Zesennegentig jaar en geen gemaar. Mijn nieuwe vriend heeft meer energie dan ik. Hij was dan ook op zijn vierentachtigste nog wereldkampioen tennis. Ongelofelijk toch? Heks heeft heerlijke middag in het onvolprezen Leidse Hout met een zeer speciale ontmoeting!

© toverheks.com

© toverheks.com

Afgelopen zaterdag ben ik de hele middag met VikThor op stap. Eerst gaan we naar de fysiotherapeut. Vakkundig haalt ze me uit de knoop. Mooi. Dat scheelt. Daarna gaan we naar het Bosje van Bosman. Ik heb afgesproken met een beeldschone Poolse en haar gigantische blaffende herplaatser.

VikThor en zijn nieuwe vriendin hebben vorige week als een keertje geweldig leuk lopen dollen samen. ‘Ze heeft nog NOOIT met een andere hond gespeeld,’ riep haar baasje bijna in tranen om vervolgens het tafereeltje op te nemen met haar mobiele telefoon.

Wat erg, een hond die nooit speelt! Nou ja, wat is nooit. ‘We hebben haar twee maanden geleden uit het asiel gehaald, ze schijnt al heel vaak te zijn geplaatst en weer terug te zijn gebracht,’ vertellen de baasjes me even later. Mijn Poolse vriendin heeft haar gigantische stuk van een vriend meegebracht. Een vriendelijke reus.

Terwijl ze hem aan me voorstelt vliegt hun hond een oude dikke sukkel van een labrador aan. De baasjes storten zich op hun hopeloze asielhond. Een woest gevecht volgt, waarbij de labrador uiteindelijk weet te ontsnappen. Het stomme beest gaat er piepend vandoor. Het gebeurt in een fractie van een seconde.

‘Klotehond,’ schreeuwt de bazin van het slachtoffer tegen de aanvallende partij. Snel rent ze achter haar hond aan. Die zit met bloedende oortjes een stuk verderop heel lief en angstig te kijken. Wat een schatje is het!

Oh, oh. Wat een heftige toestanden vanuit het blinde niets. Vanuit de onzichtbare voorgeschiedenis van deze asielhond. Alle dieren gaan aan de lijn. Heks schrijft het telefoonnummer van haar nieuwe vrienden met een lippenstift op een papiertje voor het baasje van de gebeten hond. Vrijwel onleesbaar.

© toverheks.com

© toverheks.com

‘Ach, het valt wel mee allemaal,’ verzucht de vrouw na grondige inspectie van de bloederige oortjes. Mooi zo. Heks gaat er maar eens vandoor. Het is heerlijk weer. Ik ga naar het Leidse Hout.

Daar sla ik nog een paar uur stuk. Ja echt. VikThor speelt met allerlei hondjes en ik zit met de baasjes in het zonnetjes op een bank. In de loop van de middag stoeit mijn varkentje met een jonge Dalmatiër. Zij baas staat verderop te kijken. Langzaam schuifelt hij naar me toe.

‘Het is niet mijn eigen hond, hoor, ik laat hem uit voor een Russische dame,’ met twinkelende ogen kijkt hij me aan, ‘Twee keer per week!’ Het is vast een knappe dame, die Russin, aan zijn olijke blauwe kijkers te zien! ‘Ik leerde haar kennen vier jaar geleden hier in het Theehuis. Daar zat ze met haar dochtertje……’

‘Ja, ik laat ook nog twee keer per week een boxer uit!’ ‘Vast ook van een leuke mevrouw,’ denkt Heks grinnikend. ‘Kunt u mij op de wachtlijst zetten?’ grap ik terug. Nou ja, ik ben semi serieus, want zo’n hondstrouwe hulp bij het uitlaten zou echt enorm welkom zijn!

En niet eentje die er per keer 15 euro voor wil hebben, zoals laatst een alleraardigste dame. ‘Ik kan zelf geen hond houden, daarom zorg ik graag voor de honden van anderen,’ maakte ze me blij me een dooie mus.

‘Ik neem er geen honden meer bij, hoor, ik moet een beetje rustiger aan gaan doen zo langzamerhand. Volgende week word ik 96.’ Ik kijk de man glazig aan. Wat zegt hij nu? Zesennegentig? ‘U maakt een grapje,’ Heks is er snel uit. Ik word in het ootje genomen, bij de hakige heksenneus. Hij neemt me ertussen, deze man van hooguit zeventig!

© toverheks.com

© toverheks.com

Maar nee. Mijn nieuwe vriend is echt stokoud. ‘Ik heb altijd getennist. Dat doe ik nog, hoor. Met een man van 86, eentje van 84 en nog een laatste van 88. Ze hebben allemaal op hoog niveau gespeeld. Ik ook. Op mijn vierentachtigste was ik nog wereldkampioen!’ Hij ziet mijn verbijsterde blik, ‘In mijn leeftijdscategorie. Moest ik helemaal voor naar Innsbruck…..’

Ik geloof de man intussen wel. Deze bijna honderdjarige. Zou hij wel eens uit het raam klimmen? Ik heb net een boek van Fiederelsje geleend met die titel. Toen dacht ik nog: ‘Wat een onwaarschijnlijk idee. De meeste zeventigjarigen die ik ken krijgen dat niet eens voor elkaar…..’

VikThor heeft op een kwaaie avond hele stukken uit het boek gescheurd. Hij had blijkbaar behoefte aan wat leesvoer. En drie dagen later ontmoet ik dit vieve kereltje. Synchroniciteit ten top!

Nadat mijn nieuwe vriend zich heeft voorgesteld pakt hij een mondharmonica uit zijn jaszak. ‘Ik ga iets voor je spelen, Heks.’ Enthousiast riedelt hij een potpourri van bekende deuntjes. Te beginnen met ‘Ach Margrietje, de rozen zullen bloeien’. Heks staat ontroerd te luisteren. Wat een bijzondere man. Ik ben nog dagen daarna blij door deze ontmoeting.

© toverheks.com

© toverheks.com

Een halve week later tref ik hem alweer. ‘Ha Heks,’ zwaait hij enthousiast uit de verte. Al snel zijn we weer in een geweldig gesprek gewikkeld. ‘Een paar jaar geleden had ik een leuke vriendin. We gingen regelmatig gezellig uit eten. Verder niks hoor! Ze was twintig jaar jonger, dat wel. Op een dag ging ze iets mankeren, heb haar nooit meer gezien. Nou ja, in haar kist. Op de begrafenis.’

Gevolgd door ‘Zing je in een koor? Wat leuk! Zingen is goed, ik zal eens iets voor je zingen! Vroeger moest ik altijd met mijn vader mee naar de katholieke kerk. Ik kom uit Noordwijkerhout, dat is heel paaps. En weet je wat nu zo gek is? Die liedjes ken ik nog steeds van buiten. In het Latijn. Haha, hoor maar…’

Uit volle borst zingt hij een stuk van een mis. Heks kent het niet. ‘Ik kom uit een Calvinistisch nest,’ vertel ik hem. Ik ken het hele psalmen en gezangenboek uit mijn kop. Ik heb nu eenmaal een vreemd geheugen voor teksten op rijm en liedjes. Ik zing vaak dingen, die ik nooit bewust geleerd heb, maar stomweg ergens heb opgepikt.

‘Volgende week ben ik jarig. Kom dan ook gezellig naar het Theehuis hier in het Hout. Ik zit daar met een man of tien. Dan ga je gewoon aan het tafeltje ernaast zitten en dan krijg je lekker een taartje van me.’ Heks moet lachen. Hij wil vast opscheppen bij zijn oude tennismakkers met zijn nieuwe vriendin.

‘Ik heb in elk geval een cadeautje voor hem, Fiederelsje,’ roep ik later tegen mijn vriendin door de telefoon. Ik heb net de leergierige actie van mijn hondje opgebiecht. ‘Ik weet niet of hij dat boek kent, maar het lijkt me echt een passend geschenk. Uit het raam klimmen als honderdjarige? Appeltje eitje voor deze man!’

© toverheks.com

© toverheks.com

 

 

 

Etterbakken en schijtlijsters: Heks is er niet wild van. Toch heb ook ik zo nu en dan met een flinke etterbuil te maken. Geen kruid tegen gewassen natuurlijk. Gelukkig heb ik een handige huisarts…..

‘Vindt je het goed als mijn arts in opleiding meekijkt?’ Mijn huisarts geeft me een ferme handdruk en loopt achter me aan de lange trap op. Ik vind het best. De arts-assistente heeft afgelopen week de intake gedaan, dus ze weet wat haar te wachten staat. Zij liever dan ik….. ‘Waar je zin in hebt,’ grijns ik, terwijl ik haar de hand schud.

Heks zou een slechte dokter zijn. Ik gruw van etter en pus. Kots en vloeibare spuitpoep behoren ook niet tot mijn favorieten. Laat staan open wonden met bloederige blubberige rafelranden. Of een etterbuil zoals zich nu op mijn lijf bevindt………

Eenmaal op de behandeltafel heb ik al snel minder praatjes. Ik ontbloot mijn bovenlichaam en de dokter verwijdert het doorweekte verband. ‘Het ziet er iets beter uit dan gisteren, maar daar is ook alles mee gezegd, ik ga een nieuwe drain aanbrengen.’ Vakkundig bent hij te fröbelen. ‘Heb ik op chirurgie geleerd vroeger, tijdens mijn co-schappen, een drain maken van steriel gaas…..’

Trots wurmt hij de nieuwe drain in een flink wondgat ter hoogte van mijn middenrif. Heks gilt maar een klein beetje vandaag. ‘Het gaat beter, hè, met die Betadine zalf als glijmiddel?’ Goeie hemel, wat een gesprekken toch weer op de behandeltafel. Maar het gaat inderdaad gemakkelijker dan voorgaande dagen.

Vooral het opensnijden en initiële ledigen van de mega-buil was een regelrechte ramp. De oppervlakkige plaatselijke verdoving leek weinig te doen voor Heks. ‘Je kunt wel goed tegen pijn, zeg,’ mijn huisarts is onder de indruk, terwijl ik mijn pijn verbijt. Uiteindelijk, als hij in diepere weefsellagen begint te wroeten, vlieg ik toch tegen het plafond.

‘Laat niet je huisarts met een plaatselijke verdoving in een etterbuil snijden,’ lees ik later op internet. Veel te pijnlijk. En bovendien krijgen ze de rotzooi er vaak niet helemaal uit. Het kan onnodige complicaties geven…..

Nou ja, het is al gebeurd. En in een ziekenhuis kun je ook weer van alles oplopen. Vooral als je geen enkele weerstand hebt zoals Heks.

‘Volgens mij komt het doordat ik een dag voordat die buil de etterige kop opstak grondig onder handen ben genomen door de mondhygiëniste van de parodontoloog. Die heeft allerlei ontstekingen onder een paar kiezen aangepakt en mijn gebit extreem diepgaand gereinigd. Een dag later had ik opeens die buil……’

Mijn antroposofische huisarts vindt het onzin, maar mijn acupuncturist niet. De mondhygiëniste heeft er nog nooit van gehoord. Toch sluit ook zij niet uit dat er een direct verband is. ‘Hartpatiënten moeten van tevoren aan de antibiotica als ze hier worden behandeld,’ ze noemt nog wat patiëntengroepen op, die preventief met dit paardenmiddel worden behandeld, omdat ze risico lopen bij een hen.

MEers zijn echter psychiatrische patiënt hier in Nederland. Dus die buil zal ook wel tussen mijn oren zitten volgens de reguliere geneeskunde. Mooi niet!

‘Als u die ontsteking uit uw mond op uw arm zou projecteren, dan zou het een ontstoken wond van tien centimeter zijn…’ de mondhygiëniste kijkt me opgewekt aan. Langzamerhand begin ik in het stadium te komen om een paar overigens gezonde kiezen uit mijn heksenbek te laten trekken. Omdat de infecties eronder niet over gaan.

Ik ben alsmaar in de lappenmand en zo’n ontsteking zet natuurlijk ook geen zoden aan de dijk…..

Heks heeft teveel brandhaarden in haar lijf momenteel. Een dikke knie, een hypermobiele heup, een gedisloceerde schouder, pijnlijke arm en dode vingers, nek helemaal uit z’n verband, etterbuil op de buik, grote buil op voorhoofd, bronchitis, ontstekingen in de mond, gisten en schimmels in alle ander holten. Ik word er helemaal gek van. De godganse dag ben ik bezig met het blussen van binnenbrandjes.

‘Hoe doe je dat dan met je hondje, Heks?’ zul je je afvragen. Nou, die komt niet elke dag helemaal aan zijn trekken vrees ik. Ik doe mijn best.

Vanmiddag na de fysiotherapeut ga ik naar het bos. VikThor rent lekker over een veldje met een paar andere blaffers. Intussen staat een alleraardigste vrouw al haar ellende over me heen te storten. O jee. Hoe is dat nu weer mogelijk? Heb ik soms een bordje ‘vuilnisvat’ om mijn nek hangen?

Plotseling knalt mijn stevige sterke hondje samen met zijn speelkameraad van voren tegen mijn slechte knie aan. De knie, waar een veel te dikke labrador onlangs volledig het verband uit heeft gerukt.

Scheldend fiets ik naar huis. Die klotehonden. Dat puberige kolerebeest. Kan hij niet uit zijn doppen kijken? De hele wereld is ruk. Geen mens, die het iets interesseert hoe ik het rooi. Ik moet maar zien of ik het trek de komende tijd. Oh, oh, wat ben ik toch zielig.

Bij een brug kom ik tot stilstand met fietskar en al. Ik kom er niet tegenop. Terwijl ik sta te modderen krijg ik een grote bek van een lelijke kerel met een kop alsof hij altijd zo’n humeur heeft als ik nu!

‘Je ziet me toch emmeren,’ roep ik wanhopig tegen de etterbak. Opnieuw krijg ik commentaar. De man begint zowaar een preek. Zijn pathetische zeikgezicht breekt open in een stroom van verwijten. Goeie hemel, wat zijn sommige medemensen toch verschrikkelijk! Wat ik allemaal niet naar mijn geteisterde kop krijg!

Dan zijn de rapen gaar bij Heks. Plotseling vliegen er allemaal stevige scheldwoorden uit mijn mond. De man schrikt zich een ongeluk en gaat er snel vandoor. ‘Zieke eikel, zeikerige zeurkous!’ schreeuw ik hem allitererend na vanaf de Kippenbrug, die ik eindelijk met fietskar en al genomen heb.

Gisterenavond eet ik bij Steenvrouw. Boerenkool met worst. Ik kan zo aanschuiven! Haar adolescente kinderen zijn er ook. We hebben verrukkelijke gesprekken met hen. Daarna lopen mijn vriendin en ik nog een hele ronde langs de Vliet.

Vanavond ga ik naar Maan. Die schat gaat me verwennen met een kristallen bad. Een deken van bergkristal en andersoortig kwarts. Ik mopper wel op de mensheid, maar ik ken genoeg mensen met een hart van goud, die er wel voor me zijn. En goed voor me zijn!