Heks op straat mishandeld door kleine ontaarde duivelin. Mijn hoofd verandert in een soort geplukte kippenkop. Een bont en blauwe kippenkop. Misschien moet ik eens serieus gaan denken aan een scrotumtransplantatie……

Twee jaar geleden wordt Heks in elkaar geslagen door Konijn. Hamsters kijken toe. Ze leggen het konijn geen duimbreed in de weg. Tegen de politie beweren ze achteraf, dat er helemaal niets gebeurd is. Hierdoor wordt mijn aangifte niet ontvankelijk verklaard. Ondanks alle medische rapporten over en de talloze foto’s van mijn gehavende lijf.

Het gebod ‘Gij zult geen valse getuigenis afleggen’ betekent niets voor deze christenen van lik mijn vestje.

Heks ligt helemaal in de kreukels. Ribben steken opeens uit. Ze is bont en blauw over haar gehele lichaam. Ze is zo hard in haar rug getrapt, dat ze een jaar haar mond niet kan opendoen. Omdat haar rug helemaal is ontzet. Eten is een crime.

Nadat een skeletair musculair arts voor een godsvermogen met hamers haar wervelkolom weer min of meer op zijn plek heeft getimmerd, gaat haar mond weer langzaam open. Die behandeling moet met enige regelmaat worden herhaald.

De emotionele pijn blijft. Als mensen, bij wie je je veilig zou moeten voelen, je zo laaghartig te lijf gaan…… Je wereld stort in.

Er is nooit een reden om iemand te mishandelen of in elkaar te rammen. Je blijft met je poten van je medemens af.

Afgelopen week rijd ik met mijn auto door de buurt op zoek naar een parkeerplek. Ik ben goed gehumeurd, want ik heb een heerlijke koorrepetitie achter de rug. Zingend rijd ik door de steegjes, speurend naar een parkeerplaatsje voor mijn kanariepiet.

Als ik op de hoek van een steegje richting de Oude Vest stop, alvorens deze op te draaien, duikt er een jonge vrouw op naast mijn auto. Ze loopt te bellen valt me op. ‘Weer iemand, die zich als een slaapwandelaar door het verkeer begeeft,’ schiet het door me heen. Ik gebaar naar haar, dat ze over kan steken. Ik geef haar dus voorrang. Heks is en blijft een pleaser…..

Ze werpt me een ijskoude blik toe en verdwijnt uit beeld. Ik sta te dubben. In de verte zie ik een parkeerplek, maar dan moet ik wel een enorm stuk achteruit rijden. Ik tuur of er tegenliggers aankomen. Ik meen iets te zin in de verte. Dus besluit ik om toch nog maar een rondje door de wijk te rijden. De kans bestaat, dat het plekje intussen bezet raakt.

Een snelle blik om me heen en ik draai de Vest op. Op de stoep naast mijn auto begint een iemand luidkeels te blèren. ‘You drive over me, you bloody bitch,’ gilt de vrouw, die ik zojuist voorrang heb gegeven. Ik stap uit, om te zien waar ze het over heeft. Heeft ze haar tas op straat laten vallen en ben ik er overheen gereden bijvoorbeeld?

Als ik om mijn auto heen loop zie ik dat er niks aan de hand is. Op een gillend hysterisch wijf na dan. Ze scheldt me uit voor rotte vis. Ik besluit verder te rijden. Mijn auto is geen krab, mijn kanariepiet kan niet zijwaarts bewegen……

Heks weet pertinent zeker, dat ze de vrouw niet heeft overreden. Het giftige dametje heeft geen contact gehad met mijn auto. Ze liep niet voor mijn auto, toen ik weer in beweging kwam. Ze liep naast mijn auto op de stoep. Ze is niet van voren onder mijn auto beland er en aan de achterkant weer onder vandaan gekomen. Ik ben niet over de stoep gereden, ik reed gewoon op de weg..

Ik heb geen bonk, hobbel, plof of wat dan ook waargenomen. Er zijn geen sporen te zien van contact met een menselijk lichaam waar dan ook op mijn stoffige wagentje. De vrouw mankeert niets. Ik ben wel enigszins verbijsterd over haar gegil en gekrijs.

Als ik terug mijn auto in wil stappen doet het gekke mens een charge. Ze neemt een aanloop en trapt keihard in de zijkant van mijn autootje. Ja, dat had ze nu niet moeten doen. Heks wordt nijdig nu. Eerst me vals beschuldigen en dan tegen mijn auto trappen?

Ik loop om mijn auto heen en spreek haar aan op haar gedrag. ‘Ik wil je adresgegevens,’ zeg ik kwaad, ‘Want je gaat betalen voor de schade,’ voeg ik eraan toe. De vrouw zwaait met haar telefoon in mijn gezicht. ‘I am filming you,’ krijst ze, terwijl ze me met haar mobiel om de oren slaat.

Ik veeg voor mijn gezicht, zodat ze me niet kan raken. Dat mislukt. Ze ramt het apparaat keihard tegen het bot boven mijn linkeroor. En nog eens bovenop mijn arme hoofd. Intussen dreigt ze om de politie te bellen. Heks moedigt dat aan. Graag. Dan kunnen we de schade afhandelen.

In plaats van de politie bellen blijft ze met haar telefoon meppen. ‘Ja, pak em maar af,’ krijst ze, als ik probeer te voorkomen, dat ik opnieuw geraakt word. Dan klauwt ze in mijn haardos en laat niet meer los. Meer dan een kwartier lang trekt ze plukken haar uit mijn hoofd, terwijl ik probeer los te komen.

Erg komen studenten voorbij, die lacherig proberen me te bevrijden. Het lukt niet. De kleine duivelin heeft zich in mijn haar vastgeklonken. Met ijzeren vuisten trekt ze als een bezetene aan mijn hoofdhuid. Ze gebruikt haar gewicht en hangt genadeloos aan het gepijnigde hoofd van de veel langere Heks.

Na een in mijn optiek eeuwigheid komen er een paar BOA’s af op het gekrakeel. Eindelijk laat mijn kwelduivel mijn hoofd los. Verdwaasd sta ik met een grote pluk haar in mijn hand. ‘Bewaar die pluk,’ zegt de BOA, die me heeft bevrijd, ‘Voor de aangifte…’

Dan komt de echte politie erbij. Als bij toverslag verandert de duivelin in een jammerend zielig vrouwtje. ‘Wij trappen echt niet in die krokodillentranen,’ zegt 1 van de BOA’s. Maar de politie trapt er wel in zal blijken!

De echtgenoot van het mens arriveert. Die heeft ze tijdens het gevecht gebeld. De eikel probeert me te lijf te gaan. Aanvankelijk niet gehinderd door de agenten. Hij heeft me bijna te pakken. Heks begint te schreeuwen, pas dan houden de agenten hem tegen…..

Heks zit 3 kwartier kotsmisselijk en verslagen in haar auto te wachten totdat alles is afgewikkeld, terwijl het serpent jammert en huilt. Ze hangt een bizar verhaal op tegen de mannen en vrouw in het blauw, er is intussen meer politie ter plaatse, waarin ze me beschuldigt van weet ik wat. Grote krokodillentranen rollen over haar zielige gezichtje. Haar schelle stem schalt verontwaardigd over de gracht over wat ik haar allemaal heb aangedaan…..

Een agent, die net is gearriveerd gelooft haar gelieg volledig. Hij zoekt me op in mijn autootje. Met koude ogen kijkt hij me aan. Hij raadt me ten stelligste af aangifte te doen. Het is maar een klein vrouwtje en ze heeft niet in mijn auto getrapt. Dat gelooft hij niet. Van zo’n klein zielig vrouwtje. En als ik aangifte doe, doen zij en haar man het ook….. En dan komt er een dossier over Heks. Over hoe hoe gevaarlijk en agressief ik ben en dergelijke…..

Heks is versteend. Helaas heb ik door de pakken slaag in mijn jeugd mezelf aangeleerd om te bevriezen. Ik jammer niet. Ik huil niet. Ik zit lijkbleek in mijn auto. Murw. Kotsmisselijk. De plukken haar heb ik verfrommeld tot een kluwen. Een grote kluwen. Ze heeft me enorm te pakken gehad.

Ik kom thuis is mijn lege huis. Geen man, die me verdedigt. Niemand bij wie ik nu terecht kan. Het is al laat. Iedereen slaapt.

Dan schiet het door mee heen, dat Kras misschien nog wakker is. Ik stuur haar een app en even later heb ik haar aan de telefoon. Tijdens het gesprek begint mijn hele lijf oncontroleerbaar te shaken. Ik schud bijna mijn stoel uit……

De nachten erna slaap ik niet. Soms zak ik even weg. Om met een schok wakker te schieten.

De volgende dag ga ik naar mijn huisarts. Geschokt luistert ze naar mijn verhaal. Ze bekijkt mijn kaalgeplukte gepijnigde hoofd. Mijn hoofdhuid is rood, dik en opgezet. ‘Dit is zware mishandeling, Heks, zulke plukken haar uit je hoofd trekken gaat gepaard met enorm veel geweld. Je hebt er een flinke hersenschudding aan over gehouden. Ik raad je ten sterkste aan om aangifte te doen.’

Ook slachtofferhulp is die mening toegedaan. ‘Uw bevroren reactie is heel gangbaar onder slachtoffers. U was gewoon in shock. Dat betekent niet, dat er niets is gebeurd.’

Dus maakt Heks een afspraak voor volgende week vrijdag. Op hoop van zegen. Want het is natuurlijk mijn woord tegen het woord van die psychopaat. En dat enge wijf kan liegen of het gedrukt staat en huilen op commando.

De kans bestaat, dat mijn aangifte niet ontvankelijk wordt verklaard. Ik heb gelukkig de getuigenis van de BOA, die me zag staan met mijn pluk haar, toen dat narcistische monstertje me eindelijk losliet. Maar of dat genoeg is?

Maar dan heb ik eindelijk geluk met een geweldsdelict, waar ik slachtoffer van ben. Voor het eerst in mijn leven. Een waar wonder. Ik vind getuigen, die precies hetzelfde verhaal vertellen als Heks. Ze hebben alles gezien! En ze hebben filmpjes gemaakt!

Er is een filmpje, waarop je haar die keiharde trap in mijn auto ziet geven. En er is een filmpje, waarop te zien is, dat ze me genadeloos aan mijn hare trekt. Al krijsend en schreeuwend. Heks doet niets terug. Ik val haar niet aan, ik gebruik geen geweld. Ik sta er eerlijk gezegd wat sukkelig bij. Wel roep ik machteloos, dat ze een idioot is. Dat dan nog wel.

‘Fijne dag,’ zegt de slager een dag na het voorval tegen Heks. Ik vertel wat er gebeurd is en dat mijn dag niet meer fijn gaat worden. ‘Klein vrouwtje in zwarte jas?’ vraagt de vrouw van de slager vervolgens. Als ik bevestigend knik vervolgt ze ‘Die heeft hier voor de deur laatst iemand helemaal staan afrossen….’ Heks weet niet of het dezelfde vrouw is, maar de gelijkenis is op z’n minst opvallend….

Vandaag ga ik naar mijn kapper. Vorige week zaterdag heeft ze mijn haardos een speciale Keratinebehandeling gegeven. Ze heeft toen goed kunnen zien, dat mijn haar gezond is zonder kale plekken. Een prima nulmeting.

Vandaag maakt ze foto’s. Ze is bereid een verklaring te geven omtrent de schade en wat er eventueel aan te doen is.

Mijn fysiotherapeut heeft een verslag over de schade aan mijn nek geschreven, door haar gehang een mijn lijf. En mijn huisarts heeft een rapport opgemaakt over de opgezette rode plekken op mijn hoofd. Intussen zitten daar allemaal blauwe plekken op. Ik slik me gek aan paracetamol. Het doet nog steeds verdomd veel pijn.

Er is NOOIT een reden om geweld te gebruiken. Ik ga achter deze duivelin aan. Ze heeft me ‘getarged‘, toen ik haar liet oversteken. ‘Dat zacht gekookte ei kan ik wel hebben, daar kan ik eens even goed mijn klotehumeur op botvieren,’ is er wellicht omgegaan in haar gemelijke hersenpannetje.

Ik ga er werk van maken. En ik heb goede hoop op een voor mij gunstige afloop. Die duivelin gaat genadelos door de mand vallen met haar hysterische drama en gelieg. Ik dank de Godin op mijn blote knietjes voor mijn getuigen. Maar liefst 8 studenten hebben vanuit het raam van hun huis van de voorstelling genoten. Ze hebben alle medewerking beloofd. Halleluja. Amen.

De hilarische scrotumtransplantatie door Theo en Thea

©Toverheks.com
©Toverheks.com

De tijden van zacht gekookt ei zijn voorbij. Heks pakt iedereen aan, die over haar heen probeert te walsen. Klein succesje temidden van veel onrecht. Gekken en dwazen nemen met plantenbakken parkeerstroken te grazen.

Twee weken geleden parkeer ik mijn auto op een parkeerstrook in de buurt. Het is altijd een enorm gedoe om je auto al indraaiend tussen de paaltjes door te manoeuvreren in dit smalle steegje. Voorzichtig vlei ik mijn kanariepiet tegen de blinde muur van het Elizabeth Gasthuishof. Ik rijd naar achteren om nog iets dichter tegen de muur aan te staan. Zodat mijn spiegel er niet wordt afgereden door deze of gene.

‘Kloinkoinqk,’ beukt mijn auto ergens tegenaan. Huh? Ik kijk in mijn spiegel, maar zie niets achter mijn auto staan, dat dit geluid kan veroorzaken. Als ik echter uitstap, aan de verkeerde kant, ook weer een heel gedoe, want bestuurderskant tegen de muur, zie ik dat er een grote plantenbak pontificaal midden op de parkeerstrook is gedeponeerd. Met een flinke struik er in.

‘Er hebben zeker een paar studenten lopen zooien,’ mor ik knorrig. En schuif het bakbeest terzijde. Weg van de parkeerstrook. Op een plek, waar het gevaarte minder kwaad kan. Gelukkig heb ik geen schade aan mijn auto.

Een paar dagen later ben ik weer genoodzaakt op precies dezelfde impopulaire plek te parkeren. Het is vaak het enige plekje, dat nog over is in de loop van de avond. En wie schetst mijn verbazing? De bak staat weer demonstratief midden op de parkeerstrook!

Ik spring uit de auto en schuif het loodzware ding geërgerd weg van de strook. ‘Welke gek zet toch steeds die plantenbak hier neer?’ sis ik nijdig. Ik ben moe. Ik heb de hele avond met mijn koor gerepeteerd op de Johannes Passion. Ik heb de energie niet om met grote plantenbakken te lopen zeulen.

Ja, wie doet er zoiets? Ik hoef niet lang op het antwoord te wachten. De voordeur van het pand tegenover de parkeerplaats vliegt open en als een duveltje uit een doosje stormt een spinnijdige kerel naar buiten. Al schreeuwend.

Ik ben een kutwijf. Niet goed bij mijn hoofd. Ik spoor niet. Ik ben knettergek. Hoe haal ik het in mijn hoofd om die bak zomaar van de parkeerstrook te verwijderen? Ik ben het ellendigste klotewijf, dat er in Leiden rondloopt. De man vuilbekt er lustig op los.

‘Ik ga hier helemaal niet over in discussie met u, u zet een plantenbak op een parkeerstrook, ik ben er net keihard tegenaan gereden. Zoek het uit.’ dien ik de man van repliek. Olie op het vuur!

‘Ik ben de buurt aan het VERGROENEN, kutwijf!’ krijst de malloot, ‘ik heb toestemming van de gemeente hiervoor!’ zuigt hij vervolgens een nepargument uit zijn dikke duim. Heks schiet in de lach. ‘Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Ik zal het eens navragen!’

De man wordt steeds kwader. Hij krijgt een waas voor zijn ogen. ‘Dat wijf met die grote bontmuts op haar kop. Ik zal haar eens een lesje leren,’ zie je hem denken.

‘Ik metsel die bak vast aan de parkeerplaats met cement,’ schreeuwt hij, ‘Dan zullen we wel eens zien, of je em nog van zijn plek krijgt.’ Heks is perplex. Wat een halve gare. Maar wel een hele agressieve. ‘Ik zal die plantenbak eens eventjes bovenop je auto parkeren, stomme trut,’ dreigt hij vervolgens. Hij doet een stap naar me toe.

Ik draai me om en laat de gek staan daar op de stoep voor zijn muizenhuisje op nummer zoveel van de steeg. Terwijl ik de hoek om loop, hoor ik hem nog tekeer gaan. De hele buurt geniet mee. Holadijee!

©Toverheks.com

Thuisgekomen zit ik zo vol adrenaline, dat ik er van moet trillen. Ik ga een enorme ronde rijden met mijn hondjes om weer een beetje tot mezelf te komen. Zowel op de heenweg als op de terugweg check ik mijn auto. Is de man erop los gegaan, zoals hij beloofd heeft?

De volgende dag bel ik met de gemeente en handhaving. Niemand weet iets van toestemming om plantenbakken op parkeerstroken te zetten. De BOA’s gaan de man een bezoekje brengen.

‘U moet wel aangifte doen van bedreiging,’ zegt de BOA, nadat hij me heeft aangehoord.

Een paar dagen later ben ik op een informatieavond voor de buurt over de komst van Oekraïners in het hotel tegenover me. Ik maak kennis met de nieuwe wijkagent. Een ware verademing vergeleken met zijn voorganger. Ik vertel de man over het incident. Hij gaat ook nog een bezoek brengen aan de gek.

Weer een paar dagen later rijd ik opnieuw door de bewuste steeg. De man staat buiten te oreren tegen zijn buurman. Ik ken die buurman. Al heel lang. ‘Ik moet die bak weghalen,’ schreeuwt mijn belager verontwaardigd. Hij kan blijkbaar niet normaal praten. Zijn kop is alweer vertrokken van woede.

Hij herkent me niet, zo incognito in mijn scootmobiel. Dat hulpmiddel maakt je werkelijk onzichtbaar voor dit soort types! Zo handig! Schuddend van de lach rijd ik verder. Langs de van de strook verwijderde plantenbak. Er ligt een berg cement op de lege plek. De gek heeft dus daadwerkelijk geprobeerd de bak vast te metselen! Ongelofelijk!

Ik heb de hele verdere dag een bijzonder goed humeur. Eindelijk eens gerechtigheid. Midden tussen al de onrechtvaardigheid. Het chronisch aan het kortste end trekken. Het belaagd worden door gekken en dwazen. In elkaar geslagen worden. Dreigbrieven krijgen van mutsige meuten. Het constant belletje trekken van een buurman. Het gezaag en gezever en gezeur om aandacht. En ga zo maar door.

‘Ja, maar jij bent een zacht gekookt ei,’ deelde een voormalig vriendinnetje me op een gegeven moment mede. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Een deurmat. Een voetveeg.

‘Je hebt iets zachts, Heks,’ zegt mijn homeopaat onlangs tegen me, ‘Dat vind ik juist zo mooi aan jou.’ Vandaar dat iedereen altijd met zijn of haar problemen bij me op de stoep staat. Vandaar dat zelfs mijn therapeut huilend haar hart bij mij uitstort. Vandaar, vandaar, maar het is klaar.

De tijden van zacht gekookt ei zijn voorbij. Heks pakt iedereen aan, die over haar heen probeert te walsen. En ze houdt ermee op, om Jan en Alleman’s kastanjes uit het vuur te halen.

“Het zijn jullie kastanjes. En het is jullie vuur. Knock yourself out.’

Wel luister ik geduldig naar het verhaal van een vrouw uit de buurt, die heel erg onrechtvaardig wordt behandeld. En nog eens en nog eens. Natuurlijk doe ik dat. Echt luisteren kan wonderen bewerkstelligen.

Heerlijke kerstdagen vol genietingen en verrassingen. Smeuïge  kalkoen zo zacht als boter. Tiramisu binnen het dieet van Heks. Een fabuleuze cadeaubox van Kras. En: Er wonen kabouters in het plantsoen….. Allemaal geweldig. Maar het mooiste cadeau is net binnen. Krijsend en wel. Een hongerig cadeautje. Een knorrend en snorrend presentje. Dank Vrouwe Freya. Dank Anneke Tanneke Toverheks

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Vandaag zit ik er dan eindelijk helemaal doorheen. Als ik opsta slaat een schimmellucht me in het gezicht. Dit fenomeen is al een paar dage aan de gang. Ik kan de lucht niet helemaal plaatsen. Maar voor de zekerheid onderneem ik actie.

Ik klim op een trapje in mijn badkamer en spuit een schimmeldodend middel op het plafond. Net als gisteren. Maar de lucht blijft. Ik haat die schimmellucht.

Ik heb decennia lang schimmels in mijn eigen lichaam bestreden, daardoor ben ik extreem gevoelig geworden voor de lucht van deze alom aanwezige levensvorm. Eerst maar eens koffie met pijnstillers. Een goeie oppepper heb ik nodig.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een uur later rijd ik een rondje met mijn hondjes. Uit mijn ooghoek loer ik of ik een zwarte schaduw ontwaar. Ergens tussen de struiken. Of in een zijstraatje. Ik zoek mijn panter. Die teringlijer is al een dikke week pleiten. Ik rijd de hele Singel rond. Nergens een spoor van mijn zwarte ridder. Die malloot kan overal wel zitten. Tranen beginnen achter mijn oogbollen te prikken.

Dan ga ik naar de fysiotherapeut. De man stort zich op de verdikte ontstoken spier in mijn onderrug. Een gevolg van de mishandeling een jaar geleden. ‘Zo, daar zit een ellendig harde kern in, zeg,’ verbaast de man zich. Hij valt in voor mijn eigen fysiotherapeut. Het is voor het eerst, dat hij de chaos in mijn rug onder ogen krijgt.

Ik vertel hem, hoe die rug zo geworden is. ‘Die man is toch wel vervolgd?’ vraagt hij geschokt. Nee. De getuigen logen tussen hun tanden dat er niets gebeurd was en de dader wil nu geld van me lenen. De dader en de getuigen zijn kwaad op Heks, dat ze daar geen toestemming voor wil geven. ‘We gaan haar daarvoor vervolgen,’ schrijven de getuigen een paar weken geleden in een brief aan de advocaat. Zo staan de zaken.

Tja. Wat moet ik er van zeggen? We leven in een gekke wereld? Of: Er leven echt gekken in de wereld? Kies zelf maar.

Heks ruimt vervolgens haar huis op. De thuiszorg kon gisteren natuurlijk niet komen. Ik sta er dus alleen voor. Ik gooi kattenbakken leeg en breng het vuilnis weg.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Oh, wat ben ik moe. En waar is mijn kat. Heks is in tranen. Ik gooi zijn kattenbak leeg. Nog meer tranen. Potjandrie. ‘Freya, Kattenvrouwe. Help!!!’ schiet ik een gebedje af. Regelrecht naar Vanaheim. Ferguut is oud en hij mist een paar voortanden dankzij die ellendige Bengaal van de buren. Het wordt weer kouder. Hij moet thuis komen!

‘Wat ellendig, dat u uw kat kwijt bent,’ schrijft de katten-zoek-site me, nadat ze mijn aanmelding hebben doorgezet. En weer prikt pure wanhoop achter mijn ogen.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

De kerstdagen waren zo heerlijk. Het dineetje met Steenvrouw en de kids: Zo gezellig. De kalkoen: Fantastisch gelukt. Gisteravond met Kras in Huize Heks restjes kalkoen eten: Fantastisch!

Kras geeft me bij binnenkomst een verwendoos. ‘Ik ben helemaal geïnspireerd geraakt door jouw verhaal over de beautyboxen. Dus ik dacht: Ik maak een mooie doos voor jou!

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks zit ademloos naar de box te kijken. Het hele universum staat er op en het hele universum zit er in….. Allemaal heerlijke heksige objecten bevolken dit universum. Mooie kristallen, honingcalciet en malachiet, en een handig koperen schaaltje om kruiden in te mengen bijvoorbeeld.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een flesje goudwater. Een prinsessenpen en dingetjes voor in de kerstboom. Een mini Wajangpop tegen de boze geesten. Piepkleine stempeltjes en een piepklein stempelkussen….. Wierook en een wierookhouder. En ga zo maar door.

En ook tijdens de ronde met mijn trouwe viervoeters, toen ik me zo wanhopig en rot voelde, kreeg ik een cadeautje. Ik ontdekte een kabouterhuisje in het plantsoen. Aan de voet van een enorme boomreus met trollebollen ontwaar ik de ingang van dit huisje. Een klein fietsenrek zonder fietsjes. Een kaboutertje is dus niet thuis vandaag. De ander zit op zijn terrasje.

Een boom verder ontdek ik nog een huisje. Een soort vogelhuisje. Maar dan tussen de boomwortels.

‘Paula was hier….’ staat er naast het kabouterhuisje geschreven. Wie is Paula? Zijn er nog meer huisjes te ontdekken hier of daar? Mysterie, mysterie…..

Paula is ongetwijfeld een heksje. Ze tovert vandaag zomaar een glimlach op mijn gezicht.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Eind van de middag: Heks ligt in bed. Met haar telefoon. Ze moet afspraken maken en dingen regelen. Life goes on.

Ik zit met iemand aan de telefoon om een probleem op te lossen met het verzilveren van een voucher. De man is uitermate behulpzaam en het probleem verdwijnt als sneeuw voor de zon. Net als we in de afrondende fase van het gesprek zijn beland, hoor ik een enorm gekrijs onder mijn slaapkamerraam. Razendsnel breek ik het gesprek af.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Dank u wel, u heeft me geweldig geholpen,’ roep ik in de hoorn. Om direct het contact te verbreken, nog voordat mijn gesprekspartner de kans krijgt iets terug te zeggen.

Weer gekrijs, bekend gekrijs. Maar dan in het kwadraat. Heks vliegt haar bed uit. Hangt binnen 2 seconden met haar haakneus uit het keukenraam. ‘Ferguut,’ krijs ik terug. En ja hoor: ‘Krijsmiauwend komt mijn zwarte monster uit de inham bij het portiek tevoorschijn.

‘Doe de deur open, vrouw, ik ben weer thuis en ik wil naar binnen. En wel nu. Schiet een beetje op, zeg. Honger, honger, Miauwwwww!’

Zingend vlieg ik de trap af. Race de berging door, knal de deur open….. Sluit mijn monster in de armen. Knuffel hem helemaal plat. Hij beantwoordt mijn groet met een geweldig snorpartij. Verrukt duwt hij zijn grote zwarte katerkop tegen mijn gezicht. Heks zoent hem waar ze hem raken kan….

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Jeetje schat, wat stink je naar schimmel. Je hebt vastgezeten, dat staat als een paal boven water. In een vochtig schuurtje of keldertje.’ Opeens realiseer ik me, dat ik al dagenlang schimmel ruik…..

Mijn schat schrokt een grote bak met zijn lievelingsvoer naar binnen. Hij slobbert het bijgevoegde water gretig op. Dan kruipt hij bij me in bed. En daar lig hij nu al 2 uur aan 1 stuk door te snorren. Zachtjes en tevreden. Af en toe even een keiharde Miauw. Zo van: Ik ben er weer, hoor.

Heks is blij, blij, blij. Dank lieve vrouwe Freya. En mijn kattenvriendinnetje aan gene zijde, Anneke Tanneke Toverheks, die me steeds in mijn oren fluisterde, dat hij terug zou komen. Die vanmorgennog tegen me zei, dat het niet meer lang zou duren. Dank, dank, dank…….

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Wie schrijft blijft. Heks wil graag blijven, maar het schrijven stokt. Tot storm alle stokken in de rondte blaast. Als ontketende woede over Nederland raast. Tot het klaar is. Over en uit. Komt lente tot besluit?

©Toverheks.com
©Toverheks.com Mijn oude vriendin is niet meer. Haar stam in de grond geramd door het geweld. Het pad alweer hersteld…..

Het lukt me maar niet om te schrijven. Genoeg stof tot nadenken, genoeg waan van de dag, genoeg hersenspinsels…… Maar er een verhaal van maken? Ik begin er niet aan. Al een hele tijd niet. De moed zinkt me in de schoenen bij het idee alleen al.

Sinds ik bont en blauw ben geslagen. Sinds al mijn gewrichten uit de kom zijn geschud. Sinds de voet in mijn rug. Sinds de daarbij behorende krak. Sinds het agressieve gesnater van de toekijkende ganzen.

©Toverheks.com
©Toverheks.com
©Toverheks.com
©Toverheks.com Een reus is gevallen.

Ik krijg het niet opgeschreven, de ontwikkelingen na dit incident. Die ontwikkelingen zijn creepy. Er wordt ’s nachts bij me aangebeld bijvoorbeeld. Meermalen. Een keertje tot drie keer toe met tussenpozen van een kwartier. Half 5, kwart voor 5, 5 uur….. Honden blaffen. Heks klaarwakker. Politie doet geen zak.

Ongetwijfeld toeval.

©Toverheks.com
©Toverheks.com Zwemmen? Mag het baas?

Mijn computer wordt gehackt. Eerst mijn Facebook 2 keer binnen drie dagen. Iemand probeert met mijn telefoonnummer in te loggen bijvoorbeeld. Of mijn mail ligt er dagen uit. Of ik krijg een melding dat iemand op mijn Messenger probeert in te loggen…… Of ik krijg de melding dat mijn Apple ID opeens door iemand ergens voor wordt gebruikt. Of, of………

Mijn virusscanner draait overuren…..

Heel veel toeval toevallig.

©Toverheks.com
©Toverheks.com
©Toverheks.com
©Toverheks.com restanten nest tussen het hout.
©Toverheks.com
©Toverheks.com De kruin ligt waar het ooievaarsnest was.
©Toverheks.com
©Toverheks.com Geknakt als een luciferhoutje!

De feestdagen sla ik grotendeels in mijn eentje stuk. Ik ben intussen zo murw van het altijd alleen zijn, dat het me echt niks meer kan schelen. Ik hang een kerstslinger op en steek kaarsen aan. Drink gezellig een mondkapwijntje met Steenvouw op eerste kerstdag….. Zo.

Niks aan de hand.

©Toverheks.com
©Toverheks.com Kijk eens vrouw, ik vlieg!
©Toverheks.com
©Toverheks.com Ja, spelletje met omgevallen boom!!!!

Maar dat is allemaal al bijna 2 maanden geleden. Nu is het februari. Het stormt aan 1 stuk door. Overal liggen omgewaaide bomen. Mijn lievelingsbeuk gaat als eerste. Haar enorme gestalte slaat een gat in het belendende pad. Een boom aan de overkant van de watering waar ze aan staat wordt verpulverd. Een boom een fietspad en een sloot verder wordt verpletterd.

Ze mist ternauwernood het dak van de voetbalvereniging, deze enorme reuzin. Wiens naam ik ken. Mijn bomenvriendin.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Een kronkelwilg in het hof verderop raakt een ledemaat kwijt. Een enorme tak ligt op het pleintje, waar ik altijd loop met de hondjes. Daaraan zitten genoeg kronkelige takken om heel Leiden van paastakken te voorzien.

En dan de klap op de vuurpijl. Een enorme boom ligt dwars over het ooievaarsnest in Zuid-West. Ik ga zoals altijd even kijken hoe het met deze magische afstammelingen van de dinosaurissen is tijdens een hondenronde.

Maar oh schrik, er ligt een joekel van een stam over de plek waar het nest zich bevindt. Vanuit een andere hoek ontdek ik restanten van het platgeslagen nest tussen de enorme brokken hout.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Waar zijn de ooievaars? Konden ze bijtijds wegkomen? Of zitten ze de storm sowieso elders uit? Hier in de steeg zag ik een duif midden in de nacht op een tak balanceren tijdens het staartje van de storm. Ik kon niet geloven dat het beestje niet werd weggeblazen. Het diertje zat er de volgende ochtend nog….

©Toverheks.com
©Toverheks.com Elk nadeel heb z’n voordeel….

Vandaag zie ik de ooievaars. Ze zitten in het gras een stukje verderop. Ze zien er wat ontredderd uit. Hopelijk wordt er snel een nieuw nest uit de grond gestampt. Ik ben zo blij, dat ik hen zie!

Het zal je maar gebeuren dat je huis weg waait. Daar zijn mijn zorgen niets bij vergeleken…..

©Toverheks.com
©Toverheks.com Goddank, ze zijn er nog!

‘Hoe gaat het met je Heks? Je hebt al zo lang niks geschreven! Je hebt toch geen Covid opgelopen?’ schrijft mijn heksenvriendinnetje Maan. Nee, geen Covid. Wel ben ik slachtoffer geworden van zinloos geweld. Bont en blauw lik ik mijn wonden. De dader en zijn handlangers lezen helaas dit blog. Mijn handel en wandel, alsmede wat ik denk of vind, staat onder strenge controle. Uit angst houd ik verder dus maar mijn mond.

Odin
©Toverheks.com Odin

Het leven van Heks staat nogal op zijn kop de laatste maanden. En niet in de goede zins des woords. Er is sprake van totale aftakeling van alles wat mooi en goed was. Ontmanteling van de rudimenten, die na jaren ME en Fibromyalgie en dik anderhalf jaar Covid nog overeind stonden.

Odin
©Toverheks.com Odin

Eerst gaat mijn koor er aan. Covid geeft hier de doodsklap. Onbevangen gaat Heks een paar maanden geleden naar een Algemene Ledenvergadering. Op de agenda staat ons beleid rondom Covid. ‘Ach, dat zal zo afgehandeld zijn,’ denk ik nog naïef, ‘Zo’n koor vol oude kwetsbare mensen gaat natuurlijk geen enkel risico nemen…. Daar zijn we zo uit.’

Odin
©Toverheks.com Odin

Niets is minder waar, helaas. De vergadering is nog maar nauwelijks begonnen of er staan al diverse mensen in gevechtshouding op de barricades. De discussie is fel en weinig verheffend. Onze dirigent blijkt daarnaast een anti vaxxer te zijn. Ook is de man niet bereid om zich op Covid te laten testen.

‘Hij houdt totaal geen afstand,’ beweert een sopraan verontwaardigd. Dat laatste kan ik bevestigen. Ik heb hem bij de repetitie voorafgaand aan deze vergadering op zeer geringe afstand van mijn bescheiden persoontje gespot.

Odin
©Toverheks.com Odin

Als het Corona Testbewijs ter sprake komt breekt de pleuris uit. ‘We worden gediscrimineerd en buitengesloten,’ schreeuwen een aantal ongevaccineerde koorgenoten verontwaardigd.

Heks staat al pakweg anderhalf jaar aan de zijlijn. Ik was net zover, dat ik weer durfde te komen. Nadat ik tot 3 keer toe ben gevaccineerd. Op een moment dat de besmettingscijfers eventjes laag waren.

Odin
©Toverheks.com Odin

Als ik het parkeerterrein af rijd realiseer ik me, dat ik mijn lidmaatschap moet beëindigen. Dit soort discussies trek ik niet. Ik kies voor geluk, niet voor gelijk. Daarnaast is een omgeving, waarin mensen niet optimaal voorzichtig zijn, niet goed voor mij. Vooral niet als die mensen ook nog eens keihard staan te zingen…. Tot slot wil ik niet langer mede het salaris betalen van iemand, die te beroerd is om een wattenstaafje in zijn neus te stoppen.

Odin
©Toverheks.com Odin voelt zich al helemaal thuis…..

Kort daarop ben ik jarig. Ik krijg geen enkel cadeautje. Pas na een paar weken komt er dan toch nog een heel heel heel mooi presentje van Kras. En van de Blonde. En van mijn vriendinnetje Belle. ‘Ik krijg eigenlijk zelden cadeautjes,’ mopper ik tegen mijn therapeute, ‘Dat is mijn hele leven al zo. Terwijl ikzelf altijd leuke attenties loop rond te strooien……’

‘Hou daar dan gewoon mee op,’ adviseert ze me, ‘Ik kan je dat echt aanbevelen…’ Ze spreekt uit ervaring. Het stoppen met Sinterklaas spelen heeft haar echt goed gedaan. Heks knoopt dit advies goed in haar oren…..

Odin
©Toverheks.com Odin

Dan word ik dus in elkaar geramd. Door een naar anabolen riekende kleerkast. Ribben veranderen van positie. De blauwe plekken zijn ontelbaar. Ik verander in een schim van mezelf.

Odin
©Toverheks.com Odin

Een paar weken eerder vindt de Zwarte Panter het weer een goed idee om een maand van de radar te verdwijnen. Ik zoek me suf met mijn brakke lijf. Waar zit die gek? Steelt hij weer de show in de Schouwburg? Doet hij weer grondig onderzoek in het Boerhaave museum? Of logeert hij bij de buren, die een paar maanden op vakantie zijn?

Ik roep door brievenbussen, hang posters op. Ik meld mijn monster aan bij diverse organisaties. Hele nachten dwaal ik door de stad op zoek naar mijn uithuizige kat. Tot ik word gebeld door een dierenarts in Oegstgeest. Mijn monster is komen aanlopen bij een fietsenmaker aldaar. Middels zijn chip zijn ze aan mijn telefoonnummer gekomen.

©Toverheks.com Odin en Freya

Als ik hem ophaal kijkt hij me onverschillig aan. ‘Oh, jij weer. Is dat nieuwe monster al weg?’ mokt hij narrig. Pas na een hele dag knuffelen, tartaartjes en andere verwennerijen is hij weer mijn oude vertrouwde lieveling……

Dan neem ik afscheid van mijn moedertje. Bepaald geen sinecure als er tegelijkertijd iemand tegen je staat te schreeuwen. Ik mag vervolgens niet op de begrafenis komen. Ik durf ook niet meer. Maar het breekt wel mijn hart.

Odin
©Toverheks.com Odin

Ik heb me intussen opgegeven bij een ander koor. Door de schade aan mijn ribbenkast is het echter onmogelijk om te zingen. Ik moet mijn lidmaatschap dus per direct weer beëindigen. Misschien moet ik zingen in koorverband voorlopig maar helemaal uit mijn hoofd zetten. Met al die virale dreiging.

Zo dus.

Elke dag brand ik wierook, heilig hout en kaarsen op mijn altaar met zwanenveertjes en muntgeld. ‘Een goede reis, moedertje, ga maar naar het licht. Naar de overkant….’

Daarnaast zet ik mijn huis vol reinigende rook om de haat en het kwaad te verdrijven. Hul me in kristalijn licht, dat alle duisternis die me belaagt, verjaagt. Het is hard werken. Elke dag opnieuw.

Odin
©Toverheks.com Odin

Gaat er nog iets wel goed, Heks?

Ja!

Ik heb een nieuwe huisgenoot. Hij heet Odin. Een kleine witte knuffelige schat. ’s Nachts bijt hij in mijn neus en oren. Hij slaapt het allerliefst bovenop mijn hoofd, dit kleine wondertje. Hij zet mijn hart weer wagenwijd open.

Odin
©Toverheks.com Odin

Thay verwoordt het als geen ander. Dat wat ik voel nu. Wat er gaande is in mijn kleine luizige heksenbestaantje.

My joy is like spring so warm
It makes flowers bloom all over the Earth
My pain is like a river of tears
So vast it fills the four oceans

Please call me by my true names
So I can hear all my cries and laughters at ones
So I can hear that my joy and pain are one

Please call me by my true names
So that I can wake up
And the door of my heart could be left open

Odin
©Toverheks.com Odin
Odin
©Toverheks.com Odin met de hondjes

Van de regen in de drup, hup. Het wil maar niet zomeren. Heks wordt met een vuurwapen bedreigd door een stel idioten op een brommertje. Midden in de nacht. Gewoon hier om de hoek. Of was het een grapje? Was de loop van dat pistool gemaakt van dikke vingers? Wie zal het zeggen? We zullen het nooit weten…..

Om een uurtje of half twee vannacht loopt Heks door de steeg te paraderen. Met haar hondjes. Oh, wat zijn ze druk. Freya is bezig loops te worden. Voor de eerste keer. Haar frutje groeit met de dag. Ze doet opeens overal kleine plasjes. In plaats van twee keer een hele grote. Ze markeert haar territorium. VikThor likt die plasjes vervolgens zorgvuldig op. ‘Hou daarmee op, gek,’ bromt Heks.

We komen op het pleintje naast de lagere school. Ik loop naar de prullenbak met een zakje vol drol. Op het bankje zit een duistere gedaante. Ik merk hem pas op, als ik heel dichtbij ben. ‘Oh, ik denk wat zit daar nu…’ brabbel ik verschrikt. De gedaante zwijgt als het graf. ‘Goedenavond,’ groet ik, terwijl ik me vliegensvlug uit de voeten maak.

Duistere energie. ‘Misschien is de man gewoon dakloos, Heks,’ pruttel ik tegen mezelf. Ja, gewoon dakloos. Heel gewoon tegenwoordig. Ik heb wel eens een warm dekentje over een slapend medemens op datzelfde bankje heen gedrapeerd. Midden in de winter. Toen het ijskoud was. Toen iemand genoodzaakt was om in die kou te slapen. Voor zover mogelijk.

Ik slinger mijn rondje door stegen en achterafstraatjes. Mijn woefers rennen vrolijk in het rond. Midden in de nacht hanteer ik geen lijn. Op dit tijdstip is de stad godverlaten. Op wat dronken droppies na.

Op het Vrouwenkerkplein doet Vikthor net een plasje tegen een boom, als er een paar opgeschoten jongens op een brommer stappen. Ze komen linea recta uit die foute vage Loungetent hier om de hoek zetten. Luidruchtig geven ze gas, als opeens de bestuurder een pistool tevoorschijn haalt. Hij richt op Heks. ‘Boem!’ schreeuwt de gek.

Gierend van de lach rijden ze langs een dodelijk verschrikte Heks. Ik sta als aan de grond genageld. Was dat nu echt een pistool? Of leek het maar zo? Of was het gewoon zijn hand met een paar dikke vingers in mijn richting? Ja, alweer dat woord gewoon. Ik weet het werkelijk niet.

Snel maak ik me uit de voeten. Voordat de idioten het in hun kop halen om terug te komen. Eenmaal thuis ga ik onder de douche. Ik spoel de dag van me af. Ook dit vreemde incident. Uiteindelijk val ik in een onrustige slaap. Na een paar uur word ik gewekt door mijn hondje Freya. Ze zit zenuwachtig te hijgen in de bench. Ik zal nog een keertje naar buiten moeten op een onzalige tijdstip.

Het is intussen half vijf. Met een lange jas over mijn pyjama sjok ik opnieuw een rondje om het blok. Om even later weer in mijn warme bedje te kruipen. Opnieuw in slaap vallen is er voorlopig niet bij. Alle ME-patiënten hebben geweldige slaapproblemen. Heks ook. In slaap vallen? We missen er de noodzakelijke stofjes voor. Doorslapen? Nooit van gehoord. Wakker worden? Elke dag met een zware kater.

Om een uurtje of 11 sta ik gammel in de keuken. Vandaag gaat helemaal niks worden, ik voel het aan mijn water. Eerst maar eens koffie met een hap pijnstillers. En iets eetbaars naar binnen zien te krijgen. Alles laten inwerken…..

Na een uurtje ben ik voldoende bijgetrokken voor de eerste hondenronde. Ik maak er een uitgebreide ronde van, dan ben ik er een paar uur vanaf. Vervolgens komt mijn vriendinnetje de Schone Helena. Zij vervangt mijn begeleidster Rozenhart gedurende de vakantie. Het plan is om vandaag mijn medicijnkast uit te mesten…..

‘Ik ben zo halfzacht als de pest, dus ik wil het gemakkelijk houden vandaag,’ informeer ik mijn vriendin. Zij heeft ook een offday, dus dat komt mooi uit. Eerst nog maar een kopje koffie…..

Daarna doen we wat noodzakelijke post de deur uit. En het uur is alweer om.

Even later lig ik op de pijnbank bij mijn fysiotherapeut. Hij loopt mijn hele lijf langs. Maakt alles wat vast zit weer los. Oh, wat is hij gemeen vandaag. Mijn lamme lijf kan niks hebben. Ik ben misselijk van de pijn.

Buiten regent het pijpenstelen. Het is ijskoud. Thuisgekomen trek ik snel droge makkelijke kleding aan. Daarna wurm ik nog wat eetbaars naar binnen. En ik lig alweer in bed, retteketet.

De hondjes krijgen een heerlijke kluif. Dat breekt hun saaie dag een beetje. Want het gaat em niet meer worden vandaag……

Dan besluit ik toch de politie te bellen over dat rare incident vannacht. Misschien ben ik niet de enige, die zomaar onder schot is genomen hier in de buurt. ‘Kon u zien of het echt een pistool was, in de hand van die jongen?’ Nee, dat kon ik niet zien in de gauwigheid. ‘Heeft u zijn kenteken genoteerd?’ Nee, het was donker en ze scheurden snel de hoek om.

‘Toch goed, dat u gebeld heeft. Ik geef het door aan mijn collega’s….’ Nou, fijn.

Een half uur later word ik teruggebeld door een politieman. Opnieuw doe ik mijn verhaal. ‘Ik ga uit van een foute grap, net als U. Vanavond ga ik toch maar een praatje maken met die gasten in die Loungetent. Om duidelijk te maken, dat dit echt niet kan. Misschien weten zij wie van hun klanten dit hebben gedaan…..’ zegt de agent.

Heks is blij, dat er werk van wordt gemaakt. Ik wil gewoon veilig bij nacht en ontij door mijn buurtje kunnen blijven dwalen. Zonder dit soort akkefietjes…….

Straks nog een rondje met de scootmobiel. Hopelijk is het dan eindelijk eens een keertje droog. Ja, kreukeldagen. Ik heb ze nogal eens. Een beetje zonneschijn zou enorm schelen. Maar deze zomer raken we van de regen in de drup.