Verhaal halen door ze uit je duim te zuigen; Praatjes vullen geen gaatjes, dus kun je ze maar beter verkopen; Op verhaal komen tijdens een goeie ouderwetse preek; De rode draad van dit verhaal is brutaal, praat als Brugman en is nooit de draad kwijt!

Zondag ga ik naar de kerk. De laatste weken lukt het me weer om tijdens het introïtus op mijn plekje te schuiven. In de bank voor Jip en Janneke. Ik zend een snelle knipoog naar achteren en leg mijn hoedje op de stoel naast me. De voorganger leest de openingstekst. Ik vouw mijn stelten onder de stoel voor me.

Vandaag hebben we een gastspreker met als onderwerp Zuid-As en identiteit: Ruben van Zwieten. Een nog vrij jonge man houdt een vlammend en bijzonder geestig betoog. Wie is die jongen? Waar komt hij vandaan? En vooral: Kan hij nog eens vaker komen?

Geen seconde raak ik afgeleid van zijn verhaal over de Zuid As. Niet dat ik het hier kan herhalen. De man is een begenadigd verteller. Hij tilt je op en neemt je mee zijn verhaal in. Geen droge preek. Nee. Als kinderen hangen we aan zijn lippen.

Allerlei verhaallijnen zet de man op. David,  Goliath, Saul en de profeet Samuel bevolken de ene rode draad, de Zuid As met alles erop en eraan de andere. Maar ook vliegensvlug vertelde anekdotes en kleine juweeltjes van opmerkingen vormen draden in zijn weefwerk.

Af en toe spreekt hij ons direct aan. ‘Wat betekent de naam David?’ En als het stil blijft slepend op licht verwijtende toon, ‘Maar lieve Studenten Ecclesia……..’ Met andere woorden: Dat moeten jullie toch weten! Als een huis staat tenslotte zijn betoog voor ons.

Ik heb me volledig in zijn verhaal herkend. Iedereen hier denk ik. Op een bepaalde manier. Na de dienst krijg ik hieromtrent uitsluitsel. Tijdens de koffie raak ik aan de praat met een pittig dametje op leeftijd.

Alhoewel ik met enige regelmaat een jong meisje tegenover me zie zitten. Totdat ze dan haar oude tandjes bloot lacht. ‘Hoe oud zou ze zijn?’ schiet er dan door me heen. Geen pijl op te trekken. Heks is vast een heksje……

‘Ik heb de dominee net aangesproken, wat een geweldige preek. Ja, weet je, ik ben opgegroeid op de Zuid As. Als kind speelde ik daar in de bouwputten. Ik ken het gebied door en door…..’

De vrouw is net als Heks helemaal weg van de gastspreker. Al snel zijn we in een geanimeerd gesprek gewikkeld. Ze vertelt me hoe haar dochter op het Rapenburg woont. ‘Tegenover die studentikoze kroeg. Een heel klein huisje. We liepen er een keertje samen langs op weg naar de Hoogvliet voor een paar boodschappen.’

‘Ik heb toen tegen mijn dochter gezegd, dat ze direct de makelaar moest bellen en 70.000 onder het gevraagde bedrag een bod moest doen!’ Triomfantelijk kijkt ze me aan. Het zal dus wel in de slappe huizentijd geweest zijn.

‘Dat heeft ze dus gedaan, want ja, die locatie! Maar mijn dochter was er verder niet zo mee bezig. Ze vond het huis toch nog best prijzig. En 70.000 van de prijs af? Dat moest ze nog maar zien! Daarom boekte ze een luxe vakantie.’

‘Op een dag lag ze op een ver tropisch strand vakantie te vieren. Ging opeens haar telefoon. Was het die makelaar! Gek genoeg had ze gewoon bereik daar, dat verbaasde haar achteraf.’

‘En wat denk je? Hij ging akkoord met haar prijs. Ze had opeens een huis!’ De vrouw gaat helemaal op in haar verhaal. Ik zie het voor me. Af en toe kijkt ze me aan om het effect van haar woorden van mijn gezicht af te lezen. Zo ook nu. Voor de pointe blijkt!

‘Dus zegt mijn dochter tegenwoordig: “Mam, ik ga nooit meer met je naar de Hoogvliet. Dat kost me bakken met geld!”‘ Een triomfantelijk lachje speelt om haar kleine mond als ze me ziet grinniken. ‘Ze is een verhalenvertelster pus sang,’ denk ik bij mezelf, ‘Ze heeft er vast nog wel een paar in haar mouw zitten, die heks!’

Plotseling komt haar entourage haar halen. Ze gaan naar huis. Kwiek poot ze een kruk onder een oksel en beent ervandoor. Heks gaat nog eventjes afscheid nemen van Jip en Janneke. Ze hebben corvee vandaag. ‘Binnenkort gaan we weer een keertje naar de kroeg,’ roepen we tegen elkaar.

Ja, dat gaan we doen.

God bestaat niet: boom valt op BMW ‘dominee van de Zuidas’

 

Zingeving op de Zuidas slaat aan

Ik bezoek mijn nieuwe vriend met ME. Blijkt toch een heel ander typje te zijn dan Heks! Zijn woning verschilt als dag en nacht met mijn heksenhuis. Hij is gewichtheffer, waar ik placht te duursporten. Kortom: Als ME zou worden veroorzaakt door je karakter, onzinnig geneuzel dat ik vaak te horen heb gekregen, dan zeg ik: Nee! ME veroorzaakt juist karaktermoord!

Zaterdag haal ik een boek op over ME: ‘ME/CVS/PVFS, An Exploration of the Key Clinical Issues’ geschreven door Dr Charles Shepherd en Dr Abhijit Chaudhurt. Eerstgenoemde was gastspreker tijdens de vertoning van Unrest onlangs hier in het LUMC. Ik wilde dat boek direct kopen, maar helaas: Portemonnaie vergeten!

Dan maar via een omweg. De organisator van de middag heeft een stapeltje in huis gehaald om achteraf nog exemplaren aan diverse mensen te kunnen verkopen. Ik heb er gelijk eentje gereserveerd. Wie weet staat er iets bruikbaars voor me in. Direct toen ik het boek opensloeg, tijdens de pauze die avond, zag ik al iets dat me hogelijk verbaasde.

Bepaalde klachten, waar ik eindeloos voor onder het mes ben geweest blijken ook direct verband te houden met ME. Het is voor het eerst dat ik het hoor. Reguliere artsen snapten niet dat ik zo jong dergelijke klachten ontwikkelde. En zo razendsnel! In het alternatieve circuit kreeg ik met enige regelmaat te horen dat ik gewoon te graag een kind wilde. Daar kwam al mijn ellende vandaan.

Alsof dat een abnormale wens is voor iemand rond de dertig. Alsof niet negenennegentig procent van de vrouwen biologisch gedicteerd die wens koestert.

‘Nou ja!’ roept Trui door de telefoon als ik het haar vertel, ‘Belachelijk!’ ‘Toe maar,’ beaamt Don Leo de idioterie van dergelijke beweringen. Maar evenzogoed ben ik er al bijna dertig jaar aan overgeleverd. Goddank heb ik ook altijd hele goeie mensen getroffen in het alternatieve. Maar er lopen ook kuddes absolute draken rond in die wereld. En niet het soort draken waar ik persoonlijk zoveel van houd.

Dat boek moet ik hebben. Ik wil gewoon meer weten over de huidige stand van zaken rondom ME. En hier in Nederland kom je niet veel verder dan stompzinnig geneuzel door niet goed geïnformeerde artsen. Dan maar liever een boek geschreven door een arts, die zelf lang geleden die ziekte kreeg. Hij is in elk geval niet bevooroordeeld.

Als ik aanbel doet een vriendelijke jongeman de deur open. Niets aan te zien. Leuke vent in een schitterend mooi nieuwbouwhuis. Heel smaakvol ingericht. Moderne kunst aan de muren. Lekker leeg, daar ben ik jaloers op. Mijn eigen huis lijkt wel een uitdragerij zo langzamerhand.

‘Wil je thee?’ we praten nederlands en engels door elkaar, zonder het in de gaten te hebben. Mijn nieuwe vriend komt uit de Verenigde Staten. Nadat hij afgestudeerd en gepromoveerd was kwam hij naar ons kikkerlandje voor een geweldige baan. Zijn leven was helemaal fantastisch, totdat hij griep kreeg.

‘Dat is nu vijf jaar geleden. Ik ben nog steeds niet beter. Ik werd eigenlijk alleen maar zieker. Heel raar vond ik dat. Ik was daarvoor altijd super gezond. En dan die vreemde fysieke verschijnselen!  Pas afgelopen januari kreeg ik de diagnose ME. Sindsdien ben ik in behandeling daar en daar. Ik slik Carnitine. Dat helpt een beetje….’

Een druppel op een gloeiende plaat. Heks heeft ook wat dingen die iets doen. Een hele keukenkast vol lapmiddeltjes. Beter word ik er echter niet van.

‘Weet je wat ik nu zo gek vind? Eens in de drie, vier maanden ben ik een dag bijna normaal. Opeens doet alles het weer. Lijkt die ziekte mijlenver weg. Natuurlijk heb ik de neiging om dan van alles te gaan doen. Daar hebben de behandelaars me vanaf geprobeerd te helpen. Middels cognitieve therapie. Dat is ook het enige wat ik aan die therapie heb gehad.’

‘Ik moest ook zwaar sporten en daar werd ik dan weer heel ziek van. Vroeger deed ik aan gewichtheffen, dus ik ben wel wat gewend….’

We zitten intussen gezellig aan de thee. Al snel wisselen we allerlei ervaringen uit. Wat fijn om eens met iemand te praten, die niet kijkt alsof ie water ziet branden als ik het over mijn rare leventje heb. Hij leidt zelf ook zo’n vreemd bestaan. Pas een paar jaar. In mijn optiek nog maar net. Maar als je nooit ziek bent geweest is vijf jaar achter de geraniums echt heel lang!

GIS EN GUITIG IN MIJN GEVAL…..

We gaan een stukje wandelen met VikThor. En daarna is het alweer tijd om naar huis te gaan. ‘Wat fijn dat je zo dichtbij woont,’ mijn nieuwe vriend is in zijn nopjes. ‘Kom lekker een keertje eten,’ Heks is ook blij, ‘Ik kook zonder gluten, lactose en soja. Maar wel met vlees. Voor de carnitine,’ grijns ik erachteraan.

We geven elkaar een hug en nemen afscheid. Het dikke paarse boek vol wetenswaardigheden over de slappe slaapziekte zit in mijn tas. Het blijkt niet misselijk te zijn, dat boek. Niet speciaal bedoeld voor leken. Vol vakjargon dus. En ook nog eens in het engels.

Toch koester ik het exemplaar als een schat. Misschien ontdek ik en passant nog een paar dingen die werken tegen de algehele malaise.

Voorlopig zal ik het moeten doen met de lapmiddeltjes, want alle goede bedoelingen ten spijt heeft het relatief geringe onderzoek naar deze invaliderende ziekte nog steeds geen remedie opgeleverd.