Een goed begin is het halve werk. Zet dat maar op mijn zerk. Gelukkig overleef ik de heenreis naar Biezenmortel! Aftrap van een heerlijke Boeddhistische retraite in de traditie van Thich Nhat Hanh.

Donderdagmiddag rijd ik naar Brabant. Heks gaat in retraite! Ik ben van plan op tijd te vertrekken. Daarom neem ik een ruime marge, zodat ik alles rustig kan doen. Hond wegbrengen, alles klaarzetten voor katten, spullen bij elkaar rapen en inpakken…… Iets later dan gepland ben ik dan eindelijk op weg: Als het goed is kom ik ruim een uur te vroeg aan.

Mijn auto zit vol warme kleren, dekbedden en voedsel. Op het laatste moment knikker ik nog een pak brood, rijstwafels en ontbijtgraan in mijn tas. En een bak aardbeien en blauwe bessen. Er is dan wel een dieetkok aanwezig en ik heb uitgebreid ingevuld wat ik allemaal niet mag consumeren, maar ik vertrouw het zaakje niet. Door schade en schande wijs geworden zeg maar.

Het is druk op de weg. Het zonnetje piept tevoorschijn. Het verkeer valt volledig stil. Stapvoets gaat het richting Utrecht. We sjokken en masse om dit hopeloze knooppunt heen op weg naar het volgende struikelblok: Den Bosch…..

Mensen doen weer de raarste dingen tijdens dit oponthoud. Een man zwalkt van de ene rijbaan naar de andere. Geen richting aangeven. Niet kijken. Hij schiet als een ongeleid projectiel vanaf de rechterbaan voorlangs, talmt eventjes pal voor mijn snufferd en lanceert zijn bolide vervolgens naar de baan links van me. Heks heeft nauwelijks de tijd om vol op de rem te gaan staan: De man heeft niets door. Achter me schrikken ze zich ook dood.

images-2

Hij heeft zich toch vergist realiseert hij zich al snel, want mijn baan gaat sneller. Geïrriteerd kijkt hij op van zijn bezigheid, terwijl ik hem voorbij tuf: Hij zit fanatiek te smsen, terwijl hij tegelijkertijd gewoon aan het rijden is! In een hectische file! Geen wonder, dat hij bijna op mijn auto zat!

Als ik langszij kom wijs ik op mijn voorhoofd. Draai een rondje naast mijn oor: ‘Kierewiet!’.  De kerel komt achter me aan en doet zijn raampje open. Nijdig kijkt hij me aan: Wat of ik heb?

‘Meneer, U rijdt me zojuist bijna aan en heeft het niet eens in de gaten. Het is dat ik vol op mijn rem ben gaan staan, tot ontzetting van het achteropkomende verkeer. En mezelf: Ik heb al een whiplash door net zo’n ‘oplettende weggebruiker’, maar niet heus, als u. En dan zie ik dat u gewoon zit te smsen tijdens het rijden in een file! Dat moet u toch niet doen!’

‘U heeft me zojuist bijna de doodschrik bezorgd, houdt op met smsen in de auto! Zo vallen er nog doden en dat is echt niet denkbeeldig.’ ‘Sukkel,’ denk ik erachteraan, ‘Ongelofelijk asociaals stuk vreten.’ Een vriendin van me is een paar jaar geleden platgewalst door achteropkomend verkeer. Ze heeft het niet overleefd. De man kijkt perplex. Hij een gevaar op de weg? Hij heeft echt geen idee waar ik het over heb, de stumperd.

Nou ja, dat begint weer lekker. Enigszins oververhit en met anderhalf uur vertraging kom ik aan in Biezenmortel. Ik ben net te laat voor het eerste programmaonderdeel: Gezamenlijke zitmeditatie. Ik koekeloer om de hoek van de deur van de meditatiehal en besluit op de gang te wachten. In stilte. Ademend. I have arrived, I am home……

Een kwartiertje later schuif ik de zaal in. Ik ben niet de enige, die vast heeft gezeten in het verkeer. Uren later daagt er nog iemand op uit Haarlem. Zij heeft het veel erger te verduren gehad, omdat ze een uurtje later dan Heks was vertrokken……..

Op het podium zit mijn vriendin de non. Haar gezicht splijt in een stralende lach als ze me ziet. Ook Kras is al gearriveerd. Ze is met de trein gekomen, op de scootmobiel, een hele onderneming. Vanmorgen heb ik haar bagage opgehaald. ‘Anders moet je zo sjouwen , geef je spullen maar aan mij mee.’

Een faliekante communicatiestoornis. Als ik haar bagage in de auto wil zetten blijkt het slechts om een zak beddengoed en handdoeken te gaan. ‘Joh, ik neem gewoon niet veel mee. Haha, echt, je hoeft verder niets in je auto te stoppen, alles gaat gewoon mee op de scootmobiel. Ja, mijn fototoestel ook. Misschien wil ik onderweg wel wat plaatjes schieten….’

Daar sta je dan met je goede bedoelingen. Het zal een terugkerend onderwerp worden dit weekend. Wat doe je voor de ander en waarom? En is het nodig? ‘Thich Nhat Hanh heeft het in één van zijn boeken over het aanbieden van Doerian in dit kader,’ weet Kras te melden. Alhoewel ze pas een week met Boeddhisme bezig is heeft ze zich het onderwerp al aardig eigen gemaakt……

‘Lekker, Doerian, mmmmmm…’ Heks houdt heel veel van dit stinkende rottige goedje. Een ware delicatesse! Thay vindt het niet lekker, hij houdt er zelfs helemaal niet van. Soms komen er mensen naar hem toe om zo’n bijzondere vrucht met hem te delen. Goedbedoeld natuurlijk. ‘Maar ze hebben niet goed naar me gekeken, naar wat ik nodig heb,’ aldus onze leraar.

‘Ik krijg heel veel Doerian aangeboden, Heks, ook hier,’ Kras noemt voorbeelden op van allerlei dingen die mensen met de beste bedoelingen ongevraagd voor haar lopen te doen. Of haar zomaar uit handen proberen te nemen.

Grappig. Dat heb ik nu nooit. Of zelden. Of in elk geval beduidend minder. Ik krijg slechts met enige regelmaat allerlei aanbevelingen van vage edoch peperdure wetenschappelijke niet bewezen behandelingen tegen stress, die ik nodig moet gaan volgen. Zodat ik mijn klachten niet in stand houd. Huh? Tja. Kots en braak zullen we maar zeggen.

Nog voor we ons op onze kamer hebben geïnstalleerd krijgt Kras een éénpersoonskamer aangeboden. Zomaar. Omdat ze er zo gehandicapt uitziet.

‘Ik wil het niet hebben,’ roep ik direct. Ik moet er niet aan deken om met een wildvreemde op de kamer te liggen. Met al mijn hulpmiddelen, de medicinale cannabis, het hopeloze slapen, de pijn in mijn donder en noem maar op. Kras en Heks zijn wat dat betreft aan elkaar gewaagd. Bovendien ben ik sowieso graag samen met mijn vriendin. ‘Lekker egoïstisch, Heks,’ plaagt mijn maatje, ‘Je denkt ook alleen maar aan jezelf…’

Niemand die mij overigens een éénpersoonskamer aanbiedt. ‘Jij roept iets heel anders op bij je medemensen, Heks. Met al je hoedjes en je wilde outfits. Als ze jou zien dan denken ze waarschijnlijk: Dat wijf krijgen we wel!’ Kras zit hartelijk te lachen, ‘Ik heb ooit zo’n geliefde gehad. Ook gehandicapt overigens, maar ondanks dat ontlokte ze precies dezelfde reactie aan haar omgeving als jij!’

Na de eerste introductie worden we ingedeeld bij onze tijdelijke ‘familie’. Ik zit bij Zuster Orchidee, mijn favoriete geliefde nonvriendin, in de groep. Kras moet helaas ergens anders heen. Eigenlijk. Maar er wordt direct een mouw aan gepast als we gaan protesteren. ‘Kom maar gezellig bij ons, het wordt wel een hele grote familie, maar het is helemaal ok.’

Oh, wat is het fijn om hier te zijn. Ik kom allemaal oude bekenden tegen, sommigen heb ik al jaren niet meer gezien. Maar het overgrote deel der deelnemers zijn helemaal nieuw voor mij. Wat is de Nederlandse Sangha toch actief. Thay heeft behoorlijk wat volgelingen in ons kikkerlandje. Zijn boodschap van verdraagzaamheid, openheid en interzijn slaat aan bij ons handelsvolkje. Antigif tegen onze Calvinistische volksaard!

Samen met Kras haal ik mijn spullen uit de auto. ‘Ideaal zo’n scootmobiel,’ verzucht ik als  ze met haar kar afgeladen naast me snort. Mijn kussen, dekbed, extra deken, truien, vest, koeltasje, voedselvoorraad en toilettas kunnen allemaal in één keer mee. Ik hoef alleen maar mijn koffertje op wielen achter me aan te rollen.

‘Jeetje, Heks, nu pas begrijp ik waarom je speciaal naar me toe kwam vanmorgen om mijn bagage op te halen. Jij sjouwt gewoon je halve huisraad mee! Best lief eigenlijk dat je aan me hebt gedacht.’

 

Uiteindelijk blijken veel van de meegebrachte spulletjes goed van pas te komen. Heks heeft niet geheel voor de kat zijn viool lopen zeulen…….

Plum Village

Stichting Leven in Aandacht

Unknown-126

 

 

 

 

Al doende leert men en een beetje heks zet de boel graag op zijn kop! De tweede dag met Sherry Whitfield en Synergy is top! Daar kan geen theorieboek tegenop!

De tweede dag met Sherry Whitfield en haar stenen vriend Synergy ligt alweer bijna twee weken achter me. Het leven dendert maar door en ik schrijf er nog maar zelden over. Ik kom er stomweg niet aan toe.

Die tweede dag gaan we aan de slag met het bouwen van kristallen grids. Een heksig klusje. Een kolfje naar mijn hand ook nog. Ik heb kilo’s kristallen meegenomen. Ook mijn collectie Pleiadische schijven heb ik van stal gehaald.

Sherry verrast ons met een kristallen veld dat hopeloos uit balans is. Ze laat ons raden waar de onbalans zich bevindt. Sommige mensen reageren geschokt. Waarom moet dat veld zo disfuctioneel zijn? Wat is daar de bedoeling van? We worden niet goed van dat gewubbel en gewobbel zo vlak voor onze neus……

Sherry trekt zich niets van ons aan en laat het veld uiteindelijk voor wat het is. Teneinde het weer te ontbinden……  Ja, een goeie heks zet de zaken graag op zijn kop!

We worden geïnstrueerd hoe we zelf een grid kunnen bouwen. Vervolgens mogen we aan de slag met onze eigen persoonlijke stenen en de bergen kristallen van de onvolprezen dames van de  organisatie: Ze hebben zich een ongeluk gesjouwd!

Heks bouwt een mooi veldje. En nog eentje. Tot slot gaan we in groepjes aan de slag. Superleuk om te doen en het resultaat mag er zijn.

Al doende leert men en Heks leert heel veel deze dag. Ik snap nu ook waarom mijn bloemwerk in het verleden altijd zo uitstekend was. Ook daarin paste ik dezelfde principes toe! Misschien moet ik maar eens velden met kristallen en bloemen gaan maken…….

‘Denk aan een jong kind of een dier als je je hart wilt openen,’ is iets wat Sherry steeds herhaalt als ze ons instrueert rondom het werken met kristallen schedeltjes, ‘Niet aan volwassenen denken! Veel te complex die relaties. Een klein kind of een geliefd dier!’

Ik denk regelmatig terug aan haar wijze woorden. Het ligt dus niet aan mij dat ik mijn medemensen niet te harden vind vaak. Volwassenen zijn gewoon hopeloos over het algemeen. Of op zijn minst erg complex. Ikzelf incluis…..

Nog steeds breng ik de meeste tijd met mijzelf door. Ik voel niet de minste behoefte aan gezelschap. Een paar uitzonderingen daargelaten. Het is me te vermoeiend. Te ingewikkeld. Te verwarrend…… Het vraagt teveel van me.

Het wordt me door sommigen niet in dank afgenomen, maar dat moet ik maar naast me neerleggen. Je kunt het nu eenmaal niet voor iedereen goed doen. En sinds ik dat niet meer probeer doe ik het in elk geval veel beter voor mezelf. En dat is ook wat waard.