Grote overstroming. Nederland staat blank. Golven Corona, golven regenwater, golven verdriet. Heks zit witjes voor de televisie. Misselijk van al die ellende. Mijn hart gaat uit naar alle slachtoffers van de watersnood. Mijn hart gaat uit naar de familie van Peter R. de Vries.

Vorige week vrijdag zit ik televisie te kijken. Alweer een Corona-persconferentie. Verbijsterd aanschouw ik het tenenkrommende gestuntel van onze nationale demissionaire ramppremier en zijn broeder in het kwaad. Je weet wel, die man met die kekke schoentjes. Je kunt er van zeggen wat je wilt, maar die dingen leiden in elk geval lekker af van zijn zwaar getormenteerde kop. Hop.

Er is weer een enorme golf besmettingen over ons heen aan het rollen. Dus er moeten weer allerlei maatregelen van stal worden gehaald, om het virus terug te dringen. De politici doen net of deze golf als donderslag bij heldere hemel is ontstaan. Alsof niet in omringende landen de Delta variant al enorme problemen heeft veroorzaakt.

Aan het eind van de rit beginnen de diverse journalisten hun vragen af te vuren over de nieuwe maatregelen. ‘Zijn jullie niet voorbarig geweest 3 weken geleden met het opheffen van zo ongeveer alle maatregelen?’ begint een dame van de NOS de demissionaire premier de flaporen te wassen. Rutte slijpt knarsend zijn konijnentandjes, opdat hij zich goed kan vastbijten in alweer zijn volgende leugen.

‘Nee hoor,’ begint de dwaas zijn gedaas. Heks wacht het niet af. Ik ga niet zitten luisteren naar zijn stompzinnige gebazel. Naar zijn systematische gelieg.

‘Je bent een liegbeest, een jokkebrok, van achter en van voren….’ zing ik in plaats daarvan.

‘Hij zei afgelopen week, pal nadat onze geliefde misdaadverslaggever was neergeschoten, dat hij altijd al moeite had met Peter R. de Vries,’ mopper ik een half uur later tegen de Don, ‘Ja, vind je het gek. Die Peter R. liegt echt nooit. Die man is wars van onwaarheden. Daar kan ons nationale liegbeest natuurlijk helemaal niks mee. Hij is er hoogstwaarschijnlijk zwaar allergisch voor….’

‘Ik heb het gezien,’ antwoordt de Don, ‘Walgelijk toch, dat hij dat punt dan moet maken op zo’n moment…..’ Inderdaad verre van kies. Leuk ook voor de familie van Peter R. Maar wat kun je verwachten van een leugenachtige narcist, die met alles weg komt. Rutte denkt werkelijk dat hij alles maar kan zeggen. Ginnegappend en wel.

Ja, Ruttekutte houdt nu eenmaal helemaal niet van eerlijke mensen. Dat was ook steeds zijn probleem met Pieter Omtzigt. Eerlijke mensen spreken steeds maar de waarheid. Je wordt er niet goed van! Al die oprechtheid, wat moet je er mee? Hij is meer van de opportunistische vergeetachtigheid. Van de leugenachtige waarheidsweerlegging…… Daar scoort hij al kabinetten lang punten mee!

Ook nu liegt hij weer tussen zijn tanden. Bagatelliseert hij zich een ongeluk. Totdat hij na het weekend uit pure noodzaak dan toch maar zijn slapjanusachtige excuus aanbiedt aan alle mensen, die hij vol overtuiging de schuld heeft gegeven van zijn eigen wanbeleid. Nadat er een storm van kritiek over hem heen wapperde.

Heks heeft het al voorspeld. De zoveelste Coronagolf is een feit. De golf is wel iets eerder geland, dan ik had gedacht. Ik gokte eerlijk gezegd op begin augustus. Ik had nog een beetje respijt vanwege de zomer verwacht. Nou ja, zomer. Het is natuurlijk ook een zomer van lik mijn vestje. De regen is niet van de lucht!

We hebben intussen dan ook niet alleen maar met een Corornagolf te maken. Nee, een deel van Nederland staat letterlijk onder water. En dan ook nog eens precies het gedeelte, waar je het niet van verwacht. Het enige stukje Nederland, waar echte heuvels zijn. En zelfs een berg: De Pietersberg! Hoe is het mogelijk, dat mensen daar hun huizen uit drijven?

Hekst woont in de Randstad dan wel meters onder zeeniveau, toch houden wij het hier helemaal droog. Behalve onze ogen. Sinds ik vanmiddag op het journaal heb gehoord, dat Peter R. de Vries vandaag na zijn knokpartij van een week alsnog is overleden, druppen er alsmaar tranen uit mijn ogen. Ik vind het verschrikkelijk. En ik ken die man niet eens. Ik vind het zo in en in triest. Zo verdrietig…..

‘Kan niemand die achterlijke daders en die geesteszieke opdrachtgever in hun cel afknallen,’ denk ik wraakzuchtig. Dat moet toch een eitje zijn? Waarom mogen alleen doorgewinterde criminelen de wet aan hun laars lappen?

‘Daar zijn het criminelen voor, Heks,’ sus ik mezelf. Die hebben geen hart maar een betonblok in hun borstkas. Die liggen hier niet eens wakker van. Ik stel me zo voor, dat ze dolblij zijn met deze afloop. Weer een succesje in hun strijd tegen het goede. Weer een moraalridder minder. Die integere mensen zijn maar lastpakken. Die knal je het beste gewoon af. Gewoon met een doodordinaire liquidatie. Opgeruimd staat netjes.

Wat een trieste dag. Wat een dieptepunt in dit toch al zo druilerige jaar.

Heks steekt een kaarsje aan. Ik leg wat muntgeld op mijn altaar. Tolgeld. Voor al wie de oversteek wil maken. Voor alle zielen, die op reis gaan. Maar vooral voor Peter R. de Vries. Rust in vrede, oude strijder.

Mijn gedachten gaan uit naar zijn dierbaren.

Soms zit er gewoon een steekje los aan iets of iemand. Of een kabeltje. Dat is prima te verhelpen. Problemen met je moederbord kun je beter niet oplopen: Dat betekent meestal einde verhaal!

Vakantie is vermoeiend. Het werkt al sterk ontregelend op de gemiddelde mens, maar voor een ME-patiënt is het bijkans dodelijk. Gelukkig maar dat het zo leuk is om je mee bezig te houden over het algemeen. Dat maakt het dan weer de moeite waard. Het is tenslotte nogal iets om je leven ervoor te wagen!

Een jaar geleden kwam ik ook terug van een reisje. De meest verschrikkelijke vakantie ooit. Met een soort bermbom naast me in de auto. Mijn tent gedeeld met een voortdurend erupterende vulkaan. Ik heb de foto’s nooit meer bekeken, de zwavelige bom uit mijn bestaan gebannen en de draad van mijn leven uiteindelijk weer opgepakt.

Het had wat voeten in de aarde, maar het is gelukt om me los te maken van die kwibus. Tijdens mijn verblijf in het klooster voel ik de laatste restjes ellende uit mijn lijf trekken. Letterlijk. Ik heb de eerste week wat indringende doch vage dromen over de fulminerende vulkaan.

Ik doe geen enkele moeite om ze me te herinneren. Het zijn restdromen. De laatste rommeltjes worden uit mijn heilige tuin geveegd. Opgeruimd staat netjes.

Mijn heilige tuin. Mijn innerlijk heiligdom. Leeggeroofd en vernacheld. Geplaatst in deze Boeddhistische hof van Eden vol pruimen, nonnetjes en lieve leken kom ik helemaal bij. Mijn gaarde bouwt weer op. Binnen een paar dagen heradem ik. Ik hervind mijn Mojo.

De tijd in het klooster vliegt voorbij. Ondanks het feit, dat we alles zo traag doen. Ik keer alweer huiswaarts voor ik er goed en wel aan toe ben. Een dagje knallen achter het stuur en ik lig weer in mijn eigen bedje…..

Toch is het ook fijn om weer thuis te zijn al kost het me moeite om de boel hier weer op te pakken. Ik moet eerst enorm uitrusten van mijn vakantie. Pas na een week bel ik wat vrienden op.

Mijn geheugen is volledig gewist in het klooster. Prettig, maar niet handig! Ik vergeet een aantal afspraken…. Maar daar kom ik pas veel later achter.

Mijn computer doet raar, als ik em weer opstart. Mijn afwezigheid heeft hem geen goed gedaan. Uiteindelijk breng ik hem naar mijn geniale achterneef. Hij heeft slecht nieuws. ‘Ik ben bang dat het moederbord beschadigd is. Dat betekent meestal einde computer. Ik denk niet dat het dat kabeltje is waar we het eerder over hadden. Dat zag er namelijk nog goed uit. Voor de zekerheid zal ik toch nog een nieuw exemplaar bestellen, maar …..’

Hij bereidt me vast voor op een financiële aderlating, mocht het nieuwe kabeltje niets doen. Een nieuwe computer is een enorme uitgave!

Vandaag zit ik weer achter mijn oude vertrouwde MAC. Het vernieuwde kabeltje heeft goede diensten bewezen! Het zag er in eerste instantie slecht uit, maar in de praktijk viel het weer alles mee. Gelukkig maar. Mijn computertje is intussen precies ingericht zoals ik het hebben wil, ik wil em niet kwijt!

Zo keer ik langzaam in mijn leven terug. Ik heb nog prachtige verhalen in de pen over mijn reisje. Als ik een beetje bijgekomen ben zullen die er ongetwijfeld uitvloeien. Eindelijk kan ik ook mijn foto’s op mijn computer zetten. Mijn prachtige gerepareerde oude vertrouwde laptop.

Schelden is niet voor helden. Toch ontkom je er soms niet aan. Waar het hart vol van is loopt de mond van over, ook in dit geval. Maak van je hart geen moordkuil, Heks! Gooi het er maar uit, die vuiligheid. Opgeruimd staat netjes! Narcistendag 2.

Zaterdagmorgen sta ik vroeg naast mijn bed. Vandaag heb ik weer een narcistendag, maar deze keer moet ik helemaal naar Gouda. Dat vraagt wat meer inspanning mijnerzijds. Om kwart voor negen zit ik in de auto, ruim op tijd. Ik gooi Ysbrandt eventjes los in een park. Hij mag mee vandaag. Ik heb geen oppas kunnen regelen.

Helaas heb ik vandaag alle stoplichten tegen. Als ik de Hoge Rijndijk afrijd gaat de brug open. Het duurt zeker tien minuten voordat alle Rijnaken en plezierjachten voorbij zijn gevaren. Meuh. Prutteldepruttel. Heks zit zich op te vreten. Intussen rijd ik op een strak schema. Als alles goed gaat ben ik toch nog even voor tienen ter plaatse.

Maar niet alles gaat goed. Als ik in Gouda arriveer stuurt mijn TomTom me via een eindeloze dijk langs de Reeuwijkse plas. Opeens kan ik niet verder. Vervelende mannetjes in oranje pakken staan bij een wegversperring te posten. Wat nu? Ik vraag advies, maar de mannetjes weten niets van de omgeving. Of het interesseert ze niet of ik ooit mijn doel bereik. Ik rijd op de bonnefooi een belendend industrieterrein op.

TomTom laat zich ook niet onbetuigd. Zeker zes keer kar ik hetzelfde rondje tussen de afgesloten loodsen en foeilelijke bedrijfspanden. Wat een blikveldvervuiling, deze architectuur van lik m’n vestje. Maar ja. Hoe kom ik hier weg? Ik bel de twee trainers van vandaag, dat ik iets te laat ga komen. Ik krijg een melding dat het ene nummer niet bereikbaar is. Het andere is niet correct, ik krijg een wildvreemde vrouw aan de lijn.

Na nog een woest rondje industrieterrein bel ik het eerste nummer nog eens. Weer onbereikbaar. De telefoon staat duidelijk uit. Ik word zo woedend. Krijg toch de kolere. De telefoons zouden tot tien uur aan staan, omdat het vaker gebeurt, dat mensen te laat komen. Door files bijvoorbeeld…. Of zoiets als dit.

Scheldend rijd ik nog maar een rondje op zoek naar de juiste route. Afschuwelijk woorden blubberen oncontroleerbaar mijn mond uit. ‘Hoerentoeters, kutlijers, mensen zijn zo slecht. Godverdegodver….. ‘ en ga zo maar door. Ik kanker en scheld op alles en iedereen. Zoals wel vaker de laatste tijd als niemand me hoort of ziet.

Ik ben behoorlijk over de zeik. Uiteindelijk rijd ik een stuk verderop langs een stuk wegversperring. Geen mannetje te zien. Mooi zo. Dat is het voordeel van zo’n klein autootje. Je kunt overal langs en tussendoor. Stukje fietspad? Geen punt indien nodig.

Zonder problemen kan ik gewoon het laatste stuk langs het water rijden. Het is me een raadsel, waarom die weg in godsnaam helemaal dicht moet, maar goed. Mannetjes hè! Die willen gewoon lekker moeilijk doen. Hun invloed doen gelden…..

Een minuut of tien te laat ben ik dan toch ter plekke. Ik mag er nog in! Een hele lieve jongedame ontvangt me en stelt me een beetje op mijn gemak. Dat valt nog niet mee. Er komt stoom uit mijn oren.

De trainers schrikken als ze ontdekken dat de telefoons onterecht uit staan. Er is als het goed is nog iemand onderweg. Die is overigens nooit meer opgedoken. De telefoons gaan aan. ‘Eindigt jouw nummer op **?’ vraagt de vrouwelijk trainster. Terwijl ze het vraagt hoor ik immens geschreeuw vanuit haar telefoon. Dat ben ik! Haar antwoordapparaat stond wel degelijk aan. En ik heb blijkbaar het gesprek niet afgebroken……. ‘Geen idee,’ draai ik erom heen.

In de pauze vertel ik haar, dat ik inderdaad die schreeuwlelijk op haar voicemail ben. Helemaal boven mijn theewater. ‘Luister het asjeblieft niet af!’ roep ik wanhopig. Ik gun het niemand om die vuiligheid over zich heen te krijgen. Nou, misschien een incidentele narcist. Maar zeker niet deze lieve dame.

‘Het komt vanuit trauma. Je hebt zoveel moeten slikken, dat komt er nu uit. Al die ellende zit in je lijf opgeslagen. Helemaal niet verbazingwekkend, dat je zo gaat schelden, zeker niet als alles tegen zit.’ ‘En je op weg bent naar een narcistendag,’ denk ik erachteraan, ‘waar je veel geld voor betaalt, terwijl de aanstichters van dit onheil nergens last van hebben…… Dat geeft inderdaad nogal wat onvrede.

Zo is de narcistendag nog niet eens begonnen en ik heb al de belangrijkste les te pakken van vandaag. Mijn gescheld mag! Het is niet nodig mezelf daar ook nog eens op af te kraken. Ik mag woedend zijn op al die gekken, die me bij de neus hebben gehad. De monsters, die me fysiek te grazen hebben genomen, alsmede alle leugenaars, bedriegers en dieven, die hier kind aan huis zijn geweest.

Ik mag kotsen op mensen, die mij hebben uitgekotst. Ik mag kwaad spreken over mensen, die me kwaad hebben gedaan. Ik mag lastig zijn voor hen die me lasteren. En ik mag iedereen stijf schelden, die mij naar het leven heeft gestaan. Figuurlijk dan. Ik ben wel geslagen, maar gelukkig nog nooit dood geslagen of verwurgd. Wel zijn er zijn mensen, die me sociaal hebben vermoord. En op hen scheld ik ook grof. Volledig terecht.

Maar goed, ik hoop wel dat het een keertje ophoudt, die vuilbekkerij. Je krijgt echt een vieze smaak in je mond door al dat gekanker. Ook schaam ik me natuurlijk toch dood als die vrouw mijn grove taalgebruik hoort. Ik dacht dat haar telefoon uit stond en de mijne het contact had verbroken. Niet dus.

Confronterend. Maar het is nu eenmaal gebeurd. Heks is gewoon enorm pissed off. Op alles en iedereen, die over mijn grens is gegaan. Recent of honderd jaar geleden. Maakt niet uit. Hoepel op van mijn terrein.

Ook ben ik er helemaal klaar mee om bruggen te bouwen naar narcistische idioten. Liever geef ik hen op hun kloten!

Ooit zal het wel overgaan. Deze rage, razernij, woede….. Op een dag zijn de scheldwoorden op en is de bal nijd verdwenen uit mijn buik. Op een goede dag. Als ook alle narcisten en psychopaten me hebben verlaten en terug zijn gekropen in hun hoeken en gaten. Of onder hun steen.