Knibbel knabbel knuisje, wie krabbelt er aan mijn huisje? Wie krabbelt er in? Een spin? Wie zit er op mijn driezitsbank? Een zeekoe of een muisje?

Gisterenavond pak ik mijn trommel. Ik begin te roffelen. Eerst rustig in het tempo van onze Grote Moeder. Daarna sneller. Ik kijk naar het gezichtje van de vrouw op de drum. Ze kijkt terug. Zo grappig. Haar fijne trekken komen tot leven. Alsmede de trom.

Als ik uitgetrommeld ben zit er iemand op mijn bank. Net achter de plek waar ik zonet zat. Wie is het? En wat doet ie daar? VikThor zit met gespitte oren te luisteren, zijn blik onafgebroken gefocust op mijn nieuwe huisgenoot. Waarvan ik niet weet wie het is.

Het lijkt een groot wezen te zijn. De halve bank wordt in beslag genomen. De boskat staart naar de drum. Daar is ook van alles te beleven voor een katachtige. Voorzichtig loopt hij er naar toe. Blijft op gepaste afstand staan…..

Heks wil graag weten die haar krachtdieren zijn. Helaas ben ik ergens in het proces totaal geblokkeerd geraakt. Er zijn vele dieren, waar ik een diepe band mee voel.  Dus aan mijn eigen voorkeur heb ik niks.

De nacht na de eerste opleidingsdag greep Raaf me bij mijn lurven, maar met Raaf heb ik helemaal niks. Nou ja, we hadden vroeger een tamme kauw genaamd ‘Gerrit’. Een ongelofelijk leuk en slim beest.

Mijn moeder haatte hem, vanwege de ongelofelijke vogelschijttroep op haar pas geboende straatje. Het was echt de vogel van mijn vader. Hij had een sterke band met het dier.

Ook voel ik soms Beer als een duffelse jas om mijn schouders. Hem ken ik goed uit mijn prille jeugd. Onafscheidelijk waren we.

Een huis vol kikkers geeft ook te denken. Waarom zoveel? Omdat iedereen me altijd kikkers geeft…… Al bijna een halve eeuw. En: Heks houdt ook veel van haar kwakende vrienden.

Een energetisch hert in de woonkamer en overal hertenbeeldjes. Een draak in mijn hart. Spinnen op de kast. Als puber had ik al een rubberen spin voor de grap genaamd Joris. Maakte ik klasgenoten mee aan het schrikken…..

Als ik de deur uit ga struikel ik over de zwanen. En ga zo maar door.

Nu lukt het me aardig om er niet te veel mee bezig te zijn. Om er op die vertrouwen dat mijn helpers zich te zijner tijd wel zullen manifesteren. Uiteindelijk is het niet aan mij om te kiezen. Je wordt gekozen….

En daar zit natuurlijk een enorme voetangel. Ofwel kraaienpoot. Een oude pijnplek. Want wat als je nu niet wordt gekozen? Wat als je achter het net vist? Buiten de berenboot valt? Wat als er geen krachtdier te vinden is, die jou wil helpen? En vice versa. Wat als je weer eens aan de zijlijn komt te staan?

En het is onhandig, dat ik het niet weet. We worden aangemoedigd om spulletjes te verzamelen en verlanglijstjes aan te leggen voor het maken van magische ratels en dergelijke. Ik heb geen idee wat ik er op moet zetten. En opeens zie ik dat anderen het voor me invullen. Heks heeft als krachtdier kikker…..

 

‘Ik had een keer iemand op les, die een muis als krachtdier had. Maar zelf wilde hij er niet aan. Hij werd zo kwaad op mij, omdat het geen stoere beer of sexy panter was, dat hij de les verliet. “Ik ga dit grondig uitzoeken, dit klopt voor geen meter,” piepte hij tot slot. Typisch een eigenschap van muis, dat grondige en precieze……’ vertelt de juf ter lering ende vermaak.

Misschien is mijn krachtdier wel een muis. Ik had tenslotte een nest in mijn berging, precies toen we de krachtdierlesdag hadden. Eerlijk gezegd kan het me geen bal schelen intussen, wie mijn krachtdier is. Al is het een mollige Talpa Europea. Het zal me een worst zijn.

Als ik het maar een beetje kan vinden met mijn helpers. Als we het maar een beetje leuk hebben saampjes.

Vannacht een drietal programma’s bekeken op RTL Z, Wild Animal Reunions. Hier keren verzorgers en opvoeders van wilde wees-beesten terug naar hun volwassen schatjes, die intussen in de vrije natuur leven. Ontroerend om te zien hoeveel liefde en vertrouwen er is tussen deze bijzondere mensen en hun troeteldier.

Of het nu een Neushoorn, een Hert, een kudde Olifanten, een troep wolven, een groep chimpansees, een Chita, een Schubdier of een Mammon betreft: Er is sprake van herkenning, grote liefde en diep vertrouwen tussen deze mensen en hun dierlijke vrienden.

Olifanten hebben een fascinatie voor de dood. Dat vond ik nu ook weer treffend. De man met wie zij een speciale band hadden opgebouwd overleed op 4 maart een aantal jaren terug. De hele troep dook voor zijn huis op om hem eer te betuigen! Elk jaar op 4 maart staan ze er weer! Ongelofelijk toch……

 

Peinzen over pijnlichamen. Pijn op de pijnbank. Mijn pijnlichaam ontleed. Schreeuwen schreeuwt om aandacht. Verwachtingen houden ons maar weg bij de realiteit. Beter is het in het hier en nu onvolkomenheden toe te geven. Want wat in het vitvat zit verzuurt wel degelijk. En oude woede is als mosterd na de maaltijd……..

vrouwtje bezemsteelvrouwtje bezemsteel, heks

Begin jaren negentig loopt Heks stage bij een landelijk bekende toverkol. Dit vrouwtje bezemsteel komt zelfs wel eens op televisie, zoals die keer bij Paul de Leeuw als paardenfluisteraar. Ze heeft al heel jong een dijk van een praktijk als paranormaal genezeres opgebouwd. Het is een hele leuke meid. Heks heeft het getroffen met haar stageplek!

SCHREEUW, brullen SCHREEUW, brullen

Na de stage ga ik een tijd bij haar in behandeling. Aanleiding is een opmerking, die ze een keertje maakt over mijn onvermogen te reageren op pijnprikkels. ‘Heks, als ik je hier ter plekke keihard recht in je gezicht sla, dan denk je: Dat doet Karin niet! Pas als je weer thuis bent, over pakweg twee uur, dringt het tot je door, dat ik je toch echt een oplawaai heb verkocht. De tijd om te reageren is dan al lang verstreken!’

dokter shock

Jaren later op de Filipijnen ontmoet ik een beroemde tovenaar. Hij is ook geneesheer-directeur van een zeer gerenomeerd ziekenhuis in Manilla. In dat land doen ze niet zo moeilijk over animistische tendenzen in de gezondheidszorg. En dat levert opmerkelijke, kleurrijke en zeer begaafde artsen op!

dokter shock

Als de goede man geen ziekenhuis aan het bestieren is, dan houdt hij zich bezig met de meest vreemde alternatieve geneeswijzen. Zoals tijdens het healing seminar in Manaoag georganiseerd door zijn goede vriend Alex Orbito.

Eén van zijn toverkunsten behelst een behandeling met elektroshocks. Wanhopig als ik ben na toen al zeker vijftien jaar ME, wil ik me wel wagen aan deze naar het zich laat aanzien zeer pijnlijke therapie. Uit zijn behandelhokje klinken de meest ijselijke kreten geslaakt door zijn arme slachtoffers. Je kan het prima horen, want er hangt alleen een gordijntje voor het kot.

SCHREEUW, brullen

De marteldokter sluit elektroden aan op mijn heksenlijf en begint met een stevige stroomstoot. Ik geef geen kik. Hij voert het voltage op. Nog steeds geen reactie. Ik voel het wel degelijk, maar reageren doe ik niet. Nieuwsgierige gezichten duiken op vanachter het gordijntje. Geen geschreeuw en gegil? Dat willen zijn collega’s wel eens zien. Hij krijgt uiteindelijk wel een beetje gepiep uit me, maar echt tevreden stemt hem dat niet.

Als ik hem een week later in Manilla tref spreekt hij zijn verbijstering uit over de hoge pijngrens van Heks. ‘Ik heb nog nooit zoiets gezien’, klaagt hij tegen Joyce, mijn flamboyante Amerikaanse heksenvriendin, ‘Normaal gesproken schreeuwen mensen moord en brand, maar deze vrouw geeft geen enkele reactie. Ik kan er nog niet bij. Hoe is dat mogelijk?’

SCHREEUW, brullen

Geen idee. In medische kringen wordt juist altijd beweerd, dat ME patiënten aanstellers zijn! Ze piepen bij het minste of geringste! Dat is al heel lang de enige verklaring voor het feit, dat ze zich zogenaamd beroerd voelen, zonder dat de wetenschap kan achterhalen wat er mis met hen is.

Al hebben ze intussen ook wel aanwijzingen gevonden, dat onze hersenen heel veel pijnprikkels afvuren, ondanks het ontbreken van een directe lichamelijke oorzaak. Of lang nadat er een lichamelijke pijnprikkel is geweest. Alsof de hersenpan in een pijnloop blijft steken!

be proud

Heks weet al lang, dat ze geen watje is. Ik kan idiote hoeveelheden pijn verstouwen. Misschien een oud overlevingsmechanisme. Ook gunde ik agressors mijn tranen niet! Heks is altijd extreem trots geweest. Een lastige karaktertrek.

Gelukkig lig ik tegenwoordig wel te schreeuwen tijdens de behandelingen van mijn orthopedische fysiotherapeut. Als enige in de hele wereld is het hem gelukt om me dit soort reacties te ontlokken. Maar hij is dan ook echt heel erg gemeen. Hij weet tot op de millimeter precies waar hij me moet raken……

SCHREEUW, brullen

Ook leer ik eindelijk, dat mensen je soms gewoon pijn doen en dat je daar maar beter op kunt reageren. Met horten en stoten doe ik dat dan ook. Misschien wat te heftig naar andermans smaak. Maar ja, dat is ook logisch na al die jaren verlamming. Groot kans dat er ook een hoop achterstallige pijn schreeuwt om aandacht. Of schreeuwt om een schreeuw!

SCHREEUW, brullen

 

Tegelijkertijd realiseer ik me ook, dat mijn omgeving niet gewend is lik op stuk te krijgen als ze lopen te eikelen. ‘Dat doet Heks niet, wat gaan we nu krijgen?’

Mijn ‘Dat doet die of die niet’ zit ook nog steeds ergens ingebakken in mijn reactiepatroon. Maar het gaat de goede kant op!

SCHREEUW, brullen