Hardlopers zijn doodlopers en een mondkapje draag je voor de ander. Je medemens. Misschien zijn ze in het verre Oosten gewoon socialer. Ze dragen die dingen daar in elk geval niet voor de lol. Of de kat zijn kut, zoals hier ter lande wordt beweerd.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De wereld staat op zijn kop. Het leven is in een maand tijd volledig veranderd. Zou Heks je bijvoorbeeld een maand geleden nog prijzen wegens sportieve prestaties mocht ik je hardlopend spotten ergens in bos of berm, nu scheld ik je verrot. ‘Hoepel op met je bacillen, die je proestend en hijgend in de rondte spuwt. Asociale hufter. Of sneu kutje. Rot op naar huis. Ga binnen zitten. Dij uit.’

Ja, hardlopers zijn doodlopers. Maar niet in de gangbare zin des woords. Ze lopen anderen dood. Ze verspreiden genadeloos hun lichaamssappen over iedereen op hun razende pad. Neem nu de bloemenman op het Noordeinde. Die is nog gewoon open. Zijn waar staat op de stoep. Zorgvuldig dansen zijn klanten op anderhalve meter afstand met hun aankopen. In de frisse buitenlucht. Niks op aan te merken.

Dan komt er zo’n hollend studententrutje op de proppen. Ze duikt op vanachter de tegen de stoep geparkeerde vrachtwagen. Zwetend en hijgend stort ze zich gehuld in haar anorectische powerpakje in dit fragiele universum. In deze mini Keukenhof.

Haar slachtoffers kunnen geen kant op. Gevangen tussen de tulpen en hyacinten, die ondanks hun olfactorische verrukkingen niets kunnen betekenen in de strijd tegen dit supervirus, Corona, ondergaan ze deze dampige aanval.

Het kutje loopt al 500 meter verderop als iedereen nog staat bij te komen van de schrik.

Ik tel vanochtend minstens 60 rennende idioten binnen de Singel. Noodgedwongen loop ik in de berm pal naast het water, daar loopt het dermate schuin af, dat ik in elk geval even veilig ben voor hun asociale gesproei.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Verder is het nog een hele klus om gewoon over de weg te fietsen. Mensen lopen gezellig naast elkaar kamerbreed midden op straat. Opzij gaan is er niet bij. Pas als ik aanhoudend bel en roep, dat ze achter elkaar moet lopen, zodat er mensen veilig langs kunnen, komt er beweging in de Leidse Caneira’s. Verstoord kijken ze om. Om vervolgens meewarig hun hoofd te schudden. Wat een aanstelster met haar mondkapje. Echt een dom wijf.

Ik zie het hen denken. Maar wie is er nu het domme wijf? Degene, die ontkent wat overduidelijk aan het gebeuren is? Of degene, die de zaken zoveel mogelijk onderzoekt en maatregelen treft?

Heks trekt zich allang niets meer aan van dit soort reacties.

Zelf isolatie in de binnenstad is niet te doen. Niet als je drie keer per dag de hond moet uitlaten. Alleen midden in de nacht loop ik soms ontspannen te wandelen. Maar zelfs dan moet je uitkijken. Ik ben de afgelopen week 2 keer in mijn gezicht gehoest. Wel op afstand, maar toch.

Eerst door een man midden in de nacht op de Haarlemmerstraat. Blaffend reed hij me bijna van de sokken op zijn racefiets. En gisteren door een lamlendige puber. Hij kwam me tegemoet op het fietspad en vond het nodig om ter hoogte van Heks even flink te hoesten. Grappig bedoeld? Of heeft het joch een beetje Corona en weigert hij binnen te blijven? Hoe dan ook: Ik kan er niet om lachen.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Dan kom je nog mensen tegen, hele oude echtparen, die opeens ook gaan sporten. In een sukkeldraf rennen ze naast elkaar. Amechtig proestend en hijgend. Misschien willen ze op die manier iets aan hun belabberde conditie doen. Maar de kans dat ze spontaan neervallen met accuut hartfalen lijkt me niet denkbeeldig.

Gisteren is het weer raak. Een oude knar met een dikke pens komt recht op me af sukkelen. Zijn buik pront vooruit. Hij is trots op zijn bezit. Zijn eigenste afdakje, waar afgedankt gereedschap onder hangt te schrompelen.

Zijn leptosome vrouw volgt timide. Ze is ongetwijfeld hiertoe gedwongen door die waardeloze vent van d’r, dat ziet Heks zo met haar narcistenradar. Ze lopen Heks twee keer bijna ondersteboven als ik op een hondenuitlaatstrook probeer dit soort achterlijke gladiolen te vermijden. Beide keren kan ik net op tijd uitwijken voordat de in cadans zwaaiende pens me kan raken.

Kansloos verhaal natuurlijk. Maar je loopt er wel tegenaan.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Gelukkig draag ik een mondkapje. Het wordt overal sterk afgeraden. Met argumenten, dat het niet zou helpen en dergelijke. Gisteren op televisie werd dit nog beweerd door een gerenommeerde IC arts. Niet dat hij zelf zonder kapje gaat lopen. Nee, dat is natuurlijk een ander verhaal.

Hoezo? Wat is er anders aan een arts die zich beschermt met een kapje of een gewoon mens? Wat is er zo anders aan een artsenlichaam, dat het bij hen wel zoden aan de dijk zet?

De leugens hierover storen me enorm. En er is ook sprake van een rare kronkel in de redenatie, dat mondkapjes niet helpen. Een mondkapje draag je namelijk niet voor jezelf. Het is je medemens, die ervan profiteert. Je houdt je snot en kwijl lekker bij je. Zouden al die joggers moeten doen.

‘Het is gewoon niks voor Nederlanders, die mondkapjes. In China enzo zijn ze het gewend,’ leuterkoekt een domme talkshowvent er lustig op los. Zijn hersens niet gekweld door enig nadenken.

Misschien is het veel simpeler. Zijn ze in die landen socialer ingesteld. Moeilijk te begrijpen in een land, waar zorg al jaren een commercieel doel moet dienen. Hier kijkt men vooral naar wat je zelf aan zo’n mondkapje hebt.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

In ‘China enzo’ hebben ze Sars gehad. Dat heeft diepe sporen nagelaten. Als je ouders of grootouders zijn gestorven door zo’n ellendige ziekte ben je wel gemotiveerd om de verspreiding van weer zo’n kutvirus te stoppen.

Als iedereen zo’n kapje zou dragen kregen we hier misschien ook een beetje vat op de verspreiding. Maar nee, we horen alleen maar dat het niet werkt. Of juist gevaarlijk is. Van mensen met gezag! Hahaha. Als die redenatie niet zo kwalijk was lachte ik me dood.

Heks ergert zich gek aan al die deskundigen. Er zijn geen mondkapjes, dus zeggen we gewoon dat het niet werkt. In plaats van er voor te zorgen dat ze er komen. De energie, die in allerlei rampenplannen is gestoken had ook wel gebruikt kunnen worden om iedereen van zo’n ding te voorzien.

In plaats van bijvoorbeeld alsmaar proberen te achterhalen wie wie heeft besmet in die eerste periode, had men beter de gehele bevolking verplicht om voor zichzelf een mondkapje te maken. Het is zo gemakkelijk als wat. Een kind kan de was doen.

Maar in Nederland wordt in die zin het paard achter de wagen gespannen. Traag, traag, traag gaat het sindsdien. De maatregelen. Niet het virus.

Het virus kan het niet schelen of wij mondkapje vinden helpen of niet. Liever niet. Dan kan dit kleine instabiele stukje bewust RNA lekker vrolijk blijven rondspringen. Van mens naar mens. Rijk,  arm, Chinees, Italiaan…..Het virus discrimineert uitsluitend op leeftijd, gewicht en geslacht.

Oude dikke mannen lopen het meest kans het niet te overleven. Daarom zijn ze natuurlijk massaal aan het joggen geslagen. Ja, best begrijpelijk als je er goed over na denkt. Maar volgens mij blijf je beter gewoon binnen met je dikke pens. Je stevige buffer. Je gezegende afdakje. Veilig achter de geraniums.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aan de slag op narcistendag. Oefeningen om je grens aan te geven. Benoemen van je kwaliteiten. Wat theorie om deze waanzin te bevatten. En nog veel meer. Maar vooral: Herkenning, herkenning, herkenning……. Een bezielende bijeenkomst!

De  verdiepingsdag voor slachtoffers van narcistische mishandeling is meer lichaamsgericht dan de eerste dag. Er wordt gewerkt aan het versterken van je grenzen en herstel. Best veel natuurlijk om binnen een paar uur voor elkaar te krijgen. Voor mijn gevoel ben ik nog steeds de opgelopen schade aan het inventariseren…..

De groep bestaat deze keer louter uit vrouwen, maar één van de trainers is man. Ook hij is ervaringsdeskundige op dit gebied, hetgeen betekent dat hij er een ellendige tijd met één of andere narcist op heeft zitten.

‘Ik vind het soms best raar om hier de enige man tussen al die vrouwen te zijn,’ geeft hij aan. De groepen bestaan doorgaans voornamelijk uit dames. Het gros van de narcisten is nu eenmaal man. Deze vrouwen hebben negen van de tien keer een hopeloze ervaring met een mannelijke narcist in hun pocket….. Ze zitten dus niet bepaald te wachten op welke man dan ook. En al helemaal niet op een dag als deze!

‘Ik vind het juist fijn dat je erbij bent,’ zegt één van de deelneemsters, ‘toen ik binnen kwam en je de hand schudde dacht ik “Jeetje wat een lieve ogen heeft deze man”. Dat deed me goed. Het besef dat er ook lieve en goede mannen bestaan!’

De dag gaat pittig van start met een opdracht met z’n tweeën. Ik werk samen met mijn buurvrouw. Je vertelt elkaar over je ervaringen en vervolgens deelt die ander het in de groep. Met daarbij diens persoonlijke indruk van jouw kwaliteiten die je geholpen hebben om dit allemaal te overleven.

Ik ben eerlijk gezegd volledig vergeten wat mijn kwaliteit lijkt te zijn. Waarschijnlijk kracht. Vaak zien mensen mij als een bijzonder sterk wijf. Hetgeen keihard tegen me werkt. Sterke mensen mag je namelijk best pesten en pijn doen, toch?

Iemand krijgt de kwaliteit ‘lief’ toegekend. Wie wil nu niet lief gevonden worden? Nou, deze geweldig lieve vrouw! Het is haar voetangel geweest! De opmerking schiet haar helemaal in het verkeerde keelgat.

Ze ervaart het als misselijkmakend verdrietig dat juist die kwaliteit van haar er weer uit wordt gepikt. Deze schat baalt ervan als zacht gekookt ei te worden weggezet door allerlei keiharde narcisten. ‘Ik wil harder worden, ik ga nog een tijdje de pan in!’ roept ze strijdlustig.

Opvallend genoeg wissel ik precies met iemand uit, die net als Heks ongelofelijk belazerd is. Sommige narcisten leiden een compleet dubbelleven. Ze kunnen dit heel lang geheim houden, maar uiteindelijk lopen ze natuurlijk een keer tegen de lamp. Soms heb je als partner echt niets in de gaten. Waarom zou je ook? Ligt de mouw bijvoorbeeld op apengapen dan verwacht je geen apen…..

Vaak weten veel mensen in de omgeving wel degelijk van het bedrog. Soms ontdekken zelfs de eigen kinderen van alles en nog wat! Vreselijk natuurlijk. De laatste die er achter komt is natuurlijk altijd degene met een stel horens op de kop. Die zijn daar opgezet zonder dat ze het in de gaten had. Door haar partner. Toen ze eventjes niet oplette…..

Er volgen oefeningen met grenzen aangeven. Ik werk weer met iemand anders. We staan tegenover elkaar en de één loopt langzaam richting ander. Je kijkt elkaar in de ogen. Wanneer komt iemand te dichtbij?

De vrouw met wie ik de oefening doe heeft de meest fantastische liefdevolle blauwe ogen, die je je maar kunt voorstellen. Het raakt me diep dat iemand deze engel zo slecht behandeld heeft. Hoe kun je? Waarom?

Op een gegeven moment moet de groep vreselijk lachen om iets wat gezegd wordt. Het is ook hilarisch af en toe wat de narcisten overhoop halen om maar geen terrein te verliezen bij hun partners. Ze doen de gekste dingen en verkopen de vreemdste verhalen. ‘Het is ook goed om af en toe eens flink te lachen om die gestoorde gekken,’ schatert een dame vrolijk.

Direct daarop is er iemand in tranen. ‘Ja, mooi is dat. Ik kan er niet om lachen dat ik hier zit op een mooie zonnige zaterdag. Ik reis het hele land door, betaal 90 euro, zit de hele dag binnen met allemaal andere slachtoffers, hoor de meest verschrikkelijke verhalen…….’ tranen biggelen over haar wangen.

Iedereen is opeens muisstil. Het is waar. ‘En die narcisten hebben er niets van. Die leven gewoon door alsof er niets aan de hand is. Het ligt toch nooit aan hen. Ze maken het je nog moeilijk op de koop toe…’

Ja, je kunt er eigenlijk maar beter om lachen en dat wil je ook. Tegelijkertijd is het echt niet grappig, de narcistische mishandeling. Narcisten en psychopaten zijn de ergste bloedzuigers, die je je kunt voorstellen. Vampiers bestaan. Ze hebben alleen niet van die rare tandjes. Je herkent ze aan hun gebrek aan empathie en hun bloeddorstige honger naar jouw aandacht en energie……

Onze man van vandaag vertelt dat hij zich bezig houdt met Boeddhisme. Heks spits haar oren. ‘Ik ben net terug van een stilte-retraite van 60 dagen. Vipassana.’ Chapeau! Dat is niet niks! Heks heeft die vorm van martelmeditatie ooit in een klooster in Thailand beoefend. Zeer confronterend.

‘Als je zo mediteert kom je alles tegen wat je ooit in je leven hebt uitgevreten. Dat is je karma. Iedereen heeft dat. En voor iedereen geldt dat ie dat ooit tegenkomt. Ook narcisten ontkomen daar niet aan!’

Een schrale troost. Mocht het zo zijn, want dat weten we natuurlijk niet. Heks is wel eens dood gegaan. Ik heb dat overleefd uiteindelijk. Het heeft me dit duidelijk gemaakt: Het is niet het eind van ons bestaan…. En ook ik koester de overtuiging dat je je leven voorbij ziet komen, dat je stomweg niet ontkomt aan een blik in de spiegel. Karma en je eigen spiegelbeeld. Al  die karmische shit tussen jouw buitenkant en je kern. Je ziel.

Narcissus, die verliefd was op zijn weerspiegeling in het water…… op zijn buitenkant. In de buitenwereld. Maar nog nooit van zijn ziel had gehoord. Zijn Zelf niet kende. Geen kern had om zichZelf omheen uit te kristalliseren. Daarom hebben narcisten anderen nodig had om toch iemand te zijn. Anderen moeten dat beeld in het water bevestigen en bewonderen. Voor hen is het ook niet leuk. Want ze zijn eerder een zielig figuur dan een bezield mens…..

De narcistendag vliegt voorbij. Aan het eind wisselen we gegevens uit. Voor wie wil. Op de valreep praat ik nog met een geweldige dame wiens relatie de vorige narcistendag nog aan was. Nu zit zij midden in de ellende die volgt op een breuk met zo’n figuur. Wat zij mij vertelt doet me beseffen dat ik nog van geluk mag spreken met hoe het mij is vergaan na zulke relaties!!!

Varkentje zit in de auto te wachten. Onder de middag hebben we nog eventjes een frisse neus gehaald, maar nu is het tijd voor het echte werk. We wandelen over een dijk rond het kerkhof. Bij een kleine sluis steken we over naar een stuk dijk door de weilanden. Ysbrandt jaagt achter een balletje aan…. Later ontdek ik nog een prachtig pad langs de rivier. We lopen en lopen.

Totdat de man met de houten hamer komt. Van het ene op het andere moment schieten al mijn spieren op slot. Op pijnlijke stokken sjok ik terug naar de auto. Het zit erop. Ik ga nog naar huis rijden, maar dan is het klaar.

De zon staat laag. De TomTom stuurt me via Den Haag terug. Het kan me niet schelen. Mijn autootje snort, mijn hondje knort. Heks is tevreden en voldaan. Wat een dag. Wat een gedoe, narcisten. Wij zijn dan wel de lul, maar laten ons niet kisten!

De dag werd georganiseerd vanuit Het verdwenen Zelf.

Boek: Iris Koops, Het verdwenen Zelf, Herstellen van narcistische mishandeling.