Ga naar de markt en koop een kilo vis voor bijna niks. Nodig een vriend uit en een stelletje kattekoppen. Improviseer met wat je zoal in de groentela van je koelkast hebt liggen. Voeg ruim olijfolie, citroen en munt toe: Noord Afrikaanse aanslag…. op smaakpapillen!

Zaterdagmiddag loop ik lekker over de markt te flaneren. Het is heerlijk weer, ik heb de lente in mijn bol. Ik ben niet de enige. De stad loopt vol vrolijke uitgelaten dartele mensen: Een kudde koeien na een lange winter voor het eerst in de wei….

De Griek schept de laatste Taramosalata voor me uit een bijna lege bak. Bij de Marokkaanse viskraam ga ik op zoek naar een lekker visje voor de kat.

‘Kijk, je mag dat allemaal meenemen voor 25 euro.’ De kolossale visboer maakt een weids gebaar over het restant van zijn koopwaar. Een berg rode poon. Zeker een kilootje of vijf, zes. Aan zijn postuur te zien kan hij zelf probleemloos een kilo of wat wegzetten. Dus waarom iemand anders niet? Hij glimlacht me bemoedigend toe. Het is een verleidelijk aanbod. Maar vijf kilo rode poon samen met mijn katten in een weekend soldaat maken?

Dat wordt zelfs Heks te gortig. Zeker nu mijn vriezer het begeven heeft…. Uiteindelijk neem ik ruim een kilo mee. Een enorme zak vol vis. Snel gooit de visboer er nog een handvol gefileerde poontjes bovenop. Een bonus! Ysbrandt staat er likkebaardend naar te kijken. Hij is dol op vis. Soms vraag ik me af of hij soms een verdwaalde zeehond is. Of een gereïncarneerde dolfijn.

Eenmaal weer thuis zit ik toch maar mooi met al die vis. Hoewel ik dol ben op rode poon, zie ik het mezelf niet allemaal in mijn eentje opeten….. Ik hoop dat mijn katten het lekker vinden. Anders heb ik toch een probleem.

Terwijl ik een beetje zit uit te puffen van een middag vol beweging gaat de telefoon. ‘Heks, ik zit op het terras bij ’t Praethuys. Kom je ook?’ toetert mijn kikkervriend in mijn oor. Ik heb een beter idee. ‘Kom hierheen, Frogsie, ik heb lekkere dingetjes gehaald op de markt en straks gooi ik een visje in de pan…’ Dat laat mijn kameraad zich geen twee keer zeggen: Heks die in haar kookpot roert! Altijd goed voor een fenomenale maaltijd!

Even later zitten we lekker te klessebessen onder het genot van een hapje en een drankje. Intussen google ik recepten met rode poon. Ik vind iets heel aardigs van Jamie Oliver. ‘Het probleem is dat ik maar zeer beperkt ingrediënten in huis heb, Frogs. Het meeste ligt bij jou thuis in jouw koelkast…..’ We moeten erom lachen. De koelkast van Frogs is altijd dramatisch leeg. Behalve nu de mijne kapot is!

‘Het is toch zo gemakkelijk, als je altijd hetzelfde eet, dan heb je niet al die kruiderijen en ingrediënten nodig,’ plaag ik hem. Nu is ome Frogs toch verontwaardigd. ‘Ik eet echt niet altijd hetzelfde, ik koop gewoon per keer wat ik nodig heb om te koken,’ pepert hij me in.

Het recept van Jamie bevalt allerlei dingen die ik niet in huis heb. Geen probleem. Ik ga een variatie op dit thema maken met spullen, die wel in mijn tijdelijke minikoelkastje liggen. Om te beginnen een bos munt.

‘Heks, ik vind jouw recepten altijd het leukst om te lezen,’ roept de Wilde Boerenzoon onlangs enthousiast door de telefoon, ‘Wanneer ga je weer eens lekker voor ons koken? Vooral de manier waarop je ze opschrijft. Gewoon boem. Niks afmeten. Hopla. Daar houd ik van!’

Ziet er goed uit, Heks…

Bij deze dan. Speciaal voor hem. Een kanjer van een experiment. Natuurlijk zonder gluten, lactose of soja:

Ga tegen sluitingstijd naar de markt en laat je voor weinig geld een kilo rode poonfilet aansmeren. Het is een mooi stevig visje. De graat zit er nog in, maar het velletje en de kop zijn er af. Gooi de poon in een flinke bak marinade van olijfolie, citroensap, citroenrasp, rode peper, munt, peper, zout en knoflook. Uurtje laten intrekken. Langer marineren maakt het nog lekkerder natuurlijk.

Met rijst en broccoli

Kook of stoom sperzieboontjes, snijboontjes en/of broccoli. Kook rijst of glutenvrije couscous. Maak een salade van tomaten, komkommer, muntolijfolie, citroensap, verse munt, uitje en knoflook. Bak de boontjes na het koken met een uitje en knoflook.

Bak de visjes in ruim cocosvet in een koekenpan om en om tot ze een mooi bruin korstje hebben. Uit de pan nemen. De marinade erin gooien. Goed laten inkoken, zodat de uitjes en knoflook garen. Aanlengen met witte wijn. Half bouillonblokje erbij. Het aangebakken laagje van de gebakken vis van de bodem losschrapen en voilà: Een heerlijke saus voor over de visjes..

Alles bij elkaar op een bord knikkeren en smullen maar.

Mmmmmmmmmmm!

De ene dag heb ik de rijst aangemaakt met citroenolijfolie en munt. Een dag later heb ik couscous gemengd met de salade tot een mooie Taboeleh.

Het ‘magische ingrediënt’ is de in de gehele maaltijd aanwezige combinatie van munt, citroen en olijfolie. Heel Noord-Afrikaans! Daar komen ook de meest fantastische dingen vandaan, dat blijkt maar weer! Onze Hollandse smaakpapillen zouden nog in het stenen tijdperk verkeren als we niet een beetje waren heropgevoed door de verschillende stromen migranten van de laatste eeuw met hun exotische eetgewoontes! De meeste aanslagen door vreemdelingen zijn vooralsnog op onze smaakpapillen gepleegd.

Met tabouleh en guacamole, gesmoorde winterpostelein en boontjes…

 

Voedingsindustrie over de knie. Het gore lef van de moleculaire topchef. Veel mensen worden steenrijk door het leveren van een maatschappelijke wanprestatie. Wat Heks betreft: Additieven uit de gratie!

Vanmorgen kijk ik in mijn mailbox. Allerlei onzinberichten passeren de revue. Er is heel veel gebeurd op Facebook. En wil ik niet nog meer mensen volgen op Twitter? Bijvoorbeeld die en die of Huppeldepup zus of zo. Er volgt een hele rij……

Mijn oog valt op een Tweet over gesjoemel in de keuken door top chefs. Ik klik iets aan en kom terecht bij een artikel getiteld ‘De alchemisten van de haute cuisine’  door Marcel van Silfhout. Onbevangen begin ik te lezen.

Ik heb die hele hype rondom de innovatieve moleculaire keuken niet gevolgd. Het begrip voedseltechnologie staat me tegen. Ik krijg er sinds jaar en dag braakneigingen van. Het gemiddelde gekloot van omhooggevallen mislukte scheikundigen aan ons dagelijks brood vind ik crimineel. Het is ingegeven door louter winstbejag van grote fabrikanten en heeft nergens het belang van de consumenten in het vaandel.

Dat die er ziek van worden is geen enkel probleem. De voedingsindustrie gooit het al jaren op een louche akkoordje met de farmaceutische industrie. Laatstgenoemden kunnen alle door additieven veroorzaakte bijkomende schade dan weer pappen en nathouden met hun medicatie. Liever niet genezen, want dan valt er niets meer te verdienen.

 

Er wordt bijvoorbeeld goud geld verdiend aan allerlei vormen van diabetes. Een vrouw die ik ken werkte ooit in die branche. haar bedrijf ontwikkelde allebei producten voor deze ernstig zieke patiënten. Als er weer een paar honderdduizend diabetici bij waren gekomen gaven ze een feestje. Met champagne en al.

Nu koken dus ook grote chefs met al die smerige stofjes uit de voedingsindustrie. Supermarkten en prefab-food vermijden is niet meer genoeg. Ook in de duurdere restaurants ben je je leven niet meer zeker!

Heks staat er eigenlijk helemaal niet van te kijken. Al jaren ben ik verbijsterd over wat er allemaal mag op het gebied van voeding. De meest afgrijselijke toevoegingen zijn toegestaan. Al het leven wordt er uitgestraald en -gehaald. Vaak als het nog op vier poten in de wei loopt als het dat geluk al heeft. Of op een vergiftigd veld staat….

Nederland is binnen de EU wel ongeveer het ergste land op dit gebied. Onze zuinige volksaard maakt dat we grif mee gaan met deze dwaling in de vaart der volkeren. We nemen zelfs een echte koppositie in. Wat hier ter lande bijvoorbeeld legaal met het gemiddelde stukje vlees wordt uitgehaald is ten hemel schreiend. Je mag het tot 80% volspuiten met water en zouten, zodat het meer lijkt. Yek.

Ik lees het ellenlange houtsnijdende verhaal van Marcel van Silfhout grotendeels door. En ja hoor, ook nu is de motivatie achter deze krankzinnige praktijken weer geld. Door hun eten vol te stoppen met vieze additieven zijn de topchefs een stuk goedkoper uit, dan wanneer ze gebruik maken van de traditionele ingrediënten. Het scheelt behoorlijk!

En sinds ze hun clientèle wijs hebben gemaakt dat dit soort smerig freten het neusje van de zalm betreft, de kleren van de keizer als het ware, zit gans smaakloos Nederland met een hete aardappel in hun keel deze smakeloze troep weg te werken. Dat valt nog niet mee met zo’n pieper in je klikokieper.

Maar nu het allerbizarste van dit verhaal: De topchefs worden gesponsord door de voedingsindustrie. Miljoenen verdwijnen in de zakken van deze zogenaamde grote koks, deze kleingeestige miezerige  prutsers, zodat al die kankerverwekkende stofjes en andere griezelproducten lekker worden gepromoot. Toe maar!

Heks is blij, dat ze grotendeels biologisch eet. Van jongs af aan heb ik een bloedhekel gehad aan additieven in voedsel. Ik vind het smerig. Zodoende kook ik altijd ‘from scratch’. Niets zo heerlijk als het samenstellen van een kruidenboeket voor en goede Dahl of het trekken van een krachtige bouillion. En ga zo maar door. Koken is inderdaad chemie. En ook alchemie. De alchemie der liefde.

Het Opus Magnum van de voedingsindustrie is er niet bepaald op gericht om de mensheid te verheffen. Ze gooit allerlei additieven op de markt als betrof het de Steen der Wijzen. Helaas verandert de gemiddelde maaltijd na toevoeging van die troep niet in goud, maar in een berg stront. Ongezonde stront ook nog. Hun morgenstond geeft stront in de mond.

Goddank heb je nog mensen zoals Jamie Oliver. Ik zie hem soms op televisie voorbijkomen met zijn charmant slissende tegengeluid. Fanatiek probeert hij op scholen te bewerkstelligen dat leerlingen fatsoenlijk te eten krijgen. Je bent wat je eet tenslotte. En veel jongeren zijn in die zin kwalitatief al helemaal niets meer nog voordat ze volwassen zijn.

Kansloze jongeren leidt hij op tot volwaardige koks. Hij werkt met een keur aan goede producten. Hij heeft zelf een geweldige moestuin! En ga zo maar door.

De wereld is gek. Het Amerikaanse bedrijf Monsanto claimt het genetisch materiaal van een groot deel van het zaad in de wereld. Als er een plantje van dat zaad per ongeluk in jouw tuin groeit kunnen ze je aanklagen.

Walt Disney heeft de rechten op het liedje Happy Birthday To You. Dat mag je dus ook al niet meer straffeloos zingen.

Vanmorgen loopt er een zwerver door de steeg. Een oude baas met grote knoestige handen en een vriendelijk gezicht. Ik zie hem vaker. Hij staat te graaien in een grote afvalbak. Ik loop naar buiten met mijn hondje. ‘Goedemorgen’, groet ik hem. Hij kijkt verbaasd. Niemand groet hem. Hij bestaat niet. Hij is uitschot.

Ik stop hem een paar euro in handen. ‘Koop een lekker broodje’. Weer die verbaasde blik. Later kom ik hem weer tegen, nu glimt hij me tegemoet. Blij dat hij vandaag zichtbaar is. Als ik omkijk zie ik dat hij me een stukje volgt. Even later is hij verdwenen.

Hij hoeft zich geen zorgen te maken, dat hij wordt vergiftigd door een topchef. Tenzij hij uit de vuilnisbak van hun restaurant eet natuurlijk. Hij heeft overigens zorgen genoeg. Bijvoorbeeld om aan iets eetbaars te komen.

Hem worden geen miljoenen in de zak gestopt door de voedingsindustrie. Die weten niet eens dat hij bestaat, althans, het interesseert hen niet. Er valt nu eenmaal van een kale kip niets te plukken.

Transglutaminase is een lijm voor vlees, gevogelte en vis op basis van enzymen. Het product wordt gemaakt door Ajinomoto, de grootste fabrikant van glutamaat. De stof geldt niet als additief, maar als hulpstof. Het gebruik ervan kan het binnenste van de vis of het vlees in kwestie besmetten met bacteriën die tijdens de bereiding niet gedood worden, tenzij je ook het binnenste verhit. De stof is ideaal voor fraudeurs: je plakt een paar kleine sint-jakobsschelpen aan elkaar tot één grote. Je kunt ook een mooi stuk vlees, zoals een nep-tournedos, in elkaar zetten op basis van vleessnippers en vleesresten.