Hoera! De repetities met mijn koor van de Matthäus Passion van Johan Sebastian Bach zijn weer begonnen. Ex Animo geeft elk jaar een sublieme uitvoering van dit fenomenale muziekstuk. In de pauze vermaken we ons ook best. Vooral als we gasten aan onze stamtafel krijgen…… met een goed poep en piesverhaal!!!!!

Dinsdagavond is het alweer de derde keer dat we aan de Matthäus Passion van Johan Sebastian Bach sleutelen. Ons koor is enorm uitgedijd voor de gelegenheid. Met name de alten zijn oververtegenwoordigd. Rijen dik staan we boven alles uit te galmen. Heks kent het hele stuk intussen uit haar hoofd. Het is dan ook alweer de vierde keer dat ik meezing. Mijn boek kan ik bijna thuislaten….

Zoals altijd schuif ik op het nippertje op mijn plek. Zodoende vermijd ik allerlei geklets en gezwets met koorgenoten voorafgaand aan de repetitie. Heel leuk en gezellig natuurlijk, maar waardeloos voor het energiebeleid. Heks moet uitkijken niet van te voren al haar kruid te verschieten. Ons bin zuunig als het om gezelligheid kent geen tijd gaat.

Tijdens het inzingen doen we allerlei oefeningen teneinde ook tijdens de subtiele koralen mooi op toon te blijven. Het gebeurt nogal eens dat ingetogen zingen synoniem is voor vals knerpen. Pufloos piepen. Amechtig miepen. En dat willen we niet tijdens ons concert. We gaan weer voor een sublieme voorstelling.

Het zal moeilijk zo niet onmogelijk worden om de recensie van vorig jaar te overtreffen. Maar de uitvoering verbeteren moet lukken!

Tijdens de pauze sprint ik om het hardst met Anna naar onze stamtafel. Sinds jaar en dag zitten we daar met een vast clubje alten en sopranen. Helaas zijn er onlangs twee leden afgevallen. Sindsdien krijgen we soms een gast aan tafel. Vorige week was dat een bas. Hij maakt ons verschrikkelijk aan het lachen met een heerlijk poep en piesverhaal. Naar aanleiding van verhalen over mijn hondje.

‘Honden zijn zeker leuk, maar ze moeten niet bij me op de stoep poepen. In onze buurt woont zo’n exemplaar. Een bakbeest van een kalf. Draait dikke stinkende drollen van gigantische afmetingen. En de baas laat het gewoon liggen. Nu weet ik toevallig waar dat baasje woont. Het leek me dan ook gepast om eigenhandig een drol bij die mensen op de stoep te draaien.’

Heks krijgt een visioen van de man, zijn dikke buik tussen de knieën geklemd, zijn billen open en bloot uit de broek gestoken, hangend boven zo’n oerhollands brandschoon geveegd stoepje, knedend op minstens zo’n grote bolus als de uitschijtsels van de daar wonende hond.

Een schijterige schok van ontzetting waart door de toehoorders. ‘Helaas, ik mocht het niet van mijn vrouw,’ zijn guitige koppie kijkt ons ondeugend aan, ‘Ik heb het plan dus maar laten varen.’ Ik schiet onbedaarlijk in de lach. Wat een heerlijke mafkees, deze olijke bas!

Deze week hebben we onze pianist te gast. Enthousiast praten we over van alles en nog wat. De dames kakelen om het hardst. Heks kijkt naar zijn magische handen. ‘Heb je die nu eigenlijk verzekerd?’ Ik weet dat het niet te betalen is zoiets, maar ja, je zult maar afhankelijk zijn van de uiterst kwetsbare uiteinden van je extremiteiten.

‘Dit jaar speelt hij ook op het orgel bij de uitvoering,’ hoor ik zondag in de kerk van een sopraan. De vaste organist is er vorig jaar mee opgehouden en onze repetitor neem zijn plek in. Wat leuk! ‘Zal onze dirigent ook fijn vinden, want het zijn dikke vrienden,’ klessebest diezelfde sopraan.

OP JE PANTOFFELS SPEEL JE GEWOON BETER

Wat heerlijk dat we weer begonnen zijn met repeteren. Dat het alweer bijna zover is. Dat ik het hele stuk uit m’n kop ken. Wat geweldig dat ik op dit koor zit. Samen muziek maken is zo fijn. Het verbindt ons mensen.

Geen wonder dat ze in de hemel allemaal engelenkoren hebben. Dat is natuurlijk de plek van samenzijn en dus samenzang. Ons aards gejammer is daar maar een slap aftreksel van.

Aftreksel of niet: Dat interesseert me echt geen biet. Zolang ik maar kan zingen.