MiAUAUAUAUAUW! ME AU AU AU AU AU! De panter heeft zich weer eens in de nesten gewerkt. Het is altijd wat met de dolende ridder. Is het niet dit, dan is het weer dat. Heks heeft haar handen vol aan dit geliefde monster. Terwijl mijn bankrekening er op leegloopt!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een paar weken geleden ben ik de panter weer eens kwijt. Ik heb direct een naar gevoel en al na een dag loop ik uitgebreid te roepen in de buurt. Begrijp me goed, het beest is wel vaker op stap. Dagenlang soms. Hele weken, maanden ben ik hem kwijt geweest.

Meestal maak ik me geen zorgen, maar als er iets mis is voel ik het direct. Zo ook nu. Waar zit mijn monster?

Na een uitgebreide zoekronde ’s avonds laat zie ik hem bij thuiskomst voor de voordeur zitten. Maar als hij me in het oog krijgt kruipt hij weg. Komt weer naar me toe. Loopt weg. Komt, loopt weg, komt toch……

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Ha gekke ridder van me,’ zing ik hem zachtjes toe, terwijl ik hem over zijn koppie aai, ‘He, wat is dit? Je staart is raar. Hij lijkt wel gebroken….’ Terwijl ik mijn hand langs zijn hele lijf laat glijden voel ik een rare knik aan de basis van zijn lange staart. Jeetje. Die heeft ergens tussen klem gezeten. Dit heb ik nog nooit eerder gevoeld.

Ik neem mijn schat mee naar binnen, alwaar hij de gehele nacht bovenop mijn buik ligt. Hij zoekt steun, want zijn arme staart doet echt pijn. Dat is goed te merken. De volgende dag gaan we naar de dierenarts.

Die geeft ons een sterke pijnstiller mee. ‘Het is niet gebroken, maar er zit wel een werveltje helemaal scheef. Ik doe er verder niets aan. Met een paar dagen voelt hij zich veel beter.’ Geen dure röntgenfoto gelukkig. ‘Nergens voor nodig,’ zegt de man.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Nou, dat was dan je zevende leven. Of was het pas het zesde? Ik ben de tel kwijt, mafkees,’ mopper ik zachtjes tegen hem op de terugweg. Mijn avontuurlijke boerenridderkater heeft altijd wat. En ondanks het feit, dat hij toch ook een dagje ouder wordt is hij nog steeds uitermate uithuizig. De ellendeling.

Ik houd hem een paar dagen binnen. Altijd een hele heisa, want meneer wil niet binnen blijven. Hij wil de hort op. De buurt verkennen, de nachtburgemeester uithangen, achter de muizen aan!

Na vier/vijf dagen laat ik hem maar weer naar buiten. Hij is behoorlijk opgeknapt, maar de knik is een blijvertje lijkt het.

Vorige week is meneer koekepeer weer eens onvindbaar. Al dagen hebben we ruzie. Hij komt binnen, eet zijn eten op en staat dan aan 1 stuk door te schreeuwen, dat hij weer naar buiten wil. Van nog wat extra brokjes wil hij niks weten. Hij eet alleen nog maar blikvoer lijkt het!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

De laatste dagen wilde hij zelfs niet meer mee naar binnen. Moest ik hem achterna rennen en vangen. Met een grote tegenstribbelende zwarte kater onder mijn arm de trap oplopen.  Hem stevig vasthouden tot we binnen waren, omdat hij em anders direct weer zou smeren. Wat heeft die kat toch?

Nu is hij dus al twee dagen pleite. Pas de derde dag zie ik hem van een muur via mijn auto, die verderop in de steeg geparkeerd staat, op straat springen. En ook nu krijg ik hem slechts met moeite mee naar binnen. Waar hij dan weer wel aanvalt op zijn eten: Hij is uitgehongerd!

‘Wat heb je toch, gekke kat?’ Heks houdt hele verhalen tegen haar schatje. Hij kijkt me serieus aan. Opnieuw valt het me op dat hij er anders uitziet. Maar waar ik er een paar dagen geleden nog niet de vinger op kon leggen, zie ik nu plotseling hoe zijn kop aan 1 kant is opgezwollen tot enorme proporties.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zijn linkeroog zit zelfs een beetje dichtgedrukt. De zwelling is pijnlijk. En plotseling heel groot geworden. ‘Waarschijnlijk een abces,’ concludeert Heks. Deze ridderkater zal wel weer een potje gevochten hebben…..

Zo zit ik zondagmorgen weer bij de dierenarts. Mijn goedkope tuincentrum-arts is helaas niet beschikbaar, dus ik zit bij een peperdure collega. De rekening is nog net niet zo erg als eentje, die ik ooit eens op een zaterdagavond laat heb opgelopen, maar het is evenzogoed een rib uit mijn lijf.

Hiervoor krijg ik wel een consult met een enorm lekker ding. Ik heb mijn ogen nog niet helemaal open, maar dit zie ik dan toch wel. ‘Het is waarschijnlijk een abces, daar gaan we de medicatie op inzetten. Helaas kan ik het niet openmaken, dat geeft namelijk vaak verlichting. Maar met een goeie dosis antibiotica en een stevige pijnstiller voelt hij zich met een paar dagen veel beter….’

Zo ligt mijn panter dan in de grote bench. Met zijn eigen kattenbak, lekker voer en een bak water. Het is de enige manier om ervoor te zorgen, dat hij em niet smeert. Ooit sprong hij met een drain in zijn lijf en een kap om zijn kop uit het slaapkamerraam op de eerste verdieping. Daar draait meneer zijn poot niet voor om.

Soms jammert hij erbarmelijk. Soms laat ik hem er een paar uur uit. Hij heeft een kuur van tien dagen en die moet hij afmaken. Twee keer per dag een pil.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Op dag drie jammert hij wel erg hard. Nog maar een keertje naar de dierenarts dan. Ik zie intussen ook een rare pek onder zijn oog verschijnen.

Zodra ik hem bij de dokter op de behandeltafel zet, springt het abces open. Bloederige stinkpus vliegt ons om de oren. De wond wordt grondig nagespoeld met een jodiumverdunning. ‘De rest geneest vanzelf. Katten hebben een geweldig vermogen om abcessen zelf te lijf te gaan,’ stelt de dierenarts me gerust.

Hij moet nog een paar dagen binnen blijven, om de antibioticakuur af te maken. Het is nog eventjes afzien voor me. Maar de schat voelt zich al veel beter!

Maar wat ben ik blij, dat hij ook dit weer overleeft. Mijn kanjer. Mijn grote zwarte schaduw. Mijn stoere panter. Mijn geliefde ridder Ferguut.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

 

Zichtbaar zijn of onzichtbaar. Dat is de vraag vandaag. Doe ik mijn magische Harry Pottermantel aan? Geen idee natuurlijk of het me leuk zal staan. Je veld inkrimpen of uitbreiden? Het is zo oud als de weg naar Kralingen. Het is van alle tijden…….

‘Heks, ik zag je vanmorgen door de eetzaal glijden: Je was min of meer onzichtbaar. Hoe doe je dat?’ Mijn Joodse familielid de dharmateacher kijkt me verwachtingsvol aan. Haar ogen twinkelen. Ze heeft haar vesica piscis bepaald niet in haar achterhoofd zitten.

‘Ik trek mijn veld in,’ mijn antwoord is simpel, ‘In de ochtend voel ik me altijd super belabberd. Dus dan ben ik liever onzichtbaar.’ We grijnzen naar elkaar. ‘Volgens mij weet jij ook heel goed hoe je je veld moet uitbreiden,’ grapt ze vrolijk terug.

Het is zo. Als ik goeie zin heb vult mijn veld met het grootste gemak een voetbalstadion. Mijn veld is geenszins anders daarin dan jouw veld. Of het veld van Sinterklaas.

Daarom is de ene Klaas de andere niet. Niet iedereen is bedreven in het manipuleren van zijn energetische veld. Een grijze muis met een mijter is niet genoeg voor een geslaagde intocht.

Oh jee. Nu ben ik over Sinterklaas begonnen. Een heikel onderwerp. Snel vergeten maar weer.

Andere familieleden zijn om ons heen komen staan. Dit vinden ze toch wel een interessant praatje. ‘Het werkt een beetje zoals die onzichtbaarheidsmantel van Harry Potter,’ ginnegap ik opgewekt. Dat gaat erin als koek. En het is niet eens gelogen!

‘Ik zal je uitleggen hoe je altijd beeldschoon kunt zijn als je er zin in hebt,’ zegt Heks jaren geleden tegen een logerend nichtje. Ze is overigens al een plaatje. Maar enorm onzeker helaas.

Het meisje is reuze benieuwd, maar het antwoord valt haar dan weer tegen. Heks heeft het over velden en de Godin in je laten dansen. Het beste schoonheidsmiddeltje dat er bestaat!

‘Jij bent gewoon mooi als je er zin in hebt,’ de foute Algerijn is het ook opgevallen. Dit wanproduct van mijn liefdesleven heeft me dan toch een prachtig compliment gegeven! Want het is zo. Ik kan eruit zien als een ouwe gymschoen en tien minuten later oog ik als een model met mijn veranderde veld.

De Don kan het ook heel goed. Het aanbrengen van lagen parfum en het uitdijen van zijn energieveld gaan hand in hand. Een mooi pak erbij om het af te maken. Zijden stropdas als focuspunt……

Als wij samen op stap gaan hebben we dan ook veel bekijks. Vorige zomer liepen we langs de artiestenuitgang van de Schouwburg. Een medewerker kwam naar buiten en viel bijna flauw van verbazing op het plaveisel.

‘Ik heb toch echt veel voorbij zien komen, echt wel. En ik ben dus wat gewend. En om die artiesten met hun enorme ego kijk je bepaald niet heen. Dus. Maar wat heb ik nu aan mijn fiets hangen? Wat is dit? De koning en de koningin van Sheba soms? Nog nooit zoiets gezien hier in de straat…….’

Ik fiets dagelijks langs hetzelfde punt, maar met ingetrokken veld. De man herkent me dus niet eens.

‘Ik herkende je niet, Heks,’ hoor ik dan ook regelmatig als ik incognito mijn hond uitlaat, ‘Zeker omdat je geen hoed ophebt…’ of iets dergelijks volgt er dan. ‘Ja, dat zal het zijn,’ laat ik iedereen in de waan: Ik heb gewoon mijn veld verkleind……

Kletspraat over velden is maar aan weinigen besteed. Aan mijn familielid uit Jeruzalem bijvoorbeeld. Van wie ik vermoed, dat zij dat kunstje ook prima kan……..