Echte liefde vergt veel moed, want je verplicht je om pijn weg te nemen en welzijn te bewerkstelligen…… Hmmm. En als dat nu niet lukt? Als je poging meer weg heeft van water naar de zee dragen? Heks is het zat om gevoelde nattigheid naar die grote plas te sjouwen. Ook het dweilen met de kraan open kan me niet langer bekoren……

‘True love takes a lot of courage, because it is a commitment to help remove suffering and offer well-being….’ leest Kras voor. Het is weer ‘Sangha voor Kneusjes’ avond. Vorige week hebben het een keertje overgeslagen, omdat ik perse naar het strand wilde. Het was toen tenslotte meer dan dertig graden!

Ik heb er geen spijt van: Het was ongelofelijk zwoel en heerlijk aan zee. Heks heeft er een fantastische avond stukgeslagen met haar lekkere hondje!

Remove suffering and offer well being. Maar tot welke prijs? En als het een eenzijdig gebeuren is, moet je er dan wel mee doorgaan? Gedachten tollen door mijn hoofd, terwijl ik naar de bel luister. Ik beoefen de adem soetra, maar halverwege zit ik weer te tobben. Ik kom niet verder dan lichaam en emoties. Mijn alles behalve lege geest spuit onstuitbaar ideeën door mijn kop.

Ik keer terug naar mijn adem. Telkens opnieuw. Koppig. Volhardend. Gesterkt door de naast mij ademende Kras.

Langzaam dwarrelen de gedachtes voor mijn voeten. Vormen een tapijt van onbegrip om me heen. Voorzichtig loop ik over mijn onvermogen. Sta er op. Erken mijn beperkingen. Stel eindelijk mijn grens.

Op weg naar huis springt VikThor net niet in een moddersloot. Het scheelt een haar. Vanmiddag lag hij wel in diezelfde baggersloot te spartelen. Heerlijk vond ie het. Zijn grote vriend Baris stond weer verbaasd naar mijn pikzwarte monster te kijken.

Vandaag zet ik een streep onder mijn poging iemand te helpen. Het lukt niet. Natuurlijk weet ik ook wel dat ik weer in mijn zelfde groef ben geschoten: Iemand die ik op dat moment niet of nauwelijks ken staat op mijn stoep met een heleboel problemen.

Heks vindt het zo erg dat ze het niet over haar hart kan verkrijgen om die persoon weg te sturen. Langzaam word ik opgegeten door andermans problematiek. Het trekt een zware wissel. Ook zit ik weer eindeloos te luisteren. En niet naar de meest gezellige verhalen.

In dit geval heb ik ook nog geweldig mijn nek uitgestoken. Zonder resultaat. De wereld zit vol ellendelingen en hun slachtoffers. Ik heb er weinig invloed op. Zacht uitgedrukt.

Mijn acties zijn niet zonder gevaar. De malloot waar mijn protégé last van heeft is zeer goed in staat om Heks het leven zuur te maken. Vooral omdat hij hier in de buurt woont. En geen last heeft van scrupules als het gaat om dierenmishandeling en andere narigheid……

Na opnieuw een zeer lange adem bij al deze problematiek treft het inzicht me dat ik echt niet goed bezig ben. Vorig jaar heb ik een aantal mensen de wacht aangezegd, die eindeloos tegen me aan zaten te kwaken over hun ellende. Iets dat ikzelf niet doe. Ik sta het mezelf niet toe! Het is gewoon weinig verheffend om chronisch te mekkeren. Ik heb genoeg te zeuren, dat wel, maar ik wil het niet.

Waarom lukt het me dan niet om anderen de mond te snoeren als ze me doorzagen met hun gehuilebalk? Waarom laat ik volstrekt gezonde mensen met een geweldig leuk leven zo parasiteren op mijn beperkte energie?

Gisterenavond realiseer ik me weer dat ik er geen last van heb als ik in mijn heksengedaante sta. Als de Godin in me doorschemert is er niets aan de hand, die bron is eindeloos. Pas als ik op persoonlijke titel willekeurige getroebleerde mensen ga lopen steunen gaat het mis……

Dus als je aan mijn kop wilt komen zaniken over je ellende: Maak een afspraak voor een  ouderwetse paranormale behandeling! Je moet daar wel voor betalen, zo schiet ik er zelf ook nog wat mee op. Bovendien werkt zo’n behandeling beter als er voor wordt geschokt heb ik lang geleden al ontdekt…….

‘Kom maar hier, panter,’ zeg ik wat later tegen mijn boerenridder. Ee Zwarte heeft zich tegen mijn heksenhanden genesteld. Sinds zijn avontuur in het museum heeft hij last van zijn buik. Het gaat wel steeds beter, maar het rommelt nog steeds. Daarom zoekt hij elke avond mijn gouden handjes.

‘Godin, geeft die jongen je gulden liefde,’ terwijl ik het in mezelf reciteer voel ik mijn handen kloppen. Ikzelf stroom ook vol met haar geweldige oerkracht….

De Vader heeft de wereld dan misschien geschapen, maar de Godin heeft haar gebaard. We zijn allemaal uit haar voortgekomen. Pas als het vrouwelijke weer wordt gerespecteerd is er hoop voor de wereld. Voorlopig proberen we echter onze grote Moeder te vernietigen.

Grappig eigenlijk, want dat is onmogelijk. De kans is veel groter, dat wij, miezemuizige mensenkinderen, eraan gaan! Zelfs al explodeert de aarde: Het heelal blijft nog wel even bestaan!

Remove pain an offer well-being? Ja graag. Vanuit mijn goddelijke bron. Mijn hart.

edf24c238eb4f956965fd39a750b07f1

 

Leergierige Panter klem in Museum Boerhaave. Heeft hij het weer overleefd? Wat is er eigenlijk gebeurd? De hoeveelste queeste is dit nu alweer? En hoeveel levens heeft hij nog over?

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Vrijdagmorgen loop ik museum Boerhaave in. Ik ben het al dagen van plan, maar telkens was de deur dicht of had ik net geen tijd. Vandaag ben ik echter op een missie. Al twee weken is de panter in geen velden of wegen te bekennen. Zijn grote zwarte katerlijf maakt zich niet meer onverwacht los uit de schaduw. Geen gezellige nachtelijke wandelingen met VikThor. Al die tijd is hij ook niet komen eten…… Waar zit die mafkees?

Zoals altijd als mijn panter in de problemen geraakt ben ik binnen een halve dag op de hoogte. Allerlei innerlijke alarmbellen gaan af. Ik weet gewoon dat er iets loos is. Dit terwijl mijn monster met enige regelmaat een paar dagen niet thuis komt. Zeker in het voorjaar wil hij nogal eens op stap gaan. Ik maak me daar nooit te sappel over.

Nu is er echter iets niet in orde. Ik voel het aan mijn hekseneksteroog.

En ja hoor. Twee weken later en nog steeds geen spoor van mijn geliefde kat. Potjandrie. Waar zit dat beest? Hij kan wel overal zijn. Sinds ik hem een keer in Hoorn heb opgehaald kijk ik nergens meer van op. Toch loop ik midden in de nacht door de buurt zijn naam te roepen. Geen reactie……

Steeds als ik aan hem denk zie ik riool voor me. Onder de grond. Buizen. Shit. Hij zal toch niet ergens in verstrikt zijn geraakt? Is hij opgesloten in een leeg pakhuis en probeert hij soms via het riool ontsnappen? Mijn kattenvriendin aan gene zijde helpt me zoeken. Hij zit inderdaad in de problemen.

‘Je moet nog even geduld hebben, Heks, het komt goed, er wordt aan gewerkt, maar nu zit hij inderdaad nog vast..’ hoor ik in mijn geestesoor, ‘Zoeken heeft nu geen zin, je vindt hem niet….. lispel lispel lispel….’ de rest versta ik niet.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Donderdagavond brand ik een kaarsje. Voor Schilder natuurlijk. Maar ook voor mijn avontuurlijke kat. De boerenridder Ferguut. ‘Kom naar huis,’ fluister ik tegen zijn ziel,’ breng hem thuis,’ verordonneer ik de hulptroepen in andere dimensies.

Zo loop ik vrijdag dus het museum in. Ze zijn al ruim anderhalf jaar bezig met een enorme verbouwing. De collectie is zo lang opgeslagen. Het hele gebouw staat op zijn kop. Plafonds en vloeren liggen open. Een tricky omgeving voor een ondernemende kat.

De binnentuin is bomvol mannetjes met allerhande gereedschap. Er wordt verwoed gezaagd en gehamerd. Het duurt dan ook even voordat ze mij in de gaten hebben.

‘Hebben jullie mijn kat gezien, een grote zwarte panter?’ Niemand heeft iets gezien. ‘Nee joh, die zit hier niet,’ beantwoord ik met ‘Ik heb hem hier vorig jaar ook al eens weggehaald.’

‘Ja, jij hebt toen een ruitje ingeslagen,’ grinnikt een grote kerel goedmoedig. Ik verschiet van kleur en kijk zo onschuldig mogelijk. De man laat zich niet bedotten. ‘Geeft niks hoor, je had gelijk. Het is hier echt levensgevaarlijk voor dat beest.’

In eerste instantie kom ik niet veel verder in mijn zoektocht, maar opeens roept een piepjonge timmerman dat hij die ochtend de afdruk van kleine kattenpootjes heeft gezien in het anatomische theater. ‘Ze zien er vers uit, ik heb ze ook niet eerder gezien,’ beweert het joch hardnekkig tegen zijn ongelovige collega’s.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

In overleg met de uitvoerder wordt er een opzichter opgetrommeld. Het blijkt een ongelofelijke grapjas te zijn. Plagend probeert hij me direct in de maling te nemen. Dan komt hij terzake. ‘Kom om half 2 hierheen, dan lopen we het gebouw samen door. Je moet dan wel speciale schoenen aan hoor. En neem wat kattenbrokjes mee!’

‘Ik heb een afspraakje zometeen met een mannetje in het museum,’ roep ik tegen mijn hulp als ze binnenkomt. ‘Wat leuk. Heks, vertel,’ antwoordt ze in de veronderstelling dat het om een date gaat. Ik help haar snel uit de droom.

‘Hij is wel grappig hoor, maar geen relatiemateriaal, hahaha. Bovendien is hij ongetwijfeld getrouwd! We gaan mijn kat zoeken, niet mijn poesje….’ grap ik er lustig op los. Ik voel me verwachtingsvol sinds de melding van de kattenpootjes. Mijn zwerver zit vast en zeker vast in het museum!

Mijn date staat me al ongeduldig op te wachten. ‘Zo, ik dacht dat je me zou laten zitten….’ roept hij opgelucht als ik een paar minuten over half twee voor zijn neus sta. Zijn collega’s reageren met een reeks kwinkslagen. ‘Ze zijn gewoon stikjaloers…,’ verklaart hij dit gedrag.  Snel maken we ons uit de voeten.

‘Miauw, miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door gegiechel. Overal zitten mannetjes te klussen. Het verhaal dat er een toverheks naar haar zwarte kat komt zoeken heeft duidelijk de ronde gedaan tijdens de lunch.

‘Het is zo’n groot zwart bakbeest toch?’ mijn gids is een geweldige kletskous, ‘Nou, dan heb ik misschien niet zulk leuk nieuws voor je, ik heb hem met enige regelmaat uit die vuilcontainer zien kruipen. En die wordt elke week opgehaald om te worden geleegd……’

Een klamme hand sluit zich om mijn hart. Oh jee. Die container wordt tegenwoordig elke avond helemaal dicht geseald met een gigantisch stuk zeil. Dit om te voorkomen dat er de hele nacht mensen dingen in staan te gooien. Of uit proberen te halen.

Er heeft zich de eerste maanden van het bestaan van deze container een levendige ruilhandel ontwikkeld in de wijk. Heks heeft er een paar mooie spiegels en een kroonluchter aan overgehouden…… Geweldig natuurlijk!

Maar ja, de buren waren niet blij met dit verschijnsel. Het maakt lawaai. Vooral als het s’nachts gebeurt. En als er dronken droppies bij betrokken zijn……

‘Eerst maar eens naar die kattenpootjes in het anatomisch theater kijken,’ onderbreekt mijn nieuwe vriend opgewekt mijn sombere gedachten. Ik zie mezelf al voor mijn geestesoog op een verlaten vuilstort zoeken naar mijn zwarte ridder…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We spoeden ons door het zo goed als lege gebouw naar de opgebroken zaal. En ja hoor, er staan een heleboel verse afdrukken in het stof van de rudimenten van het theater. Een golf van opluchting slaat door me heen. Aan het enorme formaat te zien gaat het inderdaad om mijn ventje. Mijn schat leeft op grote voet!

Ik schud met de brokjes en roep zijn naam. ‘Miauw,’ klinkt het aan alle kanten. Gevolgd door een welgemeend ‘Hihihi, hehehe, hahaha….’ ‘Hou op, mannen, jullie humor doet me pijn….’ protesteert Heks.

‘Oh jee, kijk hier eens,’ mijn begeleider stopt zijn hoofd in een openstaand luik onder het theater. Er staan kattenpootjes omheen, maar mijn panter is nergens te bekennen. ‘Ik hoop niet dat hij door dat gat de kruipruimte naar de riolering in is gegaan, want het staat vol met water sinds die buien van de afgelopen week…..’ sombert hij. De klamme hand komt terug…….

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

We lopen het hele gebouw door op zoek naar nog meer sporen van mijn panter, maar we vinden slechts een paar hele oude stoffige afdrukjes ergens boven in het gebouw. Waar zit dat beest? Is hij echt verdwenen? Heks rammelt en roept, maar van mijn schat geen spoor.

Plotseling worden we gebeld. Drie keer achter elkaar. ‘Ik zag net iets zwarts voorbijflitsen op de benedenverdieping,’  en ‘Is ie zwart? Er rent een zwarte kat de deur uit hier…!’ en  ‘Zwarte kat gesignaleerd in de binnentuin.’ Heks raakt eufoor. Uit welke deur is hij gerend? De voordeur soms? Er zijn zoveel deuren. Waar is hij nu? Welk bericht is het meest recent?

Na enig onderzoek blijkt er een zwart monster in de binnentuin te zitten. We rennen naar buiten. ‘Ferguut,’ roep ik. Maar niks. Ik loop de hele tuin door. Er staat een grote boom. ‘Miauw,’ hoor ik. Geen bouwvakker te bekennen, dus dat moet mijn kat zijn! Maar waar zit hij?

Er wordt gezaagd en geboord, getimmerd en geschreeuwd aan de andere kant van de tuin. Maar af en toe hoor ik gemiauw. ‘Ik zag hem onder dat vlonder verdwijnen,’ helpt een krullenjongen me uit de brand. Mijn bakbeest blijkt zich midden in een zeventiger jaren spuuglelijke waterpartij te hebben verschanst.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Met moeite en veel snoepjes weet ik hem er uit te lokken. Snel grijp ik hem in zijn kippennek. Ha. Kip ik heb je!

In de dagen erna wordt mijn monster doodziek. Niet direct. Eerst wil hij maar wat graag eten. Misschien geef ik hem iets teveel. Gewend als ik ben dat hij altijd wel wat van zijn gading vindt buiten. Een vette muis of vogeltje….. Deze keer is hij echter flink vermagerd. Pas na een dag dringt het tot me door dat hij hoogstwaarschijnlijk twee weken niks te vreten heeft gehad!

Ik reconstrueer dat hij ongetwijfeld vrij snel na zijn eenzame opsluiting tijdens Hemelvaart in het riool is beland. Het luik ging dicht en meneer kon geen kant meer op. De afgelopen week hebben ze het luik weer opengezet na al die regen. Twee weken vies water, ratten en te snel veel eten deden de rest: Panter doodziek!

Ik doorwaak twee nachten. De tweede nacht gaat het mis. Ik zie hem per uur achteruit gaan. De hele nacht ben ik in de weer om mijn beestje te ondersteunen. En de troep weer op te ruimen……

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Dan komt de omslag: Zondagmorgen valt hij in een genezende slaap. Heks ook. Later die dag wil panter weer eten. Het liefst wil hij ook weer de hort op, maar dat kan hij voorlopig vergeten. Eerst aansterken, gekke roofridder.

Zondagavond halen Joy en Boy mijn hondje op. Heks kan intussen geen pap meer zeggen, maar VikThor moet toch nog eventjes flink aan de wandel. ‘Hij is inderdaad een beetje magertjes, Heks,’ mijn vriendin heeft de panter opgetild. Vol liefde geeft hij haar kopjes. Het is toch zo’n schatje!

Mijn vrienden knuffelen alle katten uitgebreid, nadat ze  mijn hondje flink hebben laten rennen. Daarna heffen we het glas op de behouden thuiskomst van mijn zwerver: Hij heeft nog zeker vier van zijn negen levens over. Daar moet hij het voorlopig mee kunnen redden……… Dus eind goed, al goed.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM