Van de regen in de drup, hup. Het wil maar niet zomeren. Heks wordt met een vuurwapen bedreigd door een stel idioten op een brommertje. Midden in de nacht. Gewoon hier om de hoek. Of was het een grapje? Was de loop van dat pistool gemaakt van dikke vingers? Wie zal het zeggen? We zullen het nooit weten…..

Om een uurtje of half twee vannacht loopt Heks door de steeg te paraderen. Met haar hondjes. Oh, wat zijn ze druk. Freya is bezig loops te worden. Voor de eerste keer. Haar frutje groeit met de dag. Ze doet opeens overal kleine plasjes. In plaats van twee keer een hele grote. Ze markeert haar territorium. VikThor likt die plasjes vervolgens zorgvuldig op. ‘Hou daarmee op, gek,’ bromt Heks.

We komen op het pleintje naast de lagere school. Ik loop naar de prullenbak met een zakje vol drol. Op het bankje zit een duistere gedaante. Ik merk hem pas op, als ik heel dichtbij ben. ‘Oh, ik denk wat zit daar nu…’ brabbel ik verschrikt. De gedaante zwijgt als het graf. ‘Goedenavond,’ groet ik, terwijl ik me vliegensvlug uit de voeten maak.

Duistere energie. ‘Misschien is de man gewoon dakloos, Heks,’ pruttel ik tegen mezelf. Ja, gewoon dakloos. Heel gewoon tegenwoordig. Ik heb wel eens een warm dekentje over een slapend medemens op datzelfde bankje heen gedrapeerd. Midden in de winter. Toen het ijskoud was. Toen iemand genoodzaakt was om in die kou te slapen. Voor zover mogelijk.

Ik slinger mijn rondje door stegen en achterafstraatjes. Mijn woefers rennen vrolijk in het rond. Midden in de nacht hanteer ik geen lijn. Op dit tijdstip is de stad godverlaten. Op wat dronken droppies na.

Op het Vrouwenkerkplein doet Vikthor net een plasje tegen een boom, als er een paar opgeschoten jongens op een brommer stappen. Ze komen linea recta uit die foute vage Loungetent hier om de hoek zetten. Luidruchtig geven ze gas, als opeens de bestuurder een pistool tevoorschijn haalt. Hij richt op Heks. ‘Boem!’ schreeuwt de gek.

Gierend van de lach rijden ze langs een dodelijk verschrikte Heks. Ik sta als aan de grond genageld. Was dat nu echt een pistool? Of leek het maar zo? Of was het gewoon zijn hand met een paar dikke vingers in mijn richting? Ja, alweer dat woord gewoon. Ik weet het werkelijk niet.

Snel maak ik me uit de voeten. Voordat de idioten het in hun kop halen om terug te komen. Eenmaal thuis ga ik onder de douche. Ik spoel de dag van me af. Ook dit vreemde incident. Uiteindelijk val ik in een onrustige slaap. Na een paar uur word ik gewekt door mijn hondje Freya. Ze zit zenuwachtig te hijgen in de bench. Ik zal nog een keertje naar buiten moeten op een onzalige tijdstip.

Het is intussen half vijf. Met een lange jas over mijn pyjama sjok ik opnieuw een rondje om het blok. Om even later weer in mijn warme bedje te kruipen. Opnieuw in slaap vallen is er voorlopig niet bij. Alle ME-patiënten hebben geweldige slaapproblemen. Heks ook. In slaap vallen? We missen er de noodzakelijke stofjes voor. Doorslapen? Nooit van gehoord. Wakker worden? Elke dag met een zware kater.

Om een uurtje of 11 sta ik gammel in de keuken. Vandaag gaat helemaal niks worden, ik voel het aan mijn water. Eerst maar eens koffie met een hap pijnstillers. En iets eetbaars naar binnen zien te krijgen. Alles laten inwerken…..

Na een uurtje ben ik voldoende bijgetrokken voor de eerste hondenronde. Ik maak er een uitgebreide ronde van, dan ben ik er een paar uur vanaf. Vervolgens komt mijn vriendinnetje de Schone Helena. Zij vervangt mijn begeleidster Rozenhart gedurende de vakantie. Het plan is om vandaag mijn medicijnkast uit te mesten…..

‘Ik ben zo halfzacht als de pest, dus ik wil het gemakkelijk houden vandaag,’ informeer ik mijn vriendin. Zij heeft ook een offday, dus dat komt mooi uit. Eerst nog maar een kopje koffie…..

Daarna doen we wat noodzakelijke post de deur uit. En het uur is alweer om.

Even later lig ik op de pijnbank bij mijn fysiotherapeut. Hij loopt mijn hele lijf langs. Maakt alles wat vast zit weer los. Oh, wat is hij gemeen vandaag. Mijn lamme lijf kan niks hebben. Ik ben misselijk van de pijn.

Buiten regent het pijpenstelen. Het is ijskoud. Thuisgekomen trek ik snel droge makkelijke kleding aan. Daarna wurm ik nog wat eetbaars naar binnen. En ik lig alweer in bed, retteketet.

De hondjes krijgen een heerlijke kluif. Dat breekt hun saaie dag een beetje. Want het gaat em niet meer worden vandaag……

Dan besluit ik toch de politie te bellen over dat rare incident vannacht. Misschien ben ik niet de enige, die zomaar onder schot is genomen hier in de buurt. ‘Kon u zien of het echt een pistool was, in de hand van die jongen?’ Nee, dat kon ik niet zien in de gauwigheid. ‘Heeft u zijn kenteken genoteerd?’ Nee, het was donker en ze scheurden snel de hoek om.

‘Toch goed, dat u gebeld heeft. Ik geef het door aan mijn collega’s….’ Nou, fijn.

Een half uur later word ik teruggebeld door een politieman. Opnieuw doe ik mijn verhaal. ‘Ik ga uit van een foute grap, net als U. Vanavond ga ik toch maar een praatje maken met die gasten in die Loungetent. Om duidelijk te maken, dat dit echt niet kan. Misschien weten zij wie van hun klanten dit hebben gedaan…..’ zegt de agent.

Heks is blij, dat er werk van wordt gemaakt. Ik wil gewoon veilig bij nacht en ontij door mijn buurtje kunnen blijven dwalen. Zonder dit soort akkefietjes…….

Straks nog een rondje met de scootmobiel. Hopelijk is het dan eindelijk eens een keertje droog. Ja, kreukeldagen. Ik heb ze nogal eens. Een beetje zonneschijn zou enorm schelen. Maar deze zomer raken we van de regen in de drup.

Killer stories, a true story to die for, moordwijven en dodelijke kerels,bloeddorstige bloedbroeders versus een geslepen zus die haar zuster offert. De wereld zit vol gevaarlijke gekken. Niet iedereen overleeft hen.

Vandaag ben ik laat. Ik ben pas om half vijf in slaap gevallen, vandaar. Het is dan ook al rond het middaguur als ik eindelijk met Ysbrandt in een park loop. De zon schijnt, het is droog. Goddank.

Vannacht bekijk ik diverse afleveringen van het programma ‘Born to kill’. Afgewisseld met ‘Bloodrelatives’ en andere griezelige reality programma’s vol moorddadige mensen met zieke geesten en verdorven karakters, die elkaar naar het leven staan. Vol ongeloof zie ik het verhaal van een serieverkrachter in love. Zijn geliefde gaat vanaf dag één mee in zijn verdorven fantasieën.

Als ze eenmaal getrouwd zijn gaat het van kwaad tot erger. Hij baalt ervan dat ze geen maagd meer is en laat zijn oog vallen op haar jongere zusje. Een onschuldig meisje van vijftien. Samen drogeren ze het arme kind om haar vervolgens te verkrachten. Helaas is de dosis verdovende drugs uit de dierenkliniek (!) waar de slechte zuster werkt te hoog voor het jonge meisje. Het is geen paard tenslotte: Ze overlijdt ter plekke.

Het gruwelstel komt ermee weg….. Nu begint hun echte terreur. Was de man voorheen tevreden met een stevige verkrachting, nu wil hij bloed zien. Zijn vrouw helpt hem zoveel ze maar kan. Onvoorwaardelijk. Ze plegen nog een paar moorden op jonge maagden voordat ze gepakt worden.

Hierna volgt een item over drie moordbroers. Ook weer walgelijk en afschuwelijk. Gewetenloze psychopaten aan het werk. De jongste broer is pas 15 jaar oud. Hij heeft wel emoties en gevoelens. Hij doet niet mee met het moorden, maar is natuurlijk wel met zijn familie op stap. Roadtrip met pief paf poef geluiden. Heks zit verbijsterd te kijken.

Uiteindelijk worden ook zij gepakt. De jongste broer wordt later gevangenispriester…..

Dan komt er nog een aflevering over een sociopaat van de bovenste plank. Hij liegt over zijn beroep, achtergrond, opleiding, financiele status en ga zo maar door. Toch weet hij zich te profileren als politiek lobbyist en op die manier in de hoogste kringen dor te dringen. Hij maakt mensen handig geld afhandig en weet de schijn op te houden zelf ook een rijke stinkerd te zijn.

Op een gegeven moment trouwt hij met een zakenvrouw met drie jonge kinderen. Niemand weet dit, hij houdt haar succesvol verborgen voor de buitenwereld. Zodoende kan hij rustig doorgaan met zijn vele affaires en avontuurtjes. Hij manipuleert de vrouw naar de andere kant van het land. Zo heeft hij lekker zijn handen vrij om door te gaan met zijn rare leventje.

Hij trouwt nog een vrouw. Ook haar weet hij enige tijd een rad voor ogen te draaien, maar uiteindelijk valt zijn kaartenhuis in duigen. De dames ontdekken elkaar. Ze ontdekken nog meer bedrog. De meest recente echtgenote besluit de eikel erbij te lappen wegens bigamie, maar dat moet ze met de dood bekopen. Meneer schiet haar door de kop…..

Wat heb je toch een rare mensen. Wat zit de wereld vol met mafkezen. Neem nu die broers. De middelste is de leider. Hij is vrij jong in een gevangenis beland en daar tijdens een opstand door andere gevangene verkracht. Acht uur lang! Door grote gewelddadige horken van kerels!  Afschuwelijk natuurlijk. Het heeft hem gebroken. Het heeft van dit rotjong, deze kleine crimineel, een monster gemaakt……

Terwijl de beelden nog door mijn hoofd spoken geniet ik van het zonnetje. In het park kom ik een vrouw tegen met een schat van een hond uit Roemenië. We raken aan de praat. Opeens komt de malle molenaar ter sprake. Hoe? Geen idee. De man blijkt klusjes te doen voor de vrouw. ‘Hij is ongelofelijk aardig voor me, ik krijg regelmatig een lekkere eend of gans cadeau. Die schiet hij zelf…’

Dat weet Heks. Hij wilde zijn jachtgeweer ook een keertje op mijn hond richten. Die zat achter een haas aan op de golfbaan. Hij behoort die zigzaggende haas af te schieten. Nog niet zo gemakkelijk natuurlijk. Dat is zijn bijbaantje, maar nee, hij pakt liever mijn hond, de held. Ik ben niet de enige met deze ervaring! De man is een regelrechte griezel. Hij heeft een goeie klap van zijn eigen molen gehad mijns inziens. De laatste die ik over de vloer zou halen…..

‘Ik heb de politie een keertje op zijn dak gestuurd, toen hij me stond uit te maken voor hoer, kutwijf en erger. En dat hij me wist te vinden. Hij sloeg regelrecht bedreigende taal uit. En dat in combinatie met dat geweer….. Mijn actie heeft wel geholpen. Sindsdien laat hij me met rust.’

Er komt een loopse teef aanlopen met een meneer eraan vast. Varkentje is instant verliefd. Zo snel gaat dat bij honden in hun wereld van geur. Zodoende moet ik hem vliegensvlug aanlijnen.

‘Dank voor de tip. Ja, je hebt vreemde snuiters op de wereld,’ zegt de vrouw bij het afscheid. ‘Ach, jij hebt geen problemen met de man. Het is net als bij de gemiddelde psychopaat. Superaardig voor sommige mensen, maar voor anderen gevaarlijk….’

‘Ik maak een studie van rare mensen momenteel,’ vervolg ik opgewekt, ‘Ik probeer de vinger te krijgen achter bepaald gedrag, waar ik vaak tegenaan loop. Ik heb zelf ook relaties met narcisten achter de rug. Het thema houdt me dus behoorlijk bezig.’ Ik vertel maar niet over de griezelmarathon van vannacht. Wel noem ik het boek van Iris Koops, Het verdwenen Zelf.

‘Oh, wat interessant! Ik werk met moeilijke mensen, intelligente types vaak, maar zonder enige vorm van empathie. En ik heb een moeilijke broer….’ Klinkt bekend. De wereld zit vol narcisten, maar veel mensen weten er de ballen vanaf. Heks ook tot voor kort. Nu mijn ogen open zijn gegaan zie ik dit verschijnsel overal. Het komt toch vaak voor. 1% van de bevolking is best veel, dat zijn er 100 op de duizend!

Mijn overtuiging is ook, dat je er meer op je dak krijgt als je hen niet herkent. Zodra je een narcist ontmaskert heb je een enorm probleem. Het is het ergste dat je deze mensen kunt aandoen. Dus maak je borst maar nat: Er volgen geheid levensgevaarlijke represailles. Het goede nieuws is, dat als je het overleeft, je waarschijnlijk ook van die kwibus af bent…… Omdat ie in de bak zit.