Magische Walvis in Katwijkse wateren. Janneke opgeslokt! Maar ook weer uitgespuwd op de boulevard. Gelukkig is ze niet bang uitgevallen. En: Ze is weer veilig thuis. Geloof jij dat dat mogelijk is? Heks wel…..

Vanmorgen glip ik weer op het nippertje de kerk in. O jee, als ik maar niet op mijn vingers wordt getikt straks! Jip en Janneke zitten naar me te glimmen. Ik schuif naast hen in de rij en zing mee met het openingslied. Ligt het nu aan mij of zingen we al weken een terts hoger dan normaal? Piepend breng ik het vers tot een goed einde. Om me heen ook niets dan gefrustreerd geknerp. Ik kom hier ook echt voor de muziek, maar de lol gaat er wel een beetje af zo.

Alweer mopperen, Heks? Welnee. Ik constateer gewoon een feit.

De preek gaat over het horen van stemmen. Een weinig populair verschijnsel, behalve in de bijbel. Het is bovendien een actueel onderwerp, gezien recente schietpartijen, waarbij de dader beweerde te handelen in opdracht van stemmen in zijn hoofd. Is hier sprake van Goddelijke leiding? Het resultaat is weinig verheffend: Een heleboel onschuldig slachtoffers……

Er worden drie verhalen uit de bijbel aangehaald. Een mij vrij onbekend verhaal over de roeping van de profeet Samuel, waarbij God midden in de nacht de arme jongen alsmaar uit zijn slaap wakker schreeuwt. Hij schrikt zich elke keer een ongeluk, maar heeft aanvankelijk volstrekt niet in de gaten dat de Schepper hem probeert wakker te schudden. Letterlijk en figuurlijk…..

Dan volgt het verhaal van Jezus in de woestijn en hoe de duivel daar dan pogingen doet om onze heiland in verleiding te brengen. Onbegonnen werk natuurlijk. Het Christusbewustzijn doorziet nu eenmaal elke list.

En tot slot Jonas in de Wallevis. Waar Jezus juist niet moet luisteren naar de stem in zijn hoofd moet Jonas het weer wel. Want Jonas hoort de stem van de Ene.

Het is dus wel zaak te onderscheiden met wie je te maken hebt. Wie heb je ‘aan de lijn’ of met wie ben je ‘online’?

Heks hoort ook altijd van alles, maar ik heb het er zelden over. In onze maatschappij krijg  je namelijk direct het predicaat psychotisch opgeplakt of je bent schizofreen. Nou, mij niet gezien. Voor je het weet word je volgestopt met enge pillen, waarna je inderdaad geen stemmen meer hoort. Je transformeert tot dikke wattendeken  en hoort vrijwel niets meer…..!

Ik weet wat ik hoor en het is zeker niet een duivel. Noch lijd ik aan de bij een psychose horende wanen en hallucinaties. Tevens heb ik geen persoonlijkheidsstoornis. Ik ben maar een eenvoudige toverheks en die horen nu eenmaal vrij veel met hun grote flapperende toveroren.

Daarnaast praat ik ook nog eens in mezelf, maar dat is te wijten aan de grote hoeveelheid tijd, die ik in mijn eentje stuksla. Ik kan nu eenmaal niet constant in Noble Silence leven al gaat het wel die kant op….

De preek heeft een beetje een abrupt einde. Je moet zelf je geweten gebruiken om die stemmen te beoordelen of iets dergelijks. Ja, dat lijkt me nogal voor de hand liggen. Maar elke gek zijn gebrek en in een psychose ben je toch goed gek. Dat is meestal niet het moment om een beroep te doen op het geweten. Alles rondom weten is dan even vergeten…..

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat diepe eenzaamheid en diep lijden leiden tot dit soort extremiteiten. Of zoals een levensgevaarlijke jongeman bij dr. Phil laatst zei: ‘Ik zou dolgraag een keertje een heleboel onschuldige mensen de dood injagen, zodat enorm lijden ontstaat. Dan kunnen die mensen tenminste eens voelen wat ik voel: Ondraaglijke pijn vanbinnen…’

Gesticht en verlicht gaan we aan de koffie. ‘Ga je strakjes nog even mee met ons?’ Janneke nodigt me uit. Eerst moet er opgeruimd worden, want zij hebben corvee vandaag. Ik help Jip om de vaat in de vaatwasser te zetten. Niet veel later fietsen we zorgeloos door de stad richting Professorenwijk. Daar passen mijn vrienden op het huis van hun dochter.

‘Ik was in Israel op het strand, toen ik een bord zag staan: Hier heeft de walvis Jonas uitgespuugd,’ grinnikt Janneke, ‘Grappig he? Mijn zus vroeg of ik dat geloofde. Maar natuurlijk geloof ik dat!’ Ze kijkt me ondeugend aan. Zo’n walvis is veel te leuk om niet in te geloven.

Kwam er maar eens zo’n Magische Walvis rondzwemmen in de buurt van het strand van Katwijk, dat christelijke bolwerk waar ze woont. Dan ging ze vast tijdens haar wekelijkse zwempartijtjes in de Noordzee een poging wagen om opgeslokt te worden….. Om op de Boulevard te worden uitgespuwd! De Katwijkers zouden het absoluut fantastisch vinden. Gelovigen genoeg daar!

‘Ik ook! Ik geloof het ook!’ roept Heks.

Het is sowieso al onmogelijk voor de vriendelijke bultrugwalvis om een mens op te eten met die baleinen in zijn mond. Hoewel…. Er doen wat gekke verhalen de ronde. Ook betwijfel ik of ze in de Middellandse Zee rondzwemmen, want daar is geen krill te vinden. Maar wie weet heeft Jonas zo’n levensgevaarlijk potvis getroffen. Of een andere tandwalvisachtige of een walvishaai, die hem uiteindelijk toch niet lust. Want misschien was Jonas wel een heel smerig mannetje. Wie zal het zeggen?

Zo zitten we lekker te lachen om van alles en nog wat.

Dan zegt mijn innerlijke stem dat het tijd is om naar huis te gaan. Ik heb helaas geen walvis bij me, die me liefdevol opslokt en hier op de Oude Vest precies op het bordes van de Schouwburg weer uitspuwt. Het zou wat zijn zeg. Een enorme aanwinst voor de stad zo’n oudtestamentische toeristische attractie!

Nee, ik fiets naar huis. Wel zo makkelijk.

Heerlijk koffie drinken met Non Hollandaise gevolgd door niet blij zijn met een dode mus…… Dagen later ontdek ik het verschil tussen een dood vogeltje, maar dat is een ander verhaal. Een spannend verhaal bovendien! Met wel een goede afloop.

Na een paar dagen verwoest meedraaien in het kloosterritme is het ‘Lazy Day’. Deze dag word je geacht zo lui mogelijk door te brengen. Veel mensen krijgen dat niet voor elkaar. Als een zot gaan ze enorme wandelingen plannen, gezamenlijk bomen omhelzen of andere nuttige bezigheden verenigen met het aangename. Kortom: Er is van alles te doen!

Heks is echter kampioen in het houden van een degelijke ‘Lazy Day’. Als het weer het toelaat hang ik in mijn hangmat. Het weer laat echter niets toe deze retraite. Dientengevolge zit ik lekker onder mijn luifel voor de tent koffie te drinken met mijn vriendin de Non Hollandaise. Speciaal voor de gelegenheid heb ik naast mijn espressoapparaat ook mijn melkschuimer meegebracht. En stroopwafels!

We zitten heerlijk te klessebessen. Er valt veel bij te praten na twee jaar radiostilte. ‘Het lukt me niet om allerlei mailcontacten te onderhouden,’ verzucht mijn vriendin, ‘Zelfs mijn familie krijgt zelden een berichtje terug als ze me mailen. Het leven hier is gewoon te hectisch, er gebeurt altijd zoveel in het hier en nu. Bovendien zijn de internetmogelijkheden nogal beperkt. Brievenschrijverij schiet er volledig bij in…..’

Ik snap het. Ik kom ook niet toe aan smsjes met het thuisfront, laat staan emailcontact. Blogjes schrijven schiet er ook bij in. Liever geef ik me volledig over aan het leven in dit aardse paradijs. Ik leef op. Niet langer overleven! Nee. Leven! En bij lekker leven hoort een bakkie troost.

‘Mmmmmm,’ geniet mijn vriendin, ‘Wat is dit een heerlijk kopje koffie, Heks! Hier in het klooster ben ik echt de enige, die zoveel van koffie houdt. Vroeger was er nog een Duitse non met een voorliefde voor dit goddelijke goedje. Toch is het echt een Hollandse traditie, dat koffie drinken. Zo gezellig ook! Heerlijk!’

Urenlang doen we ons tegoed aan cappuccino, koekjes en chocolade. De rest van de dag hang ik lekker rond in en om mijn tent. Totdat ik met mijn Amerikaanse familielid naar St Foy le Grand tuf. Daar is een enorme Leclerc. Ik wil een blogje posten en een reserveluchtbed scoren. Ook mijn gasfles is bijna leeg.

Mijn maatje is toe aan een kleine break. Het kloosterleven trekt een zware wissel op haar humeur. Een zekere onrust maakt zich van haar meester. Na een kleine roadtrip voelt ze zich een stuk beter.

Op de terugweg zitten we lekker te lachen. De ramen van mijn auto staan open, het is heerlijk weer geworden.

Plotseling horen we een harde knal. Een vogel heeft zichzelf dood gevlogen tegen de spiegel aan de passagierskant. Hij zit bekneld tussen de spiegel en het raam.

Verschrikt stop ik mijn dodelijke kanariepiet. We halen de verongelukte vogel voorzichtig van mijn auto af. Een sliertje bloed komt uit zijn bekje. Zijn oogjes zijn dicht. Slap hangt hij in de handen van mijn kompaan. Het leven is echt uit zijn lijfje geweken……..

Naast de weg is een greppel. ‘We gooien hem niet in die greppel, hoor. Kom laten we hem in elk geval begraven.’ Snel haal ik een stoffer en blik uit mijn auto. Ik graaf een kuiltje met het blik. We leggen onze zangvriend erin en dekken hem toe met aarde en bladeren.

Wat een sof. Arm beestje. Hopelijk was het geen moedervogel met een nest vol hongerige kindertjes……..

Zo komt er een ruw einde aan deze heerlijke middag. Heks houdt een rotgevoel over aan dit treffen. Ik weet wel dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Zelf ben ik regelmatig op de korrel genomen door een medeweggebruiker. Maar een vogel? Die heeft toch geen enkele kans tegenover een auto. Zelfs zo’n klein kanariepietje als het mijne is geen partij voor welke vogel dan ook….

Die avond slaap ik in met een gevoel van tekort schieten. Op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn. Ik hoop maar dat het een oude vrijgezelle vreemde vogel was. Enigszins suïcidaal indien mogelijk. Misschien is het beestje me in dat geval wel dankbaar voor deze grove vorm van euthanasie……