Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.

 

 

 

 

 

Buurtontbijt op de Wallen in Amsterdam. Gevolgd door feestelijke dag met ouderwetse kermisattracties en een scala aan muzikale bijdragen.

FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, bandje
Zondagmorgen is er een buurtontbijt op de Nieuwmarkt in Amsterdam. Heks heeft daar niets te zoeken op zich, maar als geliefde van Cowboy is haar aanwezigheid toch gewenst. Dus laat ik me verleiden tot een maaltijd, waar vast weinig eetbaars binnen mijn dieet te verkrijgen is. Met een rol rijstwafels onder mijn arm volg ik mijn vriend de grote tent in, waar het geheel plaatsvindt. ‘Meestal is het buiten’, vertelt mijn lief, ‘lekker in het zonnetje’.

FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, bandje FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, bandje
Vandaag miezert het, de lucht is grauw. Binnen in de tent is het een geroezemoes van heb ik jou daar. De buurtbewoners hier op ‘de Wallen’ zijn uitermate kleurrijk. Velen hebben er een schepje bovenop gedaan in een poging nog wat extravaganter uit de hoek te komen, lijkt het.

We worden naar een tafel geloodst, waar nog net twee plekjes vrij zijn. Dan krijgen we koffie en een gekookt eitje. Naast me roept een vrouw hartstochtelijk om roerei. ‘Dat ei loopt telkens onze tafel voorbij’, vertrouwt ze me toe. Al snel brullen we met haar mee en ja hoor: de smeekbede wordt verhoord.

FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, zweefmolen, ouderwetse zweefmolenFESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, zweefmolen, ouderwetse zweefmolen
Onze tafelgenoten blijken bijzonder aangenaam gezelschap te zijn. Een kletskous en een stille Willy , net als Cowboy en Heks. Al zou je dat laatste niet zeggen als mijn lief privé weer eens de oren van mijn hoofd kletst…..Al snel gaat het gesprek over filosofie en schone kunsten. We hebben veel raakvlakken! Hartstikke leuk, zo’n buurtontbijt!

FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, architectuur van Nieuwmarkt in Amsterdam. Oude gebouwen naast nieuwe gebouwen
En dat is pas het begin van een hele leuke dag. We pendelen een beetje heen en weer tussen het huis van Cowboy en de Nieuwmarkt. Met de ramen wijd open genieten we mee van de verschillende bandjes. Als het erg goed klinkt gaan we even kijken.

Ook wagen we ons in de zweefmolen, een heel ouderwets geval. Naast ons neemt een ouder stel plaats. Ze krijsen en gillen nog harder dan Heks. Iedereen wordt weer een beetje kind in deze mallemolen….. De uitbater geeft ons af en toe een flinke zwieper, zodat we alle kanten opvliegen onder het motto : Zweven is leven.

FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, zweefmolen, ouderwetse zweefmolenFESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, zweefmolen, ouderwetse zweefmolenFESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, zweefmolen, ouderwetse zweefmolen
Als mijn lief thuis lekker aan het koken is, golven de eerste maten van de volgende band naar binnen, ‘Dat is mijn oude drumleraar, jammer dat we het niet redden, om te gaan luisteren…’ Het eten is zo goed als klaar…..

FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014,ouderwets reuzenrad, oude kermis
Ter plekke besluiten we de ‘Penne met zalm en tomaatjes’ gewoon mee te nemen. Glaasje wijn erbij. Zo gezegd, zo gedaan. Even later zitten we helemaal achterin de enorme tent te genieten van onze maaltijd met muziek. Het geluid is oorverdovend . Ik vrees, dat weer veel mensen gehoorbeschadiging hebben opgelopen die avond, Wij niet, we zorgen dat we onze oorschelpen net een beetje buiten de tent houden.

Wat een heerlijk dagje. Helemaal tevreden loop ik nog een laatste rondje met Varkentje. Op de achtergrond dendert de volgende band nog een paar uurtjes door. Totdat het om middernacht opeens doodstil wordt. Maar dan liggen wij al lang op 1 oor.

FESTIVAL NIEUWMARKT AMSTERDAM 2014, optreden van kinderen, muziekduo, kinderen maken muziek