Kommer en kwel, tobben tot je erbij neervalt, dweilen met de kraan open: Het zit niet mee in Huize Heks. Volgens mij zit ik intussen wel op de bodem van de put. Nu kan het alleen maar beter gaan……

Afgelopen weekend is het vreselijk weer. Zondagmorgen loop ik met een onwillig hondje te wandelen. Hij is niet vooruit te branden. Sloom sukkelt hij achter Heks aan. Met een sneue snuit heft hij zijn achterpoot en piest lauw tegen een struik. Ellendig draait hij een drolletje. Halverwege geeft hij aan echt weer terug naar huis te willen.

Zuchtend geef ik gehoor aan zijn onuitgesproken wens. We maken er een beschaafde wandeling van. Er komt ook een donkere lucht aanzetten van heb ik jou daar. Varkentje heeft dan wel een regenjasje aan, maar tegen dit soort buien is geen jas gewassen……

Eenmaal thuis wil mijn ventje niet eten. Geen goed teken. Hij ziet er beroerd uit. Sneu ligt hij in zijn mandje. Heks zit hem te observeren. Wat is er aan de hand? Ik zie hem zo ongeveer met het kwartier ellendiger worden. Snel neem ik zijn temperatuur op. Boven de 39 graden. Hij heeft koorts!

Ik bel de dierenarts. We kunnen eventjes langskomen. Ome Frogs gaat mee. Als de bliksem laden we Varkentje in zijn bolide en scheuren naar de waarnemende dierenarts. Daar wordt Ysbrandt op een tafel gehesen. Een thermometer verdwijnt in zijn kleine anusje. Zijn koorts is gestegen. Oh, wat voelt hij zich beroerd.

‘Ik weet niet wat het precies is, zijn buik voelt op zich ok, maar die koorts bevalt me niets. De wond ziet er goed uit, maar misschien zit er toch een ontsteking van binnen….’ Mijn ventje wordt van top tot teen bepoteld. Hij krijgt een shot antibiotica.

Met een pak pijnstillers en een kuur amoxicilline onder mijn arm ga ik naar huis. Aan het begin van de avond begint Ysbrandt als een gek te hijgen. Alsof hij het Spaans benauwd heeft. Hij voelt zo verhit! Hij eet niet, drinkt niet……. In paniek bel ik weer naar de dierenarts. ‘Honden hebben dat soms. Je schrikt je inderdaad een ongeluk. Wacht maar even af totdat de penicilline inwerkt. Dat kan nog wel een dag duren….’

Wat later drinkt mijn monster een bak water leeg en begint zowaar iets te eten. De koorts zakt in de loop van de avond een beetje. Een onrustige nacht volgt. Ook maandag is het nog niks met hem. Die avond begint hij alarmerend te hoesten. De hele nacht word ik uit mijn slaap gehouden door een rochelende oude man. Kokhalzend probeert hij zich te ontdoen van slijm. Slijm? Waar komt dat nu weer vandaan?

Een dag later zit ik weer bij de dierenarts. Mijn eigenste deze keer. Hij maakt een paar röntgenfoto’s van Ys’ torso. Prachtig om te zien overigens. ‘Kijk, zijn hart is een beetje vergroot. Hij hoort zo groot te zijn…’ De dokter wijst aan waar het hondenhartje van mijn hartje hoort te eindigen, ‘Ook zie ik veel slijm in zijn bronchiën. Dat verklaart dat gehoest. Maar waar dat vandaan komt…’

Het zou goed kunnen, dat het hartje van Ysbrandt niet goed werkt, waardoor er wat oedeemvorming in de longen ontstaat. Later bedenk ik me, dat koorts dan natuurlijk funest is. Het hart moet dan zo hard aan de gang…. Dat verklaart misschien de enorme toename van het gehoest. Mijn kereltje rochelt al een tijdje af en toe, maar nooit zo vaak en heftig als nu……

 

Ik krijg wat codeïne mee. En het dringende advies om een echo te laten maken. Weer een rib uit mijn lijf natuurlijk….. ‘Ik mats je met de röntgenfoto’s, Heks, de tweede krijg je van mij.’ Mijn dierenarts krijgt wel een beetje medelijden met mijn portemonnaie.

Oh, oh, wat een getob. De dagen erna boks ik met moeite wat eten en medicatie in mijn ventje. Maar ook ikzelf lig opeens helemaal om. Geveld door een geniepig buikgriepje. Gevolgd door een stevige verkoudheid. Dit in combinatie met mijn zieke hondje en mijn toch al niet geringe depressie van de laatste tijd maakt dat ik het helemaal gehad heb.

Wat een kutleven. Je doet je gloeiende best, maar krijgt niets voor elkaar. In mijn dooie eentje sla ik wat ellendige dagen stuk. Meuh! Blegh! Geef mijn portie maar aan Fikkie.

Ga naar de markt en koop een kilo vis voor bijna niks. Nodig een vriend uit en een stelletje kattekoppen. Improviseer met wat je zoal in de groentela van je koelkast hebt liggen. Voeg ruim olijfolie, citroen en munt toe: Noord Afrikaanse aanslag…. op smaakpapillen!

Zaterdagmiddag loop ik lekker over de markt te flaneren. Het is heerlijk weer, ik heb de lente in mijn bol. Ik ben niet de enige. De stad loopt vol vrolijke uitgelaten dartele mensen: Een kudde koeien na een lange winter voor het eerst in de wei….

De Griek schept de laatste Taramosalata voor me uit een bijna lege bak. Bij de Marokkaanse viskraam ga ik op zoek naar een lekker visje voor de kat.

‘Kijk, je mag dat allemaal meenemen voor 25 euro.’ De kolossale visboer maakt een weids gebaar over het restant van zijn koopwaar. Een berg rode poon. Zeker een kilootje of vijf, zes. Aan zijn postuur te zien kan hij zelf probleemloos een kilo of wat wegzetten. Dus waarom iemand anders niet? Hij glimlacht me bemoedigend toe. Het is een verleidelijk aanbod. Maar vijf kilo rode poon samen met mijn katten in een weekend soldaat maken?

Dat wordt zelfs Heks te gortig. Zeker nu mijn vriezer het begeven heeft…. Uiteindelijk neem ik ruim een kilo mee. Een enorme zak vol vis. Snel gooit de visboer er nog een handvol gefileerde poontjes bovenop. Een bonus! Ysbrandt staat er likkebaardend naar te kijken. Hij is dol op vis. Soms vraag ik me af of hij soms een verdwaalde zeehond is. Of een gereïncarneerde dolfijn.

Eenmaal weer thuis zit ik toch maar mooi met al die vis. Hoewel ik dol ben op rode poon, zie ik het mezelf niet allemaal in mijn eentje opeten….. Ik hoop dat mijn katten het lekker vinden. Anders heb ik toch een probleem.

Terwijl ik een beetje zit uit te puffen van een middag vol beweging gaat de telefoon. ‘Heks, ik zit op het terras bij ’t Praethuys. Kom je ook?’ toetert mijn kikkervriend in mijn oor. Ik heb een beter idee. ‘Kom hierheen, Frogsie, ik heb lekkere dingetjes gehaald op de markt en straks gooi ik een visje in de pan…’ Dat laat mijn kameraad zich geen twee keer zeggen: Heks die in haar kookpot roert! Altijd goed voor een fenomenale maaltijd!

Even later zitten we lekker te klessebessen onder het genot van een hapje en een drankje. Intussen google ik recepten met rode poon. Ik vind iets heel aardigs van Jamie Oliver. ‘Het probleem is dat ik maar zeer beperkt ingrediënten in huis heb, Frogs. Het meeste ligt bij jou thuis in jouw koelkast…..’ We moeten erom lachen. De koelkast van Frogs is altijd dramatisch leeg. Behalve nu de mijne kapot is!

‘Het is toch zo gemakkelijk, als je altijd hetzelfde eet, dan heb je niet al die kruiderijen en ingrediënten nodig,’ plaag ik hem. Nu is ome Frogs toch verontwaardigd. ‘Ik eet echt niet altijd hetzelfde, ik koop gewoon per keer wat ik nodig heb om te koken,’ pepert hij me in.

Het recept van Jamie bevalt allerlei dingen die ik niet in huis heb. Geen probleem. Ik ga een variatie op dit thema maken met spullen, die wel in mijn tijdelijke minikoelkastje liggen. Om te beginnen een bos munt.

‘Heks, ik vind jouw recepten altijd het leukst om te lezen,’ roept de Wilde Boerenzoon onlangs enthousiast door de telefoon, ‘Wanneer ga je weer eens lekker voor ons koken? Vooral de manier waarop je ze opschrijft. Gewoon boem. Niks afmeten. Hopla. Daar houd ik van!’

Ziet er goed uit, Heks…

Bij deze dan. Speciaal voor hem. Een kanjer van een experiment. Natuurlijk zonder gluten, lactose of soja:

Ga tegen sluitingstijd naar de markt en laat je voor weinig geld een kilo rode poonfilet aansmeren. Het is een mooi stevig visje. De graat zit er nog in, maar het velletje en de kop zijn er af. Gooi de poon in een flinke bak marinade van olijfolie, citroensap, citroenrasp, rode peper, munt, peper, zout en knoflook. Uurtje laten intrekken. Langer marineren maakt het nog lekkerder natuurlijk.

Met rijst en broccoli

Kook of stoom sperzieboontjes, snijboontjes en/of broccoli. Kook rijst of glutenvrije couscous. Maak een salade van tomaten, komkommer, muntolijfolie, citroensap, verse munt, uitje en knoflook. Bak de boontjes na het koken met een uitje en knoflook.

Bak de visjes in ruim cocosvet in een koekenpan om en om tot ze een mooi bruin korstje hebben. Uit de pan nemen. De marinade erin gooien. Goed laten inkoken, zodat de uitjes en knoflook garen. Aanlengen met witte wijn. Half bouillonblokje erbij. Het aangebakken laagje van de gebakken vis van de bodem losschrapen en voilà: Een heerlijke saus voor over de visjes..

Alles bij elkaar op een bord knikkeren en smullen maar.

Mmmmmmmmmmm!

De ene dag heb ik de rijst aangemaakt met citroenolijfolie en munt. Een dag later heb ik couscous gemengd met de salade tot een mooie Taboeleh.

Het ‘magische ingrediënt’ is de in de gehele maaltijd aanwezige combinatie van munt, citroen en olijfolie. Heel Noord-Afrikaans! Daar komen ook de meest fantastische dingen vandaan, dat blijkt maar weer! Onze Hollandse smaakpapillen zouden nog in het stenen tijdperk verkeren als we niet een beetje waren heropgevoed door de verschillende stromen migranten van de laatste eeuw met hun exotische eetgewoontes! De meeste aanslagen door vreemdelingen zijn vooralsnog op onze smaakpapillen gepleegd.

Met tabouleh en guacamole, gesmoorde winterpostelein en boontjes…

 

Compliment van een vent. Door één deur met een charmeur. Een telefoonnummer op de koop toe, nou moe! En dan op de loop: Heks houdt geen uitverkoop!

Vandaag gaan we met mijn koor de gehele dag oefenen op de Matthäus Passion. Om kwart voor tien ren ik de deur uit met Varkentje aan de riem. Die gaat een dagje bij ome Frogs bivakkeren. Ik loop naar de Lange Mare, want daar staat mijn auto. Niet. Oh.

Ik snel helemaal naar de andere kant van de steeg: Er staat me bij daar te zijn uitgestapt onlangs. Maar als ik ter plekke kom: Geen kanariepiet. Opeens meen ik me te herinneren dat mijn kuikentje voor de Schouwburg staat. Ik ben intussen al zeker tien minuten bezig…..

Uiteindelijk vind ik mijn autootje terug. Ik rijd de stad door. Het is nationale slakkendag. Alle slijmvormige rijbekwamen uit de regio glijden traag via hun slikkige slakkenspoor voor me uit. Ze zorgen ervoor dat ik bij elk stoplicht moet wachten!

Ome Frogs neemt het hondje van me over. Ik ben intussen echt te laat. De slakkengang zit er goed in! Op mijn gemak glijd ik langs bedauwde grasvelden vol krokussen. De zon doet duizenden druppeltjes glinsteren. Het is waterkoud.

Eenmaal in de kerk ben ik toch nog op tijd voor het inzingen. Gelukkig maar. Ik heb slecht geslapen vannacht en mijn stem is nog helemaal niet wakker. Schor kraak ik mee met de glijtonen. Stiekem riedel ik een paar boventonen. We zijn begonnen!

In de pauze spreid ik mijn tafelkleedje voor me uit op tafel. Ik lunch met geroosterd brood, zalm en bietenspread met wasabi. Een gekookt eitje maakt mijn feestmaal af. De andere alten moeten lachen. Ze is weer lekker bezig, die Heks.

We houden een uur eerder op. Onze dirigent is tevreden. ‘Oh jee,’ moppert mijn maatje, ‘Mijn zoon komt me halen, maar hij komt pas over een uur.’

We bellen hem op met mijn telefoon. De goede man is onbereikbaar. Helaas heeft ze haar huissleutel niet bij zich, het heeft dus geen zin om een stukje om te rijden om haar af te zetten. ‘Je mag wel met mij mee,’ grapt Heks. Dat lijkt haar wel wat, kan ze eindelijk al mijn katten zien! En Ysbrandt, de grote charmeur. Maar het is niet praktisch….

Als ik terug ben in de binnenstad haal ik snel een paar boodschappen. Op de hoek van de straat bots ik bijna tegen een knappe kerel op. Hij duikt plotseling op uit de  bloemenwinkel. Stralend kijkt hij me aan. ‘Hallo!’ begint hij enthousiast’ ‘Hoe gaat het met je?’ Ik bekijk hem eens goed. Prettig open gezicht, heeft wel iets bekends, maar ik kan hem niet thuisbrengen. ‘Ken ik je ergens van?’

‘Ja, we hebben onlangs koffie gedronken in de stad,’ antwoordt hij in vlekkeloos Duits. Mijn hersens kraken. Er gaat geen belletje rinkelen. Hij bluft vast maar wat. ‘Wat zie je er prachtig uit! Ga je mee ergens iets drinken?’ vervolgt de charmeur. Ik pieker er niet over.

‘Een ander keertje dan?’ Hij laat zich niet uit het veld slaan. ‘Kom geef me je nummer.’ Geen denken aan. ‘Dan geeft ik je mijn nummer! Ich bin in dich verliebt!‘ Toe maar. Dat is snel! Op het eerste gezicht!

Ik heb geen telefoon bij me om zijn gegevens in op te slaan…. Ik sta intussen te bedenken hoe ik me hier uit wurm.

Ik bevind me op een steenworp afstand van mijn huis en ik wil onder geen beding dat deze vasthoudende vleesgeworden verleiding weet waar ik woon!

Ik loods hem de winkel in. Daar schrijft hij zijn nummer op een papiertje dat hij van de toonbank grist. De dames achter de balie kijken verbaasd. Ik geef hen een knipoog. ‘Hij wil per se zijn telefoonnummer geven….’ fluister ik. Even later duwt hij een briefje in mijn hand. Ik loop achter hem aan de winkel uit, maar treuzel lang genoeg om hem uit het oog te verliezen.

Eenmaal buiten maak ik me snel uit de voeten. Ongezien verdwijn ik om de hoek en vliegensvlug schiet ik het portiek van mijn huis in. PPPfffff. Ik ben nog niet toe aan mannengedoe.

Het is natuurlijk wel leuk dat ik weer aanbidders heb. En een beetje uitgaan zou me vast goeddoen. Maar alles op zijn tijd. Ik denk aan de wijze woorden van de paragnost Peter van der Hurk: Zorg dat je eerst weer helemaal stevig op je benen staat. Als je jezelf laat zien in je kracht kan degene die bij je past je ook vinden. Niet meer settelen voor minder!

Als ik later nog eens naar het inderhaast neergeschreven telefoonnummer kijk zie ik dat het op een flyer is geschreven. ‘De Godin in Jezelf’ staat er op. En ook: ‘The Goddess Within’, ‘Lady of the Dragonfly’. En tot slot: Dance the Goddess within……

 

Woeste wandeling met roedeltje honden in wildrijke omgeving. Viervoetige neuzen nemen een loopje met ons en gaan ervandoor! Een paar dodelijk vermoeiende uren verder is de roedel weer compleet en de rust enigszins weergekeerd……

Vrijdag stop ik mijn Varkentje in bad. Ik was zijn vacht grondig uit en smeer er een haarmaskertje op. Eventjes intrekken, uitspoelen en mijn hondje lijkt wel een speelgoedknuffelbeest zo zacht! Hij ruikt zalig! Hierna komt ome Frogs dit effect weer teniet doen met zijn wekelijkse gifbad. Ysbrandt laat het zich allemaal gelaten aanleunen. Stiekem vind hij al die aandacht wel lekker…..

’s Middags vind ik een berichtje van mijn vriendin Ras. ‘Zin om morgen met de hondjes op stap te gaan?’ Ja, natuurlijk. Laten we lekker de hort op gaan met onze beestenbende. We spreken af dat ze me in de loop van de middag ophaalt met haar enorme bus.

We gaan eerst even naar de dierenwinkel. Onze viervoeters mogen mee naar binnen. Ze krijgen allemaal een lekker snoepje. De monsters van Ras duiken hierna direct met hun neuzen in de uitgestalde kluiven en pensstaven. Niet zo vreemd, want ze zijn beiden van het merk Brak. Echte zweethonden dus. Wandelende neuzen. Niet te verwarren met een loopneus….. 🙂

De kleinste, Lotje, ziet er bedrieglijk schattig uit, er zit hoogstwaarschijnlijk veel Petit Basset Griffon in haar bloedlijn. Lukas, de andere Brak is één en al neus. Verwoed snuffelt hij alle schappen door op zoek naar informatie. En een kapotte verpakking indien mogelijk.

Even later rijden we richting Warmond. We gaan een rondje om de Klink uitproberen. ‘Ik ben er nog nooit geweest, Heks, bovendien heb ik mijn scootmobiel niet goed opgeladen geloof ik. We moeten maar kijken hoe ver we komen.’

De paden rondom de Klinkerbergerplas zijn goed begaanbaar voor de kleine wankele mini scootmobiel. Dus in dat opzicht zitten we goed vandaag. We tuffen rustig richting bossage als Ras het in haar hoofd krijgt om haar honden ook een keertje helemaal los te gooien. Ze kunnen op zich nergens heen. Er zitten hier alleen maar konijnen en geen hazen, dus wat kan er nu helemaal verkeerd gaan?

Lukas springt als een jonge god in de rondte en begint enthousiast te jammeren. Lotje volgt direct zijn voorbeeld en samen gaan ze ervandoor. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt, zelfs niet tijdens de jachttrainingen met Ysbrand. En daar ging ook echt wel eens iets mis: dolgedraaide ondeugende hondjes rennend in de verte met de geur van wild in hun neus……

De twee Braks duiken de bosjes in en checken jammerend elk konijnenhol, dat ze tegenkomen. Ze zijn volledig onder elke vorm van appèl vandaan hun eigen goddelijke gang aan het gaan. Af en toe duikt er eentje op, maar soms horen we ze een kilometer verderop huilen.

Voorbijgangers kijken bevreemd naar de jammerende bosjes. Wat is daar aan de hand? Sommigen proberen te helpen. ‘Hier heb je wat snoepjes, gewoon direct geven en de hond prijzen, dat hij terug gekomen is.’ Ja, dan moet zo’n mormel wel terugkomen natuurlijk en dat doen deze twee leperds niet. Af en toe rennen ze vlak langs ons heen, maar horen doen ze ons allang niet meer.

Heks spurt door bosjes in een poging er eentje te pakken te krijgen. Ras trekt ook alle trucs uit de kast, maar tevergeefs. ‘Wat bezielde me om ze los te laten? De laatste keer dat ik dat deed hebben we meer dan 3 uur zitten wachten tot ze terug kwamen…..’

Uiteindelijk grijpt Heks Lotje in haar kraag. Zij is de eerste die opgeeft. Lucas rent nog als een gek in de rondte. Hij vertikt het om terug te komen. We gaan een tijdje in de auto zitten. We zijn intussen ook al een paar uur verder.

De wandelaars zijn verdwenen, het begint een beetje te schemeren. Binnenkort verschijnen er andere frequente bezoekers van dit afgelegen oord. Zij laten geen drollen achter maar andere excrementen, veelal in gebruikte condooms. We zijn zonet nog bijna over een exemplaar uitgegleden……

‘Ik heb er zo genoeg van, ik laat dat beest gewoon hier, hij zoekt het maar uit!’ Haar eigen woorden tegensprekend duikt mijn vriendin met al haar handicaps nog een keertje vrolijk de bosjes in. Ze heeft geluk deze keer. Lukas is in de buurt. Hij zit met zijn kop zo diep in één of ander konijnenhol, dat ze zich bovenop hem kan werpen. Hebbes.

Ik heb hem, Heks, ik lig bovenop hem!!!!!!!!!!!‘ Snel ren ik met een riem naar de plek, waar ik haar geschreeuw vandaan hoor komen. Eindelijk hebben we hem te pakken. Ysbrandt bekijkt alle toeren met verwondering. Het is al zo lang geleden, dat hij dit soort fratsen uithaalde. En zo bont heeft hij het echt nooit gemaakt……

Op weg naar huis komen de Brakjes bij me slijmen. Lukas legt zijn lieve hondenkop op mijn schoot en kijkt me schuldbewust aan en ook Lotje geeft me knuffel na knuffel. Als Ras me afzet op de Mare loopt daar net mijn vriendin Doglady met haar roedeltje. Zo loop ik met alweer een volgende roedel het laatste stuk naar huis.

’s Avonds krijg ik een berichtje van Ras. ‘Ben nu pas een beetje bijgekomen. Wat een gedoe was dat, zeg! Onderweg naar huis werd Lotje door mijn heen en weer schuivende scootmobieltje geplet en probeerde zich vervolgens onder mijn benen te verstoppen…… Heb de hele weg moeten krijsen: nee! weg! af! blijf dáár!….. maar ze probeerde het iedere keer weer. Thuisgekomen heeft Lukas nog een uur of twee als een dolle door de kamer gerend en op zijn kop in de bench gestaan om de adrenaline kwijt te raken.
Volgende keer beter, help me er asjeblieft aan herinneren dat ik ze noooooooit meer loslaat…. 🙂 ;-/ ‘

 

Narcistendag! Hoera! Slachtoffers van narcistische mishandeling komen van heinde en verre naar Leiden om hun lijden te verlichten door lotgenotencontact. Voedzame informatie, intens delen en heilzame slappe lach. Confronterend hoor! Deze vorm van mishandeling is de wereld op zijn kop!

Zaterdag is het dan eindelijk narcistendag. Ik heb de wekker gezet, dus ik ben op tijd wakker. Na een heel kort nachtje, want ik heb natuurlijk weer eens slecht geslapen….

Als ik de woonkamer in strompel, zie ik dat mijn hondje heeft gekotst. Snel ruim ik het op. Dan gooi ik wat koffie en pijnstillers naar binnen en ga op weg naar de douche. Maar oh jee! Onderweg nog meer kots en een gestresst hondje bij de voordeur….. Dat belooft niet veel goeds!

Een paar minuten later ren ik buiten in wat bij elkaar gegriste kleren naar het eerste beste parkje in de buurt. Ys sprint naast me met samengeknepen billetjes. Als ik hem los laat hurkt hij direct neer bij een grote boom en spuit een hele berg zachte vloeibare stinkende stront rond op de wortels…. Natuurlijk onmogelijk om op te rapen met een poepzakje.

Sorry omwonenden……

Hierna kan het beestje er in elk geval weer eventjes tegen.

Thuisgekomen voer ik hem witte rijst met rauw vlees en 12 norritjes. Een beproefde methode om zijn darmstelsel te kalmeren. Ik vrees dat het gifbad van gisteren en de koude buitenlucht debet zijn aan zijn ontregelde spijsverteringssysteem. Het arme schaap….

Gelukkig komt zijn suikeroompje ‘Ome Frogs’ hem zo ophalen.

Mijn schema van de dag is natuurlijk lelijk in de war. Snel schiet ik onder de douche door en was en passant mijn lange haren. Ik smijt een beetje make up op mijn gezicht, trek wat kleren aan en scheur de deur uit. Precies om tien uur ben ik op de locatie waar de cursus wordt gegeven. Op het nippertje schuif ik naar binnen. Ik ben niet eens de laatste! Die zit op dit moment nog in Amsterdam. Foutje van haar TomTom…..

De aanwezige groep slachtoffers van narcistische mishandeling bestaat voornamelijk uit vrouwen. Er is 1 man. Niet verbazingwekkend, want de meeste narcisten, 70%, zijn man.

Deze man hoort bij een vrouw in de groep. Beiden hebben gebroken met een narcistische partner. Nu zijn ze samen. Beiden hebben kinderen met hun ex. ‘We hebben heel veel aan elkaar in de omgang met onze narcist!’ beamen ze beiden volmondig. Stralend ook! Blij met hun prachtige relatie. 🙂

We gaan van start met een rondje kennismaken. Eerst bespreken we in tweetallen onze persoonlijke problematiek rondom het onderwerp. Daarna stelt je partner jou voor aan de groep. En vice versa.

De groep bestaat uit mensen die al de nodige schreden op het narcistvrije pad hebben gezet. Soms hebben ze vanwege kinderen nog te maken met die persoon, in een enkel geval nog dagelijks, maar de meeste slachtoffers hebben zich echt losgemaakt. ‘Dat scheelt enorm in de “hij/zij deed dit of hij/zij deed dat verhalen”‘, aldus 1 van de trainsters aan het einde van de dag.

Evenzogoed krijg ik natuurlijk wel het 1 en ander te horen vandaag…..

Het mooie is, dat alles wat hier besproken wordt, binnen deze muren blijft. Je kunt gerust roepen: “Mijn moeder/vader/zuster/broeder/baas/ex/vriendin/goede vriend is een narcist.” Zelfs als je het nog steeds niet zeker weet.

Dat laatste blijkt belangrijk. Bijna alle deelnemers twijfelen regelmatig ernstig aan hun eigen beoordelingsvermogen op dit vlak. Narcisme is een hele sluipende persoonlijkheidsstoornis. Ontregelend en destructief. Maar nauwelijks waarneembaar.

De plegers zijn sneaky en slim. Sluw, gemeen en kwaadaardig. Ze zullen zichzelf nooit als zodanig zien, ze zien zichzelf als goed.  En vaak ook zielig, Om maar niet met hun negativiteit geconfronteerd te hoeven worden projecteren ze al hun ellende op hun omgeving…. Ze zijn meester in manipuleren!

co-dependency maakt het er niet gemakkelijker op……

Menig slachtoffer van een narcist eindigt in het gesticht, terwijl de pleger goede sier maakt met verhalen over de gestoorde geest van zijn prooi……

De omgekeerde wereld.

Ja, de wereld op zijn kop. Dat is hoe een relatie met een narcist voelt. ‘Zij missen de OEPS-factor’, aldus een trainster, ‘Als ik iets zeg en jij reageert verschrikt, dan voel ik ‘OEPS’. Wat heb ik verkeerd gezegd? Heb ik je soms gekwetst? Een narcist voelt dit niet. Die zegt rustig de meest vreselijke dingen en laat jou er mee zitten….’

Ik ken het. Ik heb met zoveel dingen gezeten in mijn leven. Ik heb mijn hersens afgebeuld om maar te begrijpen wat bepaalde narcistische mafkezen nu eigenlijk met me voor hadden. Ik heb me in duizend bochten gewrongen en op miljoenen eieren gelopen om dit meedogenloze volkje maar niet te kwetsen. En dat terwijl zij er zelf geen enkel probleem mee hadden om bij mij het mes er vol in te zetten!

De omgekeerde wereld. De wereld op zijn kop!

De dag gaat zo snel voorbij. In elke pauze wordt er druk uitgewisseld. De deelnemers komen vanuit het gehele land. Sommigen zijn gisteren al vertrokken om op tijd te zijn!

Aan het einde van de dag krijgen we de slappe lach. Kwinkslagen vliegen door de lucht. ‘Zoiets doe je natuurlijk niet’ -in een heel ander kader wordt-: ‘Tenzij je narcist bent natuurlijk…’ Iedereen ligt plat. Heerlijk. Lachen is toch zo helend.

De enige vrouw in de groep, die nog met haar narcist verkeert maakt ons zo vreselijk aan het schateren met haar verhalen, dat we er bijna in blijven. Wat een humor heeft deze dame! Heks geniet enorm van haar. Natuurlijk weet ik dat er een wereld van ellende onder ligt, maar de kracht van haar lach tilt ons allemaal op!

Op de valreep raak ik nog aan de praat met een hele krachtige vrouw. Ze blijkt in de buurt te wonen. Ook kent ze 1 van mijn narcisten! Intussen zijn we al met elkaar aan het mailen. Binnenkort gaan we een drankje doen! Vast en zeker!

Iedereen kan slachtoffer worden van deze vorm van mishandeling. Ook hele krachtige en evenwichtige mensen. Je loopt misschien zelfs wel juist meer kans op deze ellende als je beresterk, hooggevoelig en zeer empatisch bent: Want dat is voer voor narcisten.

Uiteindelijk breek je. Wie je ook bent. Zwak, sterk, jong, oud. Er is geen kruid gewassen tegen de narcistische aanval.

99% van de mensheid is geen narcist. Ik heb in mijn leven gemiddeld 40% van mijn persoonlijke medemensen helaas kunnen etiketteren als zijnde van dit menstype. Intussen weet ik ook waarom ik zo’n blinde vlek heb voor dit fenomeen.

Er wordt aan gewerkt…..

Heb jij te maken met narcistische mishandeling? Lees het boek ‘Het verdwenen zelf‘ van Iris Koops en ga naar een narcistendag! Het zal je leven ten goede veranderen……

 

 

Een dag uit mijn hondenleven. En wat voor’n dag! Een kies getrokken, een ooglidcorrectie en tot besluit loop ik voor gek…..

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Getverdrie prutteldepruttel baal baal

Vanmorgen: Grote schrik! De Vrouw gaat met me naar de dokter. Ik ruik het op een kilometer afstand: Foute boel!

Ik krijg in no time een prik en mijn bil. Daarna neemt Heks me mee naar de wachtkamer. Ik kwijl en hijg en laat een stinkende protestwind. Ik hoor de Vrouw zacht mopperen over de rekening. Nou moe, wat is nu erger? Een financiële aderlating of mijn positie? Geen idee wat er boven m’n hoofd hangt, maar ik vrees het ergste…..

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Uiteindelijk gaat mijn baasje gewoon weg! Ze laat me achter bij die slagers. Als een lam laat ik me naar de slachtbank leiden. Ik krijg nog een prik en val in een diepe slaap.

Bloementuinen en loopse teefjes. Enorme kluiven en overal tennisballetjes. Ik waan me in de hondenhemel……

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Ja, ik heb het helemaal gehad!

Als ik wakker word, heb ik stampende koppijn. Ik voel me misselijk en draaierig en heb een raar ding om mijn nek. Ik lijk verdorie wel een schemerlamp!

In de verte hoor ik de Vrouw praten. Oh, ze is dus teruggekomen. Nou, dat valt me weer alles mee. Ik strompel achter 1 van mijn beulen aan in de richting van haar stem. Flauw kwispel ik ter begroeting. Is ze nog druk in gesprek op de koop toe. Hallo baas! Ik wil aandacht! Ik ben zielig!

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraagYsbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Op weg naar huis mag ik voorin de auto zitten. Een hele eer. Maar ik baal als een stekker. Kan m’n kop niet kwijt met die lampenkap erop. Gelukkig aait de Vrouw me af en toe lekker over mijn bolletje. Als we stil staan voor het zoveelste rode stoplicht bijvoorbeeld.

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Mijn rode familielid houdt met gezelschap

Thuis probeer ik in m’n bench te gaan liggen. Nou, vergeet het maar! Ik bots keihard met mijn scheepstoeter tegen het hekwerk. Ik heb het helemaal gehad. Overal stoot ik tegenaan met m’n trechterkop. Je had me eens de trap op moeten zien kruipen. Bonkend tegen elke tree…. En dan ben ik ook nog zo wiebelig als wat van die drugs of wat ze me dan ook hebben toegediend….

Gelukkig nemen we de rest van de middag rust. Hoewel… Krijgt die baas van me het ineens in d’r kop, dat ik nog even naar buiten moet. We proberen een rondje met die toeter op, maar dat is geen succes. Ik ga tegenhangen, vertik het om te piesen en drijf die heks tot wanhoop.

Later neemt ze me nog een keertje mee, zonder kap, helemaal naar een park. Ik wil niet. Ik wil zielig met m’n kop onder een deken liggen. Maar toch doe ik een paar wankele plasjes en draai wat keutelige drolletjes. En ik volg heel even een spoor. Dan gaan we goddank weer naar huis.

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraagYsbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Mijn vriendinnetje neemt poolshoogte

Daar krijg ik een bak eten voor m’n neus. Bah. Water dan? Nee, dank je de koekoek. Ik voel me zo beroerd als wat.

De Vrouw gaat lekker in bed liggen schrijven en ik lig aan het voeteneind, op de grond. Soms sta ik op en kijk mijn baasje verwijtend aan. ‘Kijk mij eens balen, Vrouw, allemaal jouw schuld. Jij kwam op het onzalige idee om naar de dierenarts te gaan. Jij hebt net die kap opnieuw om mijn nek gesnoerd!’

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraagYsbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Ze weet me toch een beetje op te beuren

Dan gaat de bel. ‘Wruf’, murmel ik. En strompel zwabberend en zwaaiend en stotend tegen de deurpost, naar de voordeur. Het is de buurvrouw. Ze komt die zwarte panter brengen. ‘Ach’, roept ze uit, ‘lieve schat! Wat ben je zielig, oh Ys. Ach mannetje. Wat hebben ze met je gedaan?’

Ze kriebelt lekker achter mijn oren en bewondert mijn hechting. Ja, ik heb soort paars spinnetje op mijn voorhoofd. Best cool! Jammer dat het jeukt.

IMG_4610 - versie 2

Ik heb een geweldige paarse hechting boven mijn oog

En nu komt zometeen Ome Frogs op ziekenbezoek. Daar kijk ik echt naar uit. Hij is mijn Suikeroompie! Ik heb intussen alweer een klein bakje voer verorberd. Misschien ben ik straks wel in voor ‘iets lekkers’.

Ysbrandt, hond met lampenkap, kraag, witte kraag, balende hond, rode kat met hond en kraag

Die rooie geeft me nog een heerlijke knuffel