‘Juh, kehjut tsien? He’k wat fan je an dan?’ Heks stijfgescholden door Leidse Moslima met een debiel in heur hoofddoek: ‘Pleurttop juh! Teer op! Tief lekka je graf in, achteleke toverlijer met je leipe bezemsteel. Ga maar lekker op je plaat in rontonde om de kerktoruh! Met die zinksnijer in je smoel! Gestoorde dakschijter!’ En hier dan weer om lachen met Don Leo. Hij is eindelijk op bezoek in Huize Heks!

‘Hoorde je me ruzie maken hier voor de deur?’ Verwachtingsvol kijk ik de Don aan. Hij komt net fris gewassen en geschoren de badkamer uit. Aan de achterkant van mijn huis. Het incident is hem dan ook ontgaan. Jammer. Het was weer een geweldig staaltje van krijg nou wat!

Een piepjonge moslima  fietst als een ongeleid projectiel door de steeg. De oorzaak van haar zwabbergang is de mobiel, die ze in haar hoofddoek heeft geklemd. Vol overgave zit ze er in te blaten. De rest van de wereld ontgaat haar. Ze mist mij en mijn hond op een haar na. Verbluft kijk ik hoe ze na deze gevaarlijke manoeuvre gewoon door blijft kletsen.

Het intermenselijk verkeer laat haar koud. Op die ene idioot aan de andere kant van de lijn na dan.

Ik vang haar blik, terwijl ze verwoed probeert controle te krijgen over haar fiets. ‘JUH, KEH JUH UT SIEN?’ blèrt ze in plat Leids. ‘Ja,’ antwoordt Heks droog, ‘Ik zag je bijna over mijn hond fietsen met die debiel aan je oor.’  Nou, ik kan een hijs voor m’n treiter krijgen. Moord en brand schreeuwend fietst deze perfect geïntegreerde allochtone schone de straat uit.

Nou ja, schone………  Zolang ze haar klep houdt dan. Zodra die muil open gaat ga je over je zuiger van wat er aan asociaal taalgebruik uit komt……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

De Don moet erg lachen om het gebeurde. ‘Hahaha, Heks, geweldige tekst vanuit die hoofddoek. Wat is de werkelijkheid toch absurd. Als je dit verhaal zou verzinnen gelooft niemand het!’

Al dagen vermaken Heks en de Don zich prima met vrijwel niets. We hebben genoeg aan elkaars gezelschap. We hebben altijd maar een half woord nodig. We moeten lachen om dezelfde grappen. We hebben ongeveer hetzelfde energieniveau of gebrek aan energieniveau……

Vorige week woensdag haal ik de Don van het station. Na een bijzonder vlotte treinreis staat mijn oude vriend dan eindelijk weer eens in levende lijve voor mijn neus. Hoera!

Een grote grijze gleufhoed prijkt op zijn hoofd. En ondanks de tropische temperaturen die dag draagt mijn makker natuurlijk een driedelig pak. Met stropdas. En overjas!

Snel gooi ik zijn bagage in mijn auto en even later zitten we heerlijk op mijn balkonnetje bij te kletsen. Urenlang. Aan het eind van de middag lopen we de stad in met het hondje. In een park laten we mijn monster zwemmen en spelen. Op een terrasje klinken we op ons weerzien na al die jaren.

Don’s vorige bezoekjes dateren alweer van jaren her. En de laatste paar keer hadden we slechts een verloren uurtje om samen stuk te slaan. En ondanks het feit dat we elkaar al die tijd minstens een keer per week uitgebreid spreken wil je toch wel weer eens tegenover elkaar zitten. Wij wel in elk geval! En dat doen we dan ook: Deze keer hebben we alle tijd.

Pas om een uurtje of tien ’s avonds zijn we weer in Huize Heks. We moeten nog eten! Heks gooit snel wat lamskoteletjes in haar grillpan. De Romaanse sla gril ik ook. De Don doet even een tukje. Hij heeft er een hele lange dag opzitten!

Midden in de nacht zitten we eindelijk te smikkelen aan de keukentafel. ‘Een heerlijke souper!’ glimmen we tevreden naar elkaar. Ha! Dit is pas de eerste dag van een nu al legendarische logeerpartij.

‘Mijn zangmaatje Anna heeft me gisterenavond flink doorgezaagd over je slaapplek,’ vertel ik de Don nadat ik zijn bed heb opgemaakt, ‘Ik moest haar ervan overtuigen dat je in de logeerkamer slaapt, dit tot groot vermaak van de sopranen!’  Hikkend van de lach geven we elkaar een nachtzoen. Oh, oh, die Anna. Zo heerlijk ouderwets en degelijk. En: Ze houdt me goed in de gaten!