Heks plakt het koor aan de muur, maar niet uit vrije wil. Het is die fiets, die klotefiets, die fiets van niets…… Het pokkeding staat stil. Alweer. En min of meer op dezelfde plek. Wat gek! Heeft ie soms een zachte plakkerd? Of doet ie gewoon wat hij wil? Het is in elk geval niet wat ik wil……..

Dinsdag heb ik geen zak zin om naar het koor te gaan. Dat gebeurt me bijna nooit! Maar na twee zeer brakke korte nachten is de beperkte energie echt op.

Bovendien is het prachtig weer. Ik ben de gehele dag binnen gebleven om allemaal kleine kutklusjes te doen. Ook al niet verstandig als je kapot moe bent. En nu wil ik naar buiten. En daar blijven.

Maar helaas ben ik zo plichtsgetrouw als wat. Ik verzuim zelden tot nooit. Tenzij ik half dood ben. En dat is dan toch weer best vaak. En zelfs dan ga ik meestal toch! Zelfs als ik nauwelijks stem heb. Hetgeen ook nogal eens gebeurt, want ME zit bij mij sinds jaar en dag als een barometer op mijn stembanden. Hoe beroerder ik eraan toe ben, hoe minder stem……

Dus Heks gaat naar het koor. Ook als het fantastisch mooi weer is na een lange koude winter. Ik ga sowieso. Behalve als het echt, echt niet gaat. Als het me niet lukt om twee uur op een stoel te zitten.

Om een uurtje of zes fiets ik met mijn hondje de stad uit op mijn elektrische Beixo vouwfiets. Een geweldig apparaat. Als ie het doet. Helaas ben ik intussen al een motor, vier opladers en veel ergernis verder, zonder dat ik nu echt veel op dat pleurisding gefietst heb. Een rib uit mijn lijf bovendien. Maar vandaag fietst ie als een zonnetje.

Totdat ik bij het Joppe kom. Op precies dezelfde plek als vorige week krijg ik een lekke band. Zou er soms iemand spijkertjes strooien? Of punaises……. Heel langzaam loopt hij leeg. Eerst denk ik weer dat mijn fiets doormidden is gebroken, maar nee. Lek.

Ik bel de Grote Vriendelijke Reus. Die woont hier om de hoek. ‘Bel ik je wakker?’ antwoord ik op zijn gegrom. Ja dus. Hij is net als Heks enorm energiebeperkt. En net als ik knapt hij dus nogal eens een uiltje tussendoor. Op de meest gekke tijdstippen……

Even later vlieg ik hem om de hals. ‘Heel goed hoor, dat je me wakker belt. Anders zit ik vannacht om drie uur weer klaarwakker op de bank te koekeloeren!’ Herkenbaar!

VikThor spring als een dolle in het rond. Hoera! We zijn bij zijn grote vriend op bezoek! Hij krijgt een lekkertje, vindt een verdwaalde tennisbal en kruipt uiteindelijk naast zijn vriend op de bank. Zielstevreden.

De vouwfiets wordt op zijn kop midden in de kamer gezet, maar we gaan eerst maar eens een sapje drinken en lekker kletsen. Dat koor kan ik vanavond toch wel vergeten.

Nou ja, ik vind het niet zo erg. Ik had al geen zin. Bovendien brak vorige week de pleuris uit onder de alten. Een voormalige sopraan wierp de ene knuppel na de andere in dit hoenderhok. Een enorm gekakel was het gevolg. Gekrakeel in de pauze.

Heks had geen benul waar het allemaal over ging en dat alles wat ik zei ook nog eens tegen het zere been was van de overgelopen sopraan. Het is niet aan mij besteed, dit soort dingen. Maar helaas zat ik er wel helemaal middenin.

‘Volgende week is de boel vast weer gesust. Het komt me prima uit om eens een keertje over te slaan!’ vertel ik mijn reuzenvriend. Hij heeft ook jarenlang in een koor gezongen en is dan ook goed bekend met dit soort dynamiek. Laten we eerst die band maar eens repareren.

Op ons gemak gaan we op zoek naar het gaatje in de band. Het zit vlak bij twee andere plakkers. Mmmm. Misschien zit er een stuk glas in de buitenband. Of een kabouterspijkertje. Intensieve controle van de band levert echter niets op. Dus zetten we de geplakte binnenband er maar weer in.

‘Nou Heks, ik kan wel zien dat je vroeger veel geklust hebt,’ de GVR kijkt naar mijn zwarte handen, ‘En dan zeg je dat je geen kracht meer hebt in je handen. Jij moet vroeger echt heel sterk zijn geweest!’ Ja, dat is ook zo. Ik was in mijn jonge jaren een enorme kleerkast.

‘Fijn dat die plakkers tegenwoordig zo mooi vervloeien met de band. Vroeger had je alleen van die harde plakkers. Die rolden er soms direct weer af…..’ antwoord ik, terwijl ik de randen van het plakkertje goed aandruk. ‘Oh ja, die harde plakkers. Daar kreeg je gewoonweg een harde plakkerd van,’ verzucht de GVR ondeugend. We liggen dubbel.

‘Haha, een harde plakkerd. Mafkees,’ giebel ik, terwijl we de band weer oppompen. Het euvel lijkt verholpen. Ik kan op de fiets naar huis. Intussen is het alweer bijna half negen. Ik krijg een beetje trek, want ik heb nog niet gegeten.

Al kletsend, leuterkoekend, kakelend en giebelend begeven we ons naar de voordeur. Op de stoep raken we alsnog in een diep gesprek. Maar uiteindelijk stap ik dan toch op mijn bolide. Ik fiets nog een rondje om het golfveld en dan via de Broekweg weer naar de stad.

Halverwege dit polderpad breekt mijn fiets weer in tweeën. Potjandrie. Weer een lekke band. Moet ik alsnog dat hele end lopen. Sjokkend kachel ik het hele stuk terug naar de stad. Bah. En au. Alle spieren schieten in de knoop.

Na vijf minuten loop ik te schelden. Het geeft me de energie om door te lopen. Dus dat achterlijke advies om minder te schelden, zodat ik minder moe zou zijn onlangs van een of andere stomme hulpverlener slaat echt helemaal nergens op. Ik wist het al: Soms kikker ik juist op van wat vuilbekkerij!

Eenmaal in Huize Heks krijg ik een appje van de GVR. ‘Veilig weer thuis?’ Ik vertel hem van de deceptie: Weer een lekke band! ‘Daar krijg ik een zachte plakkerd van, Heks,’ reageert hij enorm ad rem. Zo beëindig ik deze dag toch met een gierende lach. Een zachte plakkerd. Je zult er maar last van hebben! Dat is me gelukkig bespaard gebleven tot nu toe.

Heks en Steenvrouw kleden kale kerstkalkoen aan met keur aan kleurige groenten. Zelf lopen we allemaal in het zwart: Hartstikke chic!

Tweede kerstdag slaap ik uit. Ik slenter een ochtendhondenronde door de stad en lunch met het restant haring van gisteren. Supersloom ben ik vandaag. En ik hoef ook hoegenaamd niets.

Dat is dan weer het voordeel van een jaartje kerst overslaan. Geen toestanden rondom het optuigen van de kerstboom. Geen metershoge stapels met lege dozen, geen emmers met takken, bloemen en bessen, geen heidense troep in de keuken. Nee. Serene rust all over the place.

 

Aan het eind van de middag ga ik met VikThor richting Leiden Zuid West. Ik fiets langs het Vlietkanaal en laat mijn hondje goed rennen. Het is ongelofelijk vies koud pisweer. Ik ben blij als ik de warme gezellige woonkeuken van Steenvrouw in schuif. Wat een verademing. En wat ruikt het hier lekker!

Mijn vriendin is al de gehele dag bezig met het braden van de kalkoen. Ieder half uur wordt het bakbeest besprenkeld met eigen vleessappen. ‘Wat een klus,’ verzucht Steenvrouw, ‘Het is echt heel veel werk lieve Heks. Kijk, ik heb het spek er afgehaald, zodat het velletje een mooi kleurtje kan krijgen….’

We inspecteren de kalkoen. De kernthermometer wordt in het borststuk gestoken. 67 graden. We rekenen uit of het de goede temperatuur is bij een kalkoen van deze grote en kwaliteit. ‘Ik zoek het nog een keertje op,’ Heks staat alweer op internet te neuzen, ‘Het is goed hoor, schat. Dit monster is ongetwijfeld helemaal gaar.’

Omdat de kalkoen er eng wittig blijft uitzien, ondanks de kerntemperatuur, gooien we de grill nog eventjes aan. En ja hoor, binnen een kwartier heeft Meneer de Kalkoenkoekepeer een fantastisch Goois oranjebruin kleurtje opgedaan. Koningsgezind bijkans……

Nu moet Heks nog eventjes in actie komen. Er moet nog een listige jus worden gebrouwen van alle vettigheid, vleessappen en het onderliggende groentegarnituur. Ik pak mijn roerzeef uit mijn tas. De zoon van Steenvrouw kijkt perplex naar het apparaat. ‘Ja jongen, jullie hebben mooie machines in jullie bouwbedrijf, maar wij huisvrouwen hebben ook zo onze speciale hulpmiddelen…..’

‘Huisvrouwen…’ sist Steenvrouw verontwaardigd, ‘Tsssss…..’ Ze wenst niet met dit vlijtig stofzuigende volkje vergeleken te worden. Ze is per slot van rekening beeldhouwster. Ze houdt zich bezig met hakken in plaats van naaien. Emmers worden door haar uitsluitend gebruikt om papier maché in te prepareren. Ramen zemen is volstrekt onbelangrijk. Haar heerlijke huishouden van Jan Steen rommelt ze er maar zo’n beetje bij…..

Als de jus klaar is roepen we alle kids aan tafel. We krijgen een fantastisch voorgerecht voorgeschoteld. Tonijnsalade met garnalen. ‘Voor jou hebben we avocado in plaats van brood, Heks,’ de dochter kijkt me stralend aan. Vanavond heeft iedereen echt rekening met me gehouden!

Ik kijk de tafel rond. Allemaal vrolijke gezichten. Iedereen is op zijn paasbest. Met kerst. Zelfs de zoon heeft een mooi colbert aangetrokken! Geweldig. We proosten op het mooie leven en vallen aan op het voorgerecht. Het is heerlijk!

De kalkoen steelt echter de show vandaag. Vol trots dient Steenvrouw het enorme stuk gevogelte op. We poseren samen naast de vrucht van onze arbeid. Hij ziet er goed uit, die kalkoen. Ook de groentes liggen naar ons te lonken. ‘Ik ben toch zo benieuwd naar die rode kool. Ongetwijfeld heeft dat nachtje marineren in cranberrysap goed uitgepakt. Maar ik wil het nu wel eens proeven…..’

kalkoentje11

Heks staat te popelen om een en ander in haar mond te stoppen. We zijn er ten slotte al een dag mee bezig. Na de verrukkelijke hoofdmaaltijd volgt nog een zalig toetje. Helaas mag ik niet proeven van de Tiramisu, maar er zijn ook nog eens stoofpeertjes op tafel gezet. Met een heerlijke stroperige saus.

Het traditionele kerstdiner is alweer ten einde. Steenvrouw ruimt als een haas de keuken op, jeetje wat is ze hard aan het werk vandaag. ‘Je mag me niet helpen, Heks, ga maar lekker tv kijken met zoonlief. Straks drinken we nog een kopje koffie.’ Dochter en haar vriendje zijn met VikThor aan het wandelen. Ze blijven lekker lang weg, dus het ventje komt goed aan zijn trekken.

 

Een uurtje later rijd ik met hond, fietskar en bakken vol restanten kerstdiner weer naar de binnenstad. De komende dagen ga ik aan de kalkoen, dat is wel duidelijk. Zielstevreden schuif ik alles in mijn koelkast.

Die avond val ik alweer voor de televisie in slaap. En opnieuw word ik pas midden in de nacht weer wakker. Gelukkig is het geen vijf uur in de morgen. En evenmin hoef ik nog te eten. Wel moet ik de volgende dag bijtijds op. Prikken halen bij mijn huisarts. Het gewone leven is weer begonnen.