Zondag loop ik onbekommerd met mijn lief door de stad te wandelen. Niet dat er niets is om me zorgen over te maken. Mijn onvermogen alles voor elkaar te krijgen houdt me regelmatig uit mijn slaap. De dingen die moeten gebeuren stapelen zich verder op. Mensen, die ik moet schrijven of bellen. Paperassen, die ik moet uitzoeken,
Ik heb nog geen oog voor de donkere wolken Ziggo-ellende, die zich aan de horizon opstapelen. Vandaag geniet ik van het leven zoals het is.
Cowboy en Heks hebben het Boeddhistische ritueel Beginning Anew uitgevoerd. Hoe gaat dat toch ook alweer? Eerst elkaars bloemetjes water geven, ofwel vertellen wat je fijn vindt aan de ander. Vervolgens benoem je de dingen, waar je moeite mee hebt. En tenslotte geef je aan waar je hulp bij nodig hebt…….
Het mooie aan het ritueel is, dat het zorgt, dat kritiek wordt ingebed in een bedding van liefde. Door elkaar te vertellen, wat je dwars zit ontstaat er ruimte. De dingen, waar je blij mee bent benoemen maakt eventuele bezwaren hanteerbaar.
Wij lopen verliefder dan ooit door de stad. Hand in hand. Ik laat de zorgen even voor wat ze zijn. Alles wat me boven het hoofd groeit negeer ik voor het gemak. De feiten, waar ik zoals altijd achteraan ren, zijn er morgen ook nog wel……
Als we het hoge bruggetje over het Galgenwater oversteken valt mijn oog op iets, dat aan de brug is bevestigd. Als ik het beter bestudeer, zie ik dat het een metalen vlinder is met een klein briefje eraan. Wat staat er op? Heks wordt nieuwsgierig!
Voorzichtig draai ik de vlinder zo, dat ik het berichtje kan lezen. ‘Ik wens je veel liefde, vrijheid en geluk en dat we dit alles delen met elkaar.’ Er staat een hartje achter getekend. Ik draai het briefje om: ‘Liefs van een medemens.’ Weer een hartje…. ‘Geloof in vrede.’
‘Wat geweldig!’ roept Heks enthousiast, ‘Hier word je toch enorm blij van?’ Heerlijk, dat er mensen op de wereld zijn, die dit doen…… Ik kikker er helemaal van op.’ Cowboy knikt beamend, ‘Het is ook best een mooi ding, die vlinder.’ ‘Zeker, ik vind em prachtig,’ ik grijns ondeugend, ‘Zal ik em meenemen voor op mijn balkon?’ Cowboy ligt in een deuk. Hij kan mijn foute grappen enorm waarderen.
We slenteren verder. In het Zeevaartpark gooien we een balletje voor Varkentje. Het is zonnig weer, maar de wind lijkt vanuit Siberië te waaien. We struinen door de stad op zoek naar een terras, waar we niet de kans lopen op bevroren ledematen. En we vinden zo’n plekje op de Nieuwe Rijn. Daar genieten we van een heerlijk glas wijn.
’s Avonds denk ik terug aan de vlinder met het briefje. Zal ik er morgen allemaal kleine vlindertje bij plakken? Alsof deze enorme metalen moeder een heleboel nakomelingen heeft voortgebracht? Ik stel me voor hoe het idee uitwaaiert over alle bruggen in Leiden. En dan bruggen door heel Nederland. Hoe zo’n simpel idee, een vlinder, symbool van transformatie met een boodschap van liefde en vrede, de kloof overbrugt tussen mensen en hun medemensen……