaken gekost om die uren terug te krijgen. Een vermoeiende martelgang. Maar het is me indertijd gelukt. ‘Dit is uw indicatie en daar mag niet meer aan getornd worden,‘ aldus de rechter.

Gisteren ga ik lekker naar de sauna. Ik heb nog wat saunabonnen. Bedoeld om gezond en wel de winter door te komen, maar afgelopen winter lag ik maandenlang met griep en bronchitis in bed. Naar de sauna gaan was geen optie. Dus dan maar lekker in de zomer naar de sauna. Ook niet verkeerd.

Ik doe mee aan een opgieting met saunameester John. Mijn favoriet. ‘We gaan vanavond naar Spanje,’ roept hij enthousiast, ‘Ik heb mooie muziek van Julio Iglesias en wat heerlijke Spaanse geuren…’ Hij gooit een bal ijs met Aloë Vera op de kachel. Een wolk geurig stoom trekt door de cabine.

Vervolgens danst hij kunstzinnig wapperend met een badlaken elegant door het open gedeelte van de sauna. We beginnen te lachen om zijn capriolen. De sfeer zit er goed in.

Een prachtige struise voluptueuze dame naast Heks maakt de ene kwinkslag na de andere. Ze rent even de sauna uit om af te koelen en komt dan doodleuk weer terug. Tot groot vermaak van de rest van het publiek. Behendig springt ze langs de man voor haar terug op de tweede verdieping. Hij moet er vreselijk om lachen…….

Een half uurtje later zit ze opeens naast me in de infrarood sauna. ‘Ik had sjans tijdens de opgieting,’ vertrouwt ze me toe. ‘Zeker die man voor je, echt een lekker ding overigens,’ grinnikt Heks. ‘Ja, een leuke vent, maar ik moest hem wel teleurstellen, want ik heb een man en kinderen thuis zitten.’ Het is een schat van een meid met een hele positieve vibe. Met name dat teleurstellen vindt ze niet leuk.

‘Ach, het is toch ook best een boost voor je ego,’ reageert Heks nuchter, ‘Je kunt het nu eenmaal niet iedereen naar de zin maken…..’ ‘Ja, maar ik vond het toch vervelend om hem af te poeieren. “Ik spring wel in een koud bad,” zei hij,’ besluit ze haar verhaal. We krijgen de slappe lach.

Daarna praten we heel geanimeerd over haar huwelijk. Waarin dingen spelen, die wel eens tot het einde daarvan zouden kunnen leiden. ‘Ik geef hem nog een jaar,’ het klinkt gekscherend, ‘Hij heeft geen idee. “Ze is er nog steeds, dus het zit wel goed,” denkt hij,’ verzucht ze.

Een half uur later kar ik door de stad met de hondjes. Ze moeten nog even stevig gelanceerd worden. Een lichte hoofdpijn wint aan terrein. Hè, getsie. De sauna is niet helemaal goed gevallen.

Niet veel later zijn alle beestjes gevoerd, inclusief Heks. Ik schuif mijn bed in. Mijn lijf, zo doelmatig ontspannen, uitgerust en schoon, is onrustig. Het stampt. Alles gaat zeer doen. Misschien te ontspannen? Ik stop er nog wat pijnstilling in. Het duurt uren voordat ik slaap. Maar dan…. slaap ik ook als een roos.

God moet een geweldige vis zijn. Een vrouwelijke wel te verstaan! En: Vergeven is een tweezijdig proces. Vandaar dat het vaak niet lukt. Ligt er weer eentje dwars…..

Vanmorgen ga ik naar de kerk. Het is alweer een paar weken geleden, dat ik het op kon brengen. Of niets anders aan de hand had. Eerst natuurlijk eventjes met Varkentje naar buiten. Een koude natte maartse bui kleddert over ons heen. We zijn binnen een paar meter doorweekt. Bah, bah, wat is het toch al maanden vreselijk weer. Slechts zelden piept de zon eventjes door de wolken. Die  verraderlijke wattendekens vol onverzoenbren hemelse haat.

Snel geef ik mijn hondje eten. Even een kwast over mijn toet trekken en ik kan er weer mee door. Op het nippertje arriveer ik in mijn kerk waar God ook een vrouw is.

Nu is God ook een vrouw. Zelfs de katholieke kerk ontkomt niet aan dat gegeven. Onlangs heeft één van  hun priesters, Father John Micheal O’neal,  een bijna dood ervaring gehad. Nou ja, bijna, hij was zowaar 48 minuten dood. Toen hij succesvol werd gereanimeerd, kwam hij bij met een gelukzalige glimlach op zijn gezicht. ‘God is een vrouw!’ bracht hij uit.

 

He claims that at that point in his experience, he went to heaven and encountered God, which he describes as a feminine, mother-like “Being of Light”.
“Her presence was both overwhelming and comforting” states the Catholic priest. “She had a soft and soothing voice and her presence was as reassuring as a mother’s embrace. The fact that God is a Holy Mother instead of a Holy Father doesn’t disturb me, she is everything I hoped she would be and even more!

 

Vandaag hebben wij in onze kerk ook een katholiek op de kansel. In een witte jurk met een lila sjerp staat hij zijn mannetje tegenover die vrouwelijke God.

Haar vrouwelijkheid maakt het celibaat er alleen maar onbegrijpelijker op. Werk je voor een vrouw en zijn vrouwen uit den boze. Tenzij God de Moeder een jaloers kreng is natuurlijk. Misschien wil ze al die priesters lekker voor zichzelf houden…..

Wat een pech voor haar: De priesters keken van oudsher dan toch liever naar kleine jongetjes…… Heks is overigens faliekant tegen het celibaat. In welke klooster of kerkorde dan ook. Wat je onderdrukt perverteert. Seksualiteit is een fantastische  en heilige oerkracht, maar als je em onnatuurlijk aan banden legt zijn de gevolgen desastreus….

De preek van vandaag gaat over vergeven. Over het belang van erkenning door de pleger van wat ie heeft gedaan. Ook berouw en goed maken behoren tot het proces. Het is een tweezijdig gebeuren. Oh.

Vandaar dat het zo moeizaam gaat, dat vergeven in mijn geval. Ik probeer het. Ik verplaats me in de ander, voel compassie in mijn hart voor de ellendige positie van mijn gemene medemens. Maar het is steeds een eenzijdig proces.

Het legertje narcisten uit mijn verleden heeft natuurlijk nooit berouw betoond voor de toegebrachte mishandelingen of spijt gehad van wat dan ook. Het zit nu eenmaal niet in de aard van die beesten. Maar ook van veel anderen heb ik nooit excuses gehad voor tikken die ze uitdeelden. Ikzelf heb daarentegen nogal eens sorry gezegd. Zelfs als die ander het eigenlijk had moeten doen. Maar daar ben ik eindelijk mee opgehouden. Zeer recent.

De preek is opgehangen rondom het verhaal van de verloren zoon. Het is ook een irritant verhaal. Een egocentrische losbol van een lievelingetje van een jongste zoon en zijn oudere broer brave Hendrikje. Heks zit er slaperig naar te luisteren. Al die familieperikelen. Ik kan het niet meer aanhoren. De Bold en The Beautiful volg ik ook niet meer. Krijg toch de klere met je macht en geld. Ik begrijp zulke mensen niet. Met liefde en respect heeft het weinig te maken. En dat is het enige dat mij interesseert.

‘Hoe vond je onze nieuwe aanwinst op de kansel?” vraagt een andere geestelijk leider van mijn kerk aan me bij de koffie. Er ontstaat een sprankelend gesprek met verschillende geloofsgenoten. Over het katholieke geloof en hoe wij in mijn kerk hun wet omzeilen door een onofficiële eucharistie te vieren. Hoe de voorganger van vandaag geen priester is maar een diaken. Niet tot priester gewijd dus.

Mooi zo, denk ik bij mezelf. Hij hoeft zich dus ook niet aan dat enge celibaat te houden. Hoe het komt weet ik niet, maar in no time hebben we het over hoe wij mensen af stammen van vissen. Ik sta aan een tafel met een paar biologen schat ik zo in. Thich Nhat Hanh zei ooit: ‘Volgens een vis moet God een geweldige vis zijn, hoe kan hij anders zo’n perfect zwemmend dier kunnen hebben geschapen?’