Veelbewogen dag met louter tegenslag, maar ook veel mooie momenten. Emotioneel afscheid van geliefde tante. Het regent pijpenstelen, dat geeft de stemming aardig weer. Maar er is meer. Hoogtepunten zelfs!!! Heks ziet haar familie weer!

Sergei Polunin

Donderdagavond zie ik een documentaire over de danser Sergei Polunin. De balletdanser waar de zwaartekracht geen vat op lijkt te hebben. Vooral niet al hij cocaïne heeft gebruikt……

Hoe zijn hele familie kromlag om zijn studie te kunnen betalen. Zijn vader in Portugal, zijn grootmoeder in Griekenland. Zijn moeder bleef bij haar kind als zijn persoonlijke toegewijde verzorgster.

Hoe hij zijn motivatie haalde uit het voornemen om middels succes in de danswereld zijn familie weer te herenigen. En de neergang vanaf het moment, dat zijn ouders toch echt gaan scheiden…….

De familie is uiteengeslagen door de gebeurtenissen, terwijl dat juist niet de bedoeling was! En hoewel ze elkaar al jaren niet hebben gezien is de definitieve breuk tussen de ouders een enorme dreun voor de jongen. Vanaf dat moment komt hij in de problemen. Zijn drive is weg. Veelzeggend.

Zo zie je maar weer hoe belangrijk je familie is. En hoe ontregelend het kan zijn als die basis wegvalt.

Dan valt het beeld weg, storing bij Ziggo. Gelukkig maar, want ik moet gaan slapen. Morgen moet ik vroeg op. We gaan mijn tante Mar begraven. Heel plotseling is ze ertussenuit geknepen

Het regent pijpenstelen op de dag dat mijn tante naar haar laatste rustplaats wordt gebracht. Heks fietst door de gietende regen naar de dokter voor haar prikken. Dat red ik nog precies, gek eigenlijk. Ik dacht dat het niet zou lukken eerder deze week, toen ik de rouwkaart eens grondig bestudeerde.

Als ik weer naar huis wil gaan breekt mijn fietssleutel af in het slot. K.U.T. Wat nu? Het is de elektrische ebike van mijn moeder. Loodzwaar. En ik heb maar 1 sleutel. Waarvan de helft nu in het slot bivakkeert.

Paniekerig probeer ik de sleutel eruit te schudden, maar ja, schudden met een fiets van 300 kilo op zijn kant is natuurlijk niets voor een MEpatiënt. Ik vraag me af of er überhaupt mensen zijn die er bij een dergelijk sportief hoogstandje zonder kleerscheuren van af zouden komen. Heks voelt haar gewrichten piepen en kraken. Hier en daar valt er eentje uit de kom.

Dan komt de assistente op me af met een mes. Ze heeft me zien tobben en komt me te hulp. Strijdvaardig heft ze de vervaarlijke brievenopener, want dat is het, in de lucht om vervolgens het slot te lijf te gaan. Vakkundig wipt ze het restant sleutel uit zijn gevangenis. Dat is alvast iets. En iets is beter dan niets…..

Ik loop dus maar weer naar huis. Mijn hoofd tolt van de zich plotseling opstapelende problemen. Ik moet ten eerste een sleutel laten maken, maar ik ben hartstikke blut. Gelukkig kan ik poffen in de natuurwinkel. Voldoende voor een nieuw exemplaar en een paar liter benzine. Mijn tank is ook leeg……

Maar eerst ga ik naar de begrafenis van mijn tante, Heks is met deze vrouw en haar dierbaren opgegroeid. Ze woonde maar een paar huizenblokken bij ons vandaan, deze opgewekte rebbelende lakonieke dame met haar grote drukke gezin.

Ik moet nu echt opschieten. Als ik er de sokken niet in zet ben ik te laat. Snel schiet ik iets netjes aan en spurt naar mijn auto.

Dan begint er een martelgang om in Voorschoten te geraken. Hemelsbreed helemaal niet zo ver van Leiden, maar de stad is opgebroken, alsmede vol verdwaalde Duitse toeristen en trage lesauto’s. Mensen blijven stilstaan voor groene stoplichten of gewoon midden op straat. Invoegen is ook heel problematisch opeens. Heks vloekt tussen haar tanden. De minuten tikken genadeloos voorbij.

Sergei Polunin

Voorschoten is onlangs volledig op de schop gegaan, hetgeen de doorstroming van het verkeer in dit lintdorp niet ten goede komt. Zacht uitgedrukt. Ook is het marktdag. De Voorstraat, waar ik meestal parkeer, is vergeven van de kraampjes en winkelende mensen.

Het parkeerterrein erachter is volgebouwd met tenten vanwege een festivalletje. Mijn god, hier ook al? Het is een plaag dit soort activiteiten.

Alle omringende parkeerterreinen zijn zonder uitzondering stampvol. Heks rijdt intussen paniekerig van hot naar her, want het wordt steeds later. Wanhopig schiet ik een woonwijk in. En daar vind ik dan eindelijk de zo begeerde parkeerplek. Hoera!

‘Ik haat dit stomme dorp,’ ligt dan al in mijn mond bestorven. Ik ken dit oord natuurlijk goed, ik ben er opgegroeid. Sputterend sprint ik naar de kerk. Onderweg probeer ik mijn stemming om te gooien. Zo kan ik toch niet Gods huis betreden? Vloekend en scheldend?

Nu ben ik extra vroeg opgestaan om op tijd te komen. De condoleance heb ik overgeslagen, want het wordt toch al een hele lange dag. Maar de dienst wil ik toch echt bijwonen. Ik schuif twee minuten te laat naar binnen. Wat gek. Iedereen zit al. De kist staat er al. De dominee staat volop te preken……

Een vreemde gang van zaken. Maar ik ben allang blij dat ik binnen ben. Het is altijd een hele bevalling om ’s morgens ergens acte de présence te geven. Ik kom dan uit de prehistorie zetten, dit gaat bovendien gepaard met stevige spierpijn en heftige griepverschijnselen. En vandaag ben ik ook nog door het lot tegengewerkt.

Het koor gaat zingen. Prachtig! Ik heb niet al teveel gemist gelukkig. Denk ik op dat moment nog. Maar als we even later gezamenlijk een lied gaan zingen, zie ik dat de dienst al bijna voorbij is. Huh? Ik ben maar liefst een uur te laat gekomen. Hoe is dat nu mogelijk?

Bij Heks is alles mogelijk. Mijn hoofd is een leuk aangeklede vergiet. Met een hoedje erop om mijn gedachten bij elkaar te houden. En zelfs dan kan het me nog gebeuren dat ik de plank helemaal mis sla. Zoals vandaag.

Gisterenavond heb ik nog even goed gekeken op de rouwkaart. Zo laat dit en dan dat. En tot slot zus en zo. Duidelijk. Behalve dat ik mijn bril niet ophad en het behoorlijk schemerig was in mijn woonkamer. Ik heb het dan ook niet goed gezien, tijden door elkaar geklutst en dan krijg je dit!

Op dat moment vind ik het niet zo erg. Het wordt toch al een lange dag en nu is ie gelijk iets korter. ‘Je hebt wel wat gemist hoor,’ hoor ik echter later. Mijn oom heeft prachtig gesproken. Een persoonlijk In Memoriam. Heel bijzonder.

De kerk is afgeladen vol. Wat een rijk leven! En dat hoor ik steeds terug deze dag. Mijn vrolijke kwebbel van een tante had gewoon een enorm netwerk van mensen om zich heen. Met haar 87 jaren stond ze nog midden in het leven. Ze zal enorm gemist worden.

Heks krijgt een overdosis familie te verstouwen, niet mijn sterkste punt. Toch sla ik me dapper door alle gesprekken heen. Hoe het met me gaat? Daar lul ik me dan uit. In werkelijkheid heb ik geen idee. Wat heb ik nu voor’n leven? Ik ben de risee van de familie. Althans, zo ervaar ik het vaak.

Vandaag kom ik echter allemaal lieve neven en nichten tegen en ooms en tantes en een zuster, die echt enorm blij zijn om me te zien. Een fijne ervaring.

Ons eigen gezin is helemaal uit elkaar gevallen. Of ik ben eruit gevallen. Uit het nest geduveld. Een beetje geduwd misschien? Ik heb me nog een hele tijd aan de rand vastgeklampt. Heb me terug naar binnen geprobeerd te wurmen. Iets dat het bij vogels meestal goed doet.

En uiteindelijk losgelaten. Noodgedwongen. Wegens vergaand verkrampte spieren. Wat moet je ervan zeggen? Het gebeurt. Zulke dingen. Best vaak zelfs. Het is mij gebeurd.

Ik kijk naar die grote drukke familie. Luidruchtige mensen. Wat een lawaai toch altijd! Saai is het in elk geval nooit bij ons…… Mensen proosten op het rijke leven van mijn tante. Heks luistert naar alle ontroerende verhalen rondom haar dood.

Lachsalvo’s schieten links en rechts uit groepjes omhoog. Ja, lachen kunnen ze als de beste, die familieleden van Heks. Het is één van de mooie erfenissen van mijn voorouders. Naast een vat vol woede is er ook een groot potentieel aan humor doorgegeven.

Dit is de familie van vaderskant, maar de clan van mijn moeder is nog veel erger. Hun humor is bijkans dodelijk. Vraag maar aan mijn exen.

Sergei Polunin

Na een paar uur ben ik helemaal gaar. Om me heen eten mensen taartjes, soep en broodjes. Ik heb ook trek gekregen. Het is dan ook al vier uur intussen. Heks gaat naar huis.

Daar wacht me nog de ondankbare taak om een nieuwe sleutel te laten namaken van dat afgebroken exemplaar. Met de nieuwe sleutel op zak wandel ik weer met VikThor naar de dokter. Het giet bakken van de hemel. Later lees ik dat er op één dag net zoveel regen valt in Leiden en omgeving als normaal gesproken in een maand. Arme tante. Ze treft het niet haar eerste nacht buiten.

Ik stop de sleutel in het slot, maar nee. Hij past niet. Potverdorie.

Weer schelden natuurlijk, want ik ben intussen doodmoe. En helemaal doorweekt. Toch ga ik mijn auto halen. Dus weer lopen naar huis….. Met mijn halvezolige oververmoeide lijf. Ik durf die fiets daar niet de hele nacht te laten staan.

Tierend rijd ik vervolgens met mijn kanariepiet door de stad. Ik moet enorm omrijden, vanwege de idiote onlogische rijrichtingen in de binnenstad. Vik kijkt me verbaasd aan. Wat heeft de Vrouw toch?

Met een enorme kreun til ik die loodzware fiets in mijn achterklep. Ik heb het eerder gedaan, dus het kan. daar houd ik me aan vast.

Daarna rijd ik stapvoets naar huis. Af en toe moet ik stoppen om de achterklep weer omlaag te doen, want ik heb geen stuk touw bij me. Helemaal afgedraaid zit ik wat later in mijn stoel.

Ik bel de Don. Geduldig luistert hij naar mijn verslag van deze rampendag. Het duurt uren voordat ik weer een beetje mens ben. Dan ga ik eten. Eindelijk. Om vervolgens nog uren wakker te liggen. teveel prikkels, indrukken en emoties. Daar ben ik dan weer eventjes zoet mee.

Later lees ik een raar berichtje op de familie app. Zitten ze me nu te dissen? Ja, het is zo. Of niet? Of toch wel? Mijn god. Het houdt ook nooit op.

 

 

Geïmpregneerd met woede? Dan spoor je toch niet? Inderdaad….. Toch komt het in de beste families voor. Maar niet getreurd en genoeg gezeurd. Heks is iets op het spoor: Ik ga mijn woede beteugelen met Delphinium. Ofwel Ridderspoor.


Oh, wat ben ik toch moe. Woensdag zit ik bij de homeopaat. ‘Hoe gaat het?’ vraagt ze natuurlijk. Ja, moe. Moe, moe, moe. Nou moe. Het went niet. Nooit.

‘En ik ben kwaad. Zo boos. Ik ben een vat vol woede. Het komt bij het minste, geringste naar boven. Mensen die op de fiets SMSen maken me razend bijvoorbeeld. Ik ben onlangs op de fiets aangereden door zo’n hopeloos figuur. Ik werd zo kwaad, dat ik ben weggefietst. Niets voor mij!’

‘Vandaag of morgen raak ik nog eens in de problemen door die oncontroleerbare woede. Soms ga ik liever helemaal niet naar buiten om triggers te vermijden. Maar ook binnenshuis is er nog genoeg om me over op te winden.’

‘Ik wil geen zuur oud wijf worden, maar ik ben hard op weg. Ik ken genoeg mensen, die altijd met hun vingertje zwaaien. En soms blijft het niet bij een vingertje. Mijn eigen vader was zo, altijd kwaad of onderweg om kwaad te worden. En hij had het ongetwijfeld geërfd van zijn voorouders. Ik ben genetisch geïmpregneerd met woede. En ik heb het vaak over me heen gekregen……’

‘En dan al die kwaaie partners in mijn leven. Ik zocht hen er onbewust op uit….. Dat riep dan uiteindelijk die woede in mijzelf weer op. En dat moest dan weer worden onderdrukt. Want ik kan niks met die woede. Het rent door mijn lijf, ik kan er geen kant mee op. Een flinke scheldpartij is het hoogst haalbare….’

‘Je kunt het intussen wel voelen. Je kunt er wel bij komen. Dat is echt een enorme stap vooruit,’ mijn homeopate laat zich niet uit het veld slaan door mijn gesomber.

Ze heeft gelijk. Er zijn zeker voordelen verbonden aan contact maken met wat er diep in je leeft.

‘Buiten die woede ben ik wel weer veel levendiger. Een hondenvriendin zei me vandaag dat ik er zo geweldig uit zie momenteel. Zeker vergeleken bij afgelopen winter. Toen was ik compleet lamgeslagen…… Mannen fluiten me voortdurend na op straat. Gisteren in de milieustraat heb ik zelfs ouderwets een enorme file veroorzaakt.’

‘Eerst ging de man achter de balie gezellig uitgebreid met me flirten. Hij was ooit getrouwd geweest met een juffrouw Toverheks. Een kwaaie heks helaas. Maar wel met dezelfde naam als Heks. Dus. Toen ik weer buiten kwam stond er een mega rij auto’s te wachten. Bewusteloze bestuurders door de hitte….. Goddank. Ze waren gewoon te sloom om zich op te winden. ‘

We moeten er hartelijk om lachen. ‘Een grote kerel zat zich in een soort hijskraan geweldig voor me uit te sloven. Tenslotte stapte hij uit om ook alweer een lekker potje te flirten. Een beschaafde oudere heer sjouwde mijn hele auto leeg. Ook bij het chemisch afval werd ik met open armen ontvangen…….. Heerlijk. Ik moet eens vaker naar de milieustraat. Ik ben er geweldig van opgeknapt!’

‘Ja, Heks, als je je woede niet langer onderdrukt kom je natuurlijk meer tot leven. Niet zo gek dat mensen daarop reageren. Ik heb een prachtig middel voor je: Delphinium staphisagria ofwel Staverridderspoor. Als ik dit geef aan iemand, die in een onderdrukkende waardeloze relatie vast zit vraagt die persoon binnen een week echtscheiding aan!’

‘Je moet echter wel jezelf de ruimte geven tijdens het gebruik. Er kan van alles loskomen. Je zou nog het beste in een hutje op de hei kunnen gaan zitten…..’

Heks heeft een beter idee. Ik heb bij het opruimen van mijn berging allemaal schilderdoeken gevonden. Ik ga gewoon een enorm schilderij maken!

Maar eenmaal bezig met de pillen begin ik te koken. Eerst van woede, maar daarna gewoon achter het fornuis. Ik maak allemaal verrukkelijke gerechtjes. Soepjes en sapjes, limonade, verschillende salades…….. Ik zet mijn Wut om in food.

De komende tijd ga ik me eens uitgebreid oriënteren op wat ik nu eigelijk wil. In plaats van te doen wat anderen van me willen. De ellende is dat mensen altijd zo boos op me worden als ik niet meer naar hun pijpen dans. Daar zie ik tegen op. Tegen die woede. Want dat is ook een trigger. Die onterechte woede maakt me ook weer kwaad.

Maar ja. Veranderen is zo moeilijk. Voor ik het weet zit ik weer in mijn oude groef. Voor anderen zorgen, terwijl ik voor mezelf moet zorgen. Allerlei onrecht te lijf gaan, terwijl mijzelf ook onrecht is aangedaan! Naar andermans gezeur luisteren, terwijl ikzelf zo graag een potje wil zeuren en zeiken……

De korreltjes ridderspoor hebben nog een mooi bijeffect. ’s Nachts komt eindelijk weer het verlangen in me op om anderen te vergeven. Gewoon omdat het jezelf bevrijd. Om uit die cyclus van woede te stappen moet ik anderen en mezelf vergeven. Het is de enige manier.

‘Sommige mensen wil ik eigenlijk helemaal niet vergeven, zoals de stelende thuiszorg. Toen dat mens me te grazen nam ben ik echt slecht gaan schelden. Het woord hoer was nog nooit uit mijn mond gekomen, maar haar vind ik een  ongelofelijke hoerenmadam. Ik noem haar dan ook Schaamhaar Stampiesloer. Een verbastering van haar echte naam. Maar ik heb er zelf last van dat ik haar zo noem. Die vrouw is een vieze smaak in mijn mond geworden……’ zeg ik tijdens het consult als het begrip vergeven ter sprake komt.

‘Willem Glaudemans heeft daar een prachtig boek over geschreven: ‘Vergeven. Echt een aanrader. Je koopt het al voor 20 euro. Vergeven doe je niet voor de ander, je doet het voor jezelf,’ zegt mijn behandelaar.

‘Ja, je hebt gelijk. Het stomme is dat ik het allang weet. Ik heb dat lang geleden al ontdekt. Ik heb mensen al de raarste dingen vergeven, maar die thuiszorg zit me nog steeds dwars. Ik herontdek eigenlijk de kracht van vergeven op dit moment. Vorige week had ik een prachtige ervaring op dat gebied. Er valt nog veel te vergeven hoor, die thuiszorg stelt eigenlijk niks voor, ik ben er nog lang niet…..’

Misschien moet ik nog maar een keer naar de milieustraat. Daar is het vergeven van de aardige kerels. En die doen niet flauw, maar vallen flauw als ze Heks zien.  Een enorme verbetering!  😉