Barmhartige Samaritaan komt nog wel eens te laat op afspraak. Dat is het nadeel van empathie. Zonder compassie heb je dat niet! Laat je die ander gewoon lekker creperen door je zeiksnor te drukken of em te smeren…….

Vanmorgen vroeg gaat de bel. Verdorie. Ik wil uitslapen. Ik heb er pas een paar uurtjes dromenland op zitten. Veel te kort. Het is vast weer zo’n idioot van woningbouwvereniging Portaal. Of Museum Boerhaave. Laatstgenoemde is flink aan het verbouwen.

Nu willen ze de staat van mijn huis onderzoeken, in verband met eventuele toekomstige schade. ‘Maar dan moeten jullie bij Portaal zijn. Zij zijn eigenaar, het is hun pand,’ wimpel ik een paar dagen geleden al die toestanden af tegenover een mannetje met meetlint en fototoestel hier in de steeg, ‘Mij zal het een rotzorg zijn of het overeind blijft staan.’ Nou ja, liever wel, maar ik heb geen zin om weer achter van alles aan te jagen uit naam van mijn hopeloze verhuurder.

Geen idee of ze op de hoogte zijn gesteld van de aanstaande werkzaamheden, maar ik ben niet van plan om het te doen. Ik heb wel wat anders aan mijn hoofd. Slapen bijvoorbeeld. Of beter gezegd een gebrek daaraan. De bel gaat nog een keer. Alleen bij Heks, alsof ik hoofdbewoner ben van dit pand. Je zou het bijna gaan denken.

Ik haal vele kastanjes uit het vuur bij de verhuurder en ik ben de enige die wel eens een bezem en dweil door het portiek haalt. Vorige week nog. Met mijn pijnlijf. Drie dagen last achteraf, maar ja. Het wordt zo smerig, op een gegeven moment kan ik het niet meer aanzien.

Zo is het altijd geweest, overal waar ik heb gewoond was ik de lul met schoonmaken. Vooral vrouwen zijn smerige huisgenoten heb ik ontdekt.

Verwoed probeer ik weer in te slapen. Het lukt niet, potverdorie. Een paar uurtjes later wordt er weer gebeld. Ze zijn wel vasthoudend. En opnieuw gaat de bel, nu hoor ik ook mijn naam. Het lijkt de stem van Steenvrouw wel! De telefoon rinkelt ook nog. Ik sprint naar de keuken. Als ik uit het raam kijk zie ik mijn vriendin in de steeg staan met een krijsende Panter aan haar voeten. Ferguut heeft honger, hij wil naar binnen.

Even later zitten we aan de koffie. Steenvrouw gaat exposeren in het Baljuwhuis in Voorschoten. Zaterdag is de opening. ‘Ik ben helemaal klaar, alles is geregeld. Er wordt een mooi filmpje gemaakt als introductie. In elk geval van mezelf, de mede exposanten laten het een beetje afweten met dit geweldige filmproject, misschien dat één van hen op de valreep nog materiaal aanlevert.’

‘Superleuk schat, zo’n filmpje is nooit weg, je kunt hem mooi op je website zetten!’ Babbeldebabbel, kwekkwekkwek. Intussen drinken we een voortreffelijk bakkie koffie. Met verrukkelijke cocoskoekjes.

‘Het was vanmorgen ijskoud en spekglad, toen ik op weg was naar een afspraak. Ik had geroeid met iemand en we liepen nog te lachen om die gladheid. ‘Tot de volgende keer!’ riep ze terwijl ze afsloeg richting binnenstad. Opeens lag ze plat op haar gat!’ Nou ja, op haar kop, maar dat rijmt niet zo mooi.

‘Er zat een flink gat in haar hoofd, niet ernstig hoor, maar wel veel bloed….. Ze is later nog eventjes naar de dokter gegaan. Die had toch wel drie hechtingen nodig om de boel weer te lijmen. Ook heeft ze drie gekneusde ribben. Best een flinke val dus. Ik was er natuurlijk eventjes mee bezig en zodoende te laat voor mijn afspraak.’

‘Ja, wat moet je dan? Je kunt haar moeilijk laten liggen onder het mom van, sorry hoor, maar ik heb haast. Zoek het uit!’ giebelen we tegen elkaar. ‘Maar we zouden toch meer om onszelf denken, hoe kun je nu zo dom zijn om die vrouw te helpen?’ roep ik quasi verontwaardigd, ‘Laat toch lekker gewoon aan de kant van de weg liggen, leipe barmhartige Samaritaan. Nu was jij weer te laat. Hihihi….’

‘Ja, hihihi, stel je voor, dat je dat doet!’ lacht Steenvrouw. We zijn helemaal melig geworden van dit verhaal. ‘Nou ja, er zijn mensen die dat doen hoor,’ grap ik terug, ‘er  zelfs een verhaal in de bijbel met die thematiek. ‘Ik kan me daar helemaal niets bij voorstellen,’ nu kijkt mijn vriendin verwonderd. Gelukkig maar. Aan mensen, die zich dat moeiteloos kunnen voorstellen heb je niet zoveel.

‘Een ex van Heks deed er nog een schepje ellende bovenop als ik op mijn plaat ging. Zoals in de vakantie. Eerst liet hij me in mijn eentje de hele reis voorbereiden, hij was zelf te druk met stiekem vreemdgaan. Toen reed hij mijn auto in de poeier. Achteraf vermoed ik opzet. Misschien een sneaky poging om onze vakantie te verijdelen? De reparatie liet hij me zelf opknappen. Ook financieel. Geen ‘dank je wel dat je het zo coulant opneemt’. ‘Dank je wel’ komt sowieso niet voor in zijn vocabulaire.’

‘Daarna liet hij me het hele stuk naar Frankrijk  rijden, Tens-apparaat op de hoogste stand tegen de pijn, terwijl hij met een zeiksnorgezicht naast me zat te zwijgen. Vervolgens liet hij me modderen met het opzetten van de tent. Intussen helemaal over mijn theewater verzwikte ik mijn voet. Hij klapte dubbel met een harde krak, de verkeerde kant op. Een misselijkmakend geluid. Hij schold me vervolgens uit voor alles wat lelijk is. ‘Domme koe, het is je eigen schuld, je moet beter dit en dat en zus en zo’ en liet me verder barsten.’

‘Nooit heeft hij geïnformeerd hoe het met mijn pijnlijke voet gesteld was. Gestoord natuurlijk. Die enkel is drie maanden dik geweest.’

Ach Heks, het is ook niet voor te stellen, zo’n houding. Neem het jezelf maar niet kwalijk, dat je je zo te grazen hebt laten nemen door een narcist. Die mensen missen nu eenmaal elke vorm van empathie. Behalve met zichzelf.

Als hij zijn enkel had verstuikt was het voor mij een enkeltje hel geweest. De zorghel, waar geween om een fopspeen is en melktandengeknars. En een eindeloos beroep op mijn overontwikkelde zorgspier door een uit de kluiten gewassen egocentrische kleuter.