Heks suist dagenlang in een baan om de aarde na een flinke inwendige ontploffing. Gelukkig zie ik het licht. Neem ik het weer licht. Die oplichter. Bovendien doe ik iets, dat ik veertig jaar geleden had moeten doen: Ik neem echt afstand. Dat geeft verlichting…….

Tegen het einde van mijn retraite ben ik behoorlijk ziek. Niemand merkt er iets van, behalve ikzelf natuurlijk. Plotseling ren ik weer vanouds ’s morgens non stop naar het toilet. Ik val kilo’s af. Gewrichten hangen massaal uit de kom. Mijn huid is in een maanlandschap veranderd. Jeukende bulten, belachelijke bobbels en kriebelige kraters hebben zich in mijn gezicht en op mijn armen genesteld.  

Het wordt de hoogste tijd, dat Heks naar huis gaat. Dat ik weer normaal kan eten. Dat ik niet meer door een tent hoef te kruipen met al die gewrichten uit de kom. Dat ik weer eens door een fysiotherapeut uit de knoop kan worden gehaald.

Maar ja. Heks heeft werkelijk geen zak zin om naar huis te gaan. Ik wil wel graag mijn beestjes weer zien. Ook verheug ik me op mijn eigen bedje. Maar ik weet natuurlijk best, dat eenmaal thuis de euforie van zo sterk verbonden zijn met medemensen snel voorbij is. 

In het dagelijkse leven zijn mensen niet zo mals. Ze gunnen elkaar niet zoveel. Van het asociale egocentrische gedrag van de gemiddelde mens kots ik al jaren. En na een verblijf in zo’n fijne omgeving slaat dat hopeloze gedrag je extra hard om de oren.

Als ik een dag terug ben raak ik al slaags met een geitensok in de biowinkel. Heks staat rustig appel/perensap te zoeken tussen alle appelsap, als een rare broodmagere gare gluut van een vrouw  me bruut opzij stompt en snel de laatste exemplaren onder mijn handen vandaan grist. Ze trekt ze nog net niet uit mijn vingers, maar het scheelt niet veel.

‘Jij zoekt zeker ook de appel/perensap,’ wrijft ze haar minne actie er nog maar eens eventjes in. Snel maakt ze zich met de laatste flessen uit de voeten. 

Typerend. En wie trekt er weer eens aan het kortste end?

Maar goed, ik weet dus prima wat me te wachten staat als ik weer thuis ben. Met die wildvreemde eigengereide rare geit is op zich goed te leven, maar helaas zit mijn persoonlijke cirkel ook boordevol zulke gezegende gekken. Die grabbelen, grissen en uit handen trekken. 

En als ik opnieuw mijn studieschuld zie staan op mijn belastingaangifte, terwijl ik hem al heb afgelost, zijn de rapen gaar. Dagenlang ben ik van slag. Iedereen in het gezin heeft zijn of haar opleiding betaald gekregen, behalve ik. En nu dit weer. Wat een klotefamilie heb ik toch. Ze gunnen me ook niks.

Pas een week later zie ik er de lol van in. Krijg ik oog voor het absurde van de hele situatie: Heks is waarschijnlijk de enige in de hele wijde wereld, wiens ouders verdienden aan haar studie! Enorm lachwekkend, toch?

Als jonge vrouw zat ik handenwringend bij de decaan. Ik had geen beurs, want mijn ouders verdienden veel te veel. ‘Je moet naar de rechter en verklaren, dat je ouders je ouders niet meer zijn,’ was haar advies, ‘Alleen als je officieel afstand neemt van die mensen, krijg je een beurs.’

Heks kreeg dat natuurlijk niet voor elkaar. Ze gaven me dan wel geen rooie rotcent, noch steunden ze me in mijn studentikoze bestaan, ik hield wel degelijk van die mensen. Bovendien is Heks altijd belachelijk loyaal geweest. Je moest echt jarenlang rechtstreeks in mijn bek schijten voordat ik ging protesteren……

Pas tegen het eind van mijn studie waren mijn ouders bereid een volstrekt uitgeputte Heks een minuscuul bedrag te lenen. Vlak voordat de ME me definitief tegen de vlakte sloeg.

‘Heks, maak je niet druk, het is een studieschuld van niks. Dat is dan weer het voordeel van het feit, dat ze niet van zins waren je veel te lenen. Laat staan iets te geven. Je hebt het leeuwendeel van je studie destijds zelf bij elkaar gesopt en geboend. En geserveerd….’ reageert een goede vriend laconiek. Hij heeft gelijk!

‘Wij kunnen niet tegen onrecht, dat is ons probleem,’ sombert de Don later aan de telefoon. Daar zit wat in. Heks heeft bijvoorbeeld een flinke schuld bij de sociale dienst, omdat ik al ziek was, toen mijn vader overleed. Al het geld, dat ik toen kreeg uitgekeerd, moet weer terug die sociale pot in, omdat ik plots recht op een erfenis had.

Ik kreeg die erfenis niet. Maar ik heb dus wel die schuld.

Daar zul je me echter nooit over horen. Dat geld komt een ander ooit weer goed van pas. Het is een veel groter bedrag dan die stomme studieschuld, maar het doet me helemaal niks. Sterker nog: Ik ben blij, dat ik een dergelijke schuld heb en niet eentje wegens speculeren met huizen bijvoorbeeld.

Heks heeft geen medelijden met dat soort hebberige schulden. Ik ken een heel inhalig mannetje, die heel veel geld naar zich toe heeft geharkt ten koste van anderen, wat hij er vervolgens op zo’n manier doorheen joeg. Ging hij zielig doen tegen de mensen die hij had benadeeld! Waaronder Heks…..

De werkelijke wereld is nogal een kluif. Mijn wens als kind om waarachtig te leven en ook de donkere kanten te leren kennen is echt uitgekomen. Maar intussen mag het wat mij betreft wel wat minder. 

De laatste dagen in Plum klitten de leden van mijn tijdelijke familie enorm bij elkaar. We zijn niet bij elkaar weg te slaan. Het is alsof iedereen weet, dat het weer sappelen wordt zodra je thuis bent. 

Intussen zit ik weer wekelijks dagenlang alleen te koekeloeren. Knuppel ik me met mijn afknaplijf een weg door die eenzame ruimte. Ik mis mijn tijdelijke Plumfamilie!

Het zou zo fijn zijn om elkaar eventjes te zien. Het zou zo fijn zijn om even bij elkaar te zijn……..


Heks als vlijtige huisvrouw: Vuile was hang je niet aan de lijn. En al helemaal niet buiten! Aan de lijn doen helpt je evenmin af van je vuile was. Een sopje doet wonderen. Schone was moet je eerst goed uitwringen. Was ophangen met een whiplash is geen pretje. Een droger doet wonderen in zo’n geval…..

© toverheks.com

© toverheks.com

Zaterdag koop ik dan eindelijk een nieuwe droger. Het geld staat al enige tijd op mijn rekening, maar Heks had geen puf om er achteraan te gaan. Eigenhandig was op de waslijn hangen is echter geen optie. Ik doe het wel, maar het bekomt me slecht.

Mijn nek verdraagt geen enkele belasting sinds een kakwijf uit Wassenaar haar BMW erin parkeerde. Nou ja, aan gort reed op mijn nek. Totall loss. Toen ik stopte voor een voetganger op een zebra. Het mens zat ongetwijfeld te smsen, want ze heeft niet geremd. Ze had Heks naar eigen zeggen niet eens gezien.

© toverheks.com

© toverheks.com

Afgelopen vrijdag stuurt de thuiszorgorganisatie opnieuw dezelfde invalkracht. Mijn tijdelijke dromertje. Waar dat meisje toch met haar gedachten zit…… Ik heb weliswaar een half uur extra gekregen, maar er gebeurt toch veel minder……

Ze haalt de vuile was uit de wasmand en vouwt het slordig op. Stopt het in lades en kastjes. Vervolgens vist ze de schone was uit de machine. Die heeft nog niet gecentrifugeerd. Evenzogoed hangt ze alles kletsnat over de diverse rekjes. De badkamer lijkt wel een zwembad. Uren is ze in de weer met dit als resultaat.

© toverheks.com

© toverheks.com

Eerst maar centrifugeren, want dit schiet niet op. Ik ben nijdig. Ik kan nu eenmaal slecht tegen dit soort gekwezel. Ramen zemen, iets dat ik op zeer jonge leeftijd al voor mijn moeder deed, kan ze ook al niet heb ik ontdekt. Na een half uur aaien over het glazen oppervlak heeft ze het vuil louter verdeeld. En nu dit weer.

Ik verbijt mijn nijd.

‘Haal het er maar weer af,’ verzucht Heks tenslotte. Ik zal het toch zelf moeten ophangen, want mijn hulp is door haar tijd heen. Grrr.

© toverheks.com

© toverheks.com

Heks is nog steeds gestresst over geld. Vorig jaar hing totale armoede als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Het bleek een hoax te zijn, want ik zit toch goed in de slappe was blijkt. Totaal op het verkeerde been gezet. Doodsangst om niets. Even laten merken wie er aan de touwtjes trekt? Is er sprake van pesterijen?

Angst werkt verlammend. Dat heb ik weer goed gemerkt. Maar ik heb ook de bescheiden basis waar ik op sta gevoeld. En ik heb hele goeie hulp gekregen. Het komende jaar wil ik weer grip krijgen op mijn bestaan.

Een tijd terug word ik gebeld door mijn oudste nicht precies op een moment, dat ik op het punt sta de deur uit te gaan. ‘Ik bel je terug,’ beloof ik. Ik schrijf haar nummer op een envelop en raak die kwijt. Maanden later vind ik em terug. Oeps. Eerst maar eens terugbellen.

Snel draai ik het nummer.

© toverheks.com

© toverheks.com

Ik kom uit een grote familie, waar de vuile was bepaald niet buiten wordt gehangen. Binnen in onze clan hangt echter genoeg van dat spul. De klamme bevlekte lakens spoken als vanouds tussen ons in. Door al die lagen vies wasgoed heen maken we contact.

Als een roze olifant fladdert overspelig beddengoed door onze conversatie.  Beslapen kussenslopen lopen weg met een oude volgespoten zakdoek. Een wrattige handdoek krijgt ongewenst commentaar. Een eenzaam schimmelig washandje vraagt wroetend om aandacht.

© toverheks.com

© toverheks.com

Dan floepen er toch wat ongerechtigheden uit mijn mond. Voor ik het weet is het deksel van de put, heb ik mijn doopceel gelicht, vliegt een kledder vuile was door het raam naar buiten.

Het ligt opeens op straat! Dat wast al het water van de zee niet af…..

Dan valt de telefoon uit. Het komt goed uit, want Heks is volstrekt uitgeput. Ik heb ook een beetje spijt van het laten ontsnappen van die vuile was. ‘Ik ben al zeventig, hoor,’ verbaasde ze me halverwege het gesprek. Ja verrek. De tijd tikt door. Dan zit je echt niet meer te wachten op dit soort wasgoed. Gemeengoed. Gemeen wasgoed.

© toverheks.com

© toverheks.com

In de documentaire ‘Liefde is aardappelen’  van Aliona van der Horst wordt dat fenomeen mooi uit de doeken gedaan. Hoe mensen uit hetzelfde nest totaal verschillend omgaan met de plunjezak oud vuil op hun rug. Sommigen beweren zelfs: ‘Vuil? Waar heb je het over?’

Eigenlijk moet ik een timer zetten als ik met iemand telefoneer, zodat ik niet zo over mijn grens ga. Ja, dat ga ik voortaan doen. Twintig minuten bellen hooguit. Zonder aanziens des persoons. De rest bespreken we de volgende keer wel…..

© toverheks.com

© toverheks.com

Oh, oh. Blij dat donderdag die nieuwe droger wordt bezorgd. Het wordt de hoogste tijd dat de natte was niet meer als was in mijn handen is. Dinsdag komt mijn nieuwe vaste hulp. Goddank. De schat van een dromerige studente met twee linkerhanden komt nog een paar keer op de vrijdagen, maar het eind is in zicht. Een kind kan weliswaar de was doen, maar dit mensenkind bepaald niet.

Vuile was moet je niet buiten hangen. Noch moet je het smerig en wel in de kast stoppen. Het moet gewoon in de wasmachine. Met een lekker fris zeepje erbij. En daarna als het even kan in mijn nieuwe zuinige condensdroger!

Je kunt er ook wollen truien in drogen. En schoenen! En hondjes? Passen die er ook in? Dan ga ik gelijk dat varkentje wassen.

© toverheks.com

© toverheks.com