Zwemmen! Heks krijgt het bij voorbaat koud. Toch ga ik dat bad weer in. Het moet. Het zal. Vooral nu mijn meerbadenkaart onverwacht toch is verlengd!

Vandaag ga ik zwemmen. Momenteel lig ik moed te verzamelen. En uit te deuken van een zeer onrustige nacht. En bij te komen ook. En mezelf bij elkaar te harken. En bij voorbaat alvast extra te rusten. Want vandaag, straks, ga ik zwemmen.

Ik lag overigens al om een uurtje of vijf in bed gisterenmiddag. Helemaal verrot na een wandeling met de hond. Repeteren met het koor de dag ervoor. Het weekend met het feestje. Uitgeput. Opgesoupeerd.

Als ik de televisie aanzet zie ik dat die verdraaide verkiezingen aan de gang zijn. Potverdrie. Moet ik mezelf weer uit bed hijsen en in de kleren. Moet ik mezelf weer reanimeren tot menselijke proporties. Zal ik eens een keertje overslaan?  Heks, die altijd stemt. Ik ben het wel eens vergeten in een vergelijkbare situatie……

Eerst maar eens op zoek naar die verduvelde stempas. Moet ergens in de stapel met folders en post liggen. Na enig spitten vind ik em zowaar. Oh, het zijn er twee. Ik heb eventjes niet opgelet.

Moet ik ook nog eens over die nieuwe wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) stemmen. Die griezelige Big Brother kutwet. Waarbij de politie in je onderbroek kan kijken. Straffeloos. Bah. Voor een enkele verdwaalde terrorist. Zum kotzen!

En: Een referendum. Huh? Daar deden we toch niet meer aan in Nederland?

Ik hijs me dus maar weer uit bed. Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik niet mijn stem tegen die wet zou hebben verheven….. Trillerig eet ik een hapje. Rust daarvan weer uit. Kan ik alweer lopen? Ik moet toch de deur uit. Is er alweer genoeg brandstof in de benen? Zijn de zweetaanvallen geluwd? Doet mijn hoofd het alweer? Want de hersenpan stond ook uit ontdek ik net……

In het stembureau is het druk. Er staat een rij van hier tot Tokio. Ik hang op mijn benen te dweilen. Ik wip van voet op voet. Duizelig en draaierig. ‘Schiet op, stelletje slome duikelaars,’ maan ik mijn voorgangers inwendig. Ik lees ter afleiding de poster over ‘Uw gedrag in een stemhokje’.

Huh? Wat doen mensen zoal in die stemhokjes dat je er een gedragscode voor moet opstellen? Mijn belangstelling is gewekt. En zo overleef ik het kwartier totdat ik aan de beurt ben. Met hangen en wurgen.

Zo. Dat is dan weer een lekker verslag van zo’n halvezolige dag. En ook vandaag zie ik het somber in. Ik ga zwemmen, terwijl ik niks over heb. Tricky. Maar ik moet ook zwemmen. al is het maar om mijn ledematen op termijn enigszins in de kom te houden.

Momenteel ploppen mijn schouders alle kanten op. Je kunt het zelfs horen. Ploppederplop! Met enige regelmaat kijkt iemand er vreemd van op. Wie is die heks? En waar verstopt zij kabouter Plop? Onder haar oksel soms?

Ik mag blij zijn dat ik weer ga zwemmen. In december was mijn kaart met nog 52 baden daarop verlopen. Door allerlei fysieke ellende heeft Heks veel te weinig gezwommen de afgelopen jaren. ‘Dat is altijd hetzelfde bij u. Schrijf maar een brief, misschien dat u respijt krijgt, maar ik geef u weinig kans,’ bitste de medewerksters achter de kassa.

Honderd euro door de plee, omdat de dames van de kaartverkoop niet dol zijn op Heks. En dat is een understatement. Ze hebben gewoon de pest aan me. Dat gebeurt me vaker. Meestal zonder enige reden. Zoals honden direct antipathie kunnen voelen voor een wildvreemde andere hond, voelen bepaalde vrouwen iets dergelijks zodra ze Heks in het vizier krijgen. Het zal wel. Ik ben vast niet de enige, die dit lot treft.

Zo heb ik dan die brief geschreven. Niets op gehoord. Uiteindelijk bel ik het zwembad. ‘Hoe staat het met de brief?’ ‘Welke brief?’ ‘De brief is zoekgeraakt met de post,’ verzekert de vrouw aan de telefoon me. Goh. Hoe kan ze dat nu weten? En toch wel weer heel toevallig. Ik heb sterk de indruk dat ze er gewoon mee in haar hand zit.

Nu moet ik dan een mailtje gaan sturen. Vooruit maar weer. Ik stuur de mail een paar keer. Vanaf verschillende mailadressen. Zodat ie zeker aankomt….. want bij zwembad de Zijl is niets zeker.

Tot mijn verbijstering krijg ik onderstaand mailtje terug:

Wij hebben uw badenkaart met nog 53 bezoeken met 1 jaar verlengd. Dit hebben wij al op 10-12-2017 voor u
gedaan.
U kaart is hier mee geldig tot 10-12-2018.
Wij hopen u hier mee tegemoet te zijn gekomen
Met vriendelijke groet Team spa

Dus die caneira’s achter de kassa hebben gewoon wel mijn kaart verlengd, maar tegen me gezegd dat ik de rambam kon krijgen. Bizar. Ik had al drie maanden kunnen zwemmen potverdorie.

‘Jij hebt dat toch ook gehoord, Saar, dat die vrouwen aan de kassa me de deur wezen in december?’ Mijn vriendin heeft het ook gehoord. Ze stond er bij en keek ernaar. ‘Heks, te gek voor woorden dit. Laten we als de donder die kaart opzwemmen en naar een ander zwembad gaan. Het is hier altijd wat!’

Zometeen ga ik zwemmen. Ik zie er als een berg tegenop. Omdat ik zo moe ben en verrot. Omdat alles pijn doet en dat voel je ook in het water. Omdat het zo koud is. Omdat ik daarna uren geen pap kan zeggen.

Waarom doe je het dan Heks? Om mijn gewrichten weer in de kom te krijgen. Een beetje spiermassa rond de kommen scheelt enorm. Het is dus uit lijfsbehoud dat ik mezelf dit aandoe. Niet om te genieten. Ik zeg het maar eventjes om misverstanden te voorkomen. Maar wie weet geniet er ik er toch van. Eventjes. Tussen de opstartpijnen gedurende de eerste tien baantjes en het in elkaar storten na de vijftiende…….

 

 

 

Olympische Spelen gaan nooit vervelen. Drama’s en dieptepunten verdiepen de hoogtepunten. Heks zit heerlijk eindeloos te kijken. Middenin de nacht. Live als het ff kan.

De afgelopen week ben ik toch zo gelukkig. De Olympische Spelen zijn begonnen! Eerst kijk ik de hele openingsceremonie van achter naar voren. En van voor naar achteren. Allerlei oude sportcoryfeeën lopen trots met hun vaandel voor de troepen uit.

Noord en Zuid Korea hebben de strijdbijl tijdelijk begraven. Eventjes herenigd buiten de politieke bemoeienissen om. Of ondanks al die manipulaties. Stralende gezichten bij de Army of Beauties, de 230 cheerleaders uit Noord-Korea

De Olympische Spelen. Er is altijd wel wat tijdens dit evenement. Nu waaien de snowboarders al een week massaal van de pistes. Bij 1 van de wedstrijden bleven er van de vijfentwintig deelnemers maar vijf overeind.

Onze Nederlandse dame kreeg ook de wind van voren. En in de rug. Kansloos kwakte ze een stuk verder in de sneeuw. Ja, lekker. Daar train je dan 4 jaar voor. Daar offer je dan alles voor op. Om door stomme pech te worden geveld. ‘Een loterij,’ verzucht een teleurgestelde Cheryl Maas, ‘Onverantwoord gewoonweg….’ 

Veel blessures ook natuurlijk bij die wedstrijden. Niet iedereen is er zonder kleerscheuren vanaf gekomen.

En gisteren natuurlijk het verschrikkelijk drama met Sven Kramer. Deze Nederlandse kanjer, die we allemaal zo graag eens die 10 kilometer zien winnen. Iedereen gunt het hem zo!

Die afstand, die hem ooit door zijn coach Kemkers door de neus werd geboord. Een groot sportman, die Sven: Hij heeft nog jaren bij de man getraind. En nooit een onvertogen woord over zijn oude trainer.

Heks zit aan de buis gekluisterd tijdens haar favoriete afstand. Ik hou van die rit. En nee hoor! Al na een paar rondes ziet het er raar uit. Zijn kop schiet op slot. En zijn benen volgen. Hij zakt door het ijs en dan is 10 kilometer een verschrikkelijk end.

Ted-Jan Bloemen gaat met de winst aan de haal. Verdiend hoor. Wat kan die jongen geweldig mooi schaatsen. Maar zuur natuurlijk dat hij nu voor Canada rijdt. Hij is volgens sommige van zijn oude Hollandse schaatsmaatjes gewoon een beetje anders en kon slecht aarden in onze koude kikkercultuur. In zijn andere vaderland is deze bloem opgebloeid……

Geschokt ben ik echter weer door Joris Bergsma. Wat flebbert er nu weer voor’n onsportieve drek uit zijn grote bek tijdens een interview? Sven Kramer zou het nieuwtje over zijn coach hebben gelekt naar de Volkskrant? En het blijkt gewoon die domme coach van hem zelf te zijn geweest, die zichzelf zo in diskrediet heeft gebracht? Ik heb die Joris Driepinter al eerder stomme dingen horen zeggen en doen.

In 2014 bijvoorbeeld: Vandaag weer gouden medailles op de Spelen. Ik zit voor de TV te schrijven. De spannende races volg ik met ingehouden adem. De toestanden rondom het schaatsen volg ik met verbijstering. Wat nu weer? Jorrit Bergsma trekt zich terug als reserve. Vlak voor de wedstrijd! Nou ja. Wat is dit nu weer voor een verhaal.

Hij kan geweldig hard schaatsen en heeft alweer een medaille gewonnen. Beide Spelen echter zet hij zichzelf ook met een onsportieve prestatie op de kaart. De echte sportman onderscheidt zich niet door te winnen. En wat dat betreft steekt Sven met kop en schouders boven hem uit.

Verdraaid. Die verrekte Olympische Spelen. Altijd drama’s. En outsiders, die er met de medailles vandoor gaan. Maar ook soms gerechtigheid. Zoals met Svindal. Midden in de nacht zie ik hem de afdaling winnen. Wat ziet het er goed uit wat hij doet. Als een gestoorde stort zijn forse lijf de berg af. Ik hou ervan om deze grote kerels zo bezig te zien. Met hun stevige lange lijven. Echte snelheidsduivels. Fantastisch.

Wat later word ik wakker uit een sluimerslaapje. Precies op het moment dat de Nederlands/Ghanese skeletonman  Akwasi Frimpong naar beneden kachelt. Als een natte krant volgens de presentator. ‘Maar hij is toch een held. Bij ons en in Ghana,’ ratelt de verslaggever verder. Ik zie hem inderdaad tegen de kanten klutsen. Hij zet zelfs zijn voet buitenboord om te voorkomen dat hij wordt gelanceerd. ‘Een soort Eddy The Eagle,’ denk ik bij mezelf.

Maar zijn Olympische droom is uitgekomen. Hij wilde hoe dan ook een keer aan iets meedoen.  En meedoen is belangrijker dan winnen nietwaar? Nou ja, daar zijn de meningen ernstig over verdeeld.

Ongelofelijk toch? Sommige mensen blinken uit in hun sport en krijgen geen startbewijs van hun land, omdat ze te weinig kans hebben op een medaille. Zoals de Nederlandse skiester Adriana Jelinkova . Anderen klungelen maar wat aan en weten toch via een omweg een startbewijs te bemachtigen. Ach ja. De Spelen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Eerlijk gaat het er niet aan toe. Ook zijn er altijd achteraf weer allerlei doping gevallen te melden. Best zuur als je daardoor net buiten de prijzen bent gevallen en het wordt niet rechtgezet. Omdat het middel nog niet op de dopinglijst stond, omdat het nog niet bekend was.

‘Zoals een hartmiddel, Heks ,’ vertelt Blonde Buurman me de volgende morgen, ‘Een regulier medicijn, dat de gehele Russische equipe in het verleden gebruikte. Het heeft Kjeld Nuis in Sotsji zijn gouden plak gekost. Gelukkig heeft hij deze keer wel gewonnen. ….’ Maar daarvoor moesten er wel terecht een aantal supersnelle Russen worden uitgesloten van deelneming.

Heks kon vroeger ook een lekker potje schaatsen. Veel verder dan recreatief knallen ben ik echter nooit gekomen. Gelukkig maar. Ik weet niet of ik geschikt zou zijn voor het hele circus eromheen. Je moet zo stevig in je schoenen staan om onder druk te presteren. En ook is het goed mogelijk dat je het ene moment prima in vorm bent en een dag later opeens niet.

Of je hebt chronisch blessureleed en vage psychische klachten. Raakt overtraind of krijgt een zwabbervoetje. Ja, alles is mogelijk als je aan topsport waagt. Gezond is het geenszins. En je lijdt altijd pijn.

Nou ja, dat heb ik dan toch weer wel met topsporters gemeen. Elke dag volstrekt verzuurde spieren. Maar Heks hoeft er niet voor te sporten.

Heks heeft grote bewondering voor al die gekken, die zich dag in dag uit inzetten voor hun sport. Die ons meenemen naar de Olympische Spelen. Die ons kikkerlandje sportief op de kaart zetten. Maar ook al diegenen, die andere landen op de kaart zetten.

De heldinnen en helden, die ons zo laten genieten. Er is pas een week voorbij, ik heb nog een paar weken voor de boeg. Vandaag bijvoorbeeld de 5000  meter bij de vrouwen. Onze Hollandse gouden supermeiden, die het zo geweldig goed doen op deze Spelen.

Het liefst zou ik alles opnemen, want eigenlijk wil ik niets missen. Van bobsleeën tot ijsdansen: Ik wil alles zien! Heks houdt gewoonweg enorm van sneeuw en ijs. Van afzien en kou lijden. Van sport en met name wintersport. Tegenwoordig echter wel vanuit haar bedje…..

Iemand heeft het opgenomen voor Bergsma: Waarom werd de affaire Bergsma geen affaire?

Heks gaat op vakantie:  een weekje Buitenkunst! Het heeft wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk zit ik dan toch in mijn tent!!!

  
Zaterdagmorgen staat Frogs op de stoep. Hij komt me helpen met het inladen van mijn auto. Met zijn pink….. Heks gaat een weekje op vakantie. Kamperen op Buitenkunst. ‘Heb je daar Cowboy niet ooit ontmoet?’ Ja, inderdaad. Twee jaar geleden om precies te zijn. Alleen ga ik nu naar een andere locatie. 

Terwijl Frogs vuilniszakken in de container gooit, de hond uitlaat en wat laatste boodschappen voor me haalt zoek ik me een ongeluk naar m’n brace. Waar is dat ding? Ik heb em pas gisterenavond laat afgedaan!

  

  
Het is al de zoveelste zoekpartij. M’n rijbewijs en autopapieren ben ik een hele dag kwijt geweest. Gisterenavond heb ik me nog suf gezocht naar mijn andere hulpstukken voor de diverse gewrichten. De oplader van mijn Tens apparaat is ook al verdwenen. Kortom: ik kan niets vinden…..

Uiteindelijk zit ik met al mijn teringzooi in Het Gele Gevaar. Ik prop Ysbrandt er nog bij. Die gaat een weekje bij Cowboy logeren. Later dan gepland rijd ik de stad uit. Het is prachtig weer. Het is Gaypride in onze hoofdstad. Gelukkig kan ik er redelijk doorheen komen. Om een uurtje of twee lever ik Varkentje af.

Samen met een recent aangeschafte fietskar. Ik leg mijn lief uit hoe het geval werkt. Leuk! Kunnen ze samen op stap volgende week met de voorspelde hittegolf. Uiteindelijk tuf ik richting Drenthe. Alle beesten verzorgd, mijn handen vrij, mooi weer op komst en een hele week creatief bezig zijn. Joepie!

 Edit   
Als ik op Buitenkunst arriveer krijg ik een kaart van het terrein. Hier staan gezinnen, daar staan pubers en gillende keukenmeiden. Blèrende baby’s zijn er ook. Dat moet ik zien te vermijden. Heks heeft zin in rust. Omdat de dagen vrij hectisch zijn is het prettig om je even terug te trekken…..

Op advies van de dame achter de balie rijd ik naar een kalme hoek. Ik parkeer mijn herstelde voiture en annexeer een plekje in het bos. Bij het opzetten van de tent knapt er een tentstok. Verdraaid! Ik ben een eeuwigheid bezig om de stok te repareren. Vervolgens kom ik er achter dat ik de haringen ben vergeten. Wel klaargelegd maar niet in de auto beland. Natuurlijk geef ik Frogs de schuld. Hij kan zich toch niet verdedigen….

Gelukkig ligt er een pak verse haringen in de auto. Op het laatste moment gekocht en erin gesmeten. Daar kom ik een heel end mee.

Net als de tent staat en alles er zo’n beetje in ligt komt er een juffie van de organisatie. Althans, zo doet ze zich voor. ‘U mag hier helemaal niet staan. U moet daarheen.’ Ze wijst twintig meter verderop. Of ik maar even mijn boeltje wil pakken. Nou, ik dacht het niet!

En dat vertel ik haar ook. ‘Uw collega heeft me deze plek aanbevolen, knappe jongen of meid die me ervandaan krijgt.’ Als ik moet verkassen, ga ik naar huis, denk ik bij mezelf. Het lijkt Ecolony wel. Daar liep een uiterst irritante geitensok achter me aan om me te vertellen wat ik allemaal voor’n schandaligs deed buiten de paden van hun enge regeltjes…… Zoals koffie drinken uit een soepkom. Of tandenpoetsen bij een afwasbak! De man hield daar overigens accuut mee op, toen Frogs zich meldde. Het kan dus ook een onnavolgbare versiertoer zijn geweest. Sommige vrouwen vallen wellicht op betweters…… Hoe onwaarschijnlijk ook!

Nadat ik de vrouw heb verdreven meldt een collega zich. O jee, nu gaan we het krijgen…. Maar nee. De man is uiterst vriendelijk en verontschuldigt zich voor het gedrag van de vrouw. Die heeft helemaal niets te vertellen over het terrein. Hij wel, want hij is de beheerder! De schat brengt me ook nog een zestal haringen. Zo kan ik dan alsnog mijn luifel opzetten….

  

 Als ik mijn tent in kruip ontdek ik dat het luchtbed lek is. Ik blijk een antiek exemplaar te hebben meegenomen. Bij de receptie krijg ik een rolletje Duck Tape. Ik plak het gat dicht en voor de zekerheid ook alle andere gekraakte plekken. Helaas is het ontoereikend. s’Nachts zak ik in no time naar de bodem en daar dobber ik waakslapend tot het ochtendgloren. Goddank heb ik een laagje astronautenschuim om me te redden van de bobbelige koude grond.

Zo is de eerste vakantiedag er eentje vol tegenslag. Maar het beklijft niet. Zo zie je maar weer. Een mens kan best wat hebben. Als de omgeving maar goed is. 

Die avond presenteren alle medewerksters zich in het grote theater, een berg blubber met een tribune ervoor…. We zitten allemaal met onze oortjes te klapperen. Af en toe klinkt er een lachsalvo. Na afloop is er een groot kampvuur. Heks maakt het niet meer mee. Die ligt dan al op de barre grond pogingen te doen om in te slapen……
 Edit