Alles is relatief! Is jarenlang mijn rechterarm mijn ‘slechte’ arm, nu is mijn arme linkerarm de armzalige…. En ook: Als je links weg haalt wordt de linkerkant van rechts links. Maar dat is weer een heel ander verhaal!

De dag na kerst zit ik alweer bij mijn huisarts. Ik zie de man bijna dagelijks de laatste tijd. ‘Wat zal het deze keer zijn?’ zie ik hem denken. ‘Ik wil een cortisone prik,’ steek ik maar direct van wal. De dokter kijkt me glazig aan. Wat nu weer? Een paardenmiddel van stal halen? En dat voor iemand die zich hevig verzet tegen behandeling met antibiotica en morfine……

Ja. Heks is het zat om te creperen van de pijn. Zonder uitzicht op verbetering. Al weken neemt de pijn in mijn rug, linkerschouder en -arm al mijn aandacht en energie in beslag. ‘Hoezo heb jij niks bij een reumatoloog te zoeken, Heks?’ vraagt mijn fysiotherapeut me onlangs, ‘Die gewrichten van jou zijn behoorlijk ontstoken door alle irritatie.’ Oh. Oeps.

Zo heb ik het nooit bekeken.

Met kerst spreek ik een familielid met in toenemende mate vergelijkbare fibromyalgische klachten. Die krijgt knoepers van cortisone injecties. En dat helpt. Waarom heb ik daar nooit eerder aan gedacht?

Zo race ik die middag door de stad op mijn elektrische fiets met hondenkar. Eerst naar de fysiotherapeut,. Dan naar de apotheek om de ampul op te halen. Opnieuw naar de huisarts voor de daadwerkelijke prik. Een heel gedoe, want de locaties bevinden zich in allerlei uithoeken van de stad.

Geen pretje ook dat gehobbel met die schouder uit zijn verband en die dove arm en hand. Ik weet gewoonweg niet hoe ik op mijn fiets moet zitten. De auto is echter geen optie. De stad zit vol koopjesjagende kerstvakantiegangers. Geen doorkomen aan.

‘Waar zal ik hem zetten? Hier vooraan maar, daar zitten de meest pijnlijke pezen en aanhechtingen…’ De injectie wordt geprepareerd. ‘Er gaat een stevige verdoving bij, lidocaïne, dat is protocol,’ mijn huisarts staat geconcentreerd te fröbelen. Ale ingrediënten gaan in 1 spuit. Dat scheelt. Ik zie er bepaald niet naar uit.

Het is een rotprik. En het duurt maar en duurt maar. Ik verplaats mijn aandacht naar mijn friemelende tenen en zit het uit. ‘Zo, al klaar. Laat me over pakweg twee weken even weten hoe het ervoor staat,’ stralend geeft hij me een hand. Zo is hij. Altijd positief. Ik heb echt een fijne huisarts, ook al zijn we het niet altijd met elkaar eens.

Als ik de trap afloop voel ik me al een ander mens. ‘Het zal die verdoving wel zijn,’ denk ik bij mezelf, ‘eerst maar eens kijken hoe het ervoor staat als die is uitgewerkt.’ Maar het effect blijft. De dooie vingers lopen terug van drie naar anderhalf. De onderarm raakt uit de kramp. De schouder kalmeert enigszins.

Verder zit er nog van alles schots en scheef in die streek, maar nu kan de boel tenminste genezen en langzaam maar zeker weer op zijn plek vallen. Hoop ik. Vooralsnog scheelt het gigantisch in de pijn. Ik kan weer een beetje op een stoel zitten. En op de fiets.

Wel moet ik de geprikte schouder volledig ontzien. Hetgeen moeilijk is als de pijn vermindert. Ik probeer zoveel mogelijk met mijn rechterarm te doen. Jarenlang mijn slechte arm. Alles is relatief!

Een week later overleg ik met de huisarts. Ik wil een verwijzing voor de pijnpoli en voor de reumatoloog. Dat eindeloze getob in mijn eentje moet maar eens afgelopen zijn. Weg met al die ontstekingen en weg met de pijn!