Begin jaren negentig loopt Heks stage bij een landelijk bekende toverkol. Dit vrouwtje bezemsteel komt zelfs wel eens op televisie, zoals die keer bij Paul de Leeuw als paardenfluisteraar. Ze heeft al heel jong een dijk van een praktijk als paranormaal genezeres opgebouwd. Het is een hele leuke meid. Heks heeft het getroffen met haar stageplek!
Na de stage ga ik een tijd bij haar in behandeling. Aanleiding is een opmerking, die ze een keertje maakt over mijn onvermogen te reageren op pijnprikkels. ‘Heks, als ik je hier ter plekke keihard recht in je gezicht sla, dan denk je: Dat doet Karin niet! Pas als je weer thuis bent, over pakweg twee uur, dringt het tot je door, dat ik je toch echt een oplawaai heb verkocht. De tijd om te reageren is dan al lang verstreken!’
Jaren later op de Filipijnen ontmoet ik een beroemde tovenaar. Hij is ook geneesheer-directeur van een zeer gerenomeerd ziekenhuis in Manilla. In dat land doen ze niet zo moeilijk over animistische tendenzen in de gezondheidszorg. En dat levert opmerkelijke, kleurrijke en zeer begaafde artsen op!
Als de goede man geen ziekenhuis aan het bestieren is, dan houdt hij zich bezig met de meest vreemde alternatieve geneeswijzen. Zoals tijdens het healing seminar in Manaoag georganiseerd door zijn goede vriend Alex Orbito.
Eén van zijn toverkunsten behelst een behandeling met elektroshocks. Wanhopig als ik ben na toen al zeker vijftien jaar ME, wil ik me wel wagen aan deze naar het zich laat aanzien zeer pijnlijke therapie. Uit zijn behandelhokje klinken de meest ijselijke kreten geslaakt door zijn arme slachtoffers. Je kan het prima horen, want er hangt alleen een gordijntje voor het kot.
De marteldokter sluit elektroden aan op mijn heksenlijf en begint met een stevige stroomstoot. Ik geef geen kik. Hij voert het voltage op. Nog steeds geen reactie. Ik voel het wel degelijk, maar reageren doe ik niet. Nieuwsgierige gezichten duiken op vanachter het gordijntje. Geen geschreeuw en gegil? Dat willen zijn collega’s wel eens zien. Hij krijgt uiteindelijk wel een beetje gepiep uit me, maar echt tevreden stemt hem dat niet.
Als ik hem een week later in Manilla tref spreekt hij zijn verbijstering uit over de hoge pijngrens van Heks. ‘Ik heb nog nooit zoiets gezien’, klaagt hij tegen Joyce, mijn flamboyante Amerikaanse heksenvriendin, ‘Normaal gesproken schreeuwen mensen moord en brand, maar deze vrouw geeft geen enkele reactie. Ik kan er nog niet bij. Hoe is dat mogelijk?’
Geen idee. In medische kringen wordt juist altijd beweerd, dat ME patiënten aanstellers zijn! Ze piepen bij het minste of geringste! Dat is al heel lang de enige verklaring voor het feit, dat ze zich zogenaamd beroerd voelen, zonder dat de wetenschap kan achterhalen wat er mis met hen is.
Al hebben ze intussen ook wel aanwijzingen gevonden, dat onze hersenen heel veel pijnprikkels afvuren, ondanks het ontbreken van een directe lichamelijke oorzaak. Of lang nadat er een lichamelijke pijnprikkel is geweest. Alsof de hersenpan in een pijnloop blijft steken!
Heks weet al lang, dat ze geen watje is. Ik kan idiote hoeveelheden pijn verstouwen. Misschien een oud overlevingsmechanisme. Ook gunde ik agressors mijn tranen niet! Heks is altijd extreem trots geweest. Een lastige karaktertrek.
Gelukkig lig ik tegenwoordig wel te schreeuwen tijdens de behandelingen van mijn orthopedische fysiotherapeut. Als enige in de hele wereld is het hem gelukt om me dit soort reacties te ontlokken. Maar hij is dan ook echt heel erg gemeen. Hij weet tot op de millimeter precies waar hij me moet raken……
Ook leer ik eindelijk, dat mensen je soms gewoon pijn doen en dat je daar maar beter op kunt reageren. Met horten en stoten doe ik dat dan ook. Misschien wat te heftig naar andermans smaak. Maar ja, dat is ook logisch na al die jaren verlamming. Groot kans dat er ook een hoop achterstallige pijn schreeuwt om aandacht. Of schreeuwt om een schreeuw!
Tegelijkertijd realiseer ik me ook, dat mijn omgeving niet gewend is lik op stuk te krijgen als ze lopen te eikelen. ‘Dat doet Heks niet, wat gaan we nu krijgen?’
Mijn ‘Dat doet die of die niet’ zit ook nog steeds ergens ingebakken in mijn reactiepatroon. Maar het gaat de goede kant op!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.