Eén en één is drie volgens Synergy, de lachende kristallen potsenbakker uit Lemurië. Heks is een paar dagen in de leer bij zijn hoedster Sherry Whitfield. Heerlijk!

Zaterdagmorgen sta ik vroeg op. Ik gooi koffie naar binnen, ren onder de douche door, pak mijn spullen bij elkaar…… VicThor kruipt spontaan in zijn vervoersmandje. Hij gaat een dagje bij Joy doorbrengen, want Heks gaat met medeheksjes uit alle windstreken een weekend in de leer bij Sherry Whitfield. Ze is in Nederland met Synergy, de lachende oude schedel uit Lemurië.

Enigszins slaperig rijd ik naar Den Haag. Ik ben de hele week licht grieperig geweest. Gelukkig ben ik net op tijd een beetje bijgetrokken: Ik zou dit weekend voor geen goud willen missen.

In een oud herenhuis aan de koningin Emmakade worden we hartelijk ontvangen door Maan en Maja, het gouden duo, dat deze workshops organiseert. Al jaren verspreiden deze bevlogen dames kristallijn licht in ons miezemuizige kikkerlandje middels hun samenwerking met draken, eenhoorns en kristallen schedeltjes.

‘Er is koffie, thee, sap, fruit, nootjes, koekjes en chocolade….. Jullie moeten goed eten, want zo’n dag kost je veel energie. Voel je je dus wat slap worden, of licht in het hoofd: Schroom niet, maar zorg dat je iets eetbaars binnen krijgt!’ Maan hamert er nog maar eens goed op, dat je met je voetjes op de grond moet blijven. En wat helpt beter tegen vaag gezweef dan de gulle gaven van de Grote Moeder in je maag?

Even later zitten we in een grote kring om een enorm tapijt. Alle deelnemers hebben een paar schedeltjes uit hun eigen collectie meegenomen. Parmantig staan ze opgesteld aan de rand van het veld. Sherry zet Synergie op zijn standaard met blauw licht. Terwijl de ruimte zich vult met zijn bijzondere vibratie steekt zijn hoedster van wal.

Het thema van de dag is contact met engelen, onze gevleugelde vrienden. Die boodschappers van het goddelijke, waar bijna elk mens wel eens mee in aanraking is geweest. Ook al zullen de meesten onder ons dat niet toegeven…..

Eén van de leukste aspecten van dagen als deze is het feit dat ik omgeven ben door mensen zoals ik: Supergevoelig. Niemand vindt het gek dat ik met bomen praat. Of stenen. Mijn heksennatuur wordt hier volledig geaccepteerd. Niet omdat mensen zo reuze coulant zijn door me niet direct voor gek te verklaren. Nee. Mijn heksenaard valt hier totaal niet op: Iedereen in deze ruimte heeft die verfijnde bedrading, waardoor je meer waarneemt dan de gemiddelde mens!

Goeie hemeltje, wat hebben we een heerlijke dag! Van 10 uur ’s morgens tot een uurtje of zes in de namiddag is Sherry aan het woord. Met een welverdiende lunchpauze tussendoor. ‘Dan moeten jullie haar eventjes met rust laten hoor,’ maant Maan. Oeps. Het kost ons moeite, blij als we zijn dat deze vurige roodharige met haar kristallen vriend weer eens onder ons is.

Omgeven door zachte engelenenergie rijd ik weer naar huis. Daar wacht me een onrustige nacht. Mijn hele energiehuishouding staat op zijn kop. Tegelijkertijd ben ik zo gaar als boter. VicThor laat zich ook niet onbetuigd. Steeds als ik eindelijk lekker lig te knorren maakt hij me weer wakker. Of ik maar eventjes naar buiten wil gaan, want meneertje Koekepeertje wil me een poepie laten ruiken!

Zondag is er nog een dag met Sherry en Synergie. Ook al ben ik doodmoe, toch ben ik blij dat het nog niet voorbij is. Morgen nemen we allemaal onze favoriete kristallen uit onze persoonlijke collectie mee. Daar gaan we dan samen mee spelen….. Heerlijk!

 

 

 

Schelden is niet voor helden. Toch ontkom je er soms niet aan. Waar het hart vol van is loopt de mond van over, ook in dit geval. Maak van je hart geen moordkuil, Heks! Gooi het er maar uit, die vuiligheid. Opgeruimd staat netjes! Narcistendag 2.

Zaterdagmorgen sta ik vroeg naast mijn bed. Vandaag heb ik weer een narcistendag, maar deze keer moet ik helemaal naar Gouda. Dat vraagt wat meer inspanning mijnerzijds. Om kwart voor negen zit ik in de auto, ruim op tijd. Ik gooi Ysbrandt eventjes los in een park. Hij mag mee vandaag. Ik heb geen oppas kunnen regelen.

Helaas heb ik vandaag alle stoplichten tegen. Als ik de Hoge Rijndijk afrijd gaat de brug open. Het duurt zeker tien minuten voordat alle Rijnaken en plezierjachten voorbij zijn gevaren. Meuh. Prutteldepruttel. Heks zit zich op te vreten. Intussen rijd ik op een strak schema. Als alles goed gaat ben ik toch nog even voor tienen ter plaatse.

Maar niet alles gaat goed. Als ik in Gouda arriveer stuurt mijn TomTom me via een eindeloze dijk langs de Reeuwijkse plas. Opeens kan ik niet verder. Vervelende mannetjes in oranje pakken staan bij een wegversperring te posten. Wat nu? Ik vraag advies, maar de mannetjes weten niets van de omgeving. Of het interesseert ze niet of ik ooit mijn doel bereik. Ik rijd op de bonnefooi een belendend industrieterrein op.

TomTom laat zich ook niet onbetuigd. Zeker zes keer kar ik hetzelfde rondje tussen de afgesloten loodsen en foeilelijke bedrijfspanden. Wat een blikveldvervuiling, deze architectuur van lik m’n vestje. Maar ja. Hoe kom ik hier weg? Ik bel de twee trainers van vandaag, dat ik iets te laat ga komen. Ik krijg een melding dat het ene nummer niet bereikbaar is. Het andere is niet correct, ik krijg een wildvreemde vrouw aan de lijn.

Na nog een woest rondje industrieterrein bel ik het eerste nummer nog eens. Weer onbereikbaar. De telefoon staat duidelijk uit. Ik word zo woedend. Krijg toch de kolere. De telefoons zouden tot tien uur aan staan, omdat het vaker gebeurt, dat mensen te laat komen. Door files bijvoorbeeld…. Of zoiets als dit.

Scheldend rijd ik nog maar een rondje op zoek naar de juiste route. Afschuwelijk woorden blubberen oncontroleerbaar mijn mond uit. ‘Hoerentoeters, kutlijers, mensen zijn zo slecht. Godverdegodver….. ‘ en ga zo maar door. Ik kanker en scheld op alles en iedereen. Zoals wel vaker de laatste tijd als niemand me hoort of ziet.

Ik ben behoorlijk over de zeik. Uiteindelijk rijd ik een stuk verderop langs een stuk wegversperring. Geen mannetje te zien. Mooi zo. Dat is het voordeel van zo’n klein autootje. Je kunt overal langs en tussendoor. Stukje fietspad? Geen punt indien nodig.

Zonder problemen kan ik gewoon het laatste stuk langs het water rijden. Het is me een raadsel, waarom die weg in godsnaam helemaal dicht moet, maar goed. Mannetjes hè! Die willen gewoon lekker moeilijk doen. Hun invloed doen gelden…..

Een minuut of tien te laat ben ik dan toch ter plekke. Ik mag er nog in! Een hele lieve jongedame ontvangt me en stelt me een beetje op mijn gemak. Dat valt nog niet mee. Er komt stoom uit mijn oren.

De trainers schrikken als ze ontdekken dat de telefoons onterecht uit staan. Er is als het goed is nog iemand onderweg. Die is overigens nooit meer opgedoken. De telefoons gaan aan. ‘Eindigt jouw nummer op **?’ vraagt de vrouwelijk trainster. Terwijl ze het vraagt hoor ik immens geschreeuw vanuit haar telefoon. Dat ben ik! Haar antwoordapparaat stond wel degelijk aan. En ik heb blijkbaar het gesprek niet afgebroken……. ‘Geen idee,’ draai ik erom heen.

In de pauze vertel ik haar, dat ik inderdaad die schreeuwlelijk op haar voicemail ben. Helemaal boven mijn theewater. ‘Luister het asjeblieft niet af!’ roep ik wanhopig. Ik gun het niemand om die vuiligheid over zich heen te krijgen. Nou, misschien een incidentele narcist. Maar zeker niet deze lieve dame.

‘Het komt vanuit trauma. Je hebt zoveel moeten slikken, dat komt er nu uit. Al die ellende zit in je lijf opgeslagen. Helemaal niet verbazingwekkend, dat je zo gaat schelden, zeker niet als alles tegen zit.’ ‘En je op weg bent naar een narcistendag,’ denk ik erachteraan, ‘waar je veel geld voor betaalt, terwijl de aanstichters van dit onheil nergens last van hebben…… Dat geeft inderdaad nogal wat onvrede.

Zo is de narcistendag nog niet eens begonnen en ik heb al de belangrijkste les te pakken van vandaag. Mijn gescheld mag! Het is niet nodig mezelf daar ook nog eens op af te kraken. Ik mag woedend zijn op al die gekken, die me bij de neus hebben gehad. De monsters, die me fysiek te grazen hebben genomen, alsmede alle leugenaars, bedriegers en dieven, die hier kind aan huis zijn geweest.

Ik mag kotsen op mensen, die mij hebben uitgekotst. Ik mag kwaad spreken over mensen, die me kwaad hebben gedaan. Ik mag lastig zijn voor hen die me lasteren. En ik mag iedereen stijf schelden, die mij naar het leven heeft gestaan. Figuurlijk dan. Ik ben wel geslagen, maar gelukkig nog nooit dood geslagen of verwurgd. Wel zijn er zijn mensen, die me sociaal hebben vermoord. En op hen scheld ik ook grof. Volledig terecht.

Maar goed, ik hoop wel dat het een keertje ophoudt, die vuilbekkerij. Je krijgt echt een vieze smaak in je mond door al dat gekanker. Ook schaam ik me natuurlijk toch dood als die vrouw mijn grove taalgebruik hoort. Ik dacht dat haar telefoon uit stond en de mijne het contact had verbroken. Niet dus.

Confronterend. Maar het is nu eenmaal gebeurd. Heks is gewoon enorm pissed off. Op alles en iedereen, die over mijn grens is gegaan. Recent of honderd jaar geleden. Maakt niet uit. Hoepel op van mijn terrein.

Ook ben ik er helemaal klaar mee om bruggen te bouwen naar narcistische idioten. Liever geef ik hen op hun kloten!

Ooit zal het wel overgaan. Deze rage, razernij, woede….. Op een dag zijn de scheldwoorden op en is de bal nijd verdwenen uit mijn buik. Op een goede dag. Als ook alle narcisten en psychopaten me hebben verlaten en terug zijn gekropen in hun hoeken en gaten. Of onder hun steen.