Heks bezoekt Kras. Een homeopatische versie van zomervakantie. Mijn vorm. Sterk verdund qua ervaring. Gepotentieerd door ons beider enthousiasme over ons weerzien. Kort maar krachtig. Zeer aangenaam en uiterst werkzaam……

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Het afgelopen weekend ga ik op reis. Nu kom ik normaal gesproken nauwelijks de stad uit. Maar hoera, het gaat toch echt gebeuren. Ik ga naar een klein dorpje in Gelderland. Daar woont Kras nu alweer tweeëneenhalf jaar. In een snoepje van een huisje pal naast de eeuwenoude kerk.

‘Ik ben al vooruit aan het slapen,’ roep ik enthousiast tegen Kras door de telefoon voorafgaand aan de trip. Het is waar. Ik zorg dat ik lange nachten draai. Zo bouw ik een piepklein buffertje op. Dat scheelt hopelijk. Je weet het nooit met ME. Ik kan als een ballonnetje leeglopen van een suf autoritje. Of de kamer stofzuigen. Ik noem maar wat. Maar met voldoende energie in de tank aan het begin van de rit gaat het hopelijk goed.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Belle komt voor de poesjes zorgen. Heks maakt een lange brief vol instructies. Geen overbodige luxe met al die ouwe katten. De ene heeft een nierdieet, de andere blaasgruisdieet. Een volgende heeft een zwakke maag en krijgt gekookte kip. De rest het krijgt pré nierdieet. Behalve de jonge god Odin. Die reus van een witte kater. Blakend van de energie. Een veelvraat. Die krijgt voer met minder calorieën. Een grote bak.

‘Geef ze eerst wat nat voer en later brokken. En laat maar wat brokjes van de Boskat staan als je weggaat. Die kunnen ze op zich in beperkte mate allemaal eten.’

Donderdagmiddag rijd ik weg. Woefies achterin. Tas met kleren en tas met hondenvoer op de achterbank. Mijn eigen hoofdkussen ernaast. Grote kop koffie in de bekerhouder.

©Toverheks.com
Rare grote lampenkap.
©Toverheks.com

Ik besluit flink om te rijden, om de A10 te vermijden. Daar zijn wegwerkzaamheden en dat resulteert geheid in een file. Het blijkt een gouden zet. Op de radio hoor ik, dat er ook nog eens een ongeluk is gebeurd op de enige open rijstrook van de A10. Meer dan anderhalf uur vertraging.

Heks zoeft zonder vertraging naar het oosten. Het landschap verandert. De temperatuur loopt op. Na een paar uur rijd ik het schattigste dorpje van de Achterhoek binnen. Ik parkeer pal voor Kras’ huis. Haar honden blaffen er lustig op los. Mijn vriendin vliegt me om de nek. I have arrived!

Snel sjouw ik mijn bagage naar binnen. ‘Ik breng het direct even naar boven, straks heb ik geen puf meer…’ Ik weet uit ervaring, dat dan de man met de houten hamer komt. Mijn lijf stijft op als een kwarktaart en ik krijg geen poot meer voor de andere.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

‘Laten we eerst even met de hondjes uit gaan,’ stelt Kras voor. Zo lopen/rijden we dan even later om de Retentieplas op een steenworp afstand van haar huis. Heks gooit balletjes het water in. De hondjes gaan lekker zwemmen. Het nieuwe hondje van Kras staat er geboeid naar te kijken. Af en toe rent ze een stukje mee het water in.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Natuurlijk lig ik vervolgens omver. Dat was te verwachten. Maar ik hoef ook niks meer. Kras heeft lekkere hapjes in huis gehaald. En een sublieme fles wijn. Knabbelend en babbelend slaan we een paar uur stuk. Dan kruip ik in mijn mandje.

Kras heeft net als Heks een lastig lijf. Ik hoef haar nooit iets uit te leggen. Ik kan maar naar hartelust crashen. Of kreukelen. Of halvezolig rondmeuten.

©Toverheks.com
Het nieuwe lid van de berenfamilie!
©Toverheks.com

We hebben een paar verrukkelijke dagen. Zo bezoeken we een heksenvriendinnetje van Kras. Ze staat op een camping in de buurt met haar gezin. Ze is jarig. Kras heeft brood gebakken en soep gemaakt. De jarige heeft taartjes verzorgd, die ik zowaar kan eten! Echt een feestje.

Zo snuif ik dan toch nog wat campingeuren op deze zomer. Heerlijk.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Zaterdagmiddag gaan we naar ‘De Oude Spar’. Een enorme leuke tweedehandswinkels in een oude kerk. Net als tijdens mijn vorige bezoek vindt Heks allemaal leuke dingen voor een habbekrats. De prijzen zijn hier zoveel aangenamer dan in het Wilde Westen. Daar betaal je in de gemiddelde kringloop de hoofdprijs. Niet in de Achterhoek.

Ik koop een box met alle CD’s van Kathleen Ferrier. Voor een tientje! Ik ben er zo blij mee. Ook vind ik een rare lampenkap. En een mooi oud met de hand bewerkt houten kistje. Een glazen rechaud en een aluminium dienblad. En een Frans serviesje. In een oud houten laatje. En natuurlijk Maria. De Grote Goddelijke Moeder. Die mag ook mee naar huis.

Zaterdagavond neemt mijn vriendin met mee uit eten in een heel leuk restaurant bij een watermolen. Kras kent de eigenaar. Een dorpsgenoot. De bediening is grandioos. We worden enorm verwend. Wat een feestje!

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Elke dag rijden we een enorme ronde met de hondjes. Kras op haar balansrolstoel en Heks in de scootmobiel van Kras. Alle vier de hondjes dravend naast ons. Kras laat me de hele omgeving zien.

Zondag gaan we tijdens de uitlaatronde thee drinken in de boomgaard van een boerderij. Uit boerenservies. Wederom worden we zo gastvrij ontvangen en liefdevol bediend. De hondjes krijgen een bak water. Heks besteld een grote pot thee. Ze hebben er heerlijke appeltaart zonder gluten en lactose bij. Wat een feest.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

“Je moet echt even naar het toilet gaan hier,’ zegt Kras, ‘Dat is echt een belevenis!’ Zo wandelt Heks dan over de oude deel vol snuisterijen richting toilet. Een ouderwetse poepdoos. Met special effects: Als je het licht aandoet gaan er vogeltjes kwinkeleren….

Op de deel spot Heks een paar beren. ‘Zijn ze te koop?’ vraag ik aan de boerin. Zo scoor ik dan een nieuwe oude beer. Een remake denk ik. Hij heeft een forse brom. Brommend en grommend zit hij het laatste stuk van de wandeling voorin het mandje van de scootmobiel.

Dan is het tijd om naar huis te gaan. We nemen afscheid.

©Toverheks.com
VikThor ontdekt kattenluik in huis van Kras.
©Toverheks.com

Thuisgekomen zie ik dat Belle helemaal gelijk had, toen ze me eerder die middag belde over poesje Pippi. Mijn oude katje is helemaal niet in orde. ‘Ze wil niet eten en drinkt veel,’ aldus Belle.

Mijn ouwetje ligt uitgestrekt op de keukenvloer. Als ik haar optil is ze helemaal slap. ‘Gisteren was er niks aan de hand, toen was ze nog goed en at ze enthousiast haar bakje leeg…’ vertelt Belle me als ik haar bel.

©Toverheks.com
Vorige keer ging deze Boeddha mee naar huis!
©Toverheks.com

‘Nierfalen,’ denk ik bij mezelf. Ik herken het beeld. Snel haal ik al mijn foefjes van stal. Speciaal voer, speciaal vocht. Ik weet haar enigszins op te lappen. De volgende dag eet ze weer, maar in de loop van de week gaat het opnieuw minder.

De dierenarts geeft haar een infuus en antibiotica. En nu, na 6 dagen tobben, eet ze weer wat beter. En ze drinkt weer uit zichzelf. Gelukkig: Heks zat met een injectiespuit water in haar bekje te spuiten. Geen lolletje.

Maar nu is Lapje weer van de kaart. Die heeft last van haar maag. Heks is druk bezig om haar weer aan het eten te krijgen.

©Toverheks.com
Lapje heeft een nieuw plekje hoog bovenin de kast. Ze is er blij mee!
©Toverheks.com

Vurig pleidooi voor matigen van innerlijk vuur, zodat het geen vernietigende uitslaande brand wordt. Niks mis met een vurig karakter overigens. Of een lopend vuurtje. Dit element heeft fantastische kwaliteiten. Niet voor niets heeft de mens het met moeite van de goden gestolen……

De avond na mijn minivakantie staat Nice in brand. Een gek in een vrachtwagen rijdt meer dan 80 mensen dood voor de goede zaak. Nou ja,  zijn goede zaak. IS eist de aanslag later op, maar Heks krijgt sterk de indruk dat de man andere beweegredenen heeft gehad. Hij was depressief en ellendig na een echtscheiding: Niets zo prettig als het delen van je ellende. Gedeelde smart zou als het goed is die emotie halveren…..

Helaas zit er een kronkel in die redenering. Een kronkel, die zich in menig getraumatiseerd brein heeft genesteld: Als ik pijn heb moeten anderen dat ook maar voelen. Mijn pijn zal zijn. Interzijn. Pijn doen is fijn.

Onlangs kijkt Heks naar Doctor Phil. Een moeder zit op de praatstoel. ‘Mijn zoon is een gevaar voor de samenleving. Hij is geobsedeerd door wapens en heeft al regelmatig zijn wens uitgesproken om een keertje een heleboel onschuldige mensen de dood in te jagen. Samen met hem, want hij wil niet leven. Hij haat het leven, stopt zichzelf vol drank en drugs, kortom: Ik sta niet voor mijn eigen kind in… Help!’

Ze heeft al heel wat keren de politie op haar eigen zoon afgestuurd. Tot nu toe met weinig succes, want het jong heeft nog niet met zijn beoogde killing spree huisgehouden…. Toch heeft de arm der wet het joch nu opgepakt. Net op het moment dat de ‘Good Doctor` zich met het verhaal gaat bemoeien…..

Phil heeft het kereltje toch kunnen interviewen. Wat er uit zijn mond komt is schrikbarend. Verontrustend. Schokkend. Ja, hij wil inderdaad mensen doodmaken. Hij weet nog niet precies hoe. Misschien met een bom bijvoorbeeld. Hij heeft op internet alle kennis vergaard rondom het bouwen van een effectief destructief knallend  exemplaar. Appeltje eitje.

Maar ook met een automatisch vuurwapen lekker in het wilde weg op een nietsvermoedende mensenmassa schieten lokt hem aan. Hij is een groot bewonderaar van verschillende massamoordenaars. Hij bestudeert deze mensen nauwkeurig. Weet van alles te vertellen over zijn idolen, de rotste appels op onze wereldfruitschaal. Zo wil hij ook worden. Het is zijn grote ideaal!

Als Phil doorvraagt komt er een interessante uitspraak uit de mond van dit rokende lont. Waarom hij dit wil doen? Waarom schiet hij zichzelf niet simpelweg een kogel door de kop om er vanaf te zijn? Waarom moeten er zoveel mensen met hem de dood in worden gejaagd? Wat motiveert hem?

PIJN. Hij voelt zo ongelofelijk veel pijn van binnen. Hij wil dat anderen die pijn ook voelen. Hij wil dat met name onschuldige mensen die pijn voelen. Want die zijn maar gelukkig en blij, je wordt er niet goed van. Wat weten zij nu eigenlijk helemaal van het echte leven?

Door zomaar at random medemensen weg te vagen berokken je in no time geweldig veel leed: Dan voelen ze ook eens wat er binnen in de dader leeft: Die verschrikkelijke afschuwelijke pijn.

Zo simpel is het dus. Niks geen ideologie. Gewoon diepe tragiek van een geïsoleerd mens. Een afgescheiden zelf met slechte ideeën. Een overkokende eenzame beerput.

Heks heeft zich het afgelopen jaar ook met enige regelmaat erg eenzaam en ellendig gevoeld. Ik ben door een diepe depressie gekropen. Niet dat ik de aanvechting kreeg om een moordwapen aan te schaffen…. Laat staan dat ik fantasieën heb om anderen op die manier leed te berokkenen…..

Wel heb ik intense woede ervaren naar mijn agressors. Witheet, kort lontje, schelden en tieren? Met enige regelmaat stak het de kop op. Woede is een dolle hond. Hij rent rondjes door je lijf. Ongrijpbaar maar zeer aanwezig. Woede is een vernietigende binnenbrand. Het verteert je. Woede kan ook als een uitslaande brand je hele omgeving verwoesten.

Toch kost het ons vaak moeite toe te geven hoe kwaad we zijn. We weigeren ernaar te kijken. Blind van woede, tekortgedaan, verontwaardigd en verslagen wagen we ons opnieuw op het slagveld. Om wraak te nemen. Om te vergelden. Om meer kwaad te doen. Oog om oog. Ik blind van woede? Dan jij ook. Jouw tand voor de tand van m’n tante……

Er is niets mis met innerlijk vuur, maar woede is gênant, want je verliest je verstand. Over het algemeen is het geen emotie waar we trots op zijn.

Het idee om anderen net zo te laten lijden als jijzelf ooit hebt gedaan is natuurlijk absurd. Toch doet het behoorlijk veel opgeld. Niet alleen onder terroristen. Een ouder, die z’n kind niks gunt omdat hijzelf niks had als kind? Precies hetzelfde. Kun je nagaan! Je moet wel ongeveer een heilige zijn om niet jouw emoties op een ander te verhalen. Mensen met pijn doen pijn.

Mijn geliefde leraar Thich Nhat Hanh roept zijn leerlingen op om eerst naar hun eigen woede te kijken. Om het te omarmen en te wiegen als een kind. Om ervoor te zorgen. In het klooster koop ik een mooi boekje met meditaties rondom woede, ‘Innerlijk Vuur’. Ik ben vastbesloten mijn eigen woede aan te pakken. Als ik thuis ben na mijn retraite open ik het kleinood lukraak.

Ik lees ‘Als iemand je huis in brand steekt ga je toch ook niet achter die persoon aan rennen. Beter zorg je eerst dat de brand geblust wordt’ of iets dergelijks. Het slaat in als een bom. Ik heb inderdaad als een gek achter mijn agressors aangerend. In een poging hen te stoppen of te begrijpen.

Het slaat natuurlijk helemaal nergens op. Pas tijdens mijn retraite ben ik weer goed voor mezelf gaan zorgen. Eindelijk heb ik het lijntje met mezelf weer hersteld. De relatie met mijn soulmate, mijn ziel, mijn goddelijke kern.

Ik ben geen evangelist. Het idee om allerlei gedachtengoed aan anderen op te dringen staat me tegen. Vrijheid staat hoog in mijn vaandel. Maar wat zou de wereld opknappen als iedereen zijn of haar woede zou zitten omarmen voor de verandering. Wat zou de mensheid erop vooruitgaan als we ons lijden niet meer aan anderen zouden opleggen.

Want in hoeverre is dat vrijheid? Dat dwangmatige vermeerderen van onze eigen ellende. Het ziekmakende vernietigen van alles wat mooi en heilig is…..

We zijn allemaal het centrum van het universum. Wetenschappelijk bewezen, vraag maar aan Stephen Hawking. Het middelpunt van het heelal zit op het puntje van je neus. Van daaruit dijt het uitspansel uit. Baart het nieuwe werelden. Dit prachtige lichaam van de Goddelijke Moeder, bij wie  ieder van ons in haar hart woont.

 

Minivakantie in bont gezelschap op prachtige locatie. Oude school bewijst goede dienst als modern vakantiehuis: Het leven een leerschool? Nu even niet!

 

drenthe01

Woensdagmorgen om een uurtje of tien staat Frogs op de stoep. We gaan een paar dagen op vakantie. Kras heeft een huis gehuurd in Drenthe en haar hele vriendenkring uitgenodigd. Wie kan komen komt. Supergezellig natuurlijk.

Heks is net een beetje bijgetrokken van haar retraite. Ik heb nog niet eens al mijn vakantiespulletjes opgeruimd of ik sta alweer in te pakken. Gelukkig ga ik niet kramperen deze keer. Dat scheelt enorm in de mee te sjouwen troep.

Ik zoek me een ongeluk naar mijn koffer. Het onding is verdwenen. Wat vreemd, ik had em toch in de berging gezet? Staat hij dan nog in de gang? Of op mijn werkkamer? Nee, het valies is nergens te vinden. Bizar.

Zoals altijd als ik iets niet kan vinden denk ik dat het gestolen is. Een hardnekkig fenomeen sinds mijn stelende thuiszorg jaren geleden. Die gemene griezelige narcistische Indiase vrouw met haar grote brutale mond vol gouden tanden, haar pad-achtige kleine dikke volgepropte lijf behangen met goud en haar stem als een cirkelzaag heeft me echt een trauma bezorgd. Mijn onbevangenheid als ik iets niet kan vinden is voorgoed naar z’n gallemiezen.

Nu verdwijnen er nog steeds zo nu en  dan spulletjes uit mijn huis. In Plumvillage koop ik bijvoorbeeld als eerste een nieuwe wandel-bel om mijn zoekgeraakte bel te vervangen. Een paar jaar geleden liet ik dit vernuftige wonder der techniek enthousiast aan een destijds graag geziene gast zien en dat is de laatste keer geweest dat ik de bel zelf gezien heb. Weg! Verschwunden….. Nooit meer teruggevonden……

Ook die gast laat zich overigens niet meer zien in Huize Heks, maar dat kan natuurlijk toeval zijn: Meestal komen mijn spulletjes na een tijd gewoon weer tevoorschijn uit de in mijn huis heersende troep.

Heks heeft natuurlijk gewoon teveel spullen. En als een slak sjouw ik mijn huisraad ook nog eens achter me aan. Gemiddeld loop ik wel een uur per dag naar iets te zoeken: Als je niets hebt raak je ook niets kwijt. Een kopzorg minder…..

Frogs gooit alle bagage in zijn bolide en een uurtje later zijn we op weg. Eerst Ysbrandt eventjes ergens lanceren natuurlijk. Het monster mag ook mee. ‘Wie komen er eigenlijk nog meer?’ vraagt mijn kikkervriend. Geen idee. Het is een grote verrassing.

Mijn vriend zit aan het stuur en ik vlecht met kleurige linten een pak lavendel tot mooie flesjes. Het is een behoorlijk end rijden. Pas in de loop van de middag zijn we ter plekke.

Kras heeft een oude school gehuurd blijkt. Het is een prachtig gebouw, smaakvol verbouwd en ingericht. Beneden is een enorme ruimte met hoge ramen, een open haard en een ruime keuken. Er brandt een lekker vuurtje in de haard. Mooi zo. Het is er echt weer voor!

De gigantische huiskamer is gevuld met gekrijs van kinderen en geblaf van honden: Onze nieuwe huisgenoten. We laten het over ons heenkomen. Iemand geeft ons koffie en we eten een boterham. Langzamerhand landen we een beetje in dit paradijselijke oord.

’s Avonds zitten we met alle gasten rond de ellenlange tafel. Er is heerlijk gekookt door deze en gene: Dat regelt zich allemaal vanzelf blijkt.

Genoeglijk zitten we later bij elkaar. Iedereen doet maar zo’n beetje waar ie zin in heeft. Af en toe verdwijnen we naar buiten met de hondjes. De omgeving is schitterend mooi. We drinken het landschap in….

Een paar heerlijke dagen slaan we zo stuk met elkaar. Het bonte gezelschap smeedt zich aaneen tot een internationale familie. Niets hoeft, alles mag.

‘Dank je wel, Kras, voor dit geweldige initiatief,’ als we weer thuis zijn bedank ik mijn vriendin, ‘Je hebt zo’n fantastische ruimte geschapen om bij elkaar te zijn. We hebben het heerlijk gehad.’

Intussen heb ik ook als mosterd na de maaltijd mijn koffer weer teruggevonden in de berging. Helemaal niet uit de gang gestolen dus! Wel ben ik intussen mijn goeie bril kwijt. Hij zat niet in de brillenkoker. Al een week zoek ik me een ongeluk, hetgeen niet meevalt zonder bril. Zou ‘ie soms gestolen zijn? Wat denk je?