Warrige week vol miskleunen en gedoe. Heks is moe. Nou moe, alweer een waarheid als een ouwe koe. Boe. Uit de sloot: Bitterheid op de koop toe! Toch ben ik er beter aan toe dan en half jaartje geleden, toen ook smaakpapillen schipbreuk leden: Ik ben weer LEKKER aan het kokkerellen!

De afgelopen week heb ik teveel aan mijn fiets. Ik moet dit, ik moet dat. Terwijl de tank chronisch leeg is. Ernstig leeg. Woensdag neemt mijn acupuncturist me te grazen. Hij zet een paar gemene naalden in handen en voeten. En een venijnig exemplaar bovenop mijn hoofd. Precies op mijn kruintje. ‘Ga je me weer verbinden met de kosmos?’ grap ik langs mijn neus weg. ‘Het is hard nodig,’ grijnst mijn behandelaar.

Even later trek ik mijn vilten hoedje over mijn ogen en val in slaap. Uren lang dobber ik in een parallelle wereld. Als ik weer boven kom drijven ben ik gaar. Of klaar. In elk geval sta ik een kwartiertje later weer buiten.

Die dag gaat er van alles mis. ‘Hoe laat haal je dochter Vlinder op?’ app’t mijn vriendin ’s morgens even na elven. Ik zie het hele bericht niet, want ik ben druk met het herinrichten van mijn net gearriveerde nieuwe koelkast. Ik ben sowieso totaal niet van de app. Ik mis die dingen altijd, zie ze vaak pas dagen later…. Soms ben ik mijn mobiel uren kwijt, moet ik mezelf weer opbellen met mijn vaste telefoon om dat geniale onding terug te vinden…..

Ik haal Vlinder dus niet op. Ik ontdek pas dat dat de bedoeling is als ik in een poging de stad uit te komen muurvast kom te staan op de Hooigracht. Ik diep mijn telefoontje op uit mijn tas en zie eindelijk het bericht. Oeps.

Snel pleeg ik een paar telefoontjes. Ik blijk totaal vergeten te zijn dat we na mijn uitvoering van de Matthäus hierover gesproken hebben. Weken geleden. Toen ik op de adrenaline stond te stuiteren van vermoeidheid na een hele dag zingen.

‘Je moet me echt hierover een herinnering sturen, want ik heb mijn telefoon met daarin mijn agenda niet bij me, dus ik vergeet het geheid!’ riep ik nog. Het was aan dovemansoren gericht. Mijn gebrekkige geheugen deed de rest.

Hè getsie. Wat vervelend. ‘Waarom sein je me dan ook niet in, een mailtje of sms een dag ervoor bijvoorbeeld?’ zeg ik kriebelig tegen de dochter, als ik haar tenslotte aan de telefoon krijg, ‘Je weet toch hoe total loss ik ben na 7 uur zingen?’ Ik vergeet sowieso alles waar ik bij sta. Zelfs als de omstandigheden wel optimaal zijn. Soms ben ik vergeten wat ik wil zeggen nog voordat het mijn mond verlaat…..

Het is dus te laat om haar nog op te halen. Haar afspraak is al voorbij. Later hoor ik dat ook zij die dag geen beste dag had. Dubbel balen dus…..

Maar goed. Na de naalden ben ik weer een beetje bij de les. Ik laat mijn hondje uit. Het is afschuwelijk zuur en koud weer. Bah. Tegen de tijd dat ik weer in Leiden ben ben ik helemaal verkleumd. Ik moet vanavond mijn werkkamer opruimen, morgen komt de dame van de belastingbonnetjes. Helaas kan ik niet meer bewegen.

Zo zit ik dan de hele avond onrustig op de bank. Te moe om te slapen. Mijn lijf stuitert alle kanten op. Mijn hoofd is ook niet rustig. Ik moet zoveel en niks lukt. Ik ben te moe om te koken, te moe om te eten, te moe om te slapen…..

Pas laat val ik in slaap en de volgende ochtend om zeven uur gaat de wekker alweer. Brakjes ga ik in mijn werkkamer aan de slag. Ik stop alle kleren in de kast. Sorteer schoenen. Zoek post bij elkaar. Jakker een stofzuiger door de ruimte.

Om een uurtje of half elf ga ik naar mijn huisarts. De man loopt altijd uren uit, dus ik zit verplicht een uur stuk te slaan met niksen. Terwijl mijn hele huis op zijn kop staat……

In de wachtkamer schrijf ik aan een blogje. Een kind van anderhalf is niet bij met weg te slaan. Zijn olijke koppie zit onder de waterpokken. Ik maak geintjes met het ventje. Hij drukt met zijn kleverige knuistje op mijn tablet en het onaffe verhaaltje vliegt online……

Uiteindelijk kom ik met mijn waslijst bij de dokter. ‘Lang geleden, Heks, dat ik je gezien heb,’ lacht hij me toe. Ik kom twee keer per week bij het therapeuticum, maar niet bij hem persoonlijk. Maar nu heb ik toch echt een heleboel vragen.

Je moet wel lang wachten voordat je aan de beurt bent bij deze huisarts, maar hij neemt wel altijd alle tijd voor je. Vandaag moet ik onder andere een paar verwijsbrieven, een verklaring voor de verzekering over bepaalde medicatie en tot slot allerlei akelige bloedonderzoeken aanvragen. Dat is de ellende van een ontrouwe partner. Je kunt van alles oplopen. Daar pluk je dan later de zure vruchten van. Als je pech hebt nog jaren….

Welnu. Wat een week. En nog is het niet gedaan. Ook de dagen hierna moet ik vol aan de bak. Met een koortsig vermoeid lijf en een tobberig vol snothoofd.

‘Toch gaat het de goede kant op met me,’ beweer ik tegen Frogs, ‘Ik ben weer regelmatig heel lekker aan het koken! Dat is een goed teken, want lekker koken is alleen mogelijk met liefde in je hart. Een half haar geleden heb ik een keertje zo smerig gekookt, Zwaan kwam toen eten. Ik zat helemaal niet lekker in mijn vel en dat was goed te proeven: Zouteloos verdriet en smakeloze bitterheid maakten het opeten van dit gerecht een ware beproeving.’

‘Ik had natuurlijk veel eten over en dat zat nog in de vriezer. Ik heb het allemaal weggeflikkerd. Weg met die akelige nasmaak van moeilijke tijden! Want er komen betere tijden, ik voel het aan mijn hekseneksteroog!’