Metta meditatie: Oefening baart kunst. Heks zit op haar kussentje verwoed te praktiseren. Godkolere. Ik moet nog heel veel leren. Maar later diezelfde dag zit ik zingend op mijn fiets. Haken doen me niets. Deze vis zwemt blij voorbij……..

Vanmorgen zit ik op mijn matje. Een enorme boeddhistische bel staat naast me. Een sliert wierook kringelt naar het plafond. ‘Moge ik vreedzaam, gelukkig en licht zijn in mijn lichaam en geest,’ zemel ik sereen voor me uit. Snel geef ik een flinke ram op mijn geweldige klankschaal. ‘Boingginggononggg!!!!!!!’ Adem in, adem uit.

38801606_10155758160374537_172516638573199360_n

Godkolere. Ja, laat ik vooral licht worden. Ik ben al dagen loodzwaar van de vijfhonderd kilo kouwe stenen, die me onlangs in de maag zijn gesplitst. Knollen voor citroenen. Keiharde koude kutknollen.

‘Moge ik veilig zijn en vrij van onrecht,’ zucht ik vervolgens zachtjes. Tranen prikken achter mijn ogen. Veilig voel ik me geenszins. Een diep gevoel van onveiligheid woont gestaag in mijn maag. Belet me regelmatig om te eten. Wil van geen wijken weten.

Veiligheid is me altijd vreemd geweest. Trots hield me overeind. Gewend aan onveiligheid, blind voor gevaar, raak je nu eenmaal gemakkelijk alles kwijt. Pas vrij recent realiseer ik me dat ik op sommige vertrouwde plekken beter niet kan komen.

Dat familiebanden niet per definitie garant staan voor veiligheid en bescherming. Dat bepaalde dierbaren zelfs levensgevaarlijk voor me zijn. Omdat ze rare feestjes geven, waar mensen op af komen, die pillen in je drankje gooien bijvoorbeeld. Omdat ze dat dan vervolgens grappig vinden.

‘Moge ik vrij zijn van woede, conflict, angst en vrees,’ mompel ik er achteraan. Nijdige Berenklauw schiet alweer dagenlang als paddenstoelen uit de grond van mijn hart. Verziekt mijn innerlijk landschap. Een kudde Sangha-schapen graast zich een slag in de rondte om het tij te keren. En dan de angst. Altijd maar zorgen om de dag van morgen.

Ik adem in en uit. In en uit. Een glimlach krult vanzelf om mijn lippen. Ik wens mezelf echt vrede en liefde toe. Ik zie mezelf gelukkig en vrij, zoals ik me in Plum voelde. Gezien en geliefd. Verbonden. ‘Moge het zo zijn……’ lispel ik verheugd.

‘Moge ik leren naar mezelf te kijken met ogen van liefde en begrip,’ ja, dat is wel nodig ja. Ik zit mezelf teveel op mijn kop de laatste tijd. Boos om mijn naïviteit. Nijdig, dat ik me nog steeds in de kaart laat kijken. Dat ik nog altijd voer voor narcisten ben.

‘Het is absoluut geen slechte eigenschap, Heksje, om van mensen te houden en hen te vertrouwen. Het gaat alleen niet op bij de narcistische medemens. Daar kun jij niks aan doen, die hopeloze bevolkingsgroep bestaat nu eenmaal. Misschien ben jij zelf wel een enorme narcist in je volgende leven….. Dan hoop je ook dat er mensen zijn met genoeg liefde in hun hart om jou niet te haten om je vreselijke gedrag……..’

‘Moge ik in staat zijn de zaadjes van liefde en vreugde in mezelf te herkennen en ze aan te raken,’ murmelt Heks. Nou, dat lukt me prima. Goddank. Zotte zaadjes zat. En vrolijke blije eierzaadjes. Luchtige lachzaadjes. Zompige zwoele sekszaadjes ook, maar die hebben al lang geen water gehad…..

Moge ik leren de oorzaken van woede, begeerte en misleiding in mezelf te herkennen….’ Zo. Moeilijke materie, maar niet onbelangrijk. Zolang ik overgeleverd blijf aan mijn kwelgeesten, omdat ze op de juiste knopjes drukken kom ik geen stap verder. Dus waar zitten die knopjes? En hoe zijn ze ontstaan?

De zinsnede ‘Moge ik weten hoe de zaadjes van vreugde in mezelf te voeden, elke dag opnieuw,’ tovert een lach op mijn gezicht. Hiervoor heb ik het perfecte recept: Men neme 7 katten en een hondje. Woon ermee in een heksenhuisje. Wandel zo vaak mogelijk met je viervoetige vriend en een incidentele kat. Knuffel je suf met je diergaarde. Speel elke dag circus in je woonkamer…….

‘Moge ik in staat zijn om te leven met een frisse, stabiele en vrije geest,’ spreekt vanzelf. Ongelofelijk belangrijk, die vrije geest. Heks is bereid te sterven voor haar vrije geest. Ik ben al vaak voor gek verklaard of vervloekt, vanwege die vrije geest. Ik wil geen concessies doen aan die vrije geest. Mijn geest mag dansen.

‘Moge ik vrij zijn van gehechtheid en afkeer, maar niet onverschillig zijn,’ is dan weer zo’n zinnetje, waar ik weken op kauw. Ik ben namelijk enorm gehecht aan bepaalde mensen, waar ik tevens een afkeer van heb.

Huh? Ja, dat is echt mogelijk. Mensen, die je lief zijn, maar die wel bij voortduring het mes in je ribben jagen. Geliefden voor wie liefde macht is en controle. Beminden, die je het liefst over hun graf heen onder de plak zouden willen houden.

‘Moge ik vrij zijn van gehechtheid en afkeer,’ lispel ik nog maar eens een keertje. Vooral die afkeer zit me dwars. Ik kots namelijk van bepaalde zaken. ‘Moge ik zonder afkeer zijn,’ diepe zucht, ‘maar niet onverschillig.’

Nooit onverschillig zijn. Het laatste zinnetje raakt me diep. Soms lijkt diepe onverschilligheid  de enige emotie, waarmee ik de spoken uit mijn verleden kan bezweren. Maar je hebt voornamelijk jezelf ermee. Een afgevlakt hart kan nooit meer vlammen. En Heks wil vlammen.

Ik wil als een Feniks uit mijn as herrijzen. Een nieuw leven. En dat begint vandaag.

Feniks: Vogel van de zon…..

Wanneer de ziel er klaar voor is om haar vleugels uit te slaan, wordt zij diep gereinigd en gezuiverd en bereidt zij zich voor op nieuwe niveaus van spirituele wijsheid, kracht en licht. Net zoals de Feniks die door het hemelse vuur gedoopt werd om opnieuw te worden geboren, ga jij ook door eenzelfde fase van hemelse zuivering, voorbereidingen en initiatie. Dit is een vergevorderd stadium van groei van de ziel en spoedig daarna zul je genieten van een grotere spirituele vrede, goddelijke kracht en vooruitgang op je goddelijke levenspad. Kwan Yin, Dochter van de Feniks, is door het vuur gegaan, zowel geestelijk als lichamelijk, en heeft een vorm van grote spirituele vrede bereikt, kracht en autoriteit. Ze leidt je nu om je bewust te worden van je wedergeboorte en de hogere staat waarin je je nu bevindt.

Magische Metta Meditatie maakt korte metten met miezerig geknor van knorrige Heks. Het verandert niet zozeer die moeilijke ander….. Helaas! Maar als je zelf verandert oogt niets of niemand meer hetzelfde: Een hele frisse blik en de wereld als nieuw!

Donderdagavond gaan we met de Sangha massaal aan de metta meditatie. Het is alweer eventjes geleden, dat ik me daar bewust mee bezig heb gehouden. Zo heb ik jarenlang liefde gestuurd naar mijn psychopathische buurman, om er vervolgens achter te komen dat hij als tegenprestatie mijn hond geestelijk mishandelde. Niet erg inspirerend.

Ook heb ik eindeloos liefde gestuurd naar figuren in mijn clan, die dat zonder meer als zwaktebod interpreteerden: Zo kun je iemand wel heel gemakkelijk in de overgave drukken. Het heeft de verhoudingen dan ook geen goed gedaan.

Ook mijn pogingen om liefde te sturen naar een seksueel roofdier, dat zijn tanden helaas ook wel eens in mij heeft gezet, heeft de man louter de energie gegeven om nog meer slachtoffers te maken naar het schijnt.

Metta is dus niet zaligmakend.

Maar als ik in mijn vorige blog een pleidooi houdt voor castratie van eenieder, die zijn toverstafje grensoverschrijdend en ongevraagd en eventueel met geweld ergens in steekt , schrik ik toch wel een beetje van mezelf. Wat is er met dat zachte liefdevolle heksje gebeurd, die op veertienjarige leeftijd verwoed discussieerde over de doodstraf met de grootouders van mijn zwager?

Ik was natuurlijk tegen. Niet zozeer omdat er fouten worden gemaakt en mensen onschuldig op de elektrische stoel belanden. Heks was sowieso tegen het doden van mensen als straf. Straffeloos straffen was niets voor mij. Ik had allerlei wilde theorieën over vreedzame alternatieve oplossingen. En nu moet er dan maar worden gecastreerd?

Thich Nhat Hanh kreeg ooit een Vietnamese vrouw naar zich toe, een bootvluchtelinge, die zich wanhopig afvroeg wat te doen met haar haat en woede jegens piraten, die haar hadden beroofd en verkracht nadat ze voorafgaand haar familieleden ook nog eens hadden vermoord. Waaronder haar kinderen……

Thay liep uren rond, waarbij hij zich probeerde te verplaatsen in het leven van de piraten. Arme vissers zonder enig perspectief. Geen rooie rotcent en veel monden om te voeden. Dan komen er plotseling bootvluchtelingen voorbijvaren. Behangen met al hun kostbaarheden. 1 keertje over de schreef gaan bij die wildvreemde rare mensen en je bent binnen!

‘Als ik in hun positie was geweest had ik het ook gedaan,’ was Thays conclusie.

Heks betwijfelt dat, ik kan me niets voorstellen bij een agressieve en gemene Thay. Maar hij heeft wel gelijk. Zoals mijn vorige hond uitermate bijterig is geworden door het getreiter van mijn voormalige psychopathische boze buurman, zo kunnen de meest lieve en zachte karakters door uiterlijke factoren worden verwoest.

Kijk maar naar Heks. Ik was een kind van liefde. Elke avond lag ik urenlang te bidden voor Jan en Alleman. Zielige kindjes in verre landen. Zieke en nooddruftige mensen.

Mijn grote vermogen om lief te hebben heeft me gered. Het heeft me gedurende mijn moeizame jeugdjaren overeind gehouden. Ik hield van mijn agressors. Ik droeg hen op handen. Heel lang hield ik dit vol. Tegen de klippen op. Mijn eigenwaarde had hier ernstig onder te lijden.

Rumi: Liefde fluistert me in het oor: ‘Je kunt beter een prooi zijn dan een jager. Wees mijn dwaas – verzaak de hoge staat van de zon en word een stofje! Kom, hang rond bij Mijn deur en word dakloos. Doe niet net of je een kaars bent, wees een mot, opdat je de smaak van het leven mag proeven en mag zien dat er gezag schuilt in dienstbaarheid.’ (Juwelen)

Nu ben ik al jaren kwaad. Intens nijdig op al die gemene en inhalige medemensen. De armzalige karakters. Hun armoedige manier om van mij te houden. Hun respectloze manier. Hun pijnlijke manier. Ik ben boos geworden en streng. Afkappen die hap. Weg met al die gekken. Ga van mijn nek, tiet en huid. Laat me met rust.

Maar zaligmakend is deze levenshouding niet.

‘Je kunt geen stappen overslaan,’ vertel ik den Belg in Plum. We zitten voor mijn tent te klessebessen, deze kleine man met gouden handen en Heks. ‘Ik ben jarenlang woest geweest over tal van zaken, maar het was wel nodig. Over je heen laten lopen is voor niemand goed….’

Je kunt pas goed zijn voor anderen als je het ook bent voor jezelf. De basis van Metta meditatie!

‘Ik ben intensief bezig om te ontdekken wat ik nu eigenlijk wil in het leven. En in de liefde. In relaties vooral. Dat loopt nogal eens mis,’ vertelt hij me op zijn beurt. Om nieuwsgierig te vervolgen,  ‘Altijd eigenlijk. Tot nu toe. Heb jij een relatie?’

Heks is getrouwd met zichzelf. Al bijna negen jaar. Maar ik heb wel een flinke relatiecrisis achter de rug de laatste jaren…..

‘Iemand zei tegen mij, dat ik eerst een goede relatie met mezelf moet hebben, daarna met de hele wereld en dan pas met een leuke vrouw,’ pareert mijn gesprekspartner. Grappig. Ik ben met mezelf getrouwd en oefen al jarenlang dat iedereen mijn partner is. In beiden relaties heb ik een fiks dieptepunt doorgemaakt, maar ik begin er aardig doorheen te geraken.

Metta meditatie. Liefdevolle vriendelijkheid. De tijd is er rijp voor.

Gewapend met de tekst zit ik ’s avonds op mijn kussentje. Eerst ga ik mezelf alle goeds toewensen. Ik ga mezelf in mijn hart dragen. En op handen.

Mettameditatie door Jan Geurtz!

Daarna kan de wereld er weer bij. Dan is het hopelijk afgelopen met mijn knorrige oordelende rechtspraak en voorkeur voor extreem strenge aanpak van allerhande hopeloze zondaars.

Zaterdagavond zit ik op mijn kussentje te oefenen. Dan gebeurt het wonder weer. Ik ben totaal in de heilige ruimte van mijn hart. Mijn familieleden uit Plum zitten naast me op hun kussentje. Overal zie ik bekende gezichten uit mijn meditatieverleden. We zitten in stilte te ademen. Volledig verbonden. Een veld van liefde.

We houden van onszelf en van elkaar. Het helpt ons om van iedereen en alles te houden. Het helpt mij om weer van alles en iedereen te houden!

Ik stuur zachtheid en liefde naar mijn kwelgeesten. Naar de eikels, idioten en hopeloze figuren. Ik stel me voor hoe het moet zijn om als narcist geboren te worden bijvoorbeeld. Of  psychopaat. Voorwaar geen pretje.

Zo wordt mijn hart weer een instrument van liefde. Zo kan het weer de hele wereld bevatten. Zo is mijn hart weer de poort naar het hele universum. Zo is mijn hart weer ‘the place to be’.

Aan het eind van de meditatie buigen we naar elkaar. Ik kijk de kring rond, die gewijde cirkel van aandacht. Ik zie mijn spirituele familieleden bijna tastbaar voor me zitten in dat heilige hart van mijn hart, die gezegende ruimte daarbinnen in mijn borstkas. Die goddelijke plek,  die magische poort naar de kosmos.

Metta lost misschien niks op. Medemensen worden er niet per definitie beter door te pruimen. Maar voor je eigen hartje is het Haarlemmerolie! En een geheeld gouden hart is balsem voor de ziel..

Sutta Nipāta 1:08 — Metta Sutta: Liefdevolle Vriendelijkheid