Knibbel knabbel kneusje. Wie kreukelt er door heksenhuisje? Het is die kol, die toverkol. Piepend als een muisje. Schuddebuikend van de pret ook. Om een zeperd in een domme soap. Een lachend levend lijk! Hihihi, hahaha. Ik stond erbij en ik keek ernaar.

Knibbel knabbel kneusje. Wie kreukelt er door heksenhuisje? Het is die kol, die toverkol. Piepend als een muisje.

Oh, oh, wat is mijn favoriete soap weer grappig momenteel. Sinds kort volg ik em weer met enige regelmaat. De intriges binnen deze omhooggevallen familieclan zijn weer onwaarschijnlijk, maar dat is het echte leven ook. Smullend zit ik ernaar te kijken onder het genot van een kopje koffie en een ontbijtje.

‘Hahaha’, lacht Heks als iemand een vaderschapstest vindt in de tas van zijn zwangere vrouw. ‘Hihihi,’ giebel ik als ik in een volgende scène de vader van het slachtoffer zie beweren, dat hij een goede vader is. Ondanks dat hij zijn piemel in de vrouw van zijn zoontje heeft gestoken.

Hij zegt tegen een foute doch zeer loyale werknemer/vriend zeer veel van zijn zoon te houden. ‘Ik zou hem nooit pijn willen doen!’ Huh? Zijn vrouw verleiden valt daar blijkbaar niet onder. Nee. ‘Het feit dat je het daarbij laat duidt op jouw sublieme vaderlijke eigenschapen…. ,’slijmt zijn foute vriend. Nou ja. Niet te volgen…. Toe maar!

‘Misschien vindt hij zichzelf wel zo’n geweldig goede vader, met zulk topzaad, dat hij zich de aangewezen persoon voelt om zijn schoondochter te bezwangeren…..,’ gniffel ik hikkend om andermans fictieve ellende.

O jeetje. Nu moet ik helaas prikken halen en ik wil ze deze keer niet missen. Midden in de escalatie van een wekenlang zorgvuldig opgebouwd drama. Maar ja, prikken zijn belangrijker, want ik heb een gigantisch snothoofd.

De snotterigheden zijn zich al dagen aan het verzamelen in de diverse holtes in mijn verkouden hoofd. Om zich uiteindelijk pijnlijk vast te zetten in mijn voorhoofd. Dit in combinatie met de gereactiveerde whiplashnek van de laatste tijd verandert mijn hele heksenkop in spergebied.

Snel spring ik op de fiets. Ik zet em op de hoogste stand en snor de straat uit met een jakkerend hondje naast me. ‘Kom op, kleine smurf, we moeten ons haasten. De vrouw heeft er te lang over gedaan om uit de kreukels te komen…..’

Gelukkig mag ik er nog in bij de doktersassistenten. Ze zijn namelijk best streng. Soms heb ik me de tandjes gehaast om vervolgens onverrichterzake weer weg te gaan, omdat ik een paar minuten te laat ben.

Maar vandaag heb ik geluk. Binnen een paar minuten zijn er een paar injecties bij me naar binnen gejast. B12 in mijn kikkerbil en een enorme wesp heeft een heel gemeen bijtend goedje in mijn schouder geprikt. Citrus! Daarbij verbleekt de eveneens ellendige B12 spierprik.

Toch laat ik me twee keer per week zonder morren te grazen nemen. Beide injecties hebben hun nut ruimschoots bewezen. Zonder de B12 zat ik chronisch met mijn vingers in fictieve stopcontacten te prakken. En zonder de citrus waren mijn snotverloren voorhoofdsholtes nu zwaar ontstoken……

Pompediepom. Wat is dat toch raar. Je kunt je doodziek en zwaar beroerd voelen en toch een goed humeur hebben. Het zal wel zoiets zijn als mensen met alles wat hun hartje begeert, die steen en been klagen. Maar dan andersom.

Ik fiets de hele Singel rond. Mooi, dan heeft dat mormel alvast een goeie ronde gehad. Nu gauw naar huis en weer mijn bedje in. Jeetje, wat ben ik belabberd. Goedgehumeurd, maar tevens halfdood. Een lachend levend lijk!

Eenmaal thuis staat mijn hulp op de stoep. VikThor springt een gat in de lucht: Hij is stapelgek op mijn nieuwe thuiszorg! En dat is wederzijds.

‘Ik doe vandaag niets,’ waarschuw ik haar maar direct, ‘Ik ben zo gammel als een ouwe geit met lubberige fruituiers en uitgezakte kaaskuiten.’ Dan zie ik plotseling dat de deur van de vriezer op een kiertje staat. Huh? O jee! Nu moet ik toch aan de bak, want de hele koelkast staat onbedoeld te ontdooien.

Uren later kan ik dan eindelijk nog eens naar die soap kijken. Naar die hopeloze steenrijke narcistische vader. Naar de dochter van een andere narcist, getrouwd met de zoon van narcist nummerje 1. Gepakt door diezelfde narcist nr 1.

Heks moet er erg om lachen, echt tot tranen toe, maar alleen maar omdat het allemaal nep is. In het echt is het niet zo grappig. De vergaande vrijheden, die narcistische idioten zich permitteren. En de gestoorde verhalen, die ze ophangen om het achteraf ook nog te rechtvaardigen. Want zij zitten nooit fout. Welnee.

Je neukt de vrouw van je zoon, maar bent toch een goede vader. Heks snapt de redenering niet, maar ik heb al vaak vergelijkbare lulverhalen aangehoord in het werkelijke waarachtige leven. Nog onwaarschijnlijker zelfs. Want er wordt wat afgerommeld in de wereld. En niet alleen door narcisten.

Heks kent mensen, die door iedereen ongeveer als heilige worden gezien, maar die intussen stiekem de kat in het donker knijpen. Hun eigen partner belazeren alsof het niets is. Om zich beter te voelen vertellen ze het dan aan Heks. Ook al heb ik een bloedhekel aan die verhalen. Ook al heb ik zwaar de pest aan liegen, bedriegen, vreemd gaan en dergelijke.

Heks vertelt het echter niet verder. Misschien moet ik dat maar eens gaan doen, dan is het vast zo afgelopen met die idioterie!

Heks is helaas nooit als heilige gezien. Ik sta te boek als lellebel. Omdat ik een vrije vrouw ben, die beschikt over haar eigen seksualiteit. In een patriarchaat. Uitermate verdacht dus….

Dat ik niet met getrouwde of anderszins gebonden partners wens te verkeren is nog nooit iemand opgevallen. Maar als de kwijl langs de kin van zulke ontrouwe getrouwde types druipt als ze met me staan te praten heb ik het toch gedaan! Als sloerie ende slettenbak.

Vanmiddag zit ik in bed het laatste deel van de soap te kijken. Naar de narcistische karakters, die borg staan voor het succes van de serie. Want laten we wel wezen: Het zijn hopeloze en gevaarlijke mensen, die psychopaten en narcisten.

Heel voorspelbaar in hun vernietigende gang door het leven, in die zin dus best vrij saai. Maar met hun volstrekt gestoorde gedrag en idiote uitspraken volmaakt geschikt voor een goeie soap!

Denk maar aan Trump, die zou zo kunnen meespelen! Misschien een leuke carrièreswitch in de nabije toekomst. Iedereen blij. Hij kan zich schaamteloos oranje laten grimeren, zijn lippen laten opspuiten tot ongekende hoogten en elke dag een andere pruik op.

Hij kan straffeloos zijn geliefde nepnieuws verkondigen. Alleen tegenspeelsters betasten  is er niet meer bij sinds MeToo. zelfs niet voor mannen met geld en macht. Dat is dan toch jammer voor hem. Misschien een dealbreaker bij deze verder overigens perfecte baan.

En wij? Wij lachen ons dood!

Waarom lachen we om andermans leed?

Van Dijk wil leedvermaak geen negatieve emotie noemen. ‘Wij noemen het juist een positieve emotie in die zin dat leedvermaak ons psychologische voordelen oplevert. Op de een of andere manier is het goed voor onszelf – omdat het bijvoorbeeld ons rechtvaardigheidsgevoel bevredigt of ons zelfbeeld opschroeft.’

Zes passagiers in mijn gele autootje. Zo’n Peugeotje 107 biedt onverwacht veel ruimte, vooral als de passagiers van Aziatische afkomst zijn……

zes mensen in een peugootje 107

zes mensen in een peugeotje 107

Vanmorgen, 19 juni, word ik om kwart voor vijf wakker van een droom. Ik probeer de details te achterhalen. Terwijl ik daarmee bezig ben begint er een non megahard op de enorme bel te rammen. Ik hoor het door mijn oordoppen heen. ‘Iets zachter asjeblieft’, smeek ik in gedachten, want ik heb maar vier uurtjes geslapen. Het lukt me niet meer om in slaap te vallen, ik heb een gigantisch snothoofd. Dan maar naar de ochtendmeditatie besluit ik.

Terwijl ik erheen loop voel ik dat nu ook mijn andere oog raar aanvoelt. Ik heb al een afschuwelijk ontstoken oog aan de linkerkant. Rechts zit nu een enorme zandkorrel over mijn oogbol te schuren. Althans daar lijkt het op. Als ik uit frustratie in dit oog wrijf, wordt het nog veel erger.

De ochtendmeditatie wordt begeleidt door teksten als: ‘Inademend word ik me bewust van mijn lichaam, uitademend glimlach ik naar mijn lichaam.’ Ik doe dat laatste als een boer met kiespijn. Mijn lijf voelt verschrikkelijk. Alles doet zeer en ik heb mijn ochtendportie pijnstillers nog niet binnen. Ook mijn Tens-apparaat ligt nog in de tent. Mijn verkouden kop produceert een lichte hoofdpijn. En dan ook nog dat schuurpapier in mijn oog….. Wat een ramp!

‘Boeddha, Aartsengelen, help me, dit is geen doen. Ik begin boven het acceptabele niveau van fysieke ellende uit te stijgen. Straks moet ik echt een arts consulteren en daar heb ik helemaal geen zin in!’ Als door een wonder begint mijn rechteroog enorm te tranen. De zandkorrel verdwijnt. Voor even dan. In de loop van de dag steekt ‘ie regelmatig de kop op…..

Na alle pillen, koffie en mijn externe pijnstiller voel ik me een stuk beter. Ik ben zo verrekte vroeg. Heerlijk gewoon. Op het parkeerterrein word ik benaderd door een jonge Aziatische vrouw. Uit Boston. Of er wat mensen mee kunnen rijden. ‘Natuurlijk, ik heb plaats voor drie personen.’  We hebben les van Thay in het klooster boven op de berg. Een hele klim. Heks begint er al niet meer aan.

 

zes mensen in een peugootje 107

Vier piepkleine dametjes zitten op de achterbank gepropt

Er komen nog drie piepkleine dametjes bij. Nou ja, dat moet wel lukken. Drie wurmen zich op de achterbank. De vierde zit vrolijk naast me te kwetteren. ‘Mijn man moet ook mee hoor’, benadrukt ze met klem, ‘Hij kon niet wachten en is al gaan lopen. Maar dat hele end redt hij nooit. Hij is al vierentachtig!’ Het is wel drie kwartier lopen naar de monniken. Inderdaad een beetje te veel van het goede op die leeftijd.

Na een paar minuten halen we hem in. De vier dametjes zitten op de achterband gepropt en dit vieve heerschap nestelt zich naast me. ‘We kunnen zo in het Guiness book of records’, grapt de oude baas. De gekscherende opmerkingen zijn niet van de lucht. Kwinkslagen vliegen om mijn oren. Er wordt flink gelachen zo op de vroege ochtend.

Onderweg zwaaien sommige mensen enthousiast naar dat kleine gele autootje. Normaal gesproken fungeer ik als een soort bezemwagen. Links en rechts veeg ik de vermoeiden of laatkomers op. Ik zie heel wat verbaasde gezichten als ze zien hoe vol mijn wagentje vandaag zit. Ik heb ook wel eens een paar nonnetjes op de achterbank. Maar zoveel mensen tegelijk……

Helemaal verfrist kom ik boven aan met mijn kostbare lading. This made my day! Ondanks de beroerde start is de rest van mijn dag luchtig en vrolijk. Ik geniet van Thays wijze woorden. Doe op mijn gemak mee met de wandelmeditatie. En blijf daarna eten in het mannenklooster.

Ze koken hier veel meer binnen mijn dieet. En heeeel erg lekker. Ik schep een enorm bord op. En eet het op tegenover een vrouw, die oefent in het zo min mogelijk eten. Aan haar postuur te zien, is ze daar pas onlangs mee begonnen. Ze kauwt eindeloos lang op een piepklein beetje voedsel.

Daarna scoor ik in de boekwinkel een paar lege dozen, waar allemaal boeddhaplaatjes op staan. Ze gooien ze weg. En ik plak er weer kaarten van. Of andere knutseldingen.

Dan ga ik nog eventjes op de schommel zitten onder de enorme Lindeboom. De eerste keer, jaren geleden alweer, dat ik die boom zag, stond hij volop in bloei. Een enorme kolonie bijen zoemde rondom de bloemen. Gek genoeg meende ik te verstaan ,dat ze het “The Living Tree” noemden’. Dat vond ik mooi. Die zoemende boom. Zo vol leven….

Op de terugweg geef ik een lift aan een kunstenares. We hebben elkaar al in de workshop ontmoet. Ze is met hele leuke projecten bezig en woont niet al te ver uit de buurt. Heks heeft er weer een Facebookvriendin bij.,,,,

vijf lifters passen er in mijn autootje, peugeootje 107

Het hele gezelschap komt niet hoger dan mijn navel……