Inspiratie. In mijn kerk waar God ook een vrouw is. Non op non actief. Beter tien geboden zwaar op de hand dan één al te luchtig. De jeugd heeft goddank de toekomst en tot slot: Voor een blije bij zijn WIJ een soort God..

©TOVERHEKS.COM

Zondag gaat dit Kortjakje weer naar de kerk. Vorige week ook al, maar toen was ik echt te laat: De deuren waren dicht en ik kwam er niet meer in…..

Ik heb ooit een non ontmoet aan de Schotse westkust. Ze woonde in een stacaravan op een armoedige camping tussen allerlei uitschot uit de voorsteden van Glasgow en Edinburgh. Weggevlucht voor de daar heersende armoede en ellende. Prima jongens buiten die context.

Mijn criminele vrienden werkten op vissersboten een dorp verder. Zwaar werk, dat slecht werd betaald. De non was op non actief gesteld. Geëxcommuniceerd, buitengesloten, verbannen…….de ergste straf denkbaar.

In feite was ze uit de katholieke kerk gesmeten omdat ze geneigd was de ramen in te gooien: Ze huldigde het standpunt dat Gods huis ten alle tijden geopend moest zijn en dat werd haar niet in dank afgenomen…..

Zodoende werd ze verbannen naar een klein dorp in de Schotse Hooglanden aan een stinkende baai met een wonderschoon uitzicht. Na een tijdje kreeg ze een relatie met een zeemeeuw. Een joekel van een krijsende  jongen kwam haar dagelijks opzoeken. Met wapperende pij stond ze hem op te wachten. Een hand uitgestrekt, zodat hij kon landen. Dan kreeg hij iets lekkers van deze verbannen kloosterzuster.

Gods raamloze universum was haar kerk. De dieren haar geloofsgenoten. Ik zie haar nog zo voor me, daar boven op de rotsen aan zee. Met op de achtergrond de eilanden Eigg en Rum. En een enorme vogel op haar uitgestoken hand…..

©TOVERHEKS.COM

Maar om nu zelf de eeuwenoude ruitjes van de Hooglandse kerk in te gaan gooien gaat me te ver. Straks word ik ook weggestuurd. En ik voel me al min of meer verbannen op diverse gebieden. Als uitschot. 

Maar niet in mijn kerk. Daar ben ik welkom en graag gezien, ook al schuif ik altijd op het laatste nippertje naar binnen. Vandaag ben ik in elk geval precies op tijd of nou ja, op tijd genoeg…… De laatste tonen van het openingslied klinken nog na als Kortjakje op haar vaste plekje helemaal achterin de kerk glijdt.

Er is een gastspreker vandaag, David van Veen. Een knappe kerel, die over de tien geboden filosofeert.

  1. Ik ben de eeuwige, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb.
  2. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
  3. Gij zult de naam van de Eeuwige, uw God, niet ijdel gebruiken.
  4. Gedenk de Sjabbat, dat gij die heiligt.
  5. Eert uw vader en uw moeder.
  6. Gij zult niet moorden.
  7. Gij zult niet echtbreken.
  8. Gij zult niet stelen.
  9. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
  10. Gij zult niets begeren dat van uw naaste is.

Terwijl ik meelees in de liturgie bedenk ik me voor de zoveelste keer dat die tien geboden zo gek nog niet zijn. Op een paar na dan. Heks mag nogal eens schelden en dat mag dan weer niet. Ook zit ik regelmatig voor een Boeddhabeeld te mediteren. Ook not done volgens het bovenstaande lijstje.

En dat eren van je vader en moeder lijkt me in sommige gevallen ook volstrekt niet haalbaar. Er lopen zoveel eikels en kuttekoppen rond met nakroost. Met losse handjes. Of psychopatische trekjes. Die hoef je toch niet te eren zou je zo denken? Je kunt em beter peren! En hen mores leren!

Maar je kunt het natuurlijk ook zien als het eren van je goddelijke Vader en Moeder!

Sister Chan Khong, de vriendin van Thich Nath Hanh, leert ons tijdens een retraite in Plumvillage door middel van de oefening Touching the Earth hoe je dat dan toch kunt doen, dat eren van je ouders en voorouders. Zelfs als je opvoeding pijnlijke kanten had.

‘Zie je vader voor je, als jonge man. Nog niet verbitterd door het leven. Vol plannen en energie……  Etcetera…..Touch the earth en laat alle teleurstelling en verdriet de aarde in stromen….’ ‘Zie je moeder, als mooie jonge vrouw. Vol idealen. Stralend en zacht….’ Iedereen gaat altijd huilen bij die oefening.

©TOVERHEKS.COM

Tijdens de preek dwaal ik af met mijn gedachten. Ik zit lekker te tekenen op mijn tablet, net als de dominee begint over het gebod om geen beeld te maken van wat voor’n levend wezen dan ook.  Er staan allemaal poppetjes op mijn tekening. Hand in hand….

Na de dienst klets ik eventjes met Jip en Janneke. Ze hebben koffiedienst. ‘Ach, die katholieken, kuttelieken…’ zegt Heks in een bepaalde context. Er is weer ergens een relletje. ‘Kuttelikken,’ roept Janneke opstandig.

Kijk zo gaat dat nu in mijn kerk, waar God ook een vrouw is. Ontstaan in de rebelse jaren zeventig als reactie op de gevestigde orde binnen de kerken: Allemaal inmiddels bejaarde christenkonten tegen de krib. Niets is heilig. Laat staan schijnheilig. Zelfs niet na zo’n preek.

©TOVERHEKS.COM

Ik sta met Uitgever Imker te praten onder het genot van een lekker bakkie koffie als mijn blik gevangen wordt door een jongedame. Aarzelend kijkt ze me aan. Heks begint een praatje en Imker volgt. Als snel zijn we in een geweldig leuk gesprek gewikkeld.

‘De kerk van mijn ouders in Alphen aan de Rijn is niet echt mijn ding. Ik zoek gewoon iets anders en toen tipte mijn moeder me over deze gemeente. Zodoende ben ik een keertje komen kijken….’ Wat een ondernemend mens. Ik kijk in haar open zachte gezicht. Intelligente ogen achter een rond brilletje. Lieve lach. Geweldig gevoel voor humor.

‘De Studenten Ecclesia is niet echt een kerk, het heeft meer weg van een vereniging,’ Imker legt uit hoe het er in deze club aan toe gaat, ‘Ik kon me eigenlijk niet echt vinden in andere kerken. Hier voel ik me echt op mijn gemak,’ besluit hij zijn betoog. Heks kan hem een hand geven. Ook ik krijg accuut jeuk bij de gemiddelde preek in de doorsnee kerk. ‘Bovendien is God hier ook een vrouw. Dat is echt essentieel voor mij.’

We praten verder over het geloof en spiritualiteit. Natuurlijk komt mijn Boeddhistische leermeester Thich Nhat Hanh ter spraken. Ze blijkt hem te kennen! Heks houdt en warm pleidooi voor de Wake Up beweging van deze Zen Boeddhist.

©TOVERHEKS.COM

Tijdens mijn verblijf in Plumvillage heb ik deze jonge enthousiaste gasten volop in de weer gezien. Een genot voor het oog. Balsem voor het hart. In één klap van al je vooroordelen af. De jeugd is helemaal niet hopeloos. Ze zitten vol idealen. In een goede omgeving kunnen die gedijen tot prachtige initiatieven. En Plum is zo’n omgeving. Tegengif tegen zoiets als IS……

Deze jonge vrouw doet een speciaal vormingsjaar in Zeist. Volgend jaar gaat ze studeren. ‘Ik ben bezig met het onderwerp vrijheid. Je kunt niet vrij zijn als je niet bent verbonden,’ zegt ze plotseling. Wat een wijsheid in zo’n meissie. Want het is waar. En ik herinner me opeens mijn voornemen om lid te worden van de Ecclesia. Dat moet ik dan toch maar eens doen…..

Zo kletsen we een half uurtje genoeglijk met elkaar. Op de valreep stellen we onszelf aan elkaar voor. ‘Francesca,’ ‘Imker’, ‘Heks’. Dan nemen we afscheid. ‘Wat een leuk gesprek, bedankt,’ roepen we om beurten.

Heks moet nodig even naar het bos met haar hondje. De leuke meid gaat terug naar Alphen aan de Rijn. En Imker gaat naar zijn korven. ‘Zo leuk, Heks, als je naar binnen kijkt kijkt zo’n heel bijenvolk terug. Ze zitten je echt te observeren. Voor hen ben ik natuurlijk ook een soort God…..’ Thuis mag hij er niet meer over praten van zijn vrouw, maar aan mij kan hij dan toch zijn verhaal soms kwijt……

©TOVERHEKS.COM

Compliment van een vent. Door één deur met een charmeur. Een telefoonnummer op de koop toe, nou moe! En dan op de loop: Heks houdt geen uitverkoop!

Vandaag gaan we met mijn koor de gehele dag oefenen op de Matthäus Passion. Om kwart voor tien ren ik de deur uit met Varkentje aan de riem. Die gaat een dagje bij ome Frogs bivakkeren. Ik loop naar de Lange Mare, want daar staat mijn auto. Niet. Oh.

Ik snel helemaal naar de andere kant van de steeg: Er staat me bij daar te zijn uitgestapt onlangs. Maar als ik ter plekke kom: Geen kanariepiet. Opeens meen ik me te herinneren dat mijn kuikentje voor de Schouwburg staat. Ik ben intussen al zeker tien minuten bezig…..

Uiteindelijk vind ik mijn autootje terug. Ik rijd de stad door. Het is nationale slakkendag. Alle slijmvormige rijbekwamen uit de regio glijden traag via hun slikkige slakkenspoor voor me uit. Ze zorgen ervoor dat ik bij elk stoplicht moet wachten!

Ome Frogs neemt het hondje van me over. Ik ben intussen echt te laat. De slakkengang zit er goed in! Op mijn gemak glijd ik langs bedauwde grasvelden vol krokussen. De zon doet duizenden druppeltjes glinsteren. Het is waterkoud.

Eenmaal in de kerk ben ik toch nog op tijd voor het inzingen. Gelukkig maar. Ik heb slecht geslapen vannacht en mijn stem is nog helemaal niet wakker. Schor kraak ik mee met de glijtonen. Stiekem riedel ik een paar boventonen. We zijn begonnen!

In de pauze spreid ik mijn tafelkleedje voor me uit op tafel. Ik lunch met geroosterd brood, zalm en bietenspread met wasabi. Een gekookt eitje maakt mijn feestmaal af. De andere alten moeten lachen. Ze is weer lekker bezig, die Heks.

We houden een uur eerder op. Onze dirigent is tevreden. ‘Oh jee,’ moppert mijn maatje, ‘Mijn zoon komt me halen, maar hij komt pas over een uur.’

We bellen hem op met mijn telefoon. De goede man is onbereikbaar. Helaas heeft ze haar huissleutel niet bij zich, het heeft dus geen zin om een stukje om te rijden om haar af te zetten. ‘Je mag wel met mij mee,’ grapt Heks. Dat lijkt haar wel wat, kan ze eindelijk al mijn katten zien! En Ysbrandt, de grote charmeur. Maar het is niet praktisch….

Als ik terug ben in de binnenstad haal ik snel een paar boodschappen. Op de hoek van de straat bots ik bijna tegen een knappe kerel op. Hij duikt plotseling op uit de  bloemenwinkel. Stralend kijkt hij me aan. ‘Hallo!’ begint hij enthousiast’ ‘Hoe gaat het met je?’ Ik bekijk hem eens goed. Prettig open gezicht, heeft wel iets bekends, maar ik kan hem niet thuisbrengen. ‘Ken ik je ergens van?’

‘Ja, we hebben onlangs koffie gedronken in de stad,’ antwoordt hij in vlekkeloos Duits. Mijn hersens kraken. Er gaat geen belletje rinkelen. Hij bluft vast maar wat. ‘Wat zie je er prachtig uit! Ga je mee ergens iets drinken?’ vervolgt de charmeur. Ik pieker er niet over.

‘Een ander keertje dan?’ Hij laat zich niet uit het veld slaan. ‘Kom geef me je nummer.’ Geen denken aan. ‘Dan geeft ik je mijn nummer! Ich bin in dich verliebt!‘ Toe maar. Dat is snel! Op het eerste gezicht!

Ik heb geen telefoon bij me om zijn gegevens in op te slaan…. Ik sta intussen te bedenken hoe ik me hier uit wurm.

Ik bevind me op een steenworp afstand van mijn huis en ik wil onder geen beding dat deze vasthoudende vleesgeworden verleiding weet waar ik woon!

Ik loods hem de winkel in. Daar schrijft hij zijn nummer op een papiertje dat hij van de toonbank grist. De dames achter de balie kijken verbaasd. Ik geef hen een knipoog. ‘Hij wil per se zijn telefoonnummer geven….’ fluister ik. Even later duwt hij een briefje in mijn hand. Ik loop achter hem aan de winkel uit, maar treuzel lang genoeg om hem uit het oog te verliezen.

Eenmaal buiten maak ik me snel uit de voeten. Ongezien verdwijn ik om de hoek en vliegensvlug schiet ik het portiek van mijn huis in. PPPfffff. Ik ben nog niet toe aan mannengedoe.

Het is natuurlijk wel leuk dat ik weer aanbidders heb. En een beetje uitgaan zou me vast goeddoen. Maar alles op zijn tijd. Ik denk aan de wijze woorden van de paragnost Peter van der Hurk: Zorg dat je eerst weer helemaal stevig op je benen staat. Als je jezelf laat zien in je kracht kan degene die bij je past je ook vinden. Niet meer settelen voor minder!

Als ik later nog eens naar het inderhaast neergeschreven telefoonnummer kijk zie ik dat het op een flyer is geschreven. ‘De Godin in Jezelf’ staat er op. En ook: ‘The Goddess Within’, ‘Lady of the Dragonfly’. En tot slot: Dance the Goddess within……