De laatste loodjes met Ysbrandt wogen zwaar. Toch waren ook die moeilijke uren heel bijzonder, ik had ze voor geen goud willen missen!

Vorige week vrijdag ga ik met Ysbrandt en buurman op stap. Ys’ grote vriend, de enorme Duitse herder van mijn buurman laten we maar thuis, want mijn oude hondje is uiterst kwetsbaar geworden.

Vlak voordat we het huis verlaten zie ik dat mijn kanjer bloed plast. O jee, een blaasontsteking vrees ik. Niet best. Op ons gemak tuffen we naar het Valkenburgse meertje. We genieten van een heerlijk uurtje in de zon. Buurman en Heks maken voortdurend absurde grappen zoals gewoonlijk.

Ysbrandt wil een balletje. We spelen met mijn oude makker. Een man komt langs met een prachtige zwart-witte  Springer Spaniël, een jonge vitale versie van mijn hondje. De viervoetige heren snuffelen aan elkaar. Wij maken een praatje met de eigenaar.

Op de terugweg gaan we langs de dierenarts. Ysbrandt piest in de wachtkamer, een geluk bij een ongeluk: Een poepzakje om zijn piemeltje tijdens ons uitje mocht niet baten. Hij vertikte het gewoonweg om er in te plassen. Gelijk heeft ‘ie! Snel zuig ik een beetje urine op met een pipet. De dokter onderzoekt het monster en ontdekt inderdaad een blaasontsteking.

Er gaat een flink shot antibiotica in. Ik krijg een kuur mee voor een week. ‘Ik weet niet of hij dat gaat redden. Zijn buikje is zo dik en opgezet. Hij ademt zo snel en oppervlakkig de laatste dagen en nachten. Ik geef hem zoveel plaspilletjes en nog hoor ik hem reutelen…..’ Bovendien zie ik de Demodex rond zijn oogjes opkomen. Met een beetje pech wordt mijn mooie ventje ook nog kaal.

‘Ik heb dit weekend dienst, je kunt me altijd bellen,’ zegt de dierenarts, een schat van een dame. Ze ziet ook wel dat het niet meevalt voor mijn kereltje. ‘Morgen zijn we gewoon open tot 2 uur. Dan kun je altijd even langskomen…’

Eenmaal thuis geef ik de beestjes eten. Voor Ysbrandt maak ik een heerlijke bak rauw vlees met extra Carnitine, Taurine, Alpha Liponzuur en CoQ10 om zijn hartje te ondersteunen. Een beetje glucosamine en chondroitine  moet zijn spieren en gewrichten soepel houden. Tot slot gooi ik er een paar kippennekken bij.

Enthousiast staat mijn ventje zijn bak leeg te schrapen. De kippennekken sleept hij mee zijn bench in. Krakend maakt hij ze soldaat. Mijn zieke hondje eet aanmerkelijk beter dan zijn Vrouw. Ik krijg al dagen geen hap door mijn keel……

Later die avond bel ik de buurman. Ik ben een beetje in paniek. Ys eet dan nog wel goed, maar daar is alles mee gezegd. Het beestje is doodziek. Ik ben als de dood dat zijn nieren het opgeven. ‘Ik leg de telefoon naast mijn bed, Heks, als het nodig is ga ik met je mee naar de dierenarts…’

De hele nacht loop ik te spoken. Met enige regelmaat piest mijn ventje een chemisch geurend bloedspoor door het huis. Ik dweil het op en spreek hem bemoedigend toe. ‘Geeft niks, schat, kijk maar, alweer opgeruimd…’

Midden in de nacht zit ik bij hem. Ik kijk hem recht aan. ‘No coming, no going,’ fluister ik, ‘Jij zit in mijn hart en ik in het jouwe. Altijd. Dat zal niet veranderen, lieverd.’ Hij lijkt me te begrijpen. Doordringend kijkt hij terug. De schat.

IMG_8918

‘Er komt een moment dat je weet dat het zover is, Heks,’ zei mijn vriendin, de vrouw van de acupuncturist afgelopen week. Zij is ervaringsdeskundige op dit gebied. ‘Het is een hele moeilijke beslissing, maar je weet wanneer het zover is. Daar moet je op vertrouwen.’

Het is zover.

De volgende ochtend lopen we een rondje door de wijk. Mijn ventje wil perse het hele rondje lopen. Het gaat erg langzaam. Hierna eet hij zijn bak niet meer leeg. Halverwege houdt hij het voor gezien. Ook laat hij een pensstaafje liggen. Dat is nog nooit gebeurd….

Ik bel de buurman, ik bel de dierenarts. ‘Ik zal het heel cru zeggen, mevrouw Heks, u kunt beter een week te vroeg de stekker eruit trekken dan een dag te laat. Beestjes met deze indicatie sterven een vreselijke ellendige natuurlijke dood, want ze stikken. U bent heel verstandig.’

Om half twee kunnen we terecht……

Om kwart voor 1 belt buurman aan. We stoppen mijn kereltje in de auto. Onderweg laten we hem nog eventjes lopen in een park. Hij draait nog een laatste drolletje. Hij rolt nog een laatste keertje door het gras. Op weg naar de kliniek maken we zoals gewoonlijk gruwelijke grappen. Eerst verkoop buurman een hoop onzin en dan Heks.

‘Ik kwam tijdens mijn zoektocht naar een geschikt crematorium een verhaal tegen over een dierenarts die zijn vriendin vermoordde. Daarna heeft hij haar in stukken gehakt en bij verschillende dierencrematoria aangeboden…..’ We zitten enorm te lachen als we de straat in rijden. Ys kijkt vergenoegd. We zijn gelukkig allemaal ontspannen. Ondanks de dodelijke stress…..

In de wachtkamer van de dokter krijgt Varkentje nog wat ham van van der Zon. Hij vindt het heerlijk natuurlijk. Als we aan de beurt zijn geef ik hem nog een heleboel lekkertjes. Hij krijgt een prikje om rustig te worden. Nog meer lekkertjes….. Totdat hij te duf is om te kauwen.

‘Vaak zakken hondjes met deze ernstige problematiek op zo’n eerste prik al helemaal weg. Groot kans dat er verder niets nodig is…’ De dierenarts spreekt me bemoedigend toe.

Ys loopt naar de deur. Hij wil naar huis. Ik loods hem weer de spreekkamer in. De dokter geeft hem nog maar een tweede prikje. Mijn ventje blijft stokstijf voor de Vrouw staan. Niet veel later staat hij enorm te hijgen. Verdorie. Nu heeft hij het toch benauwd. Net als ik me daar enorm zorgen over maak, gaat hij eindelijk liggen. Hij zakt in slaap.

YSBRANDT13

Toch zijn er twee dodelijke giftig blauwe injecties nodig voordat hij gaat. Hij wil niet weg. Nog bijna een uur ligt hij zachtjes te ademen. Pas na de vierde prik geeft hij het op. ‘Als u hem niet geholpen had, was het waarschijnlijk echt een drama geworden. Dit hondje is zo taai. Hij zou tot de laatste snik hebben volgehouden voor de baas. U heeft een goed besluit genomen. Ik werk overigens niet mee aan zoiets als ik het er niet mee eens ben….’

Mijn mannetje ligt zo vredig te ‘slapen’. Zijn mooie zachte achter oortjes uitgewaaierd over de vloer. Zo laat ik hem achter.

In de auto brul ik het uit. Buurman zit ook te snikken. We pakken elkaar beet.

In Huize Heks nemen we een goeie borrel. ‘Weet je wat ik toch zo vreemd vond, Buurman,’ giebel ik, ‘De dierenarts ging voor elke dodelijke prik de huid van Ysbrandt desinfecteren….. Zodat hij geen infectie krijgt…..’ We liggen dubbel.

De hele middag praten we over het gebeurde. Over onze hondjes. We bellen uitgebreid met Frogs, zo ver weg in Portugal. Oh wat misen we hem vandaag! Ik steek een kaarsje aan voor mijn hondenengeltje.

YSBRANDT14

Hij heeft nu vrede. Zijn zieke lichaampje is weer gezond en mooi en jong. Hij springt weer een meter in de lucht. Hij kan zijn bek weer openen, zijn tong weer uitsteken. Weer gapen….. Hij kan weer rennen en zwemmen. Daar in de mooie hondenhemel. Waar allemaal oude vrienden hem begroeten.

Het is vreselijk ellendig dat Ysbrandt niet langer hier is, maar ik voel me gek genoeg ook opgelucht en gelukkig. En trots. Trots op ons, we hebben het samen toch maar geklaard!

Ons leven samen is 1 grote liefdesgeschiedenis. Vanaf dag 1 tot aan nu. Elke dag van elkaar gehouden. Iedere dag samen genoten. Mijn rouw om Ysbrandt wordt gekleurd door al deze gouden ervaringen samen.

We wonen altijd in elkaars hart, mijn lieve hondje en ik…..

 

 

Kommer en kwel, tobben tot je erbij neervalt, dweilen met de kraan open: Het zit niet mee in Huize Heks. Volgens mij zit ik intussen wel op de bodem van de put. Nu kan het alleen maar beter gaan……

Afgelopen weekend is het vreselijk weer. Zondagmorgen loop ik met een onwillig hondje te wandelen. Hij is niet vooruit te branden. Sloom sukkelt hij achter Heks aan. Met een sneue snuit heft hij zijn achterpoot en piest lauw tegen een struik. Ellendig draait hij een drolletje. Halverwege geeft hij aan echt weer terug naar huis te willen.

Zuchtend geef ik gehoor aan zijn onuitgesproken wens. We maken er een beschaafde wandeling van. Er komt ook een donkere lucht aanzetten van heb ik jou daar. Varkentje heeft dan wel een regenjasje aan, maar tegen dit soort buien is geen jas gewassen……

Eenmaal thuis wil mijn ventje niet eten. Geen goed teken. Hij ziet er beroerd uit. Sneu ligt hij in zijn mandje. Heks zit hem te observeren. Wat is er aan de hand? Ik zie hem zo ongeveer met het kwartier ellendiger worden. Snel neem ik zijn temperatuur op. Boven de 39 graden. Hij heeft koorts!

Ik bel de dierenarts. We kunnen eventjes langskomen. Ome Frogs gaat mee. Als de bliksem laden we Varkentje in zijn bolide en scheuren naar de waarnemende dierenarts. Daar wordt Ysbrandt op een tafel gehesen. Een thermometer verdwijnt in zijn kleine anusje. Zijn koorts is gestegen. Oh, wat voelt hij zich beroerd.

‘Ik weet niet wat het precies is, zijn buik voelt op zich ok, maar die koorts bevalt me niets. De wond ziet er goed uit, maar misschien zit er toch een ontsteking van binnen….’ Mijn ventje wordt van top tot teen bepoteld. Hij krijgt een shot antibiotica.

Met een pak pijnstillers en een kuur amoxicilline onder mijn arm ga ik naar huis. Aan het begin van de avond begint Ysbrandt als een gek te hijgen. Alsof hij het Spaans benauwd heeft. Hij voelt zo verhit! Hij eet niet, drinkt niet……. In paniek bel ik weer naar de dierenarts. ‘Honden hebben dat soms. Je schrikt je inderdaad een ongeluk. Wacht maar even af totdat de penicilline inwerkt. Dat kan nog wel een dag duren….’

Wat later drinkt mijn monster een bak water leeg en begint zowaar iets te eten. De koorts zakt in de loop van de avond een beetje. Een onrustige nacht volgt. Ook maandag is het nog niks met hem. Die avond begint hij alarmerend te hoesten. De hele nacht word ik uit mijn slaap gehouden door een rochelende oude man. Kokhalzend probeert hij zich te ontdoen van slijm. Slijm? Waar komt dat nu weer vandaan?

Een dag later zit ik weer bij de dierenarts. Mijn eigenste deze keer. Hij maakt een paar röntgenfoto’s van Ys’ torso. Prachtig om te zien overigens. ‘Kijk, zijn hart is een beetje vergroot. Hij hoort zo groot te zijn…’ De dokter wijst aan waar het hondenhartje van mijn hartje hoort te eindigen, ‘Ook zie ik veel slijm in zijn bronchiën. Dat verklaart dat gehoest. Maar waar dat vandaan komt…’

Het zou goed kunnen, dat het hartje van Ysbrandt niet goed werkt, waardoor er wat oedeemvorming in de longen ontstaat. Later bedenk ik me, dat koorts dan natuurlijk funest is. Het hart moet dan zo hard aan de gang…. Dat verklaart misschien de enorme toename van het gehoest. Mijn kereltje rochelt al een tijdje af en toe, maar nooit zo vaak en heftig als nu……

 

Ik krijg wat codeïne mee. En het dringende advies om een echo te laten maken. Weer een rib uit mijn lijf natuurlijk….. ‘Ik mats je met de röntgenfoto’s, Heks, de tweede krijg je van mij.’ Mijn dierenarts krijgt wel een beetje medelijden met mijn portemonnaie.

Oh, oh, wat een getob. De dagen erna boks ik met moeite wat eten en medicatie in mijn ventje. Maar ook ikzelf lig opeens helemaal om. Geveld door een geniepig buikgriepje. Gevolgd door een stevige verkoudheid. Dit in combinatie met mijn zieke hondje en mijn toch al niet geringe depressie van de laatste tijd maakt dat ik het helemaal gehad heb.

Wat een kutleven. Je doet je gloeiende best, maar krijgt niets voor elkaar. In mijn dooie eentje sla ik wat ellendige dagen stuk. Meuh! Blegh! Geef mijn portie maar aan Fikkie.