Zingen met een brok in je keel. Geen jokkebrok, maar ontroerend afscheid. Blij thuiskomen om je vervolgens dood te schrikken. Kat in het nauw en Heks maakt rare sprongen. Gelukkig komt het goed voor nu. Maar ik zie een muisje in mijn glazen bol. Een miezermuisje dat nog een flink staartje gaat krijgen……..

Dinsdagavond scheur ik naar het koor. Zoals altijd rijdt er een lesauto voor me. Als een dikke constipatieve drol glijdt hij langzaam door stads’ darmkanaal. De stoplichten leveren stevige antiperistaltiek. De lesauto stopt ook nog eens voor iedere medeweggebruiker. Voorrang of niet. Kortom: Het schiet niet op!

Heks zit lekker te schelden. Zo warm ik mooi mijn stem alvast op. Naast me zit mijn oom. Hij is ons onlangs ontvallen. Hij wist niet hoe snel hij weg moest komen. Naar zijn geliefde, terug naar huis!

Maar nu zit hij dan toch naast me in de auto. ‘Ik ga mee naar het koor,’ verklaart hij opgewekt. Mijn oom was een verwoed zanger, net als Heks. Ook had hij gouden straalkachelhandjes net als Heks. Mijn genetisch geaarde oom kon hoofdpijn weghalen als de beste!

Opeens vind ik het niet meer erg om min of meer rijdend achter een lesauto te zijn geparkeerd. Op mijn gemak tuf ik het laatste stukje naar de Vredeskerk. Het zijn de allerlaatste repetities voor de uitvoering. Vanavond wordt er dus flink doorgezongen. We beginnen met het openingslied ‘kommt ihr Töchter helft mir klagen….’ Hoe toepasselijk!

Halverwege voel ik mijn oom naast me. Hij staat enorm te genieten. Mijn keel schroeft dicht van ontroering. Maar dat is nu ook weer niet de bedoeling. Er moet toch echt gezongen worden krijg ik te horen.

Eenmaal thuis wacht me een onaangename verrassing. Mijn zwarte kater wordt weer eens te grazen genomen door de Bengaalse kat van de buren. Voor de zoveelste keer. Op heterdaad betrapt deze keer.

Heks hoort een enorm tumult in de steeg. Vliegensvlug steek ik mijn hoofd uit het raam. De Bengaal valt mijn Panter aan, vlak voor de voordeur. Plukken haar vliegen in het rond.  Trillend van schrik begin ik te schreeuwen. Net zo lang tot die klotekat is verdwenen. Dat duurt eventjes, het pokkebeest is niet snel onder de indruk. Dan haal ik als een haas de Panter binnen.

Ik zet hem in bed. Maar oh, wat een schrik: Zijn achterlijf zwalpt alle kanten op. Hij kan werkelijk geen normale stap meer zetten. Met zijn voorpoten tijgert hij rusteloos door het bed, volledig in paniek nu. Heks raakt ook in paniek. Lieve hemel, wat is dit nu weer? Gebroken rug? Hernia? Herseninfarct? Komt het door die klote-Bengaal? Nierfalen? Help!

Het is natuurlijk intussen een uurtje of 1 in de nacht. Ik moet mijn schat kalm zien te krijgen. Hij blijft maar op zijn voorpoten rondjakkeren. Zijn achterlijf zwabbert er krachteloos achteraan.

Snel geef ik hem een pijnstiller. Ik wil niet dat hij pijn heeft. Dan ga ik lekker naast hem liggen. Ik zet een veld rust en vrede om ons heen. ‘Morgen gaan we naar de dokter, lieverd. Ga nu in hemelsnaam slapen. Toe maar….’

Uiteindelijk vallen we allebei in slaap. De volgende morgen bel ik als eerste de dierenarts. Daar kunnen we aan het begin van de middag terecht. Snel ga ik mijn hondje uitlaten. Ik stop de Panter in een vervoersmand. Hij loopt ietsjes beter dan gisterenavond, maar zijn achterhand zwabbert nog steeds……

De dierenarts weet ook niet wat hij ervan moet denken. Mijn kat wordt grondig onderzocht. ‘We houden hem een middag hier, zodat we het even kunnen aankijken. We gaan zijn bloed onderzoeken, misschien heeft hij slechte nieren…… Er is iets aan de hand, dat zie je zo. Maar wat is het? Hoe komt het?’

Aan het eind van de middag mag ik mijn patser komen ophalen. ‘Ik heb hem helemaal nagekeken. Die kat is kerngezond, werkelijk alle waarden volgens het boekje. Ook heb ik geen neurologische schade kunnen ontdekken. Ik heb nog met een collega overlegd en we zijn tot de conclusie gekomen, dat hij een enorm pak slaag heeft gehad. Dat is de enige verklaring. Het zal die Bengaal wel weer geweest zijn, die beesten hebben veel meer spiermassa dan huiskatten. Hij heeft jouw kat volledig in elkaar geramd….’

Zo zit ik dan weer met een miauwende patiënt thuis. Gekweld loopt hij door het huis. In de loop der dagen lukt dat steeds beter. De bloeduitstortingen en blauwe plekken trekken langzaam weg. Een flinke pijnstiller topt de ergste pijn af. Mijn panter is bovendien een ongelofelijke bikkel…..

Maar ja, hoe nu verder? Vandaag of morgen slaat die kut Bengaal mijn kat dood. Met de eigenaren is het slecht kersen eten. Het is een onwaarschijnlijk echtpaar. De zwijgzame man smijt zonder meer de deur dicht in je gezicht als je aanbelt om je over hun kat te beklagen. De vrouw scheldt als een viswijf, zodra je iets zegt dat haar niet bevalt. Tot die tijd is ze bedrieglijk joviaal.

Bengaalse kat, Bengaal

Heks houdt haar kat voorlopig binnen. Eerst moet hij weer helemaal goed kunnen lopen. Mijn panter is niet blij. Naar buiten wil hij. ‘Het is lente, kom op baas, doe die deur open. Voor zo’n Bengaal moet je niet weglopen…….’

Je hoort het al, als het aan hem lag was er niets aan de hand. Maar ik tel de ernstige verwondingen toegebracht door die klotekat het afgelopen half jaar al niet meer op 1 hand. Een knakstaart, 2 abcessen en een bloederig rafeloor, Afgestorven spier in schouder door zo’n abces. Grote voortand eruit geramd en nu dus weer een enorm pak slaag, waardoor mijn kat een dag halfzijdig verlamd is geweest.

Het trekt langzaam bij. En dat maakt me echt blij.

Ik ben overigens niet de enige, die zich zorgen maakt over de opmars van de Bengaal en andere kruisingen met wilde katten:

Een puntje van kritiek:
Als men een “Asian Leopard cat” met een foundation cat kruist wil men hiermee bereiken een kat te verkrijgen met een wild uiterlijk en een “huiskat karakter”. Soms komt ook het omgekeerde voor, een ogenschijnlijk huiskat uiterlijk met een wild karakter. (een kat die dus niemand! wil hebben) Organisaties als  “Big Cat Rescue”   proberen mensen te overtuigen dat hybride katten geen goed idee zijn. (als argument: de huiskat is circa 5000 jaar oud, dat kan niet in vier jaar overgedaan worden)

Prachtig concert van Estrella Morente in Carré. Frogs regelt een heleboel vrijkaartjes. Heks is erbij, maar betaalt een hoge prijs…….

ESTRELLA MORENTE Foto: Rik van Boeckel

ESTRELLA MORENTE,  FOTO: RIK VAN BOECKEL

Zaterdagavond neemt Frogs ons mee naar een concert van Estrella Morente in Carré. Hij heeft een paar vrijkaartjes geregeld, dus Cowboy kan ook mee. Dit trekt Heks over de streep om de hele onderneming aan te gaan, want de energie is laag na deze intensieve week vol optredens met mijn projectkoor. In feite loop ik op mijn tandvlees. Ik hoef echter zelf slechts op dat tandvlees naar de auto van Frogs te kruipen, bij Cowboy aan te schuiven voor een lekker maaltje en naar het theater te kuieren. Het lijkt me haalbaar.

In Amsterdam heeft mijn lief bijzonder lekker gekookt. We eten onze buikjes rond en Frogs kletst honderduit over het interview, dat hij enige tijd geleden met de ster van vanavond had in Spanje. Hij is daarvoor eventjes op en neer naar Madrid gevlogen! ‘Ik heb nog een kaartje over’, besluit hij zijn verhaal,’ de fotograaf heeft afgezegd voor vanavond’. We bellen op de valreep een vriendin. Natuurlijk wil zij graag mee! Ze heeft nog net tijd om iets eetbaars naar binnen te gooien en iets feestelijks aan te trekken. Een kwartier later treffen we haar voor de deuren van Carré. We glunderen allemaal bij het vooruitzicht van dit fenomenale concert.

ESTRELLA MORENTE Foto: Rik van Boeckel

ESTRELLA MORENTE Foto: Rik van Boeckel

En we worden niet teleurgesteld! Het is fantastisch. Wat een stem! Heks voelt hoe haar borstkas wordt opengetrokken en gevuld met deze emotionerende muziek. Tranen prikken in mijn ogen. Maar ook zijn er veel grappige momenten in de show. Uiteindelijk springt Estrella van het podium en loopt door de zaal. De afstand tussen deze ster en het publiek valt weg. Onversterkt zingt ze ons toe. We kunnen haar aanraken!

Later hoor ik van Frogs, dat ze tijdens de signeersessie even lekker met hem knuffelt. Dat kwam hem natuurlijk op veel jaloerse blikken te staan en wat hilarische reacties. Zoals deze: ‘U bent  vast heel erg belangrijk, want Estrella is zo close met u !’

Tegen die tijd ligt Heks al gestrekt op de bank van Cowboy. Tijdens het concert is haar hele lijf pijn gaan doen. Ondanks preventieve inname van enorme hoeveelheden pijnstillers. Ook zijn de spieren leeg, de buik in de knoop en Heks is misselijk van moeheid. Ik probeer mezelf af te leiden van mijn lijfelijke ellende met  geneuzel op mijn computer. Cowboy wast de vaat. Hij heeft niet door, dat ik onderuit lig. Mopperig becommentarieert hij mijn afwezige houding.

ESTRELLA MORENTE Foto: Rik van Boeckel

ESTRELLA MORENTE Foto: Rik van Boeckel

Frogs belt, dat hij er aan komt. Hij is langer gebleven om Estella zijn artikel in Jazzism te overhandigen en met haar op de foto te gaan. Hij heeft maar 1 woord nodig om te horen hoe de vlag erbij hangt. ‘Heks, ik ben er met twintig minuten bij je, dan gaan we direct naar huis. Nog eventjes volhouden. Ik ga dan nog wel eventjes met Ysbrandt wandelen!’

Zo lig ik dan als een dweil in de auto terug naar Leiden. Cowboy is achtergebleven in Amsterdam. Als ik zo ziek ben, heb ik genoeg aan mezelf. In Leiden duik ik in bed en daar blijf ik zo’n dag of vier in liggen. Helemaal naar de kloten. Het went nooit hoor, zo’n lichaam. Als ik ook maar iets onderneem loop ik het risico helemaal onderuit te gaan. Deze keer met behulp van een virus. De meeste mensen zijn er na een dag overheen. Ik ben er alweer vijf dagen zoet mee. Maar het goede nieuws is, dat het in het verleden drie weken duurde om er overheen te komen. Waarbij dan het volgende virus alweer op de stoep stond.

ESTRELLA MORENTE MET RIK VAN BOECKEL  Foto: Rik van Boeckel

ESTRELLA MORENTE MET RIK VAN BOECKEL Foto: Rik van Boeckel