Giftige dampen stijgen op uit mijn heksenketel. Varkentje krijgt er de oren mee gewassen: Ome Frogs is een held! Gif heeft zo zijn nut, maar giftige mensen horen in de hel. Hun eigen hel wel te verstaan……

Vrijdagmorgen om tien uur staat mijn trouwe boezemvriend Frogs op de stoep om Ysbrandt zijn wekelijkse gifbad te geven. Ik heb mijn ogen nog niet echt open na een slechte nacht. Bijverschijnsel van al die griepjes…. Op de tast meng ik het gif met heet water. Mijn kikkervriend staat al klaar met mijn hondje in de frisse buitenlucht. Het is ijskoud. Giftige dampen stijgen op uit de heksenemmer.

Varkentje staat gelaten klaar als Heks begint met het insmeren van zijn koppie. Eerst de oren….. Nukkig trekt hij zijn hoofd weg. Wat krijgen we nu? Protesten?

Ja, inderdaad. Het water is gewoon nog te warm. Ik laat het iets meer afkoelen, maar echt zin heeft mijn hondje er niet meer in. Als Frogs de rest van zijn lijf te grazen neemt blijft hij flink tegenstribbelen.

Na het bad gaan mijn schatjes aan de wandel. Het gif moet grondig uitdampen en dat duurt nu eenmaal wel een uurtje. Heks spoedt zich naar de dokter voor een serie prikken. Bah, wat een smerig weer. Ik maak me zorgen om mijn hondje. Kleddernat loopt hij ook in deze druilregen te wandelen. Het is echt hondenweer, vroeger maalde hij daar niet om, maar hij wordt een dagje ouder…….

Vandaag heb ik dus zomaar mijn handen een beetje vrij. Een paar uurtjes thuiszorg en verder helemaal niks. Morgen ga ik naar mijn narcistencursus, dus dan moet ik fit zijn. Zodoende hou ik mijn gemak. Ik lees een beetje in de narcistenbijbel van Iris Koops. Goeie hemel, wat is dat toch een ongelofelijk goed boek. Maar wel confronterend.

Het is bepaald niet zo, dat je leest wat je graag zou willen lezen. De realiteit van narcistische mishandeling staat bijzonder accuraat beschreven, zo ook de uitzichtloosheid van een relatie met een narcist. Wat voor’n relatie dan ook. Of je nu in je werk, binnen je familie of in je vriendenkring te maken hebt met een narcist: Het is altijd hopeloos!

Het contact verbreken is zonder meer de beste optie, maar dat kan nu eenmaal niet altijd. Als het je vader of moeder is dan zit je er toch er toch zeker zo’n 18 jaar aan vast! Op zijn minst. Tenzij zo’n figuur je in een kindertehuis stopt natuurlijk. Ook niet leuk, maar je bent ongetwijfeld beter af, dan in de meedogenloze en vaak gewelddadige handen van de gemiddelde schadelijke narcist……

Het boek is dus een echte eyeopener, maar blij word ik er niet van.  Mijn wereldbeeld is echt geschokt door de aangereikte inzichten. Dat prachtige leven, waarin iedereen mijn partner is ligt aan diggelen. De goedheid van de mens is betrekkelijk. Er is dus een klein percentage mensen, narcisten vormen ongeveer 1% van de bevolking, helemaal niet goed. Het onschuldige kind in ons is in deze gevallen een gestoord kind. Kwaadaardigheid in persona bestaat!

Nogal een schok voor Heks. Misschien is dit wel de reden dat ik het fenomeen narcisme stomweg nooit bewust heb waargenomen. Het bestond gewoon niet in mijn beleving! Het kon gewoon niet waar zijn, dat mensen zo liefdeloos, egocentrisch, manipulerend en geslepen zijn.

Het is wel waar, daar ben ik nu wel achter. God houdt van iedereen, ook van Adolf Hitler en Saddam Hoessein beweer ik altijd. En dat gaat natuurlijk ook op voor andere psychopaten en narcisten. Het goddelijke maakt geen onderscheid. Het goddelijke heeft onvoorwaardelijk lief. Maar ja. Het goddelijke hoeft dan ook niet met het kwaad op vakantie bijvoorbeeld. In een tent met zo’n giftige vent valt echt niet mee! Dat kan ik je wel vertellen……

Zo vliegt de dag voorbij. In de loop van de middag brengt Frogs mijn viervoetige vriend terug. Het arme beest stink nog steeds als de hel. En dat terwijl kwaadaardigheid hem echt vreemd is. Het is een superhondje, mijn Varkentje. Voor de duvel niet bang. En goddank knapt zijn huid aardig op. Dankzij de volhardende inspanningen van zijn grote absoluut niet giftige kikkervriend en suikeroompje ‘ome Frogs’!

Iris Koops: Het verdwenen zelf, herstellen van narcistische mishandeling.

Leven met een narcist is kermis in de hel! Je eigen hel. Met je eigen persoonlijke duivel. Terwijl het regent en de zon schijnt! Saai is het in elk geval nooit, hoewel dit menstype toch uiterst voorspelbaar is in z’n onvoorspelbaarheid……..

Lang geleden, Heks was nog een piepjong en bloedmooi heksje, werd ik stapelverliefd op Bot Blabla. Het begon tijdens een enorm afscheidsfeest van een vreemde vriend van Heks. Stranger was van plan om zelfmoord te plegen, iets dat hij nooit gedurfd heeft uiteindelijk, maar de man wilde niet ongemerkt de plaat poetsen. Vandaar dat feest.

Heks had hier overigens geen enkel besef van, hij had het mij niet verteld. Wel vroeg hij me om mee te doen met een grote performance tijdens de festiviteiten in ‘de Waag’. Op zich niet uitzonderlijk: We hadden er al een paar bizarre acts opzitten samen!

Zo stond ik dan op de bewuste feestavond met hem klaar voor een enorm levend decor: Een rij hoge geverfde spaanplaten waar een heleboel gaten in zaten. Ons silhouet in een omhelzing stond er ook op geschilderd.

Door de gaten staken tientallen armen van de uitgebreide familie van Stranger. En die van mijn jongste zus met haar vriend. Wij dansten op parachuteschoenen in ondergoed een soort paringsdans op de ‘Bolero’ van Ravel. De beeldschone Heks in negligé kreeg een horde horny kerels achter zich aan die avond. Blabla kende ik al. Hij nam me in bescherming en wist me in te palmen…..

Langzamerhand werd ik verliefd. De man deed enorm z’n best zo op het oog: Etentjes, uitjes, cadeautjes, complimenten, liefdesbrieven …… Het ontging me dat ik eigenlijk werd gebruikt om zijn ex jaloers te maken, een goede vriendin van Heks. Zij was er vandoor met zijn beste vriend. Hij wilde haar hetzelfde flikken…..

Ondanks zijn snode plannen werd Bot ook verliefd. Op zijn eigen opportunistische manier dan. Een paar maanden waren we dolgelukkig. Toen viel ik van mijn voetstuk. Een andere vrouw, getrouwd ook nog, drong zich op. Bot bouwde allebei puberale toeren, ondanks het feit dat hij een dozijn jaren ouder was dan de piepjonge Heks. Wijzer was hij niet. De man had namelijk geen hart en ware wijsheid woont daar.

Bot had een ijskoude steen in zijn borstkas. Doorgaans verbleef hij in zijn hoofd. Daar was het beter toeven natuurlijk. Heks had het niet in de gaten. Toen deze full brown narcist het uitmaakte was ze diep ongelukkig. Het is de enige mens die ik ooit gehaat heb. Niet eens zo lang, want ik kwam er al snel achter dat ik daar voornamelijk mezelf tekort mee deed: Een hart vol haat kan niet meer liefhebben. Heks wil geen stenen hart.

Jaren later kwamen we elkaar weer tegen op een feestje. Zoals altijd deed hij of ik niet bestond. Maar iemand stelde ons opnieuw aan elkaar voor….

We raakten weer bevriend. Een paar jaar ging het goed. Ik luisterde naar zijn zielige zeurverhalen, pepte em op, zorgde voor fleur en gezelligheid in zijn sombere leventje.

Na een aantal jaren kregen we toch weer een relatie. Het scenario verliep ongeveer hetzelfde: Een paar superleuke maanden, ‘de wittebroodsweken’ die je vaker tegenkomt in relaties met narcisten, daarna viel ik van mijn voetstuk. Een lange periode van deceptie en uitholling. Een afschuwelijke vakantie en een eindeloze glijpartij naar een dof nadreunend einde…… Een cyclus van precies anderhalf jaar!

Heks ging in therapie, zoals altijd nadat een narcist zijn klauwen in me heeft gezet, Bot zat echter nergens mee….

Toch kregen we na een aantal maanden afstand weer een relatie, de derde keer. Drie maal is scheepsrecht natuurlijk, maar zelfs een ezel stoot zich in ’t gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen. Het drong gewoonweg niet tot me door dat er een steen zat op de plek waar eigenlijk een hart hoort te zitten……

Het scenario bleef hetzelfde: Een paar supermaanden, de grote val van mijn voetstuk en een uitputtingsslag naar het einde. Urenlang zat ik naar zijn gezanik over zijn moeilijke jeugd te luisteren, maar ik dacht alleen maar aan mezelf, volgens Bot. Ik luisterde niet. Ik coachte hem naar een eigen bedrijf: Toch was ik een egoïst……

Nou ja, de bekende verwijten van een narcist naar een normaal mens. Zelf kunnen ze niet over hun gevoel praten, hebben ze nauwelijks een gevoelsleven, maar ze leggen het bij de ander. De wereld is hun projectiescherm. Al hun eigen negativiteit projecteren ze op de omgeving. De rest van hun acties is louter gericht op het verkrijgen van aandacht. Positief of negatief, maar niet uit.

Vakanties waren in elk van deze meer-van-hetzelfde-relaties een ware nachtmerrie. Lang heb ik gedacht dat dit kwam, omdat Bot van de kaart raakte als hij op reis ging. Mijn perceptie van de man was indertijd precies omgekeerd: Ik zag Bot meer als Tob. Niets blijkt minder waar uiteindelijk: Tijdens vakanties was ik aan hem overgeleverd en dat buitte hij volledig uit! Heks kreeg het tijdens elk uitstapje met deze man gigantisch voor haar kiezen….

Na drie relaties met zo’n plurk weet je het toch wel? Welnee, Heks had geen idee. Ik werkte aan mezelf, maar het ontging me volkomen, dat ik met iemand met een stevige persoonlijkheidsstoornis te maken had. Ik lag immers in de kreukels en hij had er weinig last van. Bot Blabla scoorde gewoon de volgende vrouw en met de laatste had hij geluk: Zij accepteert tot op de dag van vandaag zijn gezeik en gezeur.

Waarschijnlijk heeft ze een extreem lage eigenwaarde en last van ‘crazy compassion’. Misschien heeft ze net zo’n blinde vlek voor dit hopeloze volkje als Heks tot voor kort. En ongetwijfeld heeft hij haar al lang in de overgave. Dat is het stadium dat je je murw naar de narcist schikt.

Drie keer een relatie met zo’n kwibus en nog was ik niet van het fenomeen narcist verlost. Er is nog een hele parade van dat soort types langs gekomen. Ook was het niet de laatste liefdesrelatie met een volkomen narcist. Het probleem is natuurlijk dat je zo’n stoornis er slecht uithaalt bij mensen. Je ziet het niet aan hun neus. Zelf zullen ze het nooit toegeven, zij zijn immers normaal, het is de wereld die gek is!

Bovendien heb je narcisten in alle soorten en maten. De Full Blown narcist is flamboyant en aanwezig. Charismatisch zelfs. Deze zonder meer meest gevaarlijke variant leunt tegen psychopathie aan. Maar aan de andere kant van dit spectrum vind je timide, angstige thin skinned narcisten. Het zijn vaak wat sneue en onzekere mensen, helemaal niet van het soort waar je dit soort ellende achter zoekt. Evenzogoed zijn ze in de praktijk net zo akelig en ontregelend als hun meer uitgesproken vakbroeders.

Wel zijn er red flags. Daar gaat een groot deel van het boek van Iris Koops over. Soms ontkom je gewoon niet aan contact met een narcist. Als het een familielid betreft of een ex waar je kinderen mee hebt. Of iemand in je vriendenkring waar je niet helemaal omheen kunt. Dan kun je veel hebben aan haar richtlijnen voor omgang met de duvel.

Is er echter geen reden om met de narcist in contact te blijven: Verbreek het dan! Dat is werkelijk de enige manier om niet in ‘Het land der duisternis’, zoals Koops het noemt, terecht te komen…..

Vorige week krijg ik een telefoontje uit de hel. Een stem uit het verleden schrikt me op. De duivel is aanvankelijk heel aardig voor me. ‘Fijn om je stem even te horen,’ lispelt hij, ‘Gelukkig nieuwjaar’, vervolgt hij……. Tot ik iets zeg, dat hij niet wil horen. Direct is de koek alweer op.

Schreeuwend probeert hij zijn krankzinnige gelijk door mijn strot te duwen. Maar Heks luistert niet meer naar geschreeuw. Ik heb toch wel iets opgestoken van mijn debacle met Bot: Eens een narcist, altijd een narcist!

Tenzij zo’n figuur zichzelf laat testen en behandelen. De kans daarop is echter kleiner, dan dat pasen en pinksteren op 1 dag vallen.

Leven met een narcist is kermis in de hel! Je eigen hel. Met je eigen persoonlijke duivel. En de verwarrende ervaring van zonneschijn en regen tegelijkertijd…… Het is kermis in de hel: Dat seytmen alst reghent ende als de sonne schijnt, oft oock seytment als man ende wijf malcanderen slaen. 😉