Lente en lekker koud: Feestje in het kersenhout! Elfjes, faunen en tuinkabouters slagen er weer in om Heks te plagen met hun vrolijke slemppartij! Ook dit jaar ben ik er weer bij!

In mijn straat staat en boom. Het is een flink uit de kluiten gewassen prunus. Ieder jaar groeit hij een beetje verder over de muur van een mysterieuze duistere binnentuin. Zijn kroon bestrijkt intussen driekwart van de steeg. Zo ook de roze wolk bloesem, die elk jaar als door een wonder na de kale winter tevoorschijn bloeit…..

Weken van tevoren kijk ik de knoppen al in bloei. En nu staat mijn held dan daadwerkelijk te bloeien. Al zeker een week! ‘Wat heerlijk dat het zo koud is, laat het nog maar een weekje lekker zuur weer blijven,’ verzucht ik tegen Fiederelsje aan de telefoon. Ik hoef haar niets uit te leggen. Zij is net als Heks een bloesemadept. Ook zij loopt door haar buurt via een speciale route. Teneinde zoveel mogelijk bloeiende bomen te begroeten……

‘Er is weer een roze wolk op het kinderpleintje,’ seint ze me een paar weken geleden in als de Japanse kersenboompjes op de speelplaats in haar buurt bloeien. Meestal spreken we dan snel af om samen een kijkje te nemen. Onder het genot van een kopje thee indien mogelijk…..

Woensdagavond is het dan eindelijk zover: Mijn boom is op de top van zijn bloei. Alle grote roze bloesembollen zijn open geplopt. Het is windstil. Bewegingsloos hangen al die roze ballen knisperend te geuren. Als feestversiering voor een lenteparty…..

Zoals elke avond sta ik een tijdje stil om dit natuurgeweld te bewonderen.  Vanavond bespeur ik een extra dimensie. Het is de avond van elfjes en fauntjes. Uit alle tuintjes en plantsoentjes in de buurt komen ze tevoorschijn.

Ze duiken op uit hun regentonnen of kruipen onder hun steen vandaan. Ze verlaten hun veilige schuilplaats in heg of struik. Ze komen uit hun holen gekropen. In grote getale! Zoiets als Leienaars op 3 oktober. Je kunt gewoonweg niet bevatten waar ze toch allemaal vandaan komen!

De avondlucht zoemt en snort van het leven. Als je heel stil bent hoor je prachtige tere muziek. Hoge belletjes en vreemd geronk. IJle stemmen nemen je mee voorbij de gehoorgrens. Alle natuurwezens uit de buurt verzamelen zich in deze enorme boom. De piepkleine pleingod zit op een ereplaatsje naast de ‘fantom van de Leidse Schouwburg’. Een kleine tuinelf heet iedereen welkom.

Er is mede alsmede bloesemdroesem. Getrokken meeldraadbollen en gebakken trektorretjes maken het feest compleet. Er wordt vliegend gedanst en dansend gevlogen……..

Een hele tijd sta ik zo te kijken en mee te genieten. ‘Die Heks staat weer te koekeloeren, zoals elk jaar. Hah, heb je haar vorige week zien crashen met haar fiets, hier bij ons in de straat, heel vermakelijk, hihihi,’ kleine geniepige stemmetjes plagen mijn grote gevoelige toveroren. Dan word ik toch uitgenodigd om het feestje mee te vieren.

Althans, dat verbeeld ik me…….

‘Haha, laat die toverheks maar uitkijken, onze tijd loopt niet synchroon met de hare….. komt ze morgen als tachtigjarige in haar huidige leventje terug……HEHEHEH…..’

Eenmaal thuis en in bed spoken al die elfjes, pleingoden, trollenkoninginnen en stadstuinkabouters nog door mijn hoofd. Ik stel me voor hoe ze heerlijk aan het feesten zijn, terwijl de bewoners van het hof rustig liggen te slapen. De meeste mensen hebben dit soort activiteiten helemaal niet in de gaten. Voor hen is die binnentuin gewoon een slapende donkere stadse hof in de slagschaduw van de Schouwburg.

Een Heks is echter enigszins anders bedraad. Heksenoren zijn geneigd elfenmuziek te horen. Heksenogen zien die wezens misschien. Op heksenhanden wil nog wel eens zo’n elfenkind landen. Een beetje heks gaat echt uit haar plaat met zo’n toverboom in haar straat!

Ik lig op 1 oor, m’n tweede oor in diepe rust, terwijl mijn derde oor hoort hoe het de feestgangers vergaat: Het blijft nog lang onrustig in de steeg, tot in de kleine uurtjes……… Als ik eindelijk in slaap val is het al heel laat…….

BoomBoom bloeit met 40 soorten bloesemBoom bloeit met 40 soorten bloesem bloeit met 40 soorten bloesem

 

Woeste wandeling met roedeltje honden in wildrijke omgeving. Viervoetige neuzen nemen een loopje met ons en gaan ervandoor! Een paar dodelijk vermoeiende uren verder is de roedel weer compleet en de rust enigszins weergekeerd……

Vrijdag stop ik mijn Varkentje in bad. Ik was zijn vacht grondig uit en smeer er een haarmaskertje op. Eventjes intrekken, uitspoelen en mijn hondje lijkt wel een speelgoedknuffelbeest zo zacht! Hij ruikt zalig! Hierna komt ome Frogs dit effect weer teniet doen met zijn wekelijkse gifbad. Ysbrandt laat het zich allemaal gelaten aanleunen. Stiekem vind hij al die aandacht wel lekker…..

’s Middags vind ik een berichtje van mijn vriendin Ras. ‘Zin om morgen met de hondjes op stap te gaan?’ Ja, natuurlijk. Laten we lekker de hort op gaan met onze beestenbende. We spreken af dat ze me in de loop van de middag ophaalt met haar enorme bus.

We gaan eerst even naar de dierenwinkel. Onze viervoeters mogen mee naar binnen. Ze krijgen allemaal een lekker snoepje. De monsters van Ras duiken hierna direct met hun neuzen in de uitgestalde kluiven en pensstaven. Niet zo vreemd, want ze zijn beiden van het merk Brak. Echte zweethonden dus. Wandelende neuzen. Niet te verwarren met een loopneus….. 🙂

De kleinste, Lotje, ziet er bedrieglijk schattig uit, er zit hoogstwaarschijnlijk veel Petit Basset Griffon in haar bloedlijn. Lukas, de andere Brak is één en al neus. Verwoed snuffelt hij alle schappen door op zoek naar informatie. En een kapotte verpakking indien mogelijk.

Even later rijden we richting Warmond. We gaan een rondje om de Klink uitproberen. ‘Ik ben er nog nooit geweest, Heks, bovendien heb ik mijn scootmobiel niet goed opgeladen geloof ik. We moeten maar kijken hoe ver we komen.’

De paden rondom de Klinkerbergerplas zijn goed begaanbaar voor de kleine wankele mini scootmobiel. Dus in dat opzicht zitten we goed vandaag. We tuffen rustig richting bossage als Ras het in haar hoofd krijgt om haar honden ook een keertje helemaal los te gooien. Ze kunnen op zich nergens heen. Er zitten hier alleen maar konijnen en geen hazen, dus wat kan er nu helemaal verkeerd gaan?

Lukas springt als een jonge god in de rondte en begint enthousiast te jammeren. Lotje volgt direct zijn voorbeeld en samen gaan ze ervandoor. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt, zelfs niet tijdens de jachttrainingen met Ysbrand. En daar ging ook echt wel eens iets mis: dolgedraaide ondeugende hondjes rennend in de verte met de geur van wild in hun neus……

De twee Braks duiken de bosjes in en checken jammerend elk konijnenhol, dat ze tegenkomen. Ze zijn volledig onder elke vorm van appèl vandaan hun eigen goddelijke gang aan het gaan. Af en toe duikt er eentje op, maar soms horen we ze een kilometer verderop huilen.

Voorbijgangers kijken bevreemd naar de jammerende bosjes. Wat is daar aan de hand? Sommigen proberen te helpen. ‘Hier heb je wat snoepjes, gewoon direct geven en de hond prijzen, dat hij terug gekomen is.’ Ja, dan moet zo’n mormel wel terugkomen natuurlijk en dat doen deze twee leperds niet. Af en toe rennen ze vlak langs ons heen, maar horen doen ze ons allang niet meer.

Heks spurt door bosjes in een poging er eentje te pakken te krijgen. Ras trekt ook alle trucs uit de kast, maar tevergeefs. ‘Wat bezielde me om ze los te laten? De laatste keer dat ik dat deed hebben we meer dan 3 uur zitten wachten tot ze terug kwamen…..’

Uiteindelijk grijpt Heks Lotje in haar kraag. Zij is de eerste die opgeeft. Lucas rent nog als een gek in de rondte. Hij vertikt het om terug te komen. We gaan een tijdje in de auto zitten. We zijn intussen ook al een paar uur verder.

De wandelaars zijn verdwenen, het begint een beetje te schemeren. Binnenkort verschijnen er andere frequente bezoekers van dit afgelegen oord. Zij laten geen drollen achter maar andere excrementen, veelal in gebruikte condooms. We zijn zonet nog bijna over een exemplaar uitgegleden……

‘Ik heb er zo genoeg van, ik laat dat beest gewoon hier, hij zoekt het maar uit!’ Haar eigen woorden tegensprekend duikt mijn vriendin met al haar handicaps nog een keertje vrolijk de bosjes in. Ze heeft geluk deze keer. Lukas is in de buurt. Hij zit met zijn kop zo diep in één of ander konijnenhol, dat ze zich bovenop hem kan werpen. Hebbes.

Ik heb hem, Heks, ik lig bovenop hem!!!!!!!!!!!‘ Snel ren ik met een riem naar de plek, waar ik haar geschreeuw vandaan hoor komen. Eindelijk hebben we hem te pakken. Ysbrandt bekijkt alle toeren met verwondering. Het is al zo lang geleden, dat hij dit soort fratsen uithaalde. En zo bont heeft hij het echt nooit gemaakt……

Op weg naar huis komen de Brakjes bij me slijmen. Lukas legt zijn lieve hondenkop op mijn schoot en kijkt me schuldbewust aan en ook Lotje geeft me knuffel na knuffel. Als Ras me afzet op de Mare loopt daar net mijn vriendin Doglady met haar roedeltje. Zo loop ik met alweer een volgende roedel het laatste stuk naar huis.

’s Avonds krijg ik een berichtje van Ras. ‘Ben nu pas een beetje bijgekomen. Wat een gedoe was dat, zeg! Onderweg naar huis werd Lotje door mijn heen en weer schuivende scootmobieltje geplet en probeerde zich vervolgens onder mijn benen te verstoppen…… Heb de hele weg moeten krijsen: nee! weg! af! blijf dáár!….. maar ze probeerde het iedere keer weer. Thuisgekomen heeft Lukas nog een uur of twee als een dolle door de kamer gerend en op zijn kop in de bench gestaan om de adrenaline kwijt te raken.
Volgende keer beter, help me er asjeblieft aan herinneren dat ik ze noooooooit meer loslaat…. 🙂 ;-/ ‘