Keiharde kinderhoofdjes, kloterige klutsknieën en klierige kotshond bezorgen Heks een ware lijdensweg tijdens de paasdagen. Gelukkig volgt er toch een soort wederopstanding. Enigszins postuum. En ook niet blijvend. Maar het is beter dan niets!

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Bonggggingggg!!!!!!!!!!!!!!!!!

Met een klap kukel ik met fiets en al op de plaveien. De fietskar blijft min of meer overeind, maar mijn lijf schiet alle kanten op. Het stuur boort zich in mijn ribbenkast. Mijn schouders flapperen in hun sponningen. Mijn rechterhand vangt een deel van de klap op alsmede mijn linkerknie. Mijn slechte knie. Dat geweldige gewricht halverwege mijn been. Sowieso al een half jaar lekker dik door een val van de trap.

O jee. ‘Gaat het wel, kan ik iets voor u doen?’ een geschrokken man stapt uit zijn auto. Hij heeft van het tafereeltje kunnen genieten. Je ziet niet elke dag een toverheks crashen!

‘Laat me maar eventjes,’ roep ik zo vriendelijk als ik kan opbrengen. Gek is dat  toch, die neiging om te doen alsof er niets aan de hand is in zo’n geval. Waar ben ik nou bang voor? Om voor lul te staan met mijn gestuntel? Dat die man me uit gaat staan kafferen zoals mijn vader vroeger als ik mijn wekelijkse val van de trap maakte? Dat ik een oplawaai toe krijg?

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Ik worstel me overeind en wrijf over de getroffen gebieden. Puffend hijs ik de fiets weer omhoog. Mijn god, wat zijn die e bikes toch zwaar. Ik krijg het nauwelijks voor elkaar. Ik had me toch door die wildvreemde Samaritaan moeten laten helpen…….

Even later fiets ik de hoek om. Au, au. Het gaat voor geen meter.

Als ik mijn broek opstroop zie ik dat mijn knie ontveld is. Bah. Dit wordt niks. Ik ben op weg naar de fysiotherapeut om uit de knoop te worden gehaald en nu lig ik helemaal in de kreukels. Lekker absurd.

‘Ik ben behoorlijk gevallen op weg naar je toe, zit weer thuis, bel me ff,’ Mijn fysio hangt al aan de lijn. ‘Jeetje, Heks, balen hoor,  als je wilt kun je vanmiddag om half drie nog terecht, voor een oplapsessie,’ ze offert haar pauze op.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

‘ik moet er eventjes niet aan denken dat er iemand aan mijn lijf zit,’ piep ik benauwd. Er zit een huilbui dwars in mijn keel. ‘Als je zo onderuit gaat doet dat iets met je. Hebben ze wetenschappelijk onderzocht, je bent dan echt eventjes helemaal van het pad,’ zal een alt later tegen me zeggen tijdens de koorrepetitie.

Maar goed, intussen loopt mijn dag volledig in de soep. Eigenlijk moet ik nu uitgebreid met mijn hondje in het bos lopen. Maar ik zit zieligjes betadine op mijn knie te sprenkelen. Dan ren ik naar de drogist. Werkelijk alle verbandmiddelen en pleisters heb ik er doorheen gejast de laatste maanden met als dat gezaag in vingers en handen. Dat vallen van fiets en trap. En dat abces niet te vergeten……

‘Verbandgaasjes, gewoon hydrofiele gaasjes,’ de vrouw van de drogist kijkt me niet begrijpend aan. Mijn god. Spreek ik soms Spaans? Uiteindelijk komt ze met iets aanzetten, wat vooral duur is. Het lijkt wel op wat ik nodig heb, maar hoe kan het nu zoveel kosten?

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

‘Doe maar,’ met de gaasjes ren ik de deur weer uit. Het blijken een soort betere plakpleisters te zijn. Helaas zijn ze veel te klein om het gehele getroffen gebeid te beslaan. Opnieuw ren ik naar de ouderwetse drogisterij. Met mijn ontvelde knie open en bloot nu: Ik heb er net een hele plas jodium op geknikkerd……

‘Ja, je vroeg toch om die verbandgaasjes,’ de vrouw van de drogist wrijft me mijn vermeende ‘fout’ in. Ondanks het feit dat ik in eerste instantie wel drie keer om hydrofiele gaasjes heb gevraagd en iets anders kreeg…… En daar toen maar genoegen mee nam, omdat mijn geschaafde knie dringend verzorging nodig heeft. Nog steeds trouwens………

Zoals altijd heb ik het weer verkeerd gedaan. Oh, wat word ik toch moe van dit soort gedoe: Een ander de schuld geven. Altijd en overal. Door alles en iedereen. En waarom in godsnaam? Wat schieten we ermee op? En nu heb ik er al helemaal geen tijd voor. Ik crepeer van de pijn. Geef me de goede gaasjes. Verdorie.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM, kotsen, braken, over je zuiger, over je nek, overgeven of spugen: lekker is anders VikThor!

Op zulke momenten mis ik een liefhebbende echtgenoot, die eventjes de honneurs waarneemt. Niet dat ik ooit zo’n exemplaar in huis heb gehad. De mannen in mijn leven lieten zich over het algemeen mijn liefdevolle verzorging lekker aanleunen, maar zelf bakten ze er vaak niet al teveel van…..

Even later heb ik de knie dan eindelijk ingepakt. Joy en haar lief komen het hondje ophalen. Vandaag neem ik vrijaf. Ik ga nog wel naar het koor, we repeteren uiteindelijk hier om de hoek. En ik blijf gewoon zitten. Dat overleef ik wel. Ik kan me stomweg niet permitteren om niet te gaan omdat ik nooit thuis oefen……

Ik moet hoognodig rustig aan doen. slapen en uitrusten.

Die nacht is mijn hondje zo ziek als een hond. Een uur lang braakt hij de sterren van de hemel. Grote plassen hondenkots dropt hij links en rechts in de woonkamer. Na een half uur spuugt hij schuim. Zijn hele koppie zit onder de kledders.

Heks loopt alles geduldig op te dweilen met haar uit elkaar gerukte lijf. Telkens als ik denk dat het voorbij is begint hij weer. Ik kijk op de klok. Half 1. Zaterdagnacht. De slechtste tijd voor een dierenarts consult!

Net als ik erover denk om toch maar iets dergelijks te gaan ondernemen, kalmeert mijn ventje onder mijn handen. Lange tijd behandel ik zijn pijnlijke buik. Ik voel mijn heksenhanden gloeien. Zelf word ik ook eventjes zo misselijk als een kat……

Na een uurtje of twee gaat mijn kereltje water drinken. Hij slobbert een halve bak leeg. Nou, als hij dat binnen houdt heeft hij zeker geen maagtorsie!

©TOVERHEKS.COM,

©TOVERHEKS.COM,

En hij houdt het binnen.

Even later stop ik hem met zijn koeiendeken in de bench. Heel sneu ligt hij daar onder zijn dekentje. De hele nacht en volgende dag ligt hij te slapen. Heks ook. We maken een paar kleine piesrondjes door de wijk, maar veel meer kunnen we allebei niet opbrengen.

Pas zondagavond beleven we onze persoonlijke wederopstanding en gaan we eens uitgebreid aan de wandel. In het Zeevaartpark treffen we een paar speelse hondjes. Mijn pubertje rolt al snel stoeiend over het grasveld: VikThor is er weer helemaal bovenop!

Voor Heks zal het nog eventjes duren voordat ze weer is bijgetrokken. Pas dagen later is duidelijk dat er van alles van zijn plek geraakt in mijn wervelkolom. En vervolgens is alles min of meer vastgelopen……. Een stevige fysiotherapeutische sessie verder is de boel weer een beetje in beweging. ‘Het zal tijd nodig hebben, Heks.’

‘Ach, die knie valt gelukkig mee. Vorig jaar ben ik ook een keer lelijk gevallen en toen hebben de doktersassistenten het grind er met een pincet uit zitten peuteren. Weken ben ik daar zoet mee geweest voordat het een keertje dicht en korstvrij was,’ mijn fysiotherapeut moet lachen om mijn laconieke verhaal.

Wat moet je anders? Overal maar een drama van maken? Je zou het soms wel denken als je om je heen kijkt.

Die val heeft me in elk geval gedwongen om m’n gemak te houden. Maar volgende keer een minder pijnlijke wake up call graag……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

 

 

Bach is niet dood! Hij leeft. In dit lichaam! Ex Animo! Ik zing me een hoedje! Of twee! Dat is beter dan schrikken. Of je verslikken: Koorrepetitie met franje.

Vanavond staan we weer lekker in te zingen met mijn koor. Ik ben op het nippertje naar binnen geschoven. Als we klaar zijn komt één van mijn maatjes naar me toe. ‘Ik heb ze meegebracht, Heks, hier voor jou!’ Ze overhandigt me een plastic zak. Er zitten twee prachtige hoedjes in!

‘Ik heb mijn kast opgeruimd en vond twee oude hoeden, iets voor jou? Ik heb ze nog gedragen op de bruiloft van mijn vriendin, 40 jaar geleden!’ vroeg ze me vorige week. ‘Natuurlijk, kom maar op met die eierdopjes!’ Heks hoeft er niet over na te denken. En nu is het dan zo ver: Nieuwsgierig gluur ik in de zak.

Oh, wat mooi! Een roze flaphoed en een prachtig rieten hoofddeksel! Heks is verguld. Snel zet ik er eentje op mijn kop. Ik kan bijna niet kiezen, ik wil ze allebei op!

 

Maar dat kan niet. We gaan direct beginnen met het openingskoor uit de Matthäus Passion. Vol overgave blèr ik mee. De hoedjes zitten in mijn kop in plaats van er op. Ze gooien vrolijke fratsen door mijn gedachtengoed. Mijn innerlijke wereldburger vat moed. En buiten dat: Ze staan me goed! Denk ik. Ik moet nog tot de pauze wachten voordat ik dat kan verifiëren…..

Mijn andere zangmaatje is jarig. We zingen haar toe uit volle borst. Verlegen zit ze te glimmen. Niets zo leuk als toegezongen worden door Ex Animo ter ere van je verjaardag!

In de pauze eten we kersenbonbons. Ik zoen mijn zangmaatje op beide wangen en geef haar een lekker verwencadeautje. De andere dames aan tafel besnuffelen het geschenk van voor naar achter. ‘Het is fair trade!’ roept de ene. ‘Wat is het eigenlijk?’ vraagt een ander. ‘Ik heb wel eens zoiets gezien,’ zegt een derde. Het is geurig magisch toverschuim. Voor onder de douche.

Ook mijn nieuw verworven hoedjes worden grondig geïnspecteerd en uitbundig bewonderd. ‘Ik heb ook nog een paar prachtige exemplaren in de kast liggen. Van vijftig jaar geleden,’ zegt een sopraan. Even bekruipt me een gevoel van euforie: Gaat ze vragen of ik die soms ook zou willen hebben? Misschien heb ik wel een enorme antieke hoedenbron aangeboord hier bij mijn koor!

Maar nee, ze vertelt met glinsterende ogen over haar schatten en wanneer ze ze heeft gedragen. Want hoedjes draag je niet zomaar. Behalve als je Heks heet. Vroeger was het wel veel gangbaarder voor dames om een hoed op hun kop te zetten. ‘Met een paar glacés en een bijpassende tas!’

We knikken en lachen. Ja, die goeie ouwe tijd. ‘Ik heb nog een paar prachtige hoeden van mijn moeder. Zij droeg ze ook, net als ik. Ze stonden haar prachtig!’

Vanavond zingen we een groot deel van de Matthäus. We beginnen vooraan en komen een behoorlijk end. Ik ben niet goed bij stem, dus ik knerp de hoge d er met moeite uit. Mijn maatjes schieten in de lach. Maar de rest gaat prima. Na een tijdje is mijn stem opgewarmd. Mijn hoofd staat goed door al dat gehoed. En mijn hart zingt sowieso vanavond.

Terwijl we bezig zijn kijk ik rond. Al die mensen, zo verschillend. Met sommigen zou ik normaal gesproken nooit zo lang in één ruimte verkeren. Ik zie al die monden open gaan. Geluid geven. Zingen. Ik zie gezichten bewegen rond woorden en klanken. Emoties trekken als wolkenflarden over iemands gelaat. Hier en daar. Een ander tuurt verwoed in zijn partituur. Ik zie een gezamenlijk doel. Inzet. Betrokkenheid.

Als Koos, onze supertenor, ‘Ich will bei meinen jesu wachen’ zingt en wij antwoorden met ‘So schlafen unsre Sünden ein’ bekruipt mij zo’n overweldigend gevoel van ontroering. Wat kan die man prachtig zingen. Hij is gewoon koorlid, maar gezegend met een fabeltastische stem.

Onze kleine dirigent zwaait zijn baton met flair. We zijn één zingend lichaam, mijn koor: Ex Animo. Bach is niet dood! Hij leeft. In dit lichaam!

Bach hield het bij een puike pruik……