In memoriam: Mijn ouwe trouwe schuddebuikende piepende en krakende huisgenoot Koelkast is niet meer. Heks is ontdaan. Maar niet getreurd, Liebherr doet zijn intrede in Huize Heks. Binnenkort.

Woensdagavond geef ik vrij laat de beesten eten. Zeven hongerige katten zitten op de keukentafel en de buffetkast te schreeuwen. Ysbrandt stofzuigt  de vloer op zoek naar kattenbrokjes. Ik pak zijn eten uit de koelkast. Het voelt warm aan. Huh?

Snel loop ik terug naar mijn schuddebuikende stuk huisraad. Hij staat doodstil. Ook fluit hij niet naar me, zoals gewoonlijk. Zijn lichtje brandt nog, maar toch is hij overleden! Heel stilletjes heeft hij ergens in de de afgelopen uren zijn laatste koude adem uitgeblazen…..

Oh jee, ook dat nog.

Ik zet em een keertje aan en uit. Het helpt niet. Ook gedraai aan zijn enige knopje heeft geen enkel effect.

Snel voer ik het vee. Wat nu? De volgepropte vriezer is nog stijfbevroren. Ik stuur een nood-sms aan Frogs. ‘Ik lig al bijna in bed, Heks. En morgen moet ik heel vroeg op. Dus ik kan je niet helpen. Wel mag je alles in mijn vriezer stoppen. Die is helemaal leeg. Je hebt de sleutel, dus kijk maar…’

Heks is ook gaar. ‘Morgen is er weer een dag,’ bedenk ik me. Zodoende laat ik de boel de boel en ga ook bijtijds slapen. Dat lukt niet. Ik zit de halve nacht in mijn doodstille woonkamer. Jeetje, wat een rust. Ik mis mijn kouwelijke luidruchtige stuk meubilair!

De volgende dag kom ik maar niet op gang. Aan het begin van de middag ben ik dan eindelijk zover, dat ik met koelboxen vol diepvrieszooi richting Frogs vertrek. Ik prop alles in het vriesvak van zijn ijskast, mijn oude exemplaar. ‘Jeetje, Frogs,’ grap ik een dag later, ‘ Die oude doet het nog prima en mijn nieuwe is kapot. Ik kom em weer ophalen, hoor……’

Niets is minder waar. Ik ben me online aan het oriënteren op een spiksplinternieuwe koelvriescombinatie. Als snel zie ik door de bevroren bomen het ijzige bos niet meer. Uiteindelijk loop ik de witgoedwinkel hier om de hoek binnen. Er is geen enkel passend apparaat voorradig, maar ik kan er wel eentje bestellen natuurlijk.

 

Zo gezegd, zo gedaan. Volgende week komt er een hele mooie Liebherr. De Cadillac onder de koelkasten volgens de verkoper. Morgen krijg ik een noodexemplaar. Een oude rammelkast met fluittonen waarschijnlijk. Gezellig!

Vandaag ruim ik samen met mijn hulp alle restanten voedsel uit het kapotte apparaat op. We maken em een beetje schoon. ‘We nemen die oude koelkast gewoon weer mee, maar zorg dat er geen restanten vlees of zoiets inzitten, zei de jongeman in de winkel tegen me. Ha, stel je voor. Het komt regelmatig voor dat mensen hun oude vriezer met inhoud en al meegeven….Ontdooid en wel, soms in verregaande staat van ontbinding. Walgelijk natuurlijk!’

De vorige keer dat mijn koelkast het begaf lag ik drie dagen later in het ziekenhuis met een darmafsluiting. Precies met pasen. Een soort wederopstanding, want ik dacht werkelijk dat ik dood ging van de pijn. We zijn drie dagen verder nu en pasen is ook net aan voorbij, dus ik heb goede moed dat me dat deze keer niet gebeurt.

Aan het eind van de middag fiets ik naar Engel. Ze is jarig. Ik heb een enorme zachtroze Helleboris bij me in feestelijk cellofaan. Ysbrandt draaft enthousiast naast me. Hoera, we gaan iets leuks doen!

‘En?’ informeer ik, nadat ik haar heb gefeliciteerd en gezoend, ‘Is ie nog geweest?’ We giebelen. Een vriendin van de jarige heeft haar gisteren zitten plagen ‘Ik bezorg je een geweldige verrassing morgenmiddag!’ dreigde ze. En wat voor’n verrassing…. Een professionele striptease door een ‘politieagent’. Haha.

Natuurlijk kwam er ‘zogenaamd’ iets tussen. Het blijft bij een goeie grap. We moeten het met louter voorpret doen. We grijnzen ondeugend. ‘Ach,’ zeg ik laconiek, ‘Beter zo. Ysbrandt heeft al eens in de ballen van een politieman gehangen. Ik weet niet wat er gebeurt als een agent ook nog eens al zijn kleren uittrekt! Hij eindigt misschien als smurf….’

De rest van het bezoek is al vertrokken. Ik ben echt laat. ‘Kom, ik maak je flesje wijn open, Heks.’ Ik heb een minifles witte wijn meegebracht. Niet koud natuurlijk, helaas. Engel gaat op zoek naar een kurkentrekker. Ze is pas vorige week hierheen verhuisd, overal staan nog dozen. ‘Ik weet niet of ik er eentje heb, Heks, ik drink nooit wijn.’ Ze spit al haar keukenlades om. Geen kurkentrekker.

Ik doe nog een lauwe poging om de kurk erin te duwen met mijn duim. We willen gewoon feestelijk klinken! Uiteindelijk zitten we lekker aan de dubbeldrank met chips. Hele lekkere chips. Dat merk moet ik onthouden!

Jarige Engel in haar nieuwe knusse huisje. Vergenoegd zit ze een paar verhalen te vertellen. Na een uurtje is de koek op bij Heks. Plankerig hijs ik mezelf overeind. ‘Heb je last van je rug?’ Ja, die zit helemaal vast na al dat gesjouw met koelboxen vol bevroren eten….. Ze legt haar genezende handjes er op.

Ik ben eigenlijk te moe om ervan te genieten. Maar ik voel wel van alles tintelen en in beweging komen. Even later ga ik met Varkentje richting huis. Ik fiets een stukje en dan laat ik hem los in de berm. Zo kuier ik langs de Singel. De stad heeft iets feestelijks. Het is al bijna half acht, toch zitten er mensen op de terrassen. Soms met dekentjes om hun benen, maar toch buiten. Genietend van de lauwe lentelucht.

‘Jouw verjaardag is met recht de eerste echte voorjaarsdag!’ roep ik eerder verrukt tegen mijn vriendin. Tot gisteren heb ik steeds in een dikke donzen winterjas met Ys gelopen. Vandaag niet. Een warm vest en een leren jasje zijn voldoende. Ik hoef ze niet eens dicht te knopen!

Nu zit ik weer rustig thuis op de bank. Hongerige poezen staan op het balkon te schreeuwen. Mijn hondje ligt aan mijn voeten. Hij houdt me met  één oog in de gaten. Hij heeft ook honger. De kleine koelcrisis is bezworen. Ik hoef helemaal niets meer vandaag. Nou ja, beesten voeren, mezelf voeren en nog een hondenrondje…..

En morgen? Dan is er weer een dag.

 

EX ANIMO ZINGT NAAR EEN OPSTANDING TOE! Geweldige recensie in het Leidsch Dagblad van ons concert, de Matthäus Passion, vorige week in de Pieterskerk. Een greep uit de superlatieven: contrastrijke dynamiek, juwelen van koralen, ontroerend gezongen, volkskoren gaan door merg en been…..

EX ANIMO, LEIDEN

Het instuderen van Kinot heeft het hele koor opgetild naar een hoger niveau

Ons koor ‘Ex Animo’  heeft dit jaar een fantastische recensie gekregen voor onze vertolking van de Matthäus Passion in onze lokale krant: Het Leidsch Dagblad. We zongen veel beter dan vorig jaar. Ja, vind je het gek? Toen deed ik nog niet mee……. 🙂

Ex Animo zingt naar een opstanding toe!

Volgens de vriendin van onze dirigent komt onze bovengemiddelde zangprestatie voort uit het feit, dat we vorig jaar dat ongelofelijke moeilijke atonale koorwerk ‘Kinot‘ van René Samson hebben ingestudeerd. Dat heeft uitermate veel inzet en concentratie van de koorleden gevergd. Daar plukken we nu de vruchten van!
Tijdens de eerste repetitie na onze uitvoering worden we uitgebreid toegesproken door de dirigent. Hij is zeer in zijn nopjes met de recensie en onze prestatie. ‘Het is elk jaar weer een feestje om dit grote werk uit te voeren, maar dit jaar zijn we boven onszelf uitgestegen.’
EX ANIMO, LEIDENEX ANIMO, LEIDENEX ANIMO, LEIDEN
Dezelfde avond echter beginnen we alweer aan een nieuw project. Het Leids Amateurkunst Festival. We studeren hiervoor muziek in van Finse en Deense componisten. Komend weekend krijgen we Deense les. Heks heeft vroeger een tijdje die taal bestudeerd in het talenlaboratorium van de universiteit. Ik heb dus een kleine voorsprong….. Later gaan we ook nog Fins leren uitspreken. Het hoogst haalbare, want begrijpen zit er echt niet in. Deze taal behoort tot de  Oostzeefinse talen binnen de Finoegrische taalfamilie. Het is verwant aan het Hongaars. Maar voor ons is het apekool.
In de pauze zit ik lekker te giebelen met een paar alten. Ze plagen me met mijn aanvaring vorige week met een stelletje bitchy sopranen. Werkelijk iedereen heeft me horen schreeuwen tegen die twee taarten, maar slechts een klein clubje heeft gezien hoe ze me te lijf gingen… ‘Haha, ze wilde gewoon je muziekstandaard afpakken, maar je gaf em niet af! Hihi, die ene stond maar aan die poten te rukken….. Onder het schreeuwen van: Ik zit zelf ook in de muziek!’
Nou ja, mijn toetreden tot dit koor is niet onopgemerkt gebleven.
EX ANIMO, LEIDEN
Aan het eind van de avond spreek ik de vroegere koster aan van een kerk in Leiden Zuid West. Ik gaf daar dertig jaar geleden dramalessen aan een stel geweldig leuke jonge mensen. Eén daarvan is zijn intussen natuurlijk volwassen dochter. Zij is onlangs ernstig ziek geworden. Een chemokuur heeft haar voor de poorten van de hemel weggesleept, terug dit aardse bestaan in.
‘Wat fijn, dat die kuur is aangeslagen, hoe is het nu met haar?’ Ik krijg een uitgebreide update van haar toestand. ‘Je hebt haar goed gekend, hè?’ Goed is overdreven, maar ik heb wel hele goede herinneringen aan die enthousiaste club jongelui.
Later die avond herinner ik me, dat ze ooit een keer grote moeite had met een opdracht: Ze moest op overtuigende wijze een sterfscène te spelen. Ze bakte er niet veel van. ‘Toen niet en nu gelukkig ook niet,’ denk ik bij mezelf, als ik weer thuis op de bank zit.
EX ANIMO, LEIDEN
Zingen in een koor. Het behelst veel meer, dan je mond open doen en alle registers open zetten. Muziek instuderen en samen oefenen. Het is een sociaal gebeuren. Mensen leven intens met elkaar mee. De ouders van de vrouw met kanker hebben ongelofelijk veel lieve kaartjes en telefoontjes gehad van koorleden.
EX ANIMO, LEIDEN
Een maatje van me, die ook pas net lid is kreeg direct iemand op ziekenbezoek, toen ze een operatie aan haar knie onderging! Dat brengen familieleden en vrienden soms niet eens op voor hun medemens.
Ik stort me er dan ook helemaal in. Volgende week doe ik mee met een concertje in de Pieterskerk in het kader van het afscheid van een medewerker aldaar. We krijgen een gezellige maaltijd aangeboden en zingen dan een mooi lied over Leiden. Hartstikke leuk toch?
EX ANIMO, LEIDEN, Pieterskerk

Hier hebben we onze laatste twee concerten gezongen!